op de valreep

 

F:   POLITIEKE JONGERENORGANISATIES

1.  Omvang van het veld
2.   Doelstellingen
3.   Middelen
4.   Inhoud van het werk
5.   Doelgroepen
6.   Bereik
7.   Samenwerkingsverbanden & Overlegvormen
8.   Knelpunten
9.   Toekomstvisie
10. Regionalisatie
11. Problemen van / voor jongeren
12. Algemene conclusies categorie F.
 

1.  Omvang van het veld

F1. CDJA
F2. JOVD
F3. PSP-jongeren
F4. PPR-jongeren
F5. Jonge Socialisten
F6. Algemene Nederlandse Jeugdbond
F7. Jongeren Activering Centrum (D' 66)

Noch van F5, noch van F6 is een enquête ontvangen.
Zij maken derhalve in dit rapport geen deel uit van het onderzoek.


2.  Doelstellingen

F1.
Jongeren tussen de 15 en 30 jaar zoveel mogelijk zien te betrekken bij de christen-democratische politiek en hen bewust maken van hun politieke mogelijk- en verantwoordelijkheden.

F2.
Jongeren in kennis stellen en doordringen van de verantwoordelijkheden, welke het staatsburgerschap hen oplegt; hen daarbij in het bijzonder voorlichtend omtrent de liberale beginselen, zonder een politiek in ruimere zin te verwaarlozen.

F3.
Het verbreiden van de PSP-beginselen onder jongeren. Jongeren betrekken bij politieke activiteiten.

F4.
Jongeren stimuleren tot nadenken over maatschappelijke en politieke omstandigheden en tot activiteiten die daarin verandering brengen, alsmede het tot ontwikkeling brengen van nieuwe ideeën. Zelfstandig en samen met anderen voeren van acties die de belangen van jongeren dienen. Jongerenbelangen behartigen binnen de PPR-politiek. Politieke vorming van leden.

F7.
Het activeren en begeleiden van jongeren, zodat ze actief betrokken worden bij de politiek van met name D'66.

De doelstellingen geven niet direct de indruk dat wij te maken hebben met een steunorganisatie. Men denkt eerder aan uitvoerend werk.


3.   Middelen

3.1. Personeel
Alleen F4 geeft aan te werken met personeel en wel één parttimer voor 5 uur per week.

3.2 Vrijwilligers
F1. 100 vrijwilligers, waarvan 40 bestuursleden.
F2. 20 vrijwilligers, waarvan 3 bestuursleden.
F4. 1 vrijwilliger

3.3 Financiën
De financiering komt uit de partijkas en contributies. Er is tot nu toe geen subsidie van rijk, provincie of gemeenten.

F1. exploitatie:   2.000 inkomsten: 1.500 reserve: 500
F4. exploitatie:      200 inkomsten

De overige organisaties bestonden nog niet in 1980, of waren in oprichting, zodat er geen financieel boekjaar is afgesloten.

Gezien de exploitatie van F4 nemen we aan, het parttime personeelslid te kunnen rekenen tot de vrijwilligers.


4. Inhoud van het werk

Op grond van de verstrekte informatie moet geconcludeerd worden, dat de organisaties nauwelijks een steunfunctie vervullen.

F1 en F7 geven wat steun-elementen aan, de overige hebben niets ingevuld.

F1. doet voor 10% aan begeleiding, 30% aan kadervorming, 30% aan onderzoek & studie en 30% aan documentatie.
F7. doet voor 10% aan documentatie- en informatieverstrekking en voor 10% aan belangenbehartiging. De overige 80% wordt niet genoemd.


Begeleiding
Steun in het algemeen aan jongeren in de politiek en naar staats- en raadsfracties.

Kadervorming
Trainingsconferenties, studie- en discussieavonden.

Documentatie
t.b.v. provinciale verkiezingsprogramma's.

Belangenbehartiging
Jongerenhuisvesting, werkgelegenheid, vrije tijd.
Hoe een en ander verloopt wordt niet genoemd.

