"TAAKOPDRACHT"
AAN HET WERKBESTUUR VAN HET OP TE RICHTEN
PARTICIPATIE-INSTITUUT NOORD-HOLLAND

INLEIDING

Overeenkomstig de besluitvorming zoals neergelegd in de Welzijnsnota zullen de functies politieke en maatschappelijke participatie worden ondergebracht in één -nieuw- instituut.
Voor de vormgeving van dat nieuwe instituut hebben wij de besturen van de Nederlandse Hervormde Stichting voor Maatschappelijk Activeringswerk (NHS), het Katholiek Maatschappelijk Centrum (KMC) en het Ondersteuningsinstituut Noord-Holland (ONH) gevraagd voorstellen te doen.
De NHS levert geen materiële bijdrage in formatie of subsidie. De afzonderlijke subsidiëring van KMC en ONH zal na de totstandkoming van het nieuwe instituut worden beëindigd.

Van juli 1990 tot februari 1991 hebben de drie bovengenoemde organisaties overleg gevoerd over inhoud en procedure van een op te stellen intentieverklaring voor het samengaan. Eind februari j.l. is duidelijk geworden dat geen overeenstemming bereikt kan worden tussen enerzijds het KMC en de NHS en anderzijds het ONH over inhoud en te volgen procedure.

Omdat wij het vanuit personele, inhoudelijke en financiële overwegingen niet verantwoord achten dat de totstandkoming van het nieuwe instituut langer stagneert, hebben wij besloten het initiatief voor de vormgeving uit handen te nemen van de drie instellingen.

Wij nemen nu zelf het initiatief met het installeren van een 'klein' werkbestuur.

OPDRACHT AAN HET WERKBESTUUR

Globaal luidt de opdracht aan het werkbestuur:
"Het ontwikkelen van een Organisatie en organisatiestructuur, een formatieplan en een personeelsplan voor het Participatie Instituut Noord-Holland".

Randvoorwaarden:

Concrete taken:

  1. Het opstellen van statuten voor de nieuw te vormen rechtspersoon.
  2. Het (doen) opstellen van een beleids- c.q. werkplan voor de eerste jaren.
  3. Het opstellen van een organisatiestructuur, een formatieplan en een personeelsplan.
  4. Het uitwerken van de financiën (begroting e.d.) binnen de gestelde randvoorwaarden.
  5. Deze bovenstaande 4 taken af te ronden in een tijdsbestek van 3 á 4 maanden.
  6. Na deze 3 á 4 maanden en na goedkeuring van gedeputeerde staten van de ontwikkelde plannen te starten met de uitvoeringsfase, die dus op 1 januari 1992 of uiterlijk 1 juli 1992 zal uitmonden in de daadwerkelijke start van het participatie-instituut.
  7. Het doen van een voorstel voor de (definitieve) samenstelling van het bestuur van het instituut.


SAMENSTELLING VAN HET WERKBESTUUR

De volgende personen hebben zich bereid verklaard in het werkbestuur zitting te nemen:
Drs. H.J. Verdier, voorzitter,
Mevrouw C.H. Rentenaar - de Waal,
Drs. J.C. de Wildt,
De Heer H.W. Radema,
Mevrouw T. van Zoest - Brouwer.

Als ambtelijk secretaris van het werkbestuur zal optreden de heer J.A.M. van Hensbergen, (voormalig) directeur van de Raad voor Jeugdbeleid Noord-Holland. Nader overleg zal met het werkbestuur nodig zijn over de omvang van de door hem ter beschikking te stellen tijd.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.