op de valreep

 

 

4.   Jeugd- & Jongerenwerk in Noord-Holland

 

4.1   Een globale veldverkenning
4.2   Het bereik
4.3   De inhoud van het werk
4.4   Knelpunten
4.5   Algemene conclusies

 

4.1.  Een globale veldverkenning


Zoals reeds in paragraaf 2.4.van dit rapport gezegd, heeft de commissie haar deelterrein van het SCW onderverdeeld in 7 gebieden t.w.:

A.  Algemeen Jeugd- en Jongerenwerk
B.  Bijzonder Jeugd- en Jongerenwerk
C.  Methodisch Jeugd- en Jongerenwerk
D.  Vak- en Standorganisaties voor Jongeren
E.  Kindercentra
F.  Politiek jongerenwerk
G. Club- en Buurthuiswerk

In het onderzoeksrapport dat ten grondslag ligt aan het advies van de commissie, is de steunorganisatie voor het Club- en Buurthuiswerk ondergebracht bij A, daar het slechts één organisatie betrof "de Ommering".

Van de in categorie D genoemde Standorganisaties voor Jongeren blijkt er nog slechts één te functioneren in Noord-Holland.
Uit gesprekken en nadere toelichtingen bleek die instelling, de Noord-Hollandse Christelijke Plattelandsjongeren, kortweg de CPJ, geen standorganisatie meer te (willen) zijn en zich te richten op christelijke jongeren van het platteland in algemene zin. Derhalve heeft de commissie besloten de CPJ onder te brengen in categorie B.

 

Daarmee ziet het veld er als volgt uit:

A.    Algemeen Jeugd- en Jongerenwerk

  1. Stichting de Ommering (de Ommering) Rozengracht 104 Zaandam
  2. Stichting Provinciaal Service bureau (Serviceburo) Herengracht 8 Purmerend
  3. Regionale Stichting Jeugd en jongeren (RSJJ) voor Noord-Hollands Noorden Wilhelminalaan 2 Hoorn
  4. Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Waterland (SJJW) Herengracht 8 Purmerend
  5. NUSO Provinciale Werkgroep Noord-Holland Amsterdam (NUSO)
  6. Stichting Federatief Samenwerkende Club- en Buurthuizen, Donkere Spaarne 56 Haarlem (FESAM)
  7. Haarlemse Vereniging voor Recreatie "Het Bolwerk", Prinsen Bolwerk 1 Haarlem (Bolwerk

B.     Bijzonder Jeugd & Jongerenwerk

  1. Provinciaal Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk in N-H (PCGJ) Olmenstraat 1 Beverwijk
  2. Provinciale Commissie voor de Jeugdvorming in N-H. (PCJ) Kennemerpark 33 Alkmaar
  3. Leger des Heils, (LDH), Burgerpoelwaard 4 Alkmaar
  4. Katholiek Servicecentrum voor Levensvorming Jeugd en Jongeren  (KSL) Stadhouderslaan 15 Den Haag
  5. Stichting Doopsgezinde Jeugdcentrale (DJC) Singel 452 Amsterdam
  6. Regionaal Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk (RCJG) Amstel 204 Amsterdam
  7. Christelijk Jongerenverbond/ Young Men's Christian Association N-H (CJV/YMCA) Olmenstraat 1 Beverwijk
  8. Stichting Youth for Christ Nederland Regio N-H (west) (YWF-West) Hoofdstraat 260 Driebergen
  9. Stichting Youth for Christ Regio Midden Nederland (YFC-MN) Hoofdstraat 260 Driebergen
  10. Noord-Hollandse Christelijke Plattelandsjongeren (CPJ) Zuiderhoutlaan 12 Haarlem

 

C.      Methodisch Jeugdwerk

  1. Stichting Scouting Nederland Gewest Noord - Holland (Scouting) Vondellaan 11 Beverwijk
  2. Algemeen Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie en Natuurbescherming (ACJNN), PCalandlaan 52 Amsterdam
  3. Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) District 8 Hogereind 23 Texel
  4. Stichting Vakantiespelen West Friesland (VWF) Wilhelminalaan 2 Hoorn
  5. Stichting Jong-Nederland West (SJN) Koningslaan 101 Utrecht
  6. Nederlandse Jeugdbond ter bestudering van de Geschiedenis, (NJBG) Kerkweg 30 Heemskerk