Onze indruk is. dat er soms meer steun naar "boven", het kader, de partij, gegeven wordt dan aan jongerenorganisaties op lokaal of regionaal niveau. Daarnaast worden er activiteiten georganiseerd waar jongeren aan mee kunnen doen.

Ook uit dit onderdeel houden we de indruk over, dat politieke jongerenorganisaties (nog) geen bloeiend bestaan leiden en dat de stimulans vanuit de "senior" partij miniem is.
F3. (PSP) krijgt een eigen rechtspersoon en staat dan zelfstandig naast de PSP.


5. Doelgroepen

De organisaties richten zich, voor zover aangegeven, op politiek, geïnteresseerde jongeren en het politiek kader van de volwassenen.


6. Bereik

6.1 Gerichtheid op werksoorten.
F1 richt zich voor 100% op jeugd- en jongerenwerk.
F7 richt zich voor 5% op J & J werk en voor 15% op Opbouwwerk.
De overige doen geen opgave.

6.2. Het werk- en werfgebied.
De organisaties merken geheel Noord-Holland aan als werfgebied. Het werkelijk aantal gemeenten waarin gewerkt wordt, loopt
uiteen van 16 tot 48.
Bijna alle organisaties spreken de wens uit, hun werkgebied uit te breiden.

Aantallen en namen van niet-bereikbare groepen ontbreken.


7. Samenwerkingsverbanden & Overlegvormen

Buiten de "interne" verbanden en overlegvormen om geeft alleen F4 aan samenwerkingsverbanden te kennen en wel:
Provinciaal Politiek Jongeren Contact waarin zitting hebben:
Jonge Socialisten, PSP -, CH -, KVP - jongeren, ARJO's, JOVD, en SDJA;
Comité Werkgelegenheid Noord-Holland, waarin zitting hebben: NVV-jc, ANJV, en PSP-jongerengroepen.

8. Knelpunten

9. Toekomstvisie

Ondanks alle knelpunten en nog geringe resultaten zijn alle organisaties vol goede moed voor wat de toekomst betreft. Er leven nog voldoende plannen om uit te werken.


10. Regionalisatie

20% is voor, 80% tegen regionalisatie.
Beargumenteerd wordt dit echter nauwelijks.
De PSP is net begonnen provinciaal iets op poten te zetten en wil daar eerst het resultaat van zien.


11. Problemen van / voor jongeren

- Jeugdwerkloosheid
- Verslaving
- Onzekere toekomst
- Vrede en veiligheid
- Jongerenhuisvesting
- Multiraciale samenleving
- Grootschaligheid
- Ontbreken van vertrouwen in de politiek
- Economische crisis
- Passiviteit.


12. Algemene conclusies categorie F.

Twee organisaties geven geen respons. Van de overige was de beantwoording kwalitatief gering.

De concrete werkzaamheden vanuit de steunfunctie-optiek gezien zijn over het algemeen gering te noemen.
Doelstellingen en toekomst ideeën floreren.

De organisaties zijn zeer beperkt in hun middelen. Personeelsleden zijn niet aanwezig en over accommodaties is niets bekend. Er wordt sterk gepleit voor provinciale middelen.

Het komt de commissie voor, dat de politieke partijen zich niet veel gelegen laten liggen aan het activeren van jongeren.

De genoemde jongerenproblemen zijn schrijnend aangegeven. Verder dan het signaleren ervan komt men tot nu toe nauwelijks.

Er wordt veel gedaan voor het politieke kader. In rechtstreekse zin weinig voor de jongeren zelf.

De behoefte aan steun hebben de organisaties niet geuit, uitgezonderd F1 en F3. Dit kan erop duiden, dat men zelf redelijk tevreden is met de gang van zaken, wat echter weer in tegenspraak is met de gesignaleerde knelpunten.
 

 

--------------------------

jeugdbeleid
noord-holland

1981-1991