bron:
De Leidsche Courant,  16 mei 1934 / tweede blad / 
pagina 7
|        NOORDWIJKERHOUT 
    Jubileum van Hensbergen  
    — Onder zeer groote belangstelling vierde Dinsdag de heer H. S. van Hensbergen met zijn familie het honderdjarig bestaan van zijn 
    Zaak  en zijn 25-jarig huwelijksfeest.      | 
    
     (foto's:  koepelberg-archief)  | 
  
wat verder dien dag in het tweede blad stond:
Duits ereteken voor 
moeders
De rijksbond voor kinderrijke families krijgt van staatsraad Dr. 
Schultze voorgesteld, een staatsmedaille in te voeren. Een moederkruis van 
barnsteen voor de moeder die haar plicht gedaan heeft: Aan de staat erfelijk 
gezonde kinderen schenken. Het ereteken zou voorrang moeten geven bij belasting- 
& postkantoren.
Een voorstel is reeds bij de regering ingediend.
Engels initiatief tot 
het verbieden van wapenleveranties
De commissie chaco heeft geconstateeerd dat de wapens die Bolivia & 
Paraguay tegen elkaar gebruiken, uit Amerika & Europa komen. Om een eind aan de 
zinloze slachting te maken dient een globaal verbod van leverantie genomen te 
worden.
Lezing beroepskeuze
 
K.J.M.V. -- Maandag hield de K.J.M.V. te Leidschendam. haar laatste ontwikkelingsavond, welke zeer goed bezocht was.
Als spreker trad op de heer dr. L. M. H. Berger, psycholoog en pedagoog uit Den Haag, die sprak over:
„Beroepskeuze, neiging en gechiktheid".
  De voorzitter, de heer W. Bleijs, opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom, in het bijzonder den spreker, de besturen van Volksbond en St. Jozefgezellen en het 
  schoolpersoneel.
  Spreker begon met een duidelijk beeld te geven, van de goede en de schaduwzijde der beroepskeuze. 
  
  Deze, aldus spreker, heeft betrekking op de levensvreugde en het karakter van 
  den mens; een verkeerde beroepskeuze heeft ten gevolge het kweken van ontevredenheid, enz. 
  Daarom gaat men dan ook bij het kiezen van een beroep veel te lichtvaardig te werk, tenminslte in vele gevallen en 
  hiervan drageri zeer dikwijls de ouders de schuld, omdat het kind diikwijls tegen wil 
  en dank in het vak van zijn vader moet worden opgeleid, of het hiervoor 
  geschikt is of niet.
  Wat de neiging betreft, aldus spreker, tot een bepaald beroep, hierin spelen 
  de geschiktheid,  het karakter, enz. een voorname rol. Hoe moet men te werk gaan bij kinderen, die heelemaal 
  geen neiging hebben tot iets, vraagt spreker; hierbij is de taak in zekere mate aan de ouders opgelegd om zulk een kind in de dagelijksche 
  samenleving nauwkeurig na te gaan. In den huidigen tijd Iaat men de kindenen maar studeeren en een vak leeren, zonder acht te slaan op de 
  capaciteiten en dergelijke; 
  Het  is zeker eervoller, aldus de spreker, een minder beroep op de juiste 
  wijze te vervullen, dan een hooger beroep niet  goed of slecht  uit te voeren.
  
  
Spreker hoopte na de pauze vele vragen hieromtrent te mogen beantwoorden.
-----
of die vragen zijn gekomen, werd niet vermeld.
![]()