 

D.     Werkende-Jongerenorganisaties

  1. KWJ-Beweging voor werkende jongeren in Noord Holland Kempersingel 70 Haarlem
  2. Werkende Jongeren CNV (CNV-WJ) District N-H  Marnixstraat 399 II Amsterdam
  3. Stichting NVV Jongerencontact District Noord Holland (NVV-JC) Vondelstraat 170 Amsterdam

E.     Kindercentra

  1. Noord-Hollands Overleg Kindercentra (NOK) Oude Gracht 237 Alkmaar
  2. Regioberaad Noord Holland Noord Rensgars 3a Schagen (K.NHN)
  3. Regioberaad Noord Kennemerland Hoogweg 7 Bergen (K.NKL)
  4. Regioberaad Zuid Kennemerland Bankastraat 35 Haarlem (K.ZKL)
  5. Regioberaad Haarlemmermeer Postbus 211 (K.HLM)
  6. Regioberaad Amstel- en Meerland Romeflat Uithoorn (K.AML)
  7. Regioberaad Zaanstreek Lagedijk 33 Koog a/d Zaan (K.ZS)
  8. Regioberaad Amstelveen Amstelveen (K.ASV)
  9. Westfriese Werkgemeenschap Kindercentra  St. Jozefstraat 8 Hoorn (WWK)
  10. Werkgroep Kindercentra Waterland J. Nieuwenhuizenlaan 3 Monnickendam (WKW)
  11. Regioberaad Gooi & Vechtstreek (K. G &V)

 

F.     Politiek Jongerenwerk

  1. Christendemocratisch  Jongerenappèl Noord Holland Diemerdijkstraat 8 Weesp (CDJA)
  2. Jongerenorganisatie voor Vrijheid en Democratie Noord-Holland Claes Teenxstraat 5 Edam/Volendam (JOVD)
  3. PSP-Jongerengroepen Noord-Holland  F.C. Donderstraat Bussum (PSP-J)
  4. PPR-Jongerenoverleg Noord-Holland Nes 140 Wervershoof (PPR-J)
  5. Jonge Socialisten (JS)
  6. Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV)
  7. Jongerenactiveringscentrum Marshallaan 380 Utrecht (JOAC)

 

G.     Club- en Buurthuiswerk

  1. De Ommering  Reeds genoemd onder A1

 

De organisaties zijn op bovenstaand veld geplaatst, omdat ze:

Na afsluiting van het onderzoek werd de commissie geconfronteerd met het bestaan van lokale jeugdraden, die op plaatselijk niveau elementen van steunfuncties vervulden.
Ze zijn vooralsnog niet in het veld opgenomen. Verder in het rapport komen ze wel aan de orde.
Een aantal instellingen is nog wel de mogelijkheid geboden, lopende het onderzoek in het veld opgenomen te worden. Er is echter geen instelling die daar gebruik van heeft gemaakt.

 

4.2   Het bereik

In dit hoofdstuk willen we een globaal overzicht schetsen van het bereik.
Een gedetailleerde opgave is in dit bestek ondoenlijk, daar enerzijds het onderzoek zijn beperkingen heeft, anderzijds bijvoorbeeld het aantal aangesloten instellingen bij een steunorganisatie op zich nog niets zegt van de verleende steun.

A.1   De Ommering
In 34 gemeenten van de provincie steunt de Ommering 83 instellingen, waarvan 4 in Amsterdam.
Daar veel instellingen op zich zijn onder te verdelen in werkeenheden of koepelorganisaties kunnen we zeggen, dat de Ommering 126 groepen bereikt.
De Ommering houdt zich hoofdzakelijk bezig met Club- & Buurthuiswerk. Daarnaast met Opbouwwerk en Jeugd & Jongerenwerk.

