archief: groene ordner G web
Noordwijkerhout, 21 oktober.
Aan de Tien
die mij het meest nabij zijn.
Naarmate de tiende maand van dit jaar verstrijkt en november (in oude tijden de
negende; oktober was de achtste maand) nadert, neemt het genoegen waarmee ik je heb
uitgenodigd voor een vriendendis, hoger vlucht.
Niet dat ik er een zware omlijsting aan wil geven, maar ik vind het toch een
intrigerend idee, dat de tien mensen die mijn zingeving van het bestaan in meer
of mindere mate zouden kunnen verbeelden, elkaar niet zo kennen als ik jou ken.
Sommigen ken je beter, anderen minder dan ik.
Wat je met de anderen in ieder geval gemeen hebt, is, dat ik me met jou in goed
gezelschap voel en dat ook de anderen van een Cosy Dinner houden.
Niet dat ik er een quiz of queeste van wil maken, maar het leek me toch een
boeiend idee, dat de tien mensen die onder meer mijn muziek-domein ruimschoots
bestrijken, daarin onderling min of meer te onderscheiden interessevelden
hebben.
Zodanig zelfs, dat ik durf te veronderstellen, dat als ieder zijn voorkeurmuziek
(pop/jazz/klassiek/eigentijds, of wat dan ook aan "georganiseerd geluid", zolang
het minimaal twee doch maximaal tien minuten tape beloopt) op een bandje zet, we
tenminste negen verschillende opnamen te horen zullen krijgen.
Dáár zit in ieder geval een kleurrijke wereld van verschil, waarbij het
aangenaam tafelen zal zijn.
Je begrijpt, neem ik aan, dat ik je hiermee wil herinneren aan het
cassettebandje dat je onlangs ontvangen hebt.
Neem het bandje mee en stop het op 1 november 1991 tussen 16.00 & 16.10 in de
box die in 'de molen' van restaurant Hofstede Cleyburch te Noordwijk op tafel
staat. Daar zal ik je van harte begroeten en met veel plezier aan de anderen
voorstellen, voor zover dat nog nodig zou zijn.
de cassettebandjes zijn nog
niet gevonden.
In de week rond het verzenden van de brief
heb ik de tien beste vrienden
voorgelegd aan
Maar eerst een antwoord op de vraag die me nooit gesteld is:
Wie zijn je 10 beste vrienden, hoe bepaal je dat?
nr | karakter | boven | onder | it | boven | onder | karakter | nr |
c |
||||||||
28 | ta kwo | twéi | soen | 1 | twéi | soen | ta kwo | 28 |
9 | siau tsj'oe | soen | tj'ièn | 2 | tj'ièn | soen | kow | 44 |
10 | lu | tj'ièn | twéi | 3 | soen | twéi | tsjoeng foe | 61 |
8 | pi | k'an | k'oen | 4 | k'oen | k'oen | k'oen | 2 |
8 | pi | k'an | k'oen | 4 | k'oen | k'oen | k'oen | 2 |
3 | tsjoen | k'an | tsjen | 5 | k'an | k'oen | pi | 8 |
18 | koe | ken | soen | 5 | tj'ièn | ken | t'oen | 33 |
32 | heng | tsjen | soen | 6 | tsjen | k'oen | ju | 16 |
50 | ting | li | soen | 7 | ken | li | pi | 22 |
17 | swéi | twi |
tsjen |
8 | k'oen | k'oen | k'oen | 2 |
10 | lu | tj'ièn | twéi | 9 | twéi | tsjen | swéi | 17 |
5 | siu | k'an | tj'ièn | 10 | k'an | twéi | tj'ié | 60 |
01 / 911020/14:31
28 TA KWO / HET OVERWICHT VAN HET GROTE
boven: Twéi, het Blijmoedige, het meer
onder: Soen, het Zachtmoedige, de wind, het hout
Het teken bestaat uit vier sterke lijnen in het midden en twee zwakke lijnen aan
de buitenkant.
Het teken stelt een balk voor die in het midden dik en zwaar, maar aan de
uiteinden te zwak is. Dat is geen toestand die kan voortduren. Die moet
veranderd of opgeheven worden, anders dreigt er onheil.
Het oordeel:
Het Overwicht van het Grote. De nokbalk buigt door.
