klas 4b: de groep van meneer van Noort

 

De bekende “argeloze toeschouwer” krijgt de indruk, met een zeer jolige klas te maken te hebben. Dit is ook zo. Maar de klasleerkracht (tevens leraar logopedie aan onze pedagogische academie) weet deze zorgeloze spontaniteit om te buigen tot grote ijver, zodat zelfs het schrijven, waar hij zware eisen aan stelt, door de leerlingen graag gedaan wordt. Zijn verhalende leermethode is zo boeiend, dat hij als het ware ongemerkt door de klas kan wandelen om bij een wat afwezige leerling even een punt te zetten en dan weer door te lopen met: "En dààrom is het, dat....".
Als hij weer aan zijn bureau gaat zitten, hoor je in de klas een zucht van verwondering en/of inzicht.

De leeftijden in deze klas variëren van 11 tot 14 jaar.

We hebben de indruk dat de prestatieverschillen in een klas groter worden naarmate de klas hoger komt. Dit zou verband kunnen houden met het feit, dat leerlingen niet louter op basis van prestatie bevorderd worden. Ook als een leerling qua leeftijd of gedrag niet meer “past”in een lagere afdeling, stroomt hij door naar de volgende klas.

Het werk van deze klas bestaat uit een dictee en een opstel.

Het dictee was al eens voorgelezen en door de kinderen opgeschreven in hun schrift. Daarna was het nagekeken en waren de gemaakte fouten verbeterd en opnieuw gecontroleerd.
Nu krijgen de leerlingen het als dictee.

Voor het opstel luidde de titel:

Als ik een …(dier)…. was

als ik is een panter was

dan zal ik in een boom ziten
en als er iemamt ver bij
kwam dan zal ik er boven
op het prooi sprigen en dan eet
ik hen op en rent ik maar de
plas dan sprig ik er in en
als de jaager er was hept
die al tijt een gewer op zijn
nek  oei hij ziet mij pan pan
en toen was ik doot

sjaak, 13 jaar.

Als ik een papegi was

dan zal ik nootjes eten
en klimen
en praten
en ik maak graag grapjes
er kwam een man aan net een
pet ne de ztont me te lag en
toen greeg ik de pet

ted turk, 12 jaar

 

als ik een aap was

dan zron van tak to tak
en as ik dan moe asdan pleef ik zit
op een tak
en dan eet ik een nootje
en dan zpron ik weer vert
van tak to tak
op een dag kan ik vrietje deegen
en dat vrietje heet kees
en doen spron ik en kees van
tak ot tak

jan, 12 jaar

 

piet de aap is 14 jaar
ik zit in het bos  ik

 

 

 

piet 14

 

Als ik een vos was.

Dan gaat ik kippen jaten
en leker op eten.
En leker hat weg rennen
en in het bos haasen hat weg
laat rennen. en nagt leker
slaap(en)

erik, 13 jaar
 

 

Als is een tijger was

Dan zauw is in een zirks
Dan zal ik een voor telgen
en dan ver dinen
en dan gaat ik een audo koopen
dan gaat ik maar naar ander landen
en dan gaat ik daar met me tijger voor stelen
en dan verdint ik nog meer gelt.
en dan gaat ik een kooi maken voor de tijger en dan kan hij slaapen.
en na het slaape gaat hij wasen
en dan moet hij weer voor stelen. niet al leen en met de aap. dit is het einden van het ver haar

chris, 11

 

Zoals bekend hoort dit type opstel thuis bij de polyvalente tests.
Het is een methode om de leerlingen te laten projecteren. Op deze manier kunnen ze hun diepere verlangens en gevoelens tonen. Natuurlijk is het niet aan ons om uit deze opstellen diepzinnige conclusies te trekken. We kunnen wel de oppervlakkige vraag stellen, wat deze kinderen bezig houdt.

Dat komt dan voornamelijk neer op: lekker eten, vechten & slapen.
Bij welk lagere-schoolkind neemt dit echter geen belangrijke plaats in?

 

 

Klas 5a: de groep van Meneer Ruigrok