A.2   Het Provinciaal Serviceburo
Het Servicebureau bestrijkt 65 gemeenten en steunt 20 organisaties, waarvan ongeveer 70 in Amsterdam.
Het bureau houdt zich bezig met Jeugd- & Jongerenwerk, C&B-werk, Emancipatiewerk, Opbouwwerk en Amateuristische Kunstbeoefening.
Het heeft voornamelijk door zijn bemiddelende functie (bands, films, theatergroepen boeken) een taak voor een uiteenlopend scala van werksoorten, ook buiten het sociaal-cultureel werk.

A.3   De RSJJ
De RSJJ bestrijkt 27 gemeenten in de regio's West-Friesland en Kop van Noord-Holland, inclusief Heerhugowaard, Schermer en Schoorl.
Zij geeft aan steunt jongerencentra, buuthuizen, kindervakantiewerk, jeugdclubs, peuterspeelzaalwerk, hobbyclubs, gemeenschapsraden en jeugdraden.

A.4   De SJJ Waterland
Bestrijkt 10 gemeenten en houdt zich voornamelijk bezig met jeugd- en jongerenwerk
Zij steunt 23 instellingen waaronder jeugdcentra, hobbyclubs, speeltuinwerk, een actiegroep en peuterwerk.

A.5   NUSO - Noord-Holland
Bestrijkt 32 gemeenten met in totaal 162 instellingen, waarvan 49 in Amsterdam.
Het betreft voornamelijk speeltuinorganisaties en buurtverenigingen, kindervakantiecomite's en werkgroepen.

A.6   De Fesam
Houdt zich in Haarlem bezig met 13 instellingen voor C&B-werk en enkele jongerencentra.

A.7   Het Bolwerk
Steunt in Haarlem 4 buurthuizen en 14 speeltuinen.

B.1  Het PCGJ
Steunt in 54 gemeenten het jeugd- en jongerenwerk voornamelijk via lokale gereformeerde jeugdraden.

B.2   De PCJ
Houdt zich binnen de infrastructuur van de Hervormde Kerk in Noord-Holland bezig met Jeugd- en Jongerenwerk.
De PCJ bestrijkt alle gemeenten van de provincie.

B.3   Leger des Heils
Heeft niet aan de enquête meegewerkt, omdat ze op het Rijksplan worden gesubsidieerd.

B.4   Het KSL
Werkt in de provincies Noord - en Zuid Holland.
Bestrijkt in Noord-Holland 57 gemeenten waar zich werkgroepen bevinden voor levensvorming van jeugd en jongeren en begeleidt daarnaast moderatoren, catecheten, jongeren- en schoolpastores.

B.5   De DJC
Werkt in de 33 gemeenten waar zich doopsgezinde gemeenten bevinden.
Begeleidt doopsgezinde scoutinggroepen, legerpredikanten, gehandicaptenwerk, jeugdwerkleiders en zondagschoolleiders.

B.6   Het RCGJ
Steunt in Amsterdam, Amstelveen en Diemen het gereformeerd jeugd- en jongerenwerk.

B.7   Het CJV / YMCA
Het CJV / YMCA heeft lidgroepen in 23 gemeenten.
Het houdt zich voor 90% bezig met J&J- en verder met C&B-werk. Door de relatie met YMCA heeft het een internationaal karakter.

B.8  en  B.9  DE YFC
Beiden houden zij zich bezig met het steunen van het evangelisch jeugd- en jongerenwerk.

B.10   DE CPJ
De CPJ heeft zes regionale afdelingen die sociaal-culturele activiteiten verzorgen voor christelijke plattelandsjongeren in het algemeen en agrarische jongeren in het bijzonder.

C.1    Scouting
Via 9 districten steunt Scouting Gewest Noord-Holland in 47 gemeenten het scoutingwerk en bereikt daarmee ongeveer 20 groepen.

C.2   ACJNN
De Algemeen Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie steunt en ondersteunt 8 plaatselijke afdelingen die bovenlokaal activiteiten uitvoeren.

C.3   De NJN
De NJN kent 9 plaatselijke afdelingen met ongeveer gelijke activiteiten als de ACJNN.

C.4   SCVWF
De stichting Comité Vakantiespelen West Friesland werkt in 10 gemeenten van de regio aan vakantiewerk voor kinderen, gericht op zomervakantie.