Het is bevorderlijk, een plaats te hebben, waar men heen kan gaan.
Welslagen.
Het overwicht van het grote is excessief. De belasting is te groot voor de
dragende krachten.
De tijd en de situatie zijn van dien aard, dat er buitengewone maatregelen nodig
zijn om de eveneens buitengewone toestand meester te worden. Daarom moet men er
op bedacht zijn, zo spoedig mogelijk een overgang te vinden en te handelen: dat
belooft succes, want hoewel het sterke te zwaar drukt, is het toch in het
midden, dat wil zeggen in het innerlijk zwaartepunt, zodat er geen gevaar is
voor revolutie.
Men moet de Knoop ontwarren door zachtjesaan tot de Kern van de situatie door te
dringen. Dan zal de overgang naar andere toestanden gelukken.
Daar is groot meesterschap voor nodig.
Daarom is de tijd van het Overwicht van het Grote een grote tijd.
Het beeld:
Het meer gaat over de bomen heen.
Het beeld van het overwicht van het grote.
Zo is de edele, als hij alleen staat, onbezorgd,
En als hij afstand moet doen van de wereld. onversaagd.
De buitengewone tijden zijn als een overstroming. Maar zulke toestanden gaan
voorbij.
In de afzonderlijke tekens is de juiste houding aangegeven: Soen is de boom, die
vast staat, ook als hij eenzaam is. En twéi is de blijmoedigh'eid die onversaagd
blijft, ook al moet ze afstand doen van de wereld.
02 / 911020/14:51
SIAU TSJ'OE dat zich ontwikkelt naar KOW
9. SIAU TSJ'OE
De Temmende Kracht van het Kleine
boven: Soen, het Zachtmoedige, de wind
onder: Tj'ièn, het Scheppende, de hemel
De kracht van het kleine, in de schaduw levend, tegen houdend, temmend &
remmend. Vanuit het beeld beschouwd is het de wind die hoog aan de hemel waait.
Het teken geeft de toestand aan waar voor korte tijd iets sterks in toom
gehouden wordt door iets zwaks. Dit kan slechts door zachtmoedigheid geschieden,
wil het met succes bekroond worden.
Het oordeel:
De temmende kracht van het kleine brengt welslagen.
Dichte wolken, geen regen van ons westelijk gebied.
Er stijgen wolken op in overvloed, die het land vochtigheid en regen beloven,
hoewel er voorlopig nog geen regen valt. De situatie is niet ongunstig, want er
is kans op een uiteindelijk gunstig resultaat. Er staan echter nog hindernissen
in de weg. Men kan slechts voorbereidend werk verrichten, invloed uitoefenen in
het kleine door vriendelijke overreding.
De tijd van doortasten in het grote is nog niet gekomen.
Het beeld:
De wind jaagt langs de hemel.
Het beeld van de temmende kracht van het kleine.
Zo verfijnt de edele de uiterlijke vormen van zijn wezen.
Afzonderlijke lijnen:
In het begin een negen: "Terugkeer tot de weg hoeft niet afkeurenswaardig te
zijn. Heil!"
Het ligt in de aard van de sterke vooruit te willen. Zijn voortvarendheid heeft
hem echter op dood spoor gebracht. Daarom keert hij terug tot de weg, die bij
zijn situatie past. Daarop is hij vrij, voort te gaan of zich terug te trekken.
Het is goed en verstandig dat men iets niet met geweld wil doorzetten. Dit
brengt heil overeenkomstig de aard van de betrokken aangelegenheid.
Zes op de vierde plaats: "Ben je waarachtig, dan verdwijnt bloed en wijkt angst.
Geen blaam."
In een moeilijke, verantwoordelijke positie moet men de machtige, die men
leidend terzijde staat, zó in toom houden, dat het juiste geschiedt. Daarin ligt
een groot gevaar, waarbij zelfs de kans op bloedvergieten niet is uitgesloten.
Maar de macht van de waarheid, die niet zichzelf zoekt, is groter dan al deze
hindernissen en maakt zulk een diepe indruk, dat men zijn bemoeiingen met succes
bekroond ziet. Zo verdwijnt elk gevaar voor bloedvergieten en daarmee alle
angst.
44 KOW
Het Tegemoet Komen
boven Tj'ièn, het Scheppende, de hemel
onder Soen, het Zachtmoedige, de wind
KOW: Het tegemoet komen. Het donkere principe dringt zich heimelijk weer naar binnen, nadat het verdreven was. Het vrouwelijke komt uit eigen beweging het mannelijke tegemoet. Het is een gevaarlijke en weinig gunstige situatie. Maar als de hemel en de wind elkaar tegemoet komen, gedijen alle schepselen.
03 / 911020/13:58
LU dat zich ontwikkelt naar TSJOENG FU
Het Optreden beweegt zich naar Innerlijke Waarheid
10 LU / HET OPTREDEN
boven: Tj'ièn, het Scheppende, de hemel
onder: Twéi, het blijmoedige, het meer
Het optreden betekent enerzijds de juiste manier van zich te gedragen.
Het betekent ook: "op iets treden". Het zwakke treedt hier op het sterke,
de beweging is van onder naar boven, maar
dat is hier niet gevaarlijk, omdat het in blijmoedigheid geschiedt, zonder
aanmatiging, zodat de sterkere er zich niet over ergert, maar het zich laat
welgevallen.
Het oordeel:
Treden op de staart van de tijger.
Hij bijt de mens niet. Welslagen.
De situatie is eigenlijk moeilijk. Er doen zich in het leven situaties voor
waarin men te maken krijgt met mensen uit een ander milieu. In zo'n geval is
het gewenst, in zijn optreden de goede toon te bewaren. Goede aangename
omgangsvormen hebben succes, ook tegenover prikkelbare mensen.
Het beeld:
Boven de hemel, beneden het meer:
Het beeld van het optreden.
Zo onderscheidt de edele hoog en laag
En daardoor versterkt hij de geest van het volk.
Er is verschil tussen hoog en laag. Maar als uiterlijke verschillen door
innerlijke gronden gerechtvaardigd zijn en innerlijke waardigheid is de
maatstaf, dan hebben de mensen er vrede mee.
Afzonderlijke lijnen:
Negen op de vierde plaats:
"Hij treedt op de staart van de tijger. Voorzichtigheid en behoedzaamheid leiden
tenslotte tot heil."
Het betreft hier een gevaarlijke onderneming. De innerlijke kracht daarvoor is
aanwezig. Maar naar buiten gaat die innerlijke kracht samen met remmende
voorzichtigheid.
Men kan zijn wil doorzetten en door voortschrijden het gevaar overwinnen.
61 TSJOENG FOE / INNERLIJKE WAARHEID
boven: Soen, het Zachtmoedige, de wind
onder: Twéi, het Blijmoedige, het meer
TSJOENG FU:
Innerlijke Waarheid. Het hart van het teken is vrij. Dat wijst er op, dat het
hart vrij is van vooringenomenheid. De innerlijke waarheid is krachtig in haar
werking.
04 / 901021/21:30 / 901020/15:22
PI dat zich ontwikkelt naar K'OEN
8 Pl / DE AANEENGESLOTENHEID
boven: K'an, het onpeilbare, het water
onder: K'oen, het Ontvangende, de aarde
Het water op de aarde vloeit samen waar het maar kan.
Alle lijnen zijn week, behalve de vaste lijn op de vijfde plaats, de plaats van
de heerser. Maar ook deze sterke, leidende persoonlijkheid is solidair met de
anderen, in wie hij een aanvulling van zijn eigen wezen vindt.
Het oordeel:
Aaneengeslotenheid brengt heil.
Peil het orakel nog eens, of je verhevenheid, duurzaamheid en standvastigheid
bezit;
Dan is er geen blaam.
De onzekeren komen gaandeweg naderbij.
Wie te laat komt, heeft ongeluk.
Het gaat er om, zich met anderen één te weten. Op deze wijze vult men elkaar
wederkerig aan en helpt men elkaar vooruit. Voor zulk een onderlinge
verbondenheid moet er een middelpunt zijn, waar anderen zich omheen scharen.
Middelpunt te worden van zulk een aaneengesloten groep mensen is niet
gemakkelijk en brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee. Er is innerlijke
grootheid, consequentie en kracht voor nodig.
Waar echter een werkelijk middelpunt aanwezig is, komen de onzekeren gaandeweg
vanzelf naderbij.
Wie te laat komt, vindt tot zijn schade de deur gesloten.
Het beeld:
Op de aarde is water: het beeld van de aaneengeslotenheid.
Zo hebben de koningen van de voortijd de afzonderlijke staten als leengoed
vergeven en met de leenvorsten vriendschappelijke betrekkingen onderhouden.
De centrale macht van een sociaal organisme moet er voor zorgen, dat elk lid
zijn werkelijk belang ziet in solidariteit.
Afzonderlijke lijnen:
Negen op de vijfde plaats:
"Openbaring van de aaneengeslotenheid. De koning laat bij de jacht slechts van
drie kanten drijven en doet afstand van het wild dat aan de voorzijde ontwijkt."
Er verschijnt hier een heerser, een invloedrijk man, ten tonele die mensen tot
zich trekt. Die tot hem komen, neemt hij op; de anderen laat hij lopen. Hij
verplicht niemand, hij vleit niemand.
Men moet niet om de gunst van de mensen bedelen. Als wij in onszelf de reinheid
en de kracht ontwikkelen die nodig zijn om als middelpunt van een vereniging te
dienen, dan komen de mensen die bij ons horen vanzelf naar ons toe.
2 KOEN / HET ONTVANGENDE
boven: K'oen, het Ontvangende, de aarde
onder: K'oen, het ontvangende, de aarde
Het ontvangende bewerkt verheven welslagen, bevorderend door de standvastigheid
van een merrie.
Heeft de edele iets te ondernemen en wil hij vooruit, dan
verdwaalt hij. Volgt hij, dan vindt hij leiding.
Bevorderlijk is het, in het westen & zuiden vrienden te vinden; in het Oosten &
noorden vrienden te ontberen. Rustige standvastigheid brengt heil.
05.1 / 911019/14:30
Tsjoen, dat verandert naar Pl.
Een aanvangsmoeilijkheid die tot aaneengeslotenheid leidt
3
TSJOEN / DE AANVANGSMOEILIJKHEID
boven: K'an, het Onpeilbare, het water
onder Tsjen, het Opwindende, de donder
Het water boven, de donder beneden Het opwindende onder het onpeilbare
De naam van het teken stelt eigenlijk gras voor, dat bij zijn ontspruiten uit de
aarde gehinderd wordt. Vandaar de benaming "Aanvangsmoeilijkheid". Het teken
laat zien, hoe hemel & aarde de afzonderlijke wezens voortbrengen. Het is de
eerste ontmoeting die met moeilijkheden verbonden is.
Maar er komt licht in de chaos. In het onweer ontladen zich de spanningen, en
alles herademt verlicht.
Het oordeel:
De aanvangsmoeilijkheid bewerkt verheven welslagen
Bevorderend door
standvastigheid
Men moet niets ondernemen
Het is bevorderlijk, helpers aan te stellen.
De tijd, waarin iets aan het worden is, heeft zijn moeilijkheden. Maar de
moeilijkheden zijn een gevolg van de grote overvloed van al wat daar worstelt om
een vorm te vinden. Alles is in beweging en daarom mag men, ondanks het
bestaande gevaar, groot succes verwachten als men standvastigheid bezit.
Als iemand door het lot geroepen wordt, zo'n moeilijk begin te maken, is alles
nog ongevormd en duister. Daarom moet men afwachten, want elk voorbarig
ingrijpen zou mislukking ten gevolge kunnen hebben.
Ook is het van groot belang,
dat men niet alleen blijft. Men moet helpers hebben om samen met hen de chaos te
overwinnen.
Het beeld:
Wolken & donder: het beeld van de aanvangsmoeilijkheid.
Zo werkt de edele ontwarrend en ordenend.
De edele moet de chaotische overvloed indelen en ordenen, zoals men de zijden
draden van een kluwen ontwart en tot koorden samenvlecht.
Men moet om in het oneindige de weg te vinden, weten te onderscheiden en te
verbinden.
8 Pl /
DE AANEENGESLOTENHEID
boven: K'an, het Onpleibare, het water
onder: K'oen, het Ontvangende, de aarde.
Pl: "Aaneengeslotenheid brengt heil.
Peil het orakel nog eens, of je
verhevenheid, duurzaamheid & standvastigheid bezit."
05.2 /
911020/12:24
KOE, dat zich ontwikkelt naar T'OEN
Het werk aan het bedorvene, dat aan het terugtrekken is.
18 KOE / HET WERK AAN HET BEDORVENE
boven: Ken, het Stilhouden, de berg
onder: Soen, Het Zachtmoedige, de wind
Stilhouden boven het zachtmoedige. Het waait aan de voet van de berg
Het teken KOE stelt een schotel voor waarin zich wormen ontwikkelen. Dat stelt
het bedorvene voor. Dit houdt een aansporing in, het weer goed te maken.
Daarom niet: "Het bedorvene", maar: "het Werk aan het bedorvene".
Het oordeel:
Het Werk aan het bedorvene heeft verheven welslagen.
Het is bevorderlijk, het grote water over te steken.
Wat door schuld van mensen is bedorven, kan door werk van mensen weer worden
goed gemaakt. Het is geen onverbiddelijk noodlot, maar misbruik van de
menselijke vrijheid, wat de toestand van het verderf heeft veroorzaakt.
Bij het werk van de verbetering zijn de vooruitzichten gunstig, daar ze in
overeenstemming zijn met de door de tijd geboden mogelijkheden. Men mag alleen
niet terugschrikken voor werk en gevaar, gesymboliseerd door het oversteken van
het grote water. Men moet energiek aanpakken.
In plaats van onverschilligheid en traagheid, die tot het bederf hebben geleid,
moeten nu vastberadenheid en energie aan de dag treden, opdat het einde gevolgd
worde door een nieuw begin.
Het beeld:
Aan de voet van de berg waait de wind:
Het beeld van het bederf.
Zo wekt de
edele de mensen op en sterkt hij hun geest.
De afzonderlijke lijnen:
Een negen op de tweede plaats:
"In orde brengen wat door de moeder is bedorven. Men mag niet te standvastig
zijn."
Het gaat hier om fouten die uit zwakheid het bederf hebben doen ontstaan. Als
men de zaak weer in orde wil brengen, moet men in zo'n geval een zekere delicate
consideratie gebruiken.
Geen al te drastische maatregelen nemen, opdat men door zijn ruwheid geen wonden
toebrengt.
Zes op de vierde plaats betekent:
"Dulden wat door de vader is bedorven. Zo voortgaande ondervindt men geen
beschaming."
Zes op de vijfde plaats:
"In orde brengen wat door de vader is bedorven. Men vindt waardering."
Men ziet zich geplaatst door bederf dat door nalatigheid is ontstaan in vroeger
tijden. Men bezit niet de kracht, daar alleen tegen op te treden. Maar men vindt
bekwame helpers. Men kan geen nieuw begin scheppen, maar wel een grondige
hervorming tot stand brengen.
33
TOEN: De Terugtocht.
boven: Tj'ièn, het Scheppende, de hemel
onder: Ken, het Stilhouden, de berg
We hebben bij deze terugtocht niet te maken met menselijke willekeur, maar met de wetten van het natuurgebeuren. Daarom is in dit geval de terugtocht de juiste wijze van handelen, die de krachten niet uitput.
Het welslagen. In het kleine is standvastigheid
bevorderlijk
06 / 911020/13:18
HENG dat zich ontwikkelt naar JU.
Duurzaamheid met als perspectief Enthousiasme.
32. HENG / DE DUURZAAMHEID
boven: Tsjen, het Opwindende, de donder
onder: Soen, het Zachtmoedige. de wind
Het Opwindende boven het Zachtmoedige Donder & Wind
De vereniging als duurzame toestand, zoals donder & wind duurzaam verbonden
verschijningen zijn.
Het oordeel:
Welslagen. Geen blaam.
Bevorderlijk is standvastigheid.
Bevorderlijk is het, een plaats te hebben, waar men heen kan gaan.
Duur is een toestand waarvan de beweging niet door belemmeringen wordt uitgeput.
Het is geen toestand van rust; stilstand zonder meer, is achteruitgang.
De man, die een roeping te vervullen heeft, legt een duurzame zin in zijn
levensweg. Daardoor wordt zijn wereld gevormd.
Door datgene wat de dingen hun duur geeft, kunnen wij