twee versnellers voor een optimale begripsontwikkeling
Oftewel, vanuit mijn dorp gezien:
Noordwijkerhouts huishouden in Europees perspectief
vanaf ons
jaar 0, in 5 infrontaties
Aspecten en vragen die er aan vooraf gaan:
Lokaal perspectief voor Europese eenvoud in regionale dynamiek; globale
geldigheid voor een nieuwe beleidsattitude van leiders en volgelingen, gelovigen
en partijlozen.
Is Nederland rijp voor een gijp door burgers & bestuurders?
Europa kondigt in 2000 een Grondwet aan, die uiteindelijk als ‘Handvest voor
de Burger’ in 2012 wordt vastgesteld. Bij een eerste ontwerp reageren we:
https://gaingate.com/gyp/grondwet.htm
Waar leggen we de grenzen van Europa ?
Politiek sec (sociaal economisch cultureel) van volkeren & staten ?
In termen van macht (onder- & bovendanen) van lokaal, regionaal tot verder ?
Ik prefereer de "ab ovo" benadering. Begin bij het ei & volg het perimatrisch proces:
Vanaf het moment dat de doorsnee Europeaan in de geschiedenis van zijn omgeving werd geconfronteerd met de idee dat de vertrouwde omgeving voor een hoger belang moet worden ingeleverd of aangepast.
Noordwijkerhout, dorpje in de Bollen-/Duinstreek, dient wat mij betreft dus
als ijkpunt voor de "bakermat van de eeg", als het gaat om het voortschrijdend
bewustzijn van een Europese Eenwordings Gedachte in een coherent, globaal
perspectief.
Europa: patrimonium of matrimonium?
De Grieken, 2500 jaar geleden de grondleggers van het OMOV-principe (One Man One
Vote) voor stadsbestuur, al hebben ze daar zelf later als staat soms weinig van
begrepen, noemden een gebied ten noorden van de Balkan naar Europa, een prinses,
door Zeus ontvoerd/bevrijd, die het matrimonium vestigde voor een nieuw oord.
Napoleon dacht zo'n 2200 jaar en menig Grootvorst later, dat van de Oceaan tot
aan de Oeral en van het Middellandse Zeegebied tot aan Scandinavië, alle wegen
naar herstel van dat ideale toevluchtsoord zouden gaan leiden. Parijs als
verlicht centrum van Groot-Europa.
Maar, vóór die tijd speelde Engeland al met de gedachte dat heel de wereld,
behalve Europa wel British Empire zou kunnen zijn en verklaarde daarmee Europa
als het ware incontinent, non-consistent.
Grootheidswaan & overmoed liggen dan ook op de loer, zoals we bij onze Oosterburen zagen. Dat heeft de afgelopen eeuw met zijn gênante oorlogen & volkerenkwellingen wel geleerd.
Bij alle leiders van Europese staten leefde meer de gedachte aan een
patrimonium met domeinen. Soms evenzeer door God gegeven als Europa, geschonken
door Zeus.
Maar allen gingen voorbij aan het voortschrijdend bewustzijn van mens &
wetenschap, dat democratie niet vraagt om leiders voor groepen, volkeren of
naties, maar om bestuurders die interdependent een gezamenlijk belang kunnen
behartigen.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
De grenzen zijn eerder idologisch dan ideologisch, politiek of materieel te
stellen.
Als Europa een voorbeeldfunctie wenst na een verwoestend verleden van onderlinge
en wereldwijde uitputting, waarin overigens ook schitterend veel tot stand
gekomen is, dan zal het eerder gericht moeten zijn op de kwalitatieve
consolidering van een "Eurohood" door democratisering van de domeinen binnen
zijn gebied ten gunste van economische groei via geconditioneerde
schuldensanering in de rest van de wereld.
Inclusief de USA, die zich slechts staande weet te houden in een rigide
tweepartijenstaat van federaties die per hoofd van de bevolking de grootste
staatsschuld ter wereld schijnt te dragen, ergo: slechts parasitair kan
huishouden en dus iets zou kunnen hebben aan een "NEE", een
"Nieuwe Europese Eenvoud"
Infrontatie:
een onthutsing # mentale confrontatie die niet tot paniek
leidt,
maar tot nadenken stemt vanwege een eni-effect. (eni = evolution niche
inside)
1e infrontatie: De grote onthutsing, sloven voor domeinen
2e infrontatie: De weg naar Rome, de kerstening der Kaninefaaten
3e infrontatie: De Koning van Hispanje; de Aarde is een bol.
4e infrontatie: De wind in de zeilen door een aandeel in de winst
5e infrontatie: Het Rooms-renergetisch effect
het jaar 0: de eerste infrontatie
De grote onthutsing: sloven voor domeinen
Ons ijkpunt voor Europa: Het huidige Noordwijkerhout, dat in ons jaar 0 wat hutten en holen telde in de bosrijke duinen bij de brakwatermeren en ziltige moerassen van de Rijn-delta aan de Noordzee ten tijde van hun eerste onthutsing.
Het gebied werd zo'n 2000 jaar geleden bedreigd door de Romeinen die met de
monding van de Rivier, de Oude Rijn bij Katwijk, de gehele zuidoever tot in de
Alpen hadden ingenomen. Vanuit de bossen ten noorden van de monding keken de
Kaninefaaten toe.
Al generaties lang gingen de verhalen over een groot Rijk ver, voorbij de
bergen, dat voortdurend zijn gebied uitbreidde. Nu waren die mensen hier en
dreigden onze duinen in te nemen.
Hals-over-kop waren we vanuit het Zuidduin (Katwijk) de bossen boven de rivier ingevlucht. We hadden er totaal niet op gerekend, dat vreemde mensen van zo ver in onze simpele omstandig-heden belang zouden kunnen vinden. Nog maar 'n volle hand winters (30 jaar) geleden waren de volkeren van Germania, dagen roeien hiervandaan tot voorbij het Zwarte Woud, belastingplichtig gemaakt en ook van het driedelige Gallia waar behalve de dappere Galliërs ook de Belgen & de Franken woonden, waren er al twee onder Romeins bestuur. Maar dat waren gebieden rijk aan wild, fruit, granen, gesteenten met wonderlijke eigenschappen en einderloos veel bomen.
Zee & zand, knollen & konijnen. Wij leefden in eenvoud van vis, klein wild en
wat akkerbouw, als de zee het toeliet. Vooral de herfststormen waren vaak
rampzalig. Plinius Secundus (de Snurker) beschreef ons als volgt: "Een
meelijwekkend volk woont daar in hutten op hoge heuvels van zand. Als de zee
over het land is gestroomd, zien ze er uit als zeevaarders en ze lijken op
schipbreukelingen als het water weer is gezakt." Tij & Ontij waren hem vreemd.
Eb & Vloed.
Maar hij kende onze essentie niet. In de kracht van het voorjaar leefden we op,
genoten simpelweg in de zomer en verzamelden in de herfst de wintervoorraad. Bij
Eb oogsten we dagelijks de zeevruchten die we met onze korven en fuiken wonnen
op de zandbanken. Onze economie was meer gebaseerd op duinhouden dan op
huishouden. Dat was de grootste zorg van onze ploeterende zuiderburen, die op
Zee-land woonden.
Onze bodem was van ‘goud’. In de brede zandduinen met loofhout, te midden van de zoute zee en het brakke veenwater, borrelde zoet water op. Het paradijs van de eenvoud.
Het geschiedde in die jaren dat we Kaninefaaten werden genoemd, omdat ons lot
van de konijnen leek af te hangen. Maar de volken die ons geen doorgang wilden
bieden, toen we terug wilden van de ijsvelden waar de eeuwige nacht begint,
noemden ons Vismensen.
Langs de vloedlijn hebben we onze weg terug moeten vinden. We kwamen van wat nu
"het hoge noorden" heet. Vanwaar het altijd ijst en donker is, zeggen de ouden,
die handen tekort komen bij het vertellen.
In de winter kon het leven hard zijn, maar de rest van het jaar leverden de duinen & moerassen voldoende voedsel & brandstof om de Kaninefaaten in tientallen 'wiegen', wijken van groeps-verbanden, waarvan sommige zich hadden gespecialiseerd, een vreedzaam & coherent bestaan te bieden in een persoonlijke wij-beleving.
Deze werd moreel versterkt doordat de jonge mensen uit de wiegen op jeugdige leeftijd (10 tot 12 jaar) in de woon/werkgroepen werden geclusterd, koters aan de zee- en doters aan de moeraskant van de duinen bij de ouderlingen. Ze werden er onderwezen in de waarden van het bestaan, tot ze zich echtten en werden opgenomen in een Wieg, waarvan er tussen het huidige Katwijk-Wassenaar & Zandvoort-Aerdenhout zo'n 80 te vinden waren. Het verschijnsel hangjeugd bestond dus niet.
De inspanning was: wat gold dat geldt voor iedereen.
Het resultaat: producten voor aangenaam huishouden in alle stadia & aspecten van
het leven.
Een Wieg telde 10 tot 30 hutten of holen van families en werd omgeven door een grote ring van moeilijk struikgewas en doorgevlochten takken ter bescherming tegen indringers als vossen, beren of wilde honden. Naast Hoodwiegen met een woonfunctie, waren er ook wiegen voor voedsel en ambacht. Die noemden we Broodwiegen
*, meestal wat kleinere dalletjes waarin we kippen, konijnen & knollen schermden tegen wildvraat. Op dieren buiten die broodwiegen mocht alleen gejaagd worden, als het nodig was voor voedsel.De oorsprong van elke Wieg is de Wendeling. Dit is de jaarlijks gekozen -meestal herkozen- leider, die zodra op enig moment een ander de voorkeur krijgt, vertrekt en met wat getrouwen een nieuwe Wieg opbouwt.
Ook voor gewas- en duinbescherming werden wiegen aangelegd. Wind & zandverstuiving bleven zo redelijk hanteerbaar voor landwinning en zoutzieden.
Stormachtige weersomstandigheden rondom die twee tot vier rijen duinen, waarbij de zee in het generatiegevoel van de mensen meermalen zal toeslaan en wegvaagt die te ver in het veen of op een bank gaat wonen, hadden bij ons tot het inzicht geleid, dat kinderen vroegtijdig zelfstandig moeten kunnen zijn met de beschikking over het inzicht van de wijzen.
Zodra een kind boven zijn hoofd kon tellen, mocht het naar een van de wiegen voor jongens of meisjes. Daar leerden ze de kwaliteiten ontwikkelen die we nodig hebben voor onze in- & omgeving.
Duinbehoud, jagen, vissen, knollenveldjes bij de moerassen. Bont voor
kleding, gereedschap voor voedselverwerving & huttenbouw, zoutzieden, manden &
korven vlechten.
Via gilde-groepen in de werkwiegen werd specifieke deskundigheid doorgegeven.
En passant werden daardoor de hoodwiegen dagelijks voorzien van vers voedsel en grondstoffen voor onderhoud.
De leiding van die jeugdwiegen was in handen van de ouderen. Praktisch bestuur & begeleiding. Verhalen vertellen & vragen stellen als leermethode. Technieken droegen ze tussendoor over. Fluit- & gebarentaal waren bij ons erg belangrijk, omdat het geweld van wind & zee praten/roepen onmogelijk kon maken.
Ook de seizoensfeesten & duinrituelen werden via deze wiegen bijgehouden. De
ouderlingen van de koters- & doterswiegen verzorgden de communicatie tussen de
wiegen en werden in moeilijker situaties aangestuurd door de Wendeling, die elk
jaar bij het korten der dagen werd ingeluid om ons door de donkere dagen te
leiden. Als het jaar goed was geweest, wierp niemand zich op als Wendeling,
zodat de oude zijn functies weer een jaar behield.
Werd er een nieuwe Wendeling ingeluid, dan werd er voor de ander een nieuwe hood
gewiegd. Daar waren we met z'n allen wel een tot twee manen mee bezig, omdat de
voorbereidingen op de winter prioriteit hadden.