C.5    De SJN
De stichting Jong Nederland steunt in zes Noord-Hollandse gemeenten 11 jeugdgilde - groepen.

C.6    De NJBG
De NJBG kent in Noord-Holland een afdeling Haarlem en Amsterdam en omgeving, die de gehele provincie bestrijken en gezamenlijk 150 leden tellen.

D.1, D.2 en D.3  WJO's
De werkende jongerenorganisaties
Deze kunnen niet benaderd worden als de overige organisaties. 
Ze kennen werkgroepen en projecten rondom thema's als jongerenhuisvesting, werkloosheid, schoolverlaters, doen aan jeugdwerk bij bedrijven en geven steun aan plaatselijke afdelingen.
Het behartigen van de belangen van de werkende en werkloze jongeren en het werken aan verbetering van hun woon-, werk en leefsituatie staan centraal.
In het kader van hun werk benaderen de WJO's bedrijven, jongerencentra, vormingsinstituten e.d.
KWJ en NVV-jc hebben vergevorderde fusieplannen.

E.1  HET NCK
Het NOK bestrijkt direct en indirect alle gemeenten van Noord-Holland met uitzondering van Amsterdam
en de Gooise gemeenten, die door een Utrechtse zusterorganisatie gesteund worden.
Via negen regionale samenwerkingsverbanden van peuterspeelzalen en kindercentra worden ongeveer 450 instellingen van steun voorzien.

E. 2  t/m  E.10
Regionale samenwerkingsverbanden/werkgroepen voor peuterspeelzalen en kindercentra.
Deze vormen per regio een platform voor ondersteuning van de instellingen en hebben ook steun-elementen.

F.    Politiek Jongerenwerk
De F-organisaties komen over het algemeen nog niet zo goed uit de verf.
Er zijn in de provincie 82 werkplekken geïnventariseerd in 52 gemeenten, waarvan in 31 gemeenten vanuit één partij.
De politieke jongerenorganisaties zijn gericht op het jeugd- en jongerenwerk, op het kader van de partij en in geringe mate op het opbouwwerk.



4.3   De inhoud van het werk
In de onderzoeksnota is per categorie onder nummer uitvoerig ingegaan op de steunfunctietaken.
Generaliserend kan het volgende worden opgemerkt.


Begeleiding:
Zowel naar inhoud als omvang neemt deze steuntaak ten opzichte van het totale aanbod de meeste tijd in beslag.
Door de grote vraag naar begeleiding blijft deze taak nogal eens steken in het zogenoemde "brandjesplussen".
Over het algemeen wordt deze functie tot tevredenheid van de plaatselijke instellingen uitgevoerd.

Kadervorming
Deze functie wordt door aanbodzijde en vraagzijde belangrijk gevonden en heeft zich bij veel instellingen goed ontwikkeld.
Gebrek aan mankracht en middelen, alsmede de vele tijd die gestoken moet worden in begeleiding, maakt dat deze functie onvoldoende kan worden uitgevoerd.

Documentatie en informatieverstrekking
Zowel regionaal, provinciaal als landelijk wordt er via bulletins informatie verstrekt.
Over het algemeen maakt deze functie een klein deel uit van het totale pakket.

Onderzoek en studie
Deze steuntaak is minimaal ontwikkeld. Gebrek aan specifieke kwaliteiten is hier debet aan.
Het belang van deze taak wordt algemeen onderkend. Soms wordt deze functie landelijk geregeld.

Bemiddeling
Aan deze functie wordt veel tijd en aandacht besteed.
Ook hier zijn veel instellingen beperkt in het uitvoeren van hun werk.
Het blijkt een taak te zijn die specialisatie vraagt.

Belangenbehartiging
Deze functie speelt bij enkele instellingen een belangrijke rol, vooral bij de regionale instellingen.
Het blijkt, dat door de decentralisatie de behoefte aan belangenbehartiging manifest geworden is.

Ontwikkeling
Deze functie wordt bepaald niet de hoofdtaak van de organisaties. Men komt er niet of nauwelijks aan toe. Noodgedwongen, door gebrek aan middelen! Het belang van deze functie is algemeen erkend.

 

Geconstateerd kan worden, dat de steuntaken onvoldoende kunnen worden gerealiseerd door het gebrek aan middelen, met name het gebrek aan menskracht.

Uit het onderzoek van de vraagzijde blijkt de steun vooral ervaren te worden door:
- het verkrijgen van informatie
- het cursusaanbod
- bestuursadvisering
- programma- en cursusmateriaal
- hulp bij subsidieaanvragen en belangenbehartiging.

Steun wordt niet of nauwelijks ervaren bij zaken die te herleiden zijn tot:
Ontwikkeling, onderzoek en studie.
Dit bevestigt de resultaten ter zake van het onderzoek onder de aanbodzijde.

De steun wordt over het algemeen zeer positief beoordeeld door de vraagzijde.
De behoefte aan steun wordt slechts beperkt gedekt door het aanbod van de organisaties, terwijl daarnaast nog een groot aantal instellingen geen steun ontvangt of ervaart.


4.4.  Knelpunten

Onder punt 8 is in het onderzoeksrapport per categorie een opsomming van knelpunten verwoord.
Het grote knelpunt wordt gevormd door de niet aflatende vraag om meer mensen en middelen.
Er wordt veel werk verzet door de steunorganisaties, er word chronisch overwerk gepleegd en men blijft vaak zitten met het onvoldane gevoel, dat het werk nog lang niet optimaal kan gebeuren.

Een aantal oorzaken zijn duidelijk aanwijsbaar:
- toeneming van de vraag om steun.
- verdieping van de vraag om steun
- verbreiding van de vraag om steun
- gemis aan een geïntegreerde regionale steunstructuur.

Toeneming van de vraag om steun.
Bijna alle steunorganisaties worden geconfronteerd met een vraag om steun van nieuwe klanten of kennen instellingen die steun behoeven.

Verdieping van de vraag om steun.
Het beantwoorden van een vraag om steun leidt bijna altijd tot een verdieping van de vraag, omdat het vaak een aanzet geeft tot verdere bezinning over programmering, het gevoerde beleid enz.

Verbreding van de vraag om steun.
Maatschappelijke, sociaal-economische en politieke ontwikkelingen hebben hun invloed op het uitvoerend werk.
Het sociaal-cultureel werk kan zich niet meer vrijblijvend opstellen.
De vraag om steun beperkt zich daardoor niet meer tot het verstrekken van ontspanning- en hobbymateriaal.

Onvoldoende afstemming en samenhang van het aanbod.
Niet alleen binnen de sector Jeugd- & Jongerenwerk, maar binnen het welzijnswerk in algemene zin, bestaat nog te weinig zicht op de steunmogelijkheden der diverse werksoorten.
Vanuit het uitvoerend werk wordt de vraag om steun soms willekeurig geplaatst en beantwoordt door de ontvanger. Doorverwijzen wordt niet altijd mogelijk geacht.

Gemis aan geïntegreerde regionale steunstructuur
Dit is door een instelling expliciet als knelpunt naar voren gebracht.
Betreffende regionalisering zeggen de meeste instellingen, daar geen bezwaar tegen te hebben, mits de identiteit van de werksoort of het specifieke aanbod maar niet verloren gaat.

 

Naast de algemene zijn er ook specifieke knelpunten:

Ook uit de toekomstplannen van de steunorganisaties blijken de knelpunten.
Men heeft vele wensen en ideeën:

 

Ondanks alle knelpunten en de minder rooskleurige vooruitzichten vanwege het kapmes der bezuinigingen, leven er nog voldoende plannen bij de organisaties.

Het zou vreselijk zijn, als de crisispolitiek die op dit moment landelijk gevoerd wordt, op provinciaal niveau zijn repercussies gaat krijgen.
Het zou frustrerend zijn, te moeten constateren, dat naarmate de beschikbare middelen afnemen, de behoefte aan voorzieningen toeneemt. Te meer, daar beide voortkomen uit de recessie en de wijze waarop politiek mee wordt omgegaan.



4.5.    Algemene conclusies

5.   Steunfuncties & Afstemming taken