Wie verweduwd raakte in een hoodwieg, keerde meestal snel terug naar de werkwieg van zijn/haar jonge jaren. Je maakte er direct deel uit van de ouderlingen die de werkzaamheden coördineerden en leiding gaven aan projecten & activiteiten. Zij die te oud werden voor actieve deelname, trokken weer in in hun hoodwieg voor een aangename oude dag. Ze vertelden spannende verhalen en leerden kinderen passen tellen zonder aandacht te verliezen in de omgeving.
Dat er ook voor doters al op jonge leeftijd een seksespecifieke training voor
het leven bestond, had de Kaninefaaten in het verleden al meermalen gered van de
ondergang.
Het omgevingsbewustzijn maakte ons sterk. Wij hadden duinen zien verdwijnen en
nieuwe zien ontstaan. Met alle winden leverde de zee ons of nieuw zand achter de
duinen of banken voor kust. Onze banken waren zo een voedselbron en een
bescherming tegen aanvallen vanuit zee.
Het zand achter de duinen was de natuurlijke aanwas voor wiegen & gaarden.
Daar hadden zij geen belangstelling voor.
"Zij", dat waren de volken buiten de delta, waar de gronden hoger liggen en ook
nog wel de volkeren daarachter, waar de bergen beginnen. Soms liepen er
harbingers in de duinen, verkenners van die volken of andere vreemdelingen. Maar
na een vriendelijk, doch eenvoudig onthaal waren ze ook zo weer weg. Er was voor
hun volk niet veel te winnen in onze omgeving. En voor de langere duur is bij
ons nergens een pijl op te trekken.
Tij & Ontij met hun Rampen. De weg naar het vaste land was vaak onvoorspelbaar.
Wie zich desondanks wilde vestigen, wat wel eens gebeurde met een schipbreukeling die er tegenop zag, via land zijn weg naar huis terug te vinden, mocht gewoon meedoen in een van de werkwiegen. Zij brachten nieuws mee van verre oorden en konden hoog opgeven over hun land van oorsprong. Toch verkozen ze vaak ons leven boven dat van hun verleden, zodra ze met de ouderlingen konden communiceren.
De weg terug via het Zwarte Woud en de Hoge Bergen was ook niet aantrekkelijk in die dagen.
Dat er vanachter die verre bergen ook nog volk was dat met vertoon van macht
op je afkwam om je te onderwerpen, ging, zoals gezegd, al ons
voorstellingsvermogen dus te boven.
Zand & zout, knollen & konijnen, wie had daar meer dan één dagmars voor over?
Daarom waren we ook niet bang voor de buurvolken op het vaste land. Zij waren
hier nooit gaan wonen, vanwege de vele risico's en de ogenschijnlijk povere
omstandigheden.
Lang, heel lang geleden, toen er nog geen bewoning was van de duinen, zijn we
dus ooit 'ns hier terechtgekomen. Wij, de Indigenen van de Deltaduinen.
De Batavieren, een vrolijk volkje dat meer dan twee volle handen (35) zomers al via de rivier vluchtte voor de Romeinen en op hun boomstammen de zee in dreigde te varen, hadden we ternauwernood kunnen redden en vreedzaam opgenomen in de omgeving. De zuidkant van de rivier overstroomde regelmatig in het verleden, net als de noordoever, maar al enige tijd was daar een groot stuk land van klei & zand drooggevallen. Daar wisten ze graan & gras te laten groeien: Koeien, kaas, graanbrood & -bier. Als dank voor die grond en voor het heldere duinwater, dat onze waterdragers brachten, hadden ze ons de kunst van het braden & brouwen overgedragen, zodat het leven in de duinen al enige tijd een Hobbitachtige vrede had gekend.
Maar sinds die Romeinen aan de overkant van de rivier was het anders.
Door het militair machtsvertoon waarmee die zich langs de oever hadden gelegerd,
juist daar waar de Batavieren waren gaan wonen, leken de vreedzame dagen
voorbij. Het duurde negen jaar, negen maanden en 11 dagen, voor de dreiging
overging in een beleefde status quo.
De Romeinen maakten onze Wendeling vrij van verplichtingen. Vandaar dat wij
11 november (Romeinse Telling) zijn gaan gebruiken om onze Wendeling te
huldigen.
De vrouw die door de afgevaardigden van alle hoodwiegen werd aangewezen, te
beslechten in geschillen en vertegenwoordiger van ons allen te zijn, wanneer het
vreemdelingen betrof, was al die jaren geringschattend benaderd door de
Romeinen. Dat lieten we graag zo. We hebben al die tijd dan ook geen andere
Wendeling verkozen.
De Romeinen dachten zelfs een tijdje, dat we altijd door vrouwen werden
aangevoerd.
Rond ons jaar 0 waren de Romeinen dus tot in het huidige Nederland binnengetrokken omdat de instandhouding & opleuking van Roma, hun aanvankelijke stadstaat, een steeds grotere toevoer van arbeid & grondstoffen vereiste. De primaire voorwaarde voor die instandhouding, vrede in de directe omgeving, leidde op zich al tot uitbreiding van hun stadstaat met militaire middelen over een steeds groter deel van het huidige Italië en zo rond ons jaar 0 werd Augustus de eerste die de titel Imperator kreeg (zich aanmat, zeggen sommigen) en pretenties van een Mediterraan-Europees Rijk in empirisch perspectief plaatste met het gebod dat hij liet uitgaan, heel zijn wereld te beschrijven: "En het geschiedde in die dagen...."
Keizer Agustus had/was:
veto-recht in de senaat van het Romeinse Imperium
opperbevelhebber van het leger
pontifex maximus (hoofd van alle tempels) van Rome
"Ik trof Rome aan in baksteen en laat het na in marmer", zou hij bij zijn
heengaan gezegd hebben. Hij heeft in ieder geval 300 jaar stabiliteit gebracht
in het Rijk, de Pax Romana.
Hun middel voor de instandhouding van het keizerrijk: "preventieve oorlog" &
"het opdringen van bescherming tegen vijanden".
Hun tactiek: Verdeeldheid zaaien ("Gallia divida est tres partes") en door
intriges grenzen verleggen in ruil voor slaven & belasting. Zo breidden ze hun
Rijk uit. Over de Alpen, rond de Middellandse Zee. Tot aan de Rijn. Tot in
Engeland. Met sympathie. Het Romeinse Leger bestond voor een deel uit
enthousiaste overwonnenen!
Rond het jaar 400 is dat niet meer vol te houden. Bij ons in de deltaduinen
waren ze toen al zo'n drie eeuwen weg. Het is niet alleen de beveiliging van
productie & distributie voor eigen behoeften die een groeiende inspanning
vraagt; of de steeds meer menskracht eisende verdediging van die duizenden
kilometers grens. Evenzeer was de merkwaardige behoefte van veel "welgestelde"
Romeinen, zich in de regio een Romeins Domein of Lusthof in te richten, daar
debet aan.
Zo wilden ook inheemse leiders wel leven. En hun ondergeschikten wilden dat ook
wel, een eigen domein in Europa. De Romeinen stonden dat, tactisch of
strategisch, toe. "Divide & Impera", dachten ze nog steeds: "verdeel het
continent & heers over alles!" Maar zonder de vraag te stellen: "Wie zal mijn
dienaars dienaar zijn?", is dat niet vol te houden. Het Romeinse Rijk stort in.
400 jaar na de infrontatie.
Effect: De "eerste grote volksverhuizing".
Ostri- & Wisigothen, Franken, Germanen, Langobarden & Vandalen, Saksen &
Kelten buitelen over elkaar heen. Ook het Verre Oosten zoekt expansieruimte in
onze richting.
Chaos in Europa, dat zo'n 20.000 jaar daarvoor tot in het hoge noorden bevolkt
was geraakt met mensen, zoals we die nog steeds tegenkomen.
Met name het behoud van goede gronden en angst voor het ondoorgrondelijke had mensen bijeen gehouden in volkeren die somtijds overheersten of oplosten in de geschiedenis, maar ook regelmatig in de verdrukking waren of verder werden verjaagd, de noordelijk kou in.
Mythen & Sagen van het Oude Europa, dat voor ons Vismensen eindigde toen we de Nortwych als Hood inrichtten en als volk de naam Kaninefaaten kregen.
Het zuidelijk duin was verloren, net als het zich ontwikkelende Bataviereneiland.
Ons jaar 0: De zee geeft, de zee neemt, maar vanaf nu moeten we de jaren tellen. Duinhouden & huishouden worden niet meer in samenspraak met buur & natuur bepaald. De Romeinen zijn erbij gekomen.
Ze gebruiken de buurvolken als sloven en gooien ons soms munten toe, omdat ze
weten dat we ons er graag mee versieren. Mooie schelpen zijn breekbaar. Die
munten werden platgeslagen tot grote, glimmende oorijzers. We hielden niet van
de afbeeldingen en tekens die erop stonden. Die golden niet.
Verder konden we ook niet veel met de houding van de Romeinen. Ze gedroegen zich
alsof zij bezorgd om ons waren. Maar als we eens wat konijnen wilden ruilen voor
sandalen, dan begrepen ze je niet. Het schijnt zelfs, dat de Batavieren al hun
versiering moesten inleveren, toen ze geen bomen wilden omhakken voor een
gestratificeerd pad naar hun Castellum bij Katwijk.
Vanuit diverse optieken kan de ontwikkeling van Europa na die eerste infrontatie van onze voorouders met een Groot Rijk verder worden beschreven.
Bij ons in de duinen waren we er snel mee klaar dankzij Julius Civilis,
Bataafs aanvoerder en kenner van Rome. Hij zag in de chaos die na de dood van
Nero in Rome tot een burgeroorlog leidde, een unieke kans om met de Friezen en
ons, de Romeinen uit de Delta te verdrijven.
Hij vroeg Brinno, die ons in de donkere dagen van 69 & 70 had bijgestaan, deze
actie te leiden. Binnen een half jaar waren de Romeinen verdreven. Alle domeinen
(castella) werden verwoest.
De Bataven in de delta-bezuidenrijns sloten echter spoedig weer een bestand
met Cerialis. Zij aanvaarden een Romeins burgerschap onder eigen hegemonie en
verkregen de Zuidduinen. Daarmee legden ze een nieuwe basis voor de domeinen,
die dan ook spoedig waren hersteld.
De Enten, Twenten & Drenten, 3 Batavenstammen benoordenrijns, oriënteerden zich
liever op de Friezen. Wij trokken ons terug in de duinen en leefden weer een
volwaardig bestaan met ons wiegmodel als basis voor duinbehoud.
Het kwaad, hadden we nu begrepen, zit niet alleen in het klimaat maar ook in de parasitaire cultuur van domeinrechten, die een supermacht veroorzaakt. Ook onze duinen maakten soms deel uit van hun gebied, omdat een streekheer familie of vazal was van die macht-verweg. Riddernijen, koning- & keizerrijken, stadsstaten & regiorijkjes wisselden elkaar de eerste duizend jaar af. Te zware belastingen en afgunst waren vaak de aanleiding. "God wil het", was meermalen de motivatie.
Voor de EEG (Europese Eenwording Gedachte) zijn in deze periode vooral Theoderik & Karel van belang. Beiden worden na de Verlichting "de Grote" genoemd, omdat ze naast veldheer ook bestuurder waren met interesse in kunsten & wetenschappen. Gemotiveerd door de Grieks-Romeinse gedachten over politiek, kunst & wetenschap en geïnspireerd door een Roomse roeping of hopend op een goddelijke instraling.
Tussen die twee Groten door, in 721, had een verzameling Merovingische
Vorsten de mening gevraagd van de paus over de aanstelling van één koning voor
alle Franken, Pepijn.
De paus had goede redenen daar enthousiast over te zijn. Rome was een
bestuurlijk risico voor de Kerk geworden, door zwakte van de laatste keizers.
Daarnaast was de onrust die de eerste beeldenstorm in het Christendom had
achtergelaten nog niet onder controle. En er dreigde ook een religieuze
splitsing tussen Oost en West, het Patre Filioque schisma, omdat Byzantium vond
dat alleen God de Vader de Geest van het geloof bepaalt en Rome standvastig was
in de opvatting dat de Vader èn de Zoon de Geest vormden.
Pepijn schonk de paus de stad Rome en een groot gebied daaromheen. Daarmee
was voor zoon Karel later weinig nodig om Groot te worden: Een handvol goede
adviseurs & enige verbeelding.
Onze omgeving bleef echter van hen gevrijwaard.
Omdat Atilla de Hun via Midden-Europa de Franken & Romeinen wilde knevelen,
vluchtten Midden-Europese Volkeren alle kanten uit. Bij ons kwam daardoor een
groep Saksen terecht. Ze vestigden zich vreedzaam bij de Leede. Voor ons was de
rust snel weergekeerd.
De Saksen waren meer eigenwieger dan de Batavieren. Ze lieten zien, dat
akkerbouw & ambacht een mooie combinatie vormen door de wisseling van seizoenen.
Maar de technieken die ze gebruikten noemden ze "heim". Alleen voor de eigen
wieg, bedoelden ze daarmee. Geheim, zeggen we nu, of "gepatenteerd".
Dat hadden wij altijd anders meegemaakt. Spullen kun je ruilen, maar hoe je die
maakt laat je toch graag de anderen zien. Dan kunnen ze het voortaan zelf en
hoef je minder konijnen te jagen! Sassenheim heet het dorp van de Saksen
tegenwoordig.
Geheimen kenden we niet in de duinen. Behoodzaam waren we wel als het
vreemdelingen betrof. Dat hadden de Romeinen ons wel geleerd. Die waren
voortdurend uit op het verleiden van onze meest getalenteerden om hen mee te
laten dingen in het Grieks-Romeinse heldenleven.
De invloed van de Friezen was toentertijd tijd groter. Die relatie had een vreedzame basis. Ruilhandel via zee. Kaas voor konijn en soms een kruik wijn (ze kwamen tot in de Loiredelta met hun vaartuig & brachten dan ook veel nieuws mee over de Franken), dat was een goede ruil. De duinen waren niet geschikt voor koeien en wij wilden geen veeteelt al te ver van duin. In de duinen waren we niemand tot last.
De Batavieren waren minder honkvast, omdat ze in stamverband woonden. Door zware stormen van hun kleiplaten verdreven, werden ze inmiddels overal in de Lage Landen gesignaleerd. Zij legden in feite de basis voor de "Hollandse Handel" door de binnenvaart te ontwikkelen in de delta, die zo zijn overslagfunctie kreeg. De streek zelf had in die tijd nog steeds geen politieke of economische aantrekkelijkheidswaarde.
De duinendelta was inmiddels wel in domeinen verdeeld, een verschijnsel uit
de Romeinse tijd. Vooral op het Zuidduin, dat zo'n 70 jaar in Romeinse handen
was, waren veel landgoederen gesticht. Ook benoordenrijns zag je ze weer
ontstaan op de hoger liggende gronden. Wie waren wij, om ze dat vanuit onze
duinen te beletten?
Vreemdelingen bouwden er grote huizen van hout & steen omheind door een
palissade. In een groot gebied daaromheen moest je een deel van de oogst
afgedragen, als je er ging wonen.
Vervolgens kwamen ze bij ons nog jagen & vissen ook, soms met nog hogere heren
van kerkelijke of wereldlijke investituur. Dat was onschuldig tijdverdrijf,
waarbij ze van ons wat konden leren.
Maar door problemen met volkeren in Europa of andere kwesties, kwamen die Heren
slechts sporadisch hun lusten in de regio botvieren en met wat wild & gevogelte
namen ze meestal genoegen.
Ongestoord konden dan ook Ierse monniken rond 700 aan land komen om via het vasteland de weg naar Rome te vinden. Ze wilden zich in leven houden met de verkondiging van het Christendom. Veel moeite kostte hen dat niet. Ze brachten naast een verlossingsperspectief nieuwe ideeën voor landwinning mee.
Deze 2e infrontatie was van korte duur maar effectief. Er was voor de
monniken weinig eer te behalen in de weerbarstige duinstreek met zijn moerassige
achterland. De essentie van hun boodschap: "Uw ja is ja, uw nee is nee, en al
het overige is in God's handen" & "gun uw buren, wat gij uzelf gunt" als
voorwaarde voor een betere wereld, brachten we al als vanzelfsprekend in
praktijk.
En de hemel kwam zo'n beetje overeen met wat de Germanen het walhalla noemden:
voor altijd verder leven, maar dan zonder storm, winter of misoogst.
Hun inspanning bracht dan ook niet veel meer op dan hulp & vreedzame opname
in de streek. Maar onze compleetheid was hen te weinig. Binnen een paar jaar
hielden de monniken het voor gezien. Wij, Kaninefaaten, herkenden "het kwaad"
niet anders, dan in de krachten van het zwerk.
Ze keerden terug naar Ierland om 50 jaar later via Friesland nog 'ns te
proberen, de weg naar Rome via het Continent terug te vinden. Dat kost weliswaar
Bonifatius zijn leven, maar deze keer slaagt hun missie uiteindelijk wel.
Restanten van een kleine kapel zijn in het Langeveld, het duingebied bij de
Ruigenhoek, teruggevonden. Waarschijnlijk hebben we die zelf weer afgebroken,
toen de Noormannen hun ontdekkingsreizen naar het Zuiden gepaard lieten gaan met
roofzucht. Het gebouwtje, boven op een duin, had al eerder ongewenste aandacht
getrokken.
Zandbanken & onderstroming boden goede bescherming, gelukkig. Dus onze duinen in
de delta bleven eeuwen lang een onopvallend gebied met weinig historische
helden, zoals elke regio in Europa wel zijn eigen helden lijkt te hebben.
Vaak hebben die helden hun gebieden willen uitbreiden tot eer & glorie van een
Groot Idee, maar ook hun blik ging aan onze wiegen in de duinen voorbij. Ze
gunden het de oude heren, zolang die hun Meerdere erkenden.
Zo bleven de domeinen en werden lusthoven voor ijdel tijdverdrijf. De besten
onder ons mochten er af & toe sloven. De vrouwen op het domein hielden zich meer
met elkaar bezig dan met hun omgeving. Van onze vrouwen werd een zekere
dienstbaarheid aan het domein verwacht.
Bij het jagen & vissen hielpen we de heren vaak, omdat ze nou ook weer niet de
belabberdsten waren en zich (zonder hun vrouwen) met ons als "mannen onder
elkaar" gedroegen.
Het gebied was inmiddels als "Noord Gouw" uit de Frankentijd gekerstend in handen van de Koning van Lotharingen gekomen, die het beleende op 4 augustus 889 aan graaf Gerolf. De Franken hadden zelfs het zwaard niet geschuwd, om 'het heidendom' tot hoog in Europa te bestrijden. Ook de Friezen werden gedwongen, het Roomse Geloof te omhelzen.
De domeinen leefden weer op. Daardoor kwamen er ook weer munten in de streek.
Een handig ruilmiddel, begrepen we nu. Ook, als er 'ns wat minder konijnen zijn.
In de Romeinse tijd maakten we er alleen maar goede sier van.
Maar tegelijkertijd ontstond er concurrentie: De domeinen moesten meer in eigen
onderhoud voorzien en de heren begonnen zelf konijnen te fokken. De geheimen van
de Saksen noemden ze "ambacht", waardoor er belasting kon worden geheven.
In Lugdunum kwam hierdoor de gildevorming tot stand en bleef de ambachtsheer met
een relatief ontvolkt gebied achter. Hij had voor het onderhoud van zijn
hofstede echter wel de inspanning van zijn ingezetenen nodig. Dat zou bij ons in
de duinen betekenen, dat de hoodwieg zich zou inspannen voor de werkwiegen en de
ouderlingen.
Buiten sagen, legenden en de versterking van de Roomse positie heeft dit
slechts tot een voortdurend wisselend geografisch gebied geleid van "de heer"
aan wiens instandhouding en ambities diende te worden bijgedragen in de vorm van
"belasting" (goederen, arbeid, geld) in ruil voor "bescherming".
Wij sloofden voor duinbehoud en landwinning, en zij verstonden het als recht op
gelasten en belasten, wat bij ons alleen de Wendeling mag. Al het overige is aan
de ouderlingen en werkwiegen, waardoor in- en ontspanning een optimaal resultaat
in hoodbeleving geven.
De rituelen maakten ons leven compleet.
Het Leenheer-Leenman model verbond de regionale domeinen, waarbij steden meer
& meer eigen beleid ontwikkelden, gesteund door de kerk van Rome die
bisdomein-rechten wist te realiseren en een zich versterkende ambachts- &
handelsstand, die ook institutionele machtsposities verwierf. In die tijd werden
slaven "horigen" en wie in de stad ging wonen werd "poorter".
Slaaf waren we nooit geweest en het begrip stad: "veel mensen, grote gebouwen
van hout & steen" kenden we slechts uit de verhalen van die enkele
schipbreukeling, die een storm over de zandbanken wist te overleven. Lugdunum
Batavorum, het huidige Leiden, was meer een ommuurd kasteel met kerk, markt en
ambachten binnen de muren en gehuchten er omheen..
De Nederlanden waren totaal niet herkenbaar bij ons in de duinen. Een Heer van ver liet wel eens van zich horen, net als de Paus van Rome. Maar meestal ging dat via een onderheer, waarvan een vazal het domein bewoonde, dat rechten claimde in onze duinen en veenakkertjes, die we met veel inspanning zelf van de zee wisten te winnen.
Die eerste duizend jaar na de grote onthutsing hebben we gemerkt, dat de
wereld niet meer door volkeren (en kleine groepjes zoals de onze in
onaantrekkelijke gebieden) wordt bewoond. Er zijn domeinen gekomen, kleine lust-
of lasthoven waaromheen mensen een functionele identiteit ontwikkelden. De
domeinheer, oorspronkelijk klerk of administrateur voor de opperheer, veredelde
er tot "graaf" ("hij die kan schrijven").
Soms creëerden de grootdomeinen in samenwerking met Rome ook voorzieningen, die
meenden rechten te kunnen laten gelden in onze omgeving. De Ridderstand die
hiermee gepaard ging, is mede gebruikt als verlokking om de Noord-Europese
volkeren te kerstenen.
Gelukkig leerden onze regio-heren al snel, dat landbehoud in de delta goed overleg met de duinbewoners en de zich ontwikkelende gehuchten vereiste. Zij gebruikten ons wiegmodel voor landwinning en ons kennismodel om tij & ontij te begrijpen. Hier ligt de basis van het Polderen.
Bij een flinke storm waren de duinen een veilig toevluchtsoord. Tussen de
duinen en de Utrechtse Heuvelrug is het eeuwenlang nog heel gevaarlijk geweest.
De macht van de opperheer was door onze tactiek van de doorgestoken dijken dan
ook minimaal.
Ook de volgende duizend jaar moest "de verre heer" meer macht afgeven aan
"onderheren" in ruil voor ondersteuning van zijn Grootdomein. (In 1215 werd dit
voor het eerst in Engeland via de Magna Carta door adel & kerk afgedwongen van
Jan zonder Land.)
Maar dromen van een Groot Rijk bleven en wisselden met politiek-economische &
religieus-nationale motieven regelmatig van heer, grens & gebied. Een kerkelijke
inzegening of een "nihil obstat" van Rome kreeg steeds meer gewicht in de
samenleving.
Het concordaat van Worms 1122 gaf daar statuur aan.
Die sterk ontwikkelde macht van de Roomse Kerk bleek onder meer uit de respons van veel heren die met gevolg ter kruistocht gingen om "de geboortegrond van het christendom te vrijwaren van Arabische overheersing".
"Eenvoudige zielen", oftewel ongecoördineerde groepen zondaars, boetelingen voor een betere wereld, avonturiers en jongeren die zich geïnspireerd wisten door de kindmartelaren uit het oude Rome, waren hen in een, overigens mislukte, Kinderkruistocht voorafgegaan.
En zolang "de heren" onderling geen ruzie maakten, konden alleen de seizoenen, natuurrampen of de "vliegende tering" het leven zuur maken.
Europa is immers in principe nog steeds een paradijselijk continent met au
fond gelukkige mensen. Dat was al voor de kerstening zo. Bijna onkenbaar dragen
veel Oud-Europese talen dit nog in zich mee.
Onmiskenbaar is de invloed van het Grieks-Romeinse gedachtegoed dat aanvankelijk
als palimpsest met de Christelijke religie meereist, maar later als watermerk
duidelijker werd in wetgeving, handelsbetrekkingen, wetenschap & het proces van
feodalisering.
De Joodse oorsprong van het Christendom met de Duivel als bron van alle
kwaad, wordt gemakkelijk geabsorbeerd in de ontwikkeling van het Europees
bewustzijn, dat nabuurschap al kende voordat naastenliefde gepreekt werd, maar
voor een meer eigentijdse personificatie van het kwaad nog geen voorstelling
had.
Die duivel lijkt dus als katalysator te hebben gediend in deze "change of
culture" van een leven in regiospecifieke standvastigheid, maar aangedreven door
wispelturige goden, naar een leven in regio-overstijgende standvastigheid met
een verlossingsperspectief. De wereld is niet plat.
Met het Christendom komt een tevens Romeinse "Organisatie" mee.
Dat leidt in de steden tot scholen voor kerkelijke dienstuitoefening en
administratie, later ook tot voorzieningen als universiteiten, ziekenhuizen en
woongroepen (kloosters) voor mannen en vrouwen, die zich inzetten voor god &
gemeenschap.
De clustergedachte sloot heel goed aan bij de gescheiden ontwikkelingsperiode
die jonge mannen en vrouwen in de Kaninefaatentijd kregen, maar de
ondergeschiktheid van het leven aan een hoger doel dan duinbehoud kenden we
niet. Te denken dat het zwerk zou zijn te beïnvloeden, was onmogelijk; de
verbeelding van altijd zomer, realistisch.
De Graven van Houtland (Holland) zagen de regio als een wingebied voor de bouwhandel. Rondom sommige kastelen ontstonden steden. Er was veel hout nodig. De duinweteringen, kleine stroompjes/riviertjes die vanaf de duinen het land instroomden, werden gebruikt om de boomstammen te veredelen.
In Noordwijkerhout werd rond 1100 weer een Romaans kerkje gebouwd. Nu achter
de duinen. Dit gaf een nieuw centrum voor dorpsbeleving: De Petrus en Paulus
Kerk.
Meer in de bossen verscheen wat later een klooster voor vrouwen, Abdij Ter Leede.
Het klooster had ditmaal ook een functie als vrome opvang voor een teveel aan
huwbare dochters in de domeinen. Veel mannen gingen ter Kruisvaart. Zo kon een
dienst aan God tevens het patrimoniaal vermogen dienen.
Maar de Oproep voor de "bevrijding" van het Heilige Land heeft niet tot in de
duinen doorgeklonken. Er zijn in die tijd wel een stuk of drie mannenkloosters
gebouwd tussen Kijkduin & Castricum.
De angst voor Vikings zal er ook toe hebben bijgedragen, dat de mannen
thuisbleven.
De koterwiegen waren niet voor niets aan de zeekant geplaatst. Vanouds dreigde
bij ons meer gevaar vanuit het Westen dan vanuit het Oosten. De doters woonden
daarom aan de moeraskant van de duinen. Ze kenden de gevaarlijke (vlucht)wegen,
de jachtpaadjes door het veengebied.
Voor zover mij bekend, zijn ook vanuit de omliggende dorpen geen "kruisvaarders" op avontuur gegaan. De Batavieren die in de Duinstreek bleven wonen, verzorgden de akkers & tuinen van het klooster, maar de hyacinth & tulp zijn enkele eeuwen later pas in de Bollenstreek terecht gekomen. Ze zouden met teruggekeerde kruisvaarders meegenomen kunnen zijn, zoals wel 'ns werd beweerd.
Het Bisdomein Utrecht en diverse adellijke families hadden lusthoven in de
regio. De bevolking hoorde erbij. Gemakkelijk voor eenvoudige diensten en pacht
in de vorm van oogst, zodat er op het buiten tijd was voor hobby's, die soms
konden uitgroeien tot kunst of wetenschap. Maar vooralsnog hadden wij aan onze
folk-lore genoeg.
Over onze hoofden heen, vochten de koningen van Engeland en Frankrijk meer dan
een eeuw een strijd om de macht. Die strijd leidde tot onenigheid binnen de
domeinen van de Lage Landen vanwege conflicterende familiebanden. (De Reiger-eed
1337 en de slag bij Cadzand duiden hierop.
Waarschijnlijk is er een relatie met "de zwarte dood" die van 1346 tot 1351 grof
huishield en op drie manieren effect had op de bestuurlijke verhoudingen:
In Engeland, waar na de Magna Carta de heren het meer voor het zeggen hadden, kwamen de horige boeren in opstand;
in Frankrijk versterkte de koning het centraal gezag;
in ons kleine landje grepen de steden meer autonomie en legden zo een basis voor wat later de VOC werd.
Jacoba van Beyeren kwam regelmatig uitrusten van de Hoeksche & Kabeljauwse
twisten op een van haar kastelen bij ons in de buurt. Zij had contacten tot in
Engeland & Frankrijk. Dat bracht een dure hofhouding mee en veel
werkgelegenheid. Jagen & vissen in de binnengebieden werd echter moeilijker,
omdat er rechten betaald moesten gaan worden. Alsof zij de eigenaar was van
grond & gedierte.
Bij ons aan de Duinkant bleef het leven vrij. Maar de landwinning in de
veenmoerassen komt beter onder controle. Daarmee vergrootten de ambachtsheren
hun macht.
Wij ontdekten een verband tussen de konijnen- & de vossenstand en introduceren
een jachtcyclus, waardoor we met vlees & bont meer evenwicht in de
streekeconomie verkregen.
Dat we na de dood van de tumultueuze Jacoba deel uitmaakten van het Habsburgsche
Huis en kort daarna van Spanje, ontging ons volkomen,...totdat rond 1500
ingrijpende veranderingen plaatsvinden.
De 3e Infrontatie: De koning van Hispanje; de aarde is een bol.
Regionale onlusten in onze omgeving, waar domeinheren van Gelderland &
Brabant elkaar naar het leven staan en Grote Pier vanuit Noordoost Nederland de
Noordduinen rond Medemblik plundert en naar Alkmaar optrekt.
Spanje wordt met geweld tot Rooms Koninkrijk verenigd en stuurt Columbus op pad
naar Indië. De Iberische Joden zoeken hun heil in het vrijere Noord-Europa; de
Moren vluchten naar Marokko. Spanje claimt rechten in ons gebied.
Het Roomse Christendom, op dat moment bestuurd door Adriaan Boeyens, de enige Nederlander die het ooit tot Paus heeft gebracht, krijgt boven de Dolomieten diverse afsplitsingen: de Protestanten. Het zijn volgers van Calvijn, Luther, Zwingli, Jan van Leyden en vele anderen, die mensen wilden voorgaan in een meer eigentijdse interpretatie van de heilige boeken. Voornamelijk als protest tegen de politiek-economische handelingen van Rome, dat in de ogen van veel nuchtere Noord-Europeanen inmiddels tot een decadente, wereldlijke macht was verworden, die zich onder meer met de handel in "aflaten" (tickets for heaven) in stand hield.
Ook de verering van heiligen en de daarmee samenhangende handel in relikwieën (stukjes van kleding of gebeente waar een heilzame werking van zou uitgaan) had, in de ogen van velen, verderfelijke vormen aangenomen.
Er ontstaan "vrije universiteiten" en gedrukte boeken maken informatie snel bereikbaar voor grote groepen mensen. Amerika wordt "ontdekt", de aarde is niet eindig uitgestrekt; de wereld blijkt een bol.......De zon komt niet op en gaat niet onder, de aarde draait om zijn as en rond de zon!
Deze derde infrontatie, waarvan het ENI-effect ook in de zompige duinstreek
achter het dorp pas later merkbaar werd, had direct gevolgen voor de Lage
Landen, omdat de oude Europese supermachten & staten die zich daartoe rekenden
er als de kippen bij wilden zijn, die nieuwe volkeren voor zich te winnen,
voordat de Noord-Europese kooplieden met spiegeltjes & kralen de markt verpest
zouden hebben.
De handel tussen de Noord-Europese landen had ook in onze omgeving tot sterke
steden geleid, die de peperdure handel over land wilden omzeilen.
Amsterdam werd aan de Zuiderzee een van de steden die het voor de wind ging.
Het was een vrijplaats aan de rumoerige Zuiderzee in een nog steeds onzekere
delta.
Daarnaast kwam er ook veel cultureel kapitaal samen door de vervolging van Joden
en Hugenoten in Zuid-Europa. Zij vluchten bij voorkeur naar onze, regio- &
stadbestuurde droge gebieden in de delta, omdat ze zich hier van tucht door Rome
of Rijk vrij meenden.
Na de dood van Jacoba van Beyeren komt ons deltaduin dus via het Habsburgse Huis in Spaanse handen. Met Margaretha als Landvoogdes lijken de spanningen nog oplosbaar, maar als de belastingdruk onder Alva te hoog wordt, worden de Lage Landen opstandig.
Het volk moet de legers onderhouden. De tegenstand groeit en wordt gevoed door geknechte adel (de oude domeinheren) & stadsbesturen met een groeiende sympathie voor een hervormd christendom.
Afstand van Rome & Spanje;
van Paus & Koning.
Bij Alkmaar begint deze Victorie. Een deel van de Spaanse Cavalerie loopt, onderweg naar Leiden vlakbij ons dorp in een hinderlaag en vindt, onder nog onopgehelderde omstandigheden, een laatste rustplaats op het Paardenkerkhof bij de Ruigenhoek.
Wisselde Willem de Zwijger als Spaanse Vazal nog "even gemakkelijk van geloof als van ondergoed", toen hij de Spanjolen had verslagen en het naburige Leiden een Universiteit had geschonken, was hij hervormd en daarmee was de kerk in Noordwijkerhout "Hervormd" en komt in handen van de zich ontwikkelende staat, want: “Quius regio illius et religio” (Wie het in de regio voor het zeggen heeft, die bepaalt ook het geloof).
De Duinstreek werd deel van De Republiek der Zeven Provinciën onder Willem
van Oranje als Opper-Wendeling voor de domeinheren, zou je kunnen zeggen,
waarbij de rol van Oldenbarnevelt als Raadspensionaris, niet kan worden
onderschat. Die legde de basis voor onafhankelijkheid van Spanje door verdragen
met omliggende landen te sluiten en via de Unie van Utrecht in de Lage Landen
ruimte te creëren voor "gewetensvrijheid".
Zelf was hij geen domeinheer, maar een zeer integer en ervaren Polderaar, die
zeven Domeinen die inmiddels waren ontwikkeld tot 4 Heerlijkheden, 2
Graafschappen en 1 Hertogdom met enkele steden wist om te vormen tot ‘De Zeven
Provinciën’, de politieke start van de Lage Landen.
Willem had toevallig de meeste domeinen en mocht daarom de leiding dragen.
Zijn opvolgers werden dan ook gewoon "Stedehouder" genoemd. De steden waren vaak
lastige entiteiten in de domeinen van een heer. Beide wilden hun autonome
posities, historisch verworven in de steeds beter beheersbare delta, niet zomaar
prijsgeven aan een Prins van Oranje. Die was daar trouwens zelf niet op uit.
Daarom wordt hij de Zwijger genoemd.
Het protest tegen Rome kreeg extra dimensie met de Beeldenstorm 1566, het tweede Europese verzet tegen religieuze idolatrie. Bij de eerste hadden de Franken Rome bijgestaan in het verzet tegen Byzantijns Christendom. Nu kwamen de Geuzen kerken & kloosters in de regio zuiveren van de Roomse Praal.
In Brielle werden 19 monniken opgehangen. De nonnen van Leeuwenhorst sloegen in 1573 op de vlucht. Het klooster werd verwoest om niet als pleisterplaats in handen van de Spanjaarden te vallen.
De dorpelingen hielden zich buiten deze godsdienstoorlog.
De zeevisserij kwam in handen van de Protestanten, die in Noordwijk, Katwijk &
Scheveningen dominante posities innamen.
Noordwijkerhout werd een stille, Roomse enclave, gelijk nog enige duindorpen in
Kennemerland.
Een groepje Batavieren, toentertijd via de Rijn gevlucht voor de Romeinen, waar ze in het Langeveld de landerijen van het klooster bewerkten, kon dit echter moeilijker verkroppen. In 1573 werd de dorpskerk die met hun hulp nog maar net (1508) een fraaie gotische renovatie had ondergaan, in brand gestoken.
Er kwam baljuw om recht te spreken. De kloosterruïne werd vermopt en met de stenen werden in de omgeving wat jachtkastelen gebouwd (strafarbeid voor nog meer domeinen), waaronder "Leeuwenhorst" op de plaats van het voormalige klooster.
De Staten van Holland stelden een predikant aan om ons te hervormen. Het duurde echter tientallen jaren, voor er loyale ouderlingen waren gevonden en de Petrus en Paulus Kerk gebruikt kon worden als "het Witte Kerkje". Die ouderlingen waren overigens nieuwkomers, die vanwege de staat of de groeiende zanderij bij ons waren komen wonen.
In 1592 komt een groep Hugenoten zich vanuit Frankrijk vestigen op de kleiplaten, die de Batavieren hadden moeten achtergelaten (doorgestoken dijken) tijdens het beleg van Leiden. Ze waren het land ontvlucht vanwege hun godsdienstige overtuiging. Ze maakten Komijnekaas, de befaamde Leidse Kaas, die vanwege zijn houdbaarheid ook ideaal was voor de VOC.
De Kaninefaaten, nog steeds ervaren stropers, werden vaak ingezet om de konijnen en fazanten op te jagen, zodat de nieuwe heren niet al te veel moeite hoefden te doen. Het aantal domeinen in de regio neemt toe. Een aantal wijken specialiseert zich in het fokken van kleinwild voor de hobbyjacht.
Ons systeem van Recht & Regeling hebben we moeten inleveren. De jaarlijkse inhuldiging van de Wendeling werd verboden door de Baljuw, die vanuit het Rechthuis annex herberg resideerde.
Maar, het dorp maakt -zonder enige inspraak- vanaf 1588 deel uit van een van de eerste republieken in Europa. Een staat, omringd door andere staten waarvan de feodale structuur veranderde in een politieke rechtstaat, een verbond van de oude machten, domeinen, weliswaar (kerk-vorst-leenmannen), maar met in de Republiek der Nederlanden vooralsnog als "grote uitzondering" in de Europese geschiedenis:
Het zich in een nieuw domein verzelfstandigende kapitaal.
"De wind in de zeilen door een aandeel in de winst".
1600, de 4e infrontatie: politiek economisch perspectief.
In 1604 introduceerden financiers van de Amsterdamse Kooplieden de
verhandelbare aandelen via de "beurs voor een deel van de winst". De VOC werd
opgericht. Het bracht Holland de "Gouden Eeuw" en bijna hegemonie over de
wereld. Inmiddels was de West ontdekt.
Voor 60 gulden en wat sterke drank werd 11.000 morgen land gekocht van de
indigenen in het huidige Amerika: Manna Hatta, een schiereiland aan de rivier,
die nog steeds is genoemd naar Captein Hudson van de VOC.
Manhattan, een begraafplaats van de oorspronkelijke bevolking, als begin van
Nieuw Nederland.
Nederlands wereldtaal..? Het heeft niet veel gescheeld. "We" zaten al in de
Oost.
De overige Europese landen ontdekten echter vrij snel de truc van het aandeel
en in alle hoofd- & grote handelssteden ontstonden "beurzen" voor geld in ruil
voor aandeel, naast de al bestaande beurzen & markten voor koopwaar & handel.
Een eeuw later was ons land dan ook deze "voorsprong" alweer kwijt.
De Tulpenhandel kan worden gezien als het eerste "hype"-fenomeen, oftewel de
zwarte zijde van de aandelenhandel, die een permanente noodzaak van applicaties
in wet- & regelgeving oproept.
Naast wereldwijde begrippen als "dubble dutch, dutch discount" & "dutch
sandwich" om er een paar te noemen leverde de Hollandse Handelswijze ook nieuwe,
internationale woorden op als "onrust" & "apartheid". Daar hadden vele
volkeren/talen klaarblijkelijk nog geen woorden voor.
De Verlichting, die zich rond 1670 vanuit Nederland over Europa verspreidde, heeft meer ten gevolge van Locke dan van onze Spinoza (die al in 1677 stierf) als side-effect de arrogantie van de Romantiek opgeleverd. De staat houdt de burger voor de mal. De nationale verbeelding komt aan de macht. Spinoza, kun je zeggen, heeft Locke verlicht. Ze waren jaargenoten, maar Locke heeft hem bijna 30 jaar overleefd.
Rond 1700 kwamen de Engelsen met "de verzekering" als antwoord in de strijd
om economische suprematie via "beurzen voor risico's bij andere beurzen".
Ondertussen wierpen de staten van Europa zich als roofdieren op elkaar om de
hegemonie over de wereldschatten te verwerven. Door Napoleon kwam er weer
eenheid. Hij joeg allen tegen zich in het harnas en introduceerde de verplichte
administratie.
In 1815 werd de "diplomatie" gevestigd door "het congres van Wenen". Nederland
kreeg de Vlamingen erbij.
Oncontroleerbare handjeklap in een hoffelijke vertoning, een product van
Verlichting & Revolutie: "Vous tirez le premier, messieurs les Anglais", riepen
de Fransen wellevend bij het begin van hun oorlog met Engeland.
Oorlog kreeg een internationaal-juridische status en werd zelfs object van
wetenschappelijke allure.
Veel winsten van de VOC werden direct in de omgeving van Mokum geïnvesteerd.
Zo werden veel polders en waterverbindingen naar de markten van steden door
kooplieden gefinancierd. Daarbij kochten die op diverse plaatsen in de streek de
"Heerlijkheden", domeinen met rechten, die al vanaf de Romeinen her & der in de
regio voorkwamen en via erfrecht of gunst de oude "veredelde" families
toebehoorden. Ze stichtten ook nieuwe Lustoorden.
Binnen één generatie gedroegen deze nieuwe rijken zich hetzelfde.
In 1604 wordt door de Staten van Holland het Keukenduin bij Lisse in eeuwigdurende erfpacht gegeven aan drie heren uit Mokum, die prompt "de grote afzanding" inzetten, omdat ze "eeuwig" zelf niet zo nodig vonden.
"Ze zonden een predikant & verkwanselden ons zand"
zeiden ze vroeger volgens Opa Duivenvoorden, die in zijn jeugd met 'diepdelven' zijn brood verdiende. Drie eeuwen lang hebben we met "de zanderij" onze duinen zien verkleinen, terwijl het aantal domeinen toenam.
1650 Haarlemmertrekvaart / Leidse Vaart ontsluiting van de Duinstreek.
De Haarlemmer Trekvaart, halverwege Leidse Vaart verbond niet alleen die twee
steden met elkaar, maar ook de oude wijken (inmiddels dorpen) onderling.
Duinwateringen (maandagse wetering, dinsdagse wetering, duinriviertjes) hielpen
daarbij en door de verhoogde jaagpaden werd in feite al een dijk gelegd voor de
latere inpoldering. Het leverde ons dorp de Haven(straat) op.
De firma Broekhof ("Zain dur nog dames of meide die motte skaite of zaike? Tis
bai vaive, de bôt leg an de steiger") had daar zijn trekschuit, die 's morgens
om vijf uur vertrok om tegen de avond weer terug te zijn.
Die eerste ontzanding van de duinen was bedoeld voor het ontwikkelen van landbouwgrond. De streek wordt van toenemend belang voor voedselvoorziening van de Hollandse steden & voor diensten aan Heren die hun domein meer aanzien wilden geven.
Eind 18e eeuw: Napoleon heeft een makkie, maar gelukkig ook grootheidswaan.
Administratief gaan we er op vooruit dankzij Frankrijk, dat de geest van de
koopmansstaat enigszins wist te beteugelen. Door windhandel verlamt de Vliegende
Hollander.
Engeland zet de "gouden" standaard. Goldrush in Verenigde Staten.
De treinverbinding tussen Haarlem & Leiden, levert stationnetjes met
laadplatforms voor vracht op voor de dorpen in de streek. Een investering die
vergeleken met de trekvaartverbinding maar beperkt heeft bijgedragen aan de
economische ontwikkelingen in de regio.
In 1851 leent Mokum Engels geld om een Duinwatermaatschappij te ontwikkelen. Het goud van Kaninefatenland (zuiver zand en zoet duinwater) wordt verkocht aan Amsterdam, dat door ongezond en vaak brak water onleefbaar dreigt te worden. Honderd jaar later zijn de laatste duinvennetjes droog gevallen en de loofbomen door sparren en dennen vervangen.
Extra afzanding in de duinen vanwege de spoorlijn Haarlem Leiden, die
definitief ten westen van Hillegom/Lisse is geprojecteerd. Noordwijkerhout zal
een station krijgen. Groeikansen voor een dorpje van 400 inwoners.
1834 De Firma van Hensbergen vestigt zich vanuit Warmond in Noordwijkerhout, nu
dat in plaats van Sassenheim een stationnetje krijgt en breidt een oude
boerderij uit met een ‘bakkerij & kookerij’.
1854 Godsdienstvrijheid in Nederland. Aanzet voor de 5e Infrontatie.
Het duurde tot 1880 voordat de burgerlijke stand in Noordwijkerhout
administratief een feit was. Ons dorp telt dan zo'n 1.500 inwoners. En er zijn
nog steeds domeinrechten die de dames & heren in de omgeving mogen benutten.
Bij ons zijn het vooral vrouwen geweest, die de geschiedenis tekenden, zoals de
Vrouwe Van Noordwijkerhout die in 1895 trouwt met de Graaf van Lynden.
Er werd veel zand verhandeld voor inpoldering & grondverbetering. De zompige gebieden werden vruchtbare groentevelden en vrijkomende geestgronden waren ideaal voor de bloembollenteelt. In de gehele streek waren veilingen voor groenten & bollen te vinden.
Dat leverde veel geld op, zodat na 1854 de Roomse signatuur van het dorp zich
weer kon manifesteren. Er was binnen twintig jaar een nieuwe kerk gebouwd "de
Victor" (de Overwinnaar) met weeshuis "De Voorzienigheid" en een lagere school.
De uitvoering onder leiding van Pastoor Depoorter uit Gent, lag in handen van de
Zusters van Liefde, die er later ook nog een Retraitehuis met klooster bij
stichtten.
De politiek-economische machtsstrijd van de nog immer Romeinse domeinstaten onderling kreeg in Europa een extra impuls doordat wetenschappelijke inzichten een industriële vertaling kregen. Huisindustrie gaat naar fabrieken die door de industriële technologie soms worden opgestuwd tot marktleider om vervolgens te worden ingehaald door de wet van de remmende voorsprong, de wet van Jamin of die van Unilever.
Die ontwikkelingen gaan snel en worden nog extra versterkt door de opeenvolging in energie-beheersing: wind, vuur, water, stoom, olie, gas, stroom en atoom.
Er gaat behoefte ontstaan aan (scholing van) werknemers.
Toename van complexiteit & concurrentie, hadden we vanuit duinbehoud ervaren,
veroorzaken onevenredige toename van nieuwe "diensten".
En groeibehoefte in een omgeving, die moet worden gevoed door een vraag buiten
die omgeving is profijtelijk voor iemand die geld op termijn kan zetten. Dat
vraagt om volume- & behoefte-beheersing. De bestaande rationaliteit voldoet niet
meer; er moet een nieuwe komen.
Twee wereldoorlogen & diverse revoluties waren nodig voor duidelijk werd, dat nationale belangen alleen in een universele interdependentie kunnen worden gediend en dat een goed leider eerder een gekozen, vertegenwoordigende voorzitter is in een groter verband van collega-voorzitters, dan een "visionair leider voor een groot volk". Laat staan, dat een volk zich superieur mag wanen, of een parasitaire staat mag nastreven.
De twintigste eeuw is tot heden de eeuw, waar Europa zich later het meest voor zal schamen.
Diverse broederstaten hebben net als Nederland getracht, de wereld te
koloniseren of zijn OWO-oorlogen (One World Option) begonnen.
Democratisch...Idealistisch? Al hun grote geesten, mentale & materiele
adviseurs, stonden rond de Leider en keken ernaar.
Veel ging, tegen de continentale/globale malaise in, aan ons dorp voorbij.
De 5e Infrontatie: Het Rooms-renergetisch effect.
Noordwijkerhout groeide dus door de sympathie voor Rome, ook wij hadden een
Zouaaf geleverd om de Vaticaanse Staat te beschermen in de Italiaanse
Eenwordingstrijd (1820-1870).
Daarnaast was er een landelijk groeiende behoefte aan katholieke instituten voor
psychiatrische zorg in een rustieke omgeving. Ook daar had het dorp aan de
randen van zijn afzandingen wel ruimte voor over.
Het Witte Kerkje was er al vanouds, maar met de twee kerken, kloosters en een
retraitehuis (voor bezinningsactiviteiten), werd het rooms-renergetisch vermogen
van het dorp ondubbelzinnig aangetoond. Er werden drie katholieke scholen
gebouwd, waardoor de openbare school hervormd mocht worden, 'school met den
bijbel' voor de Protestantse Gemeente.
Maar net als bij de Kaninefaaten, jongens & meisjes in aparte gebouwen: Duinkant
en Zeekant. Ook in de kerken zaten mannen & vrouwen gescheiden, alsmede in vele
verenigingen.
Ondertussen was er dus leerplicht voor alle kinderen (1901) en kwam er in
1919 stemrecht voor vrouwen.
Het politiek systeem lijkt daarmee democratisch, maar het waren de rangen- &
standen van de club- & subdomeinen, die het stemrecht bevochten (als stemplicht
om enige zekerheid te hebben) en het partijen- & onderwijssysteem beheerden.
Die regentenmentaliteit, kenmerk van het oude politieke verbond van
domeinmachten, kleeft dus ook aan die belangenorganisaties.
De Firma Broekhof vervang zijn trekschuit voor vracht- & personenvervoer door een omnibus en een vrachtauto. Daarmee is die niet meer gebonden aan de vaarroute Leiden-Noordwijkerhout.
In het centrum van ons dorp wordt in 1917 een nieuwe Katholieke kerk gebouwd
met een klooster voor de "Zusters van Liefde", die een basisschool opzetten.
De "Broeders van Liefde" stichtten een groot ziekenhuis voor psychiatrisch zieke
mannen aan de rand van het dorp. Door bloemenvelden gescheiden, meer tegen de
duinen, komt een tehuis voor zieke vrouwen, "Sancta Maria". Het zijn de "Zusters
van Liefde" die zich ook over hen ontfermen.
Een voor ons nieuwe vorm van gezondheidszorg. Maar dankzij de Sint Bavo hebben we een sportveld gekregen en kan het dorp met VVSB meedoen in de Voetbalcompetitie.
De behoefte aan extra personeel in deze ziekensector trok veel mensen uit Brabant & Limburg aan, de vroegere "wingewesten" van de Republiek. Katholiek & Carnavalsminded als de Batavieren, waren die snel in onze omgeving geïntegreerd.
Een harmonie, St Jean d’Arc, is snel opgericht en de Harpe Davids blaast al spoedig bij dorpsfeesten een Nederlands-Hervormd deuntje mee. Voor elke katholieke club in ons dorp ontstond een hervormde tegenhanger, of andersom. Dit heeft op het verenigingsleven een stimulerend effect gehad. Ook de stichting van wat grotere ondernemingen voor Hekwerken, Kisten en Machines droeg bij aan de economie van het dorp.
Het Land zinkt langzaam in de malaise van de jaren 30, maar de Duinstreek
groeit tegen die verdrukking in. Er waren in ons dorp al een herberg en een paar
cafés met feestzaal in, maar er komt een hotel met toneelzaal bij. De kerken
ontwikkelen "Patronaatsgebouwen" voor sociaal-culturele vorming van de
gelovigen.
Notaris Punt verliet trouwens in 1934 het dorp, nu iedereen kon lezen &
schrijven.
Ons buurland, ondanks veel gezichtsverlies Unter den Linden in Berlijn,
inspirerend voorbeeld voor de Europese vermaakindustrie (!), ontwikkelt een
rigide politiek. Koning, kerk & kapitaal zien het aan. 1933, 1936, 1939. Wat
doet de regering?
Nederland lijkt Indisch blind. Neutraal uit lafheid of is er een economisch
motief?
Mei 1940 worden de Lage Landen ingenomen door de Duitsers. De regering vlucht
met de koningin naar Engeland.
Noordwijkerhouts oorlogsverleden.
Kasteel Leeuwenhorst werd verwoest. Het mocht niet dienen als oriëntatiepunt voor hun vijand, vond onze vijand. Er waren controleposten tussen alle dorpen in de streek en per dorp hield een klein Duits commando de bevolking rustig.
De Atlantik Wall: bunkers aan de Kustlijn en V2-lanceerinstallaties in het
Keukenhofbos. Vanuit het dorp zijn veel mannen tewerk gesteld in de duinen en in
Duitsland. Er viel moeilijk aan te ontkomen. Verzet kon een heel dorp
ontwrichten (de afbraak van Petten was een afschuwelijk voorbeeld) en je kon
moeilijk met z'n allen onderduiken. De duinen waren verboden gebied geworden.
Het Vorstenhuis zat in Canada. Het had klaarblijkelijk weinig vertrouwen in de
Westdomeinen.
In de Oost vielen de Japanners "ons Indië" binnen.
1948 Nederland wordt in de Verenigde Naties tot de orde geroepen. Oorlog voeren onder de term ‘Politionele Actie’ wordt niet geaccepteerd en Kolonialisme is geen Ontwikkelingswerk. Indonesië is geen Nederlands domein. We gehoorzamen de Verenigde Naties en geven onze pretenties op. We zullen het zelf moeten doen. Ieder land zijn eigen broek.
Twee jaar later hebben vakbonden en ondernemers met de regering de Sociaal Economische Raad opgericht. De basis van het poldermodel. Werkgevers, werknemers en regering.
Nu de inspanning nog. Is dat:
het actief intern beweeglijk potentieel van mensen,
het actief fluctuerend potentieel van kapitaal, of
het rigide potentieel van de domeinheer, die de ijdelheid van zijn bestaan niet kent?
Nederland stuitert op z'n economische fundamenten.
500.000 Nederlanders emigreren rond 1950, de toekomst ziet er somber uit. Gelukkig is de Opperdomeinheer een Vrouw die in Leiden gestudeerd heeft en wordt er aardgas gevonden. Station Noordwijkerhout verliest zijn laatste functie, de aanvoer & distributie van steenkool.
1957 De duinen drogen in door de niet te stellen dorst van Amsterdam.
De laatste vennetjes met duinkikkers en salamanders verdampen. Het loofhout verdwijnt en de den neemt het over.
"De Gouden Spar" is de naam van een van de vele campings, die aan de duinrand verschijnen. Booming bizniz nu Europese landen zich hebben hersteld van de oorlogsjaren en Duitsers, Engelsen, Fransen tussen de Nederlandse stedelingen komen uitrusten in de Gemütlichkeit van ons dorp en de resterende duinen.
De zanderij staat nu ten dienste van kalkzandsteen. Er wordt uiteindelijk een meer van 44 hectare gegraven, dat vanwege kans op verzilting "helaas" niet dieper mag worden dan 12 meter.
En ons, dorpelingen..?
Rituelen maakten nog steeds het leven compleet.
De drie roomse kerken begonnen elke dag nog met drie diensten.
Ook 's avonds was er vaak een gebedsdienst. Kerkbezoek werd op het schoolrapport
genoteerd, evenals de biecht, waarbij een door school verstrekt, genummerd
kaartje door een gleufje diende te worden geschoven. Dat ging weer terug naar
school als bewijs, dat je had gebiecht.
Vanaf 1950 ontwikkelt het dorp ook een woonfunctie voor de zich ontwikkelende Randstad Holland. Huizen voor mensen die van buiten komen, maar niet in het dorp werken. Er wordt jarenlang vreemd aangekeken tegen die mensen uit "de Jambuurt". (Ze wonen op stand, maar hebben geen geld voor kaas op hun brood). Ze deden ook niet mee aan de kermis of carnaval.
De middenstand voer er toch wel bij. Menig ondernemer kon zich later een huis "in de brink" permitteren, wat de kouwe kak enigszins ontdooide.
Het dorp bouwde in 1960 nog enthousiast mee door een wekelijkse huis-aan-huis collecte voor een internaat als gymnasium (vwo) voor jongens die droomden van een loopbaan als katholiek, geestelijk leidsman in Zuid-Holland, Seminarie Leeuwenhorst voor Wereldheren In Spe.
Het werd een extra fraaie accommodatie, die pas in het dorp werd
geaccepteerd, toen er zeven jaar later de eerste synode werd voorbereid van de
Nederlandse bisschoppen. Dat leidde tot "De Nieuwe Katechismus", een reactie van
Katholiek Nederland, dat door het Tweede Vaticaans Concilie weer enthousiast
leek geworden.
Er was nog steeds veel animo voor kritische gespreksgroepen die bij gelovigen
thuis werden georganiseerd. Symptomen van een nieuwe geesteshouding.
Wereldwerkgroepen. Maar Rome bleef gereserveerd. En naar de mensen werd alleen
geluisterd.
Het concilie van Noordwijkerhout in 1968, waarmee het dorp op de wereldkaart
werd gezet, leidde uiteindelijk tot verlies van rooms-renergetisch vermogen in
Nederland.
Het dorp telt inmiddels 12.000 inwoners. Er komt een bibliotheek, ondanks dat een gemeente-raadslid voorstelt om ieder die een boek wil lezen een boekenbon te geven, omdat dat veel goedkoper zou zijn.
Er verrijst een vakantiedorp Solasi. Het Oosterduinse Meer, de laatste grote afzanding, wordt daardoor ons "Como-meer".
In 1966 toonde het dorp nog verschijnselen van politieke & culturele lethargie, maar nog geen drie jaar later werden de bewoners door overheid & kerken aangespoord mee te doen met de manifestatie ‘Leven nu.. & Morgen?’ van ‘WAT Noordwijkerhout’ (Werkgroep Andere Tijden) en Sociëteit Ante Portas.
De Kaninefaaten hebben zich verzameld in een Carnavalsvereniging en kiezen
nog steeds op 11 november hun Wendeling, die tot Prins Carnaval is geëvolueerd.
De Batavieren zijn opgegaan in het Leisure leven van een aantrekkelijk dorp in
termen van de Westerse Cultuur. Ze bezingen nog steeds "het goud van
Noordwijkerhout" waarmee in Mokum bier wordt gebrouwen en voegen elk jaar een
meedenker toe aan het Carnaval der Kaninefaaten, over hemel & hel, het voor- &
het naspel, of over de grillen van de politiek.
De toekomst ziet er aantrekkelijk uit.
Het verlies van de Coöperatieve Groenteveiling wordt ruimschoots gecompenseerd door de ontwikkeling van machine- & verpakkingsindustrie. Noordwijkerhout groeit voortvarend mee met de andere gemeenten in de Bollen-/Duinstreek. En "de heren" komen nog steeds jagen.
De drijvers, Kaninefaat als ze nog steeds zijn, glunderen als altijd wanneer de Prins hen herkent. Hij schiet overigens ook op konijnen, al vertelt hij zijn kinderen anders. Alleen niet op die van Soestdijk, bedoelt hij dan. Domeinheer als hij was, had hij meer dan één waarheid in pacht.
J. Ketelaar, de zendeling die 26 mei 1968 opriep tot de Blauwe Revolutie,
zette de kerken in de Bollenstreek aan tot het organiseren van een voettocht
voor jongeren met de vraag: "God waar zit je?" Vanuit Noordwijkerhout liepen
groepjes door de duinen zingend en zoekend naar een antwoord.
De R.K. Mater Amabilisschool wordt met instemming van de bisschop van Haarlem
omgebouwd tot Vormingscentrum voor Jong Volwassenen (VJV). En met nog meer
succes wordt het jaar daarop met het VJV het antwoord gevoettocht: "Gewoon
buiten; Buitengewoon!"
In de Bollen-/Duinstreek zindert wat in Amsterdam het Maagdenhuis provoceert
en in het hele land scholen doet bezetten.
De Werkgroep Andere Tijden Noordwijkerhout krijgt met 2 zetels in één nieuwe
(D66) en 3 zetels in een vernieuwde (kvp) partij een politiek vervolg in het
dorp. De KWJ blijft KWJ, maar het zijn niet meer de Katholieke Werkende Jongens,
maar Kritiese Werkende Jongeren.
De emancipatie van de "werkende jongere" leidt op zich nog niet tot een volwaardige acceptatie van de arbeidende klasse, maar heeft wel een versterkende werking op de vrouwenemancipatie. Provo in de Polder & Dolle Mina op de Brink maken een einde aan de gescheiden ontwikkelingen via Patronaatsvoorzieningen & de danszalen die discrimineerden op religie & sexe. Dat sluit ook aan op het onderwijs, dat inmiddels "gemengd" is en in toenemende mate "openbaar" wordt.
1975 Het ingevoerde rivierwater is zodanig vervuild, dat een voorzuivering nodig is voor het de duinen in mag. Ook "zure regen" en stormen richten veel schade aan in de duinen. De dennenscheerder heeft de schapenscheerder vervangen en de laatste duinorchidee tussen Noordwijk & Zandvoort wordt met takkenbossen beschermd door een boswachter met een groepje VJV-ers die hem helpen, de gevolgen van de stormschade helder te krijgen.
Er mogen geen vuilstortplaatsen meer bijkomen in de Bollenstreek. Vanwege
grondwater-vervuiling. De laatste stortplaats wordt met zand toegedekt tot
kunstduin en ‘watervragend’ gemaakt in plaats van ‘watervliedend’. De
stortplaats trekt water aan door een centrale verdampingszuil.
De meerkosten van vuilafvoer worden voor de gemeente gecompenseerd door
hergebruik van ons station voor afvoer van afval naar de VAM in Drenthe.
Seminarie Leeuwenhorst krijgt te weinig aspirant Wereldheren en wordt omgezet
in een open VWO-school en een internationaal conferentieoord dat zich promoot
met een Bisschoppen-conferentie. Ideaal in de Zuid-Hollandse bossen aan de
Duinkant bij de Zee.
Vrije wandeling door de duinen is er trouwens niet meer bij. Wel
off-the-road-sporten als golf & biking in met ijzeren hekken omheinde gebieden.
De Noordwijkerhoutse Hekwerkindustrie stoelt op het aloude, ambachtelijke
vlechtwerk (wiegen, manden, korven).
Er zijn door afrastering gescheiden paden voor diverse soorten duintoerisme: wandelen, hardlopen, fietsen, paardrijden. Alles netjes met gekleurde paaltjes gemarkeerd en al naargelang met houtpulp, schelpen of bitumen verhard.
Waar de blanke top der duinen
omgeven is door prikkeldraad
en er overal wel een bordje
met verboden toegang staat......
lijkt de tijd der Kaninefaten voorgoed voorbij.
Maar de Noordwijkerhouter herkent in ieder die trots is op zijn eigen omgeving en daar met weemoed over zingen kan, de Kaninefaat die hij nog steeds in zich draagt.
Het dorp telde in 1880 ongeveer 1.500 inwoners; in 1980 zijn we met tien keer
zoveel.
De versnelling in dit verhaal neemt evenredig toe.
1974: de nationale knelpuntennota welzijn: Het Welzijnsbeleid, door de vondst
van aardgas vanaf de jaren 50 weldadig ontwikkeld, kraakt niet alleen in zijn
voegen maar eist ook een fundamentele her-ijking. Door democratisering en
decentralisatie van beleid mogen de burgers het zelf uitvechten.
Domeinen binnen de staat zijn zelfs in een harmonie-model niet meer in stand te
houden.
De (westerse) democratie zal zo aan zichzelf ten onder gaan. "Het Hoogeveens
Beraad" wordt opgestart. De effecten worden ingeschat als: "Ernstiger voor de
globale instandhouding dan de waarschuwingen van de Club van Rome".
1982: Akkoord van Wassenaar: domeinen via het poldermodel:
Werd op 24 november gesloten tussen de organisaties van werkgevers en
werknemers die vertegenwoordigd waren in het overlegorgaan de Stichting van de
Arbeid. Het Akkoord behelst een politiek van loonmatiging met instemming van
alle partijen / Versterking Poldermodel
2004: Akkoord van Rome: domeinen via stakeholdermodel:
- Verkleinen kloof tussen burgers en EU-instellingen
- Hervormen EU-instellingen en procedures
- Versterken EU-positie in de wereld
2010: Akkoord van Leeuwenhorst: domeinen via Diversity Charters:
Op dit platform worden kennis en ervaringen op het gebied van diversiteit en
inclusie op internationaal niveau uitgewisseld. Economie bepaalt, burger is
univee in alle varianten.
Virtueel vermogen door generatieve solidariteit blijkt sterker dan de Amerikaanse droom met de consument als aanjager.
Domein / Domeinen:
Terreinen, gebieden of staten van zijn, die worden gekenmerkt door
parasitaire instandhouding en peripatrische dociliteit.
Ergo, zolang de Staat der Nederlanden als Domein gezien wordt, kan zijn
instandhouding niet "democratisch" geschieden.
De vader van Europa: Zeus of Amerika?
Volgens Richard Philips zou het wel eens Bush kunnen zijn. Amerika als
brandend braambos: onchristelijk & ondemocratisch, hoewel ze dat zelf anders
ervaren.
De Westerse Cultuur in het Angelsaksisch Model gedwongen door de Geboden van het
IK, het Iconometrisch Kapitalisme, dat Neo-Liberalen bedenken.
Dat zou wel eens de aanzet voor de derde, Europese beeldenstorm kunnen worden.
Want opnieuw dreigt de Europese geest gevangen te worden door idolatrie.
De oorlog- & vermaakindustrie vormen USA's grootste inkomstenbron.
En de wereld moet al zo boeten: Inzicht & Cultuurbezit van Volkeren & Naties
worden toegeëigend (genaast) en rigide geëxploiteerd. Europese sprookjes worden
gedisneyficeerd en het Vermaakdomein beloont zichzelf met royale verdiensten en
Awards op "academisch niveau”.
Of is de vader van Europa het huidige (Europese) Parlement dat zich met zijn Commissie volop inzet, de krachten van Koning, Kerk & Kapitaal te democratiseren, zodat de Bovendanen <die hun recht de godsdienst te bepalen al hadden ingeleverd en met hun nieuwe kleren van de diplomatie al bijna twee eeuwen lelijk te kijk stonden> ook nog 'ns hun poen kwijt raken?
Wij denken bij ons in de duinen nog steeds dat het in feite om een "nieuw",
globaal bewustzijn moet gaan met respect voor, maar los van, kapitaal en
religie.
De oude redelijkheid werkt globaal slechts via het flinterdunne pad van de
westerse rationaliteit, een resultaat van eeuwenlange dominantie en de daarbij
optredende vertekening van de universele werkelijkheid.
Religie & wetenschap hebben dat pad gebaand voor hun eerste globale evaluatie
van het nabije verleden: 2000 jaar, een schitterend ongeluk!
Het is de verantwoordelijkheid van de politiek, daar een aandacht aan te besteden die de rituele herdenkingen overstijgt. De hang naar het verleden blijft steken in rede. Temeer, nu beide (religie & wetenschap) niet in staat zijn een globaal aantrekkelijk perspectief te bieden, is het van universeel belang, een pad voor globale redelijkheid te effenen.
De Regionale Intuïtieve Dynamiek neigt anders de vormen aan te nemen van een middeleeuwse samenleving. De politiek komt/blijft dan in handen van bovendanen met interstatelijke domeinen; de democratie is dan nog slechts een schimmenspel binnen het virtueel vermogen van de vermaakindustrie.
Ons continent kan pas wat worden, wanneer de wereld der continenten als "duinen-delta" gezien wordt. Huishouden (economie) is duinhouden. Daar passen geen domeinen, zoals bedoeld in dit verhaal.
Geografisch & mythisch bestaat Europa langer dan we kunnen tellen; religieus,
economisch en politiek een paar duizend jaar, of minder.
Maar in ons lokaal/regionaal bewustzijn is het nog maar net ingedaald. Voor veel
medeburgers als "eerste infrontatie" na wereldoorlogen, decennia wanhoop en soms
nu alweer met heimwee naar wat betere tijden leken.
Het effect daarvan zal het jaar 0 zijn van Europa als democratisch continent met globale omgevingsverantwoordelijkheid. Europa, een marasitaire staat van volken & landen die door generatieve solidariteit in een regionale dynamiek ruimte weten te scheppen voor nieuw beleid met globale geldigheid.
Op de dag dat in het Romeinse Rijk godsdienstvrijheid werd verkregen (Constantijn,
29 oktober in het jaar 312 of 313, werd het werken op Dies Solis, de zondag
verboden), heeft onze Jan Peter Balkenende in een historisch gemanipuleerd decor
als voorzitter van de Europese Staten 2004 op de plaats van het Capitool, een
voorstel aan de lidstaten ondertekent voor de eerste Europese grondwet.
Nu de afzonderlijke staten nog. Durven ze dat aan, statelijke burgers & landelijke politieke partijen, zich uitleveren aan de Europese Democraat die gemangeld door de Vermaakindustrie toch zichzelf weet te beheersen?
Op dezelfde dag (29 oktober ) doet Osama Bin Laden een handreiking aan de
westerse wereld. Hij wil afzien van verder geweld. Via Nova nemen we er kennis
van. Maar de secretaris generaal van de Navo, onze Jaap de Hoop Scheffer, en
onze Hans van den Broek, oud-minister BuZa & EU, en onze Wouter Bos, leider van
de grootste oppositiepartij zeggen, daar geen touw aan te kunnen vastknopen:
"Slaan we over". "Ik kan daar geen duiding aan geven".
En de Nova-journalisten zien er ook geen nieuws in. Ferrie Mingelen: "Dan laten
we het verder liggen".
Een jaar later lijkt London hetzelfde te doen als Al-Zawahri er nog eens aan herinnert...
"Europa, Europa, kom tot bezinning,
de weg naar de toekomst duurt onnodig lang
met groeiende risico's voor mondiale vrede"
Quister Pyxis
www.limes.nl de grens van het romeinse rijk in het deltagebied.
NRC Handelsblad vroeg Jan Bank (Leiden) & Piet de Rooy (Amsterdam) tweeduizend jaar Nederlandse geschiedenis samen te vatten. Zij zijn al klaar, maar: hun canon bestaat niet meer.
De minister van onderwijs zet een commissie aan het werk: Studiën Vereniging Holland, Twintig eeuwen filosofie vanuit de Nederlanden: bestaan ook niet meer, veel geblaat in 2004.
Dit stimuleerde ons tot bovenstaande hertaling van een Kaninefaaten-perspectief.
Volgende opgave:
it isn't the economy, stupid, it's awareness, global awareness
ce n'est pas l'économie, couille, c'est la conscience, la sensibilité globale
kijk uit.....het geld gaat er met de poen vandoor!
1. 2010 Europese politiek gaat nationale politiek modificeren; Nederland voorbeeldfunctie.
het naakte bestaan sec (sociaal educatief cultureel) wordt statelijk
bestuurd, volgens Europese regelgeving & aangedreven door virtueel kapitaal.
regionale dynamiek - nationaal administratieve politiek - Europese
globaalpolitiek
2. de regio's winnen in waarde.
Nederlandstalig gebied zou tegenwoordig een europese "regio" kunnen zijn in het
kader van RAS-kwaliteit. (kwaliteit volgens een Regionaal Acceptabele Standaard)
3. Europa leeft op te grote voet
the homecoming of the flying dutchman > maradise regained
Maar nu eerst:
De Onderdaan Teloor
De Onderdaan Teloor
oftewel:
het failliet van duurzame economie in de westerse-cultuur
De WC (Westerse Cultuur) kreeg, zoals we weten, vanaf 1600 extra wind in de zeilen door een vermogen, dat in de loop der jaren het reële geld excessief stuwde naar particulieren die dat proces overigens "en passant la marée" laten betalen door de (virtuele) eigenaar van dat geld: Daan & zijn Onderdanen, oftewel De Staat.
Duurzaam varen, kapitaal vergaren, arbeiders inklaren: Een Hollandse Daad.
De VOC, door wind en aandelen aangedreven, maakte met slavenarbeid van de wereld een plunderparadijs.
Die particulieren bouwden domeinen als Romeinen met dit verschil, dat de keizer van Rome het geld dat hij investeerde in onze regio door zijn domein(leen)heer weer liet terughalen als belasting, voor zover we het niet als sieraad verbruikt hadden.
Bij ons gedroegen de domeinheren zich, alsof geld van hen was. Ze kochten een titel; hun kind een kasteel. Ze financierden de koning als waren ze de Bovendaan.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
De bovendanen weten zich vanaf 1800 meer & meer zeker van hun vermogen. Uit wat verwilderde varianten van hun aandelenkip was het verzekeringsei gedarwineerd. Vleugels voor de westerse economie, die meer en meer in handen kwam van doyene families, ooit als marskramer of slavendrijver begonnen, door domeindrift aangetast.
De globale acceptatie van de westerse economie kan door hen vanaf 1900 zelfs politiek (militair & diplomatiek) afgedwongen worden via naties afzonderlijk of in "geallieerd verband" en wordt naar het lijkt, vanaf 2000 zelfs door de Verenigde Naties globaal gedoogd. (Resolutie 1441 = Oorlog Irak).
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
Bovendanen hebben overwegend weinig respect voor belangen van de samenleving als er geen statusversterkend profijt is. Ze bedienen zich van juristen, media & reclame om hun gelijk gewettigd te krijgen en manipuleren kunsten, sport & wetenschap om Daan's onderdanen een goed gevoel te geven. Ze omarmen de kunstenaars, stichten musea & geven grote sommen aan goede doelen. Ze weten zelfs parionetten in politieke posities te plaatsen.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
Onderdanen laten zich leiden door een mix van geloven, weten & berusten, maar raken steeds meer een drom in de westerse schijnwerkelijkheid die soms angstaanjagend wordt aangedreven door nieuwe domeinheren, de hoeders & herders van het virtueel vermogen: economen, techfins en aanverwante sciëntisten, die zich in steeds meer bochten moeten wringen om geloofwaardig te blijven; reclamebureaus en massamedia, die steeds uitzinniger verknipte aandacht vragen voor nieuwe idolen en sensatie-formats om aantrekkelijk te blijven als kritiekloze katalysator in het omvormingsproces (de vermaakindustrie) van kapitaalgestuurde verzekeraars & producenten.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
Daan ziet het geld van zijn staat verdwijnen naar bovendanen die er een
misleidend maar aanlokkelijk, virtueel vermogen tegenover weten te zetten voor
zijn onderdanen. De constructies voor de westerse economie & cultuur worden
kunstmatig in stand gehouden. "Achmea" zit overal achter.
Het abc van economie en samenleving (arbeider, baas, consument) wordt
"particulier" via een oude strategie die met "aantrekkelijke idolen" (gewoon
lekker doen wat je zelf leuk vindt) wordt uitgezet door trendgoeroes van de
economie & reclamerabbi's met kijkcijferkanonnen om hun individuele domein te
vergroten.
De burger wordt univee, voor de mal gehouden door de disposabele patroonheiligen
van de vermaakindustrie.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
Daan's vermogen wordt uiteindelijk ook virtueel. De heren-mentaliteiten-mantel is in feite al zoiets. Op zich is dat geen probleem, maar als de WC-mentaliteit of -normaliteit van de vrije markt een misvatting blijkt (en de omvangrijke, door het westen veroorzaakte staatsschulden wereldwijd en de vlucht van het echte geld wijzen daar op), dan krijgt de staat het voor zijn kiezen. Want Daan heeft geen vermogen meer, slechts cijfers in twee kleuren.
De burger, ontdaan, zoekt zijn heil al in het "aanlokkelijk" particularisme:
"Ieder voor zich, verzekerd & wel." Maar die weg naar de toekomst loopt uit op
'n hel.
Uiteindelijk zijn het de nieuwe domeinheren, die zichzelf extra verzekeren van
een royaal bestaan, ten koste van Daan en zijn landgenoten. De "abrupte
correctie" die sommigen toch al verwachten, kan dan wel eens een "agressieve
correctie" worden.
De koning draagt virtuele kleren; de staat een virtueel vermogen. Het proces van democratisering wordt door ondernemers gemanipuleerd. Journalistiek en Marketing raken verstrengeld als de dubbele helix, het DNA van de casehond.
Alleen een "Hollandse Houding" die een aanzet kan zijn voor een hervonden, Europese Eenvoud kan het onheil oplossen, zodat een globale economische uitputting kan worden voorkomen.
Symptomen van het aanstormend failliet van de westerse consumptie-economie:
De constructies voor de instandhouding van de wc-economie worden steeds ingewikkelder.
De druk voor nog meer economische groei neemt dermate toe dat die roofzuchtige vormen krijgt.
Werken wordt sloven, een nieuwe slovernij, grijsgestreept aangestuurd.
Aandeelhoudersorganisaties kopen "segmenten moeilijk bemiddelbaren" in.
Juridificatie van individuele verantwoordelijkheden van de burgers tot in het privé-domein: “Wilt U even tekenen, dat mijn kind op uw feestje is?”
Toenemende claimcultuur, aangejaagd door rigide advocatuur.
Gênante constructies waarmee "toonaangevende" instellingen & bedrijven handelen.
Schaamteloze zelfbeloning door bestuur & management zowel van publieke als van private ondernemingen.
Tekorten in generieke voorzieningen aan de onderkant; decadente uitwassen aan de bovenkant van de samenleving.
Publieke omroep met commercials & commerciële omroepen met opiniërende pretenties leiden tot buitenproportionele vergoedingen voor handelingen die worden ingemasseerd als "voor iedereen haalbaar": ster, idool of landelijke gladiool.
Er ontstaan investeringsmaatschappijen die beginnend "sporttalent" aankopen en verhuren tot er een klapper kan worden gemaakt.
Particulieren geven onderhands geld aan gouden-bergenbelovers.
Media prefereren bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten, boven de sociale-globale cohesie-functie die ze van oorsprong hebben.
Snelle groei van "gated communities" oude stijl (domeinen voor particulieren, met bedienden en vermeende deftigheid)
Er wordt meermalen gezinspeeld op een aanstormende economische "oorlog" als argument voor een ja-stem bij het referendum over de Europese grondwet.
Mastercard, een goudkip van meer dan 100 banken, gaat naar de beurs. Visa volgt.
Ook in de westers-urbane samenleving ontwikkelen zich no go areas (nga's) met een eigen economische dynamiek.
Spontane maatschappelijke initiatieven dreigen niet meer georganiseerd te worden vanwege moeilijk in te schatten risico's van individuele (of groepen) deelnemers. (wijkfeesten, wandelvierdaagse, voetbalwedstrijen)
ABN AMRO wacht een proces, aangespannen door de Bank of America.
Buitenlandse winstwolven kopen huurhuizen van organisaties voor sociale woningbouw en verkopen die met veel winst door aan huurverhogende winstwelpen, zodat de huurder de biezen kan pakken.
Binnenlandse geldwolven vestigen zich, soms met veel trots, in Dubai of andere streken om zich aan het beklemmende toezicht van de Nederlandse staat te onttrekken.
Private Equity koopt zich in in Accountancy
Oorzaken van het failliet van de wc-economie
Daan's geld is slechte smeerolie in het virtuele westerse vermogen dat voortdurend op hol dreigt te slaan door vermogens-flitsen & -hypes.
De essentie van geld wordt door weinigen begrepen.
Pensioenfondsen & banken geven goedkoop geld aan opkopers & uitbeners van aandeelgestuurde bedrijven. Ze stellen kapitaalwinst op korte termijn boven duurzaam werknemersbelang.
De WC kent geen alternatieven meer voor "de verzekering" als sociaal-economisch draagmodel.
De politiek hanteert conflicterende beleidslijnen: "meer consumeren" om de economie te versterken; "meer waarden & normen" voor een duurzame samenleving.
De WC (Westerse Cultuur) geeft te veel kouwe kak.
De westerse cultuur, overwegend dominant in zogenaamde democratische staten, is zelf niet mee gedemocratiseerd (rangen & standen) en genereert binnenstatelijke domeinen met een permanente onderklasse.
De WC leidt dus aan een democratisch tekort; de staten vertonen symptomen van een domeinencratie. En domeindenkers zijn per definitie ondemocratisch. Een onderklasse houdt hen in stand.
Kapitalisme & Particularisme leiden tot cauliflowering in de economische ontwikkelingen met alle risico's voor economische gastritis.
Het vademecum voor WC-bewustzijn wordt niet meer door het Iconolatrische Europa maar door het Iconomische Hollyland-Disneywood verbeeld, de steriele archetypering van de Amerikaanse droom.
De westerse consumenten-economie kan zich globaal gesproken alleen maar parasitair instandhouden, ergo: is niet universeel & democratisch "uitrolbaar".
Kortom:
De westerse consument is kritiekloos univee, dat zich telkenmale weer enthousiast:
door de bank laat nemen
door de reclamemaffia laat misleiden
door de politiek laat uitkleden
door de media laat vermaken
door de gedachte laat leiden, dat "Boeuf Bourguigonne" een bijzonder rund is
ofwel:
Is zich totaal niet bewust van zijn macht als democratische Daan in een Europese staat
Werk mee, zeg:
NEE
Nieuwe Europese Eenvoud
gebaseerd op Globaal Bewustzijn:
> Inclusief Denken & Ken jezelf <
> Van kinds af aan <
De wereld is bedoeld voor morgen; de toekomst dendert op ons af,
Iconomy Iconomie:
Idolate leer van kwalitatieve instandhouding door zelfverrijking vanuit een taxonomisch te specificeren staat van zijn. (iconomy gaat per definitie ten koste van een omgeving)
Idolity Idolheid:
(geesteshouding) staat van zijn waarin, gevoed door politieke, educatieve of religieuze motieven een zelfversterkend effect ontstaat dat leidt tot idolatrische overschatting van het eigen vermogen in de ontwikkeling van de mens.
n.b.:
Ondertussen reist een royale Nederlandse delegatie met regelmaat buitengaats om
het 400-jarig bestaan van "de goede betrekkingen" te vieren. Zonder excuses voor
het verleden.
Rotterdam, Voorjaar 2006
Ter gelegenheid van
de Koninklijke Wereldtrip
400 jaar VOC,
die ook leuke kanten had.
https://tokyo.nl/japan/geschiedenis-nederland-japan/
bijgewerkt, Voorjaar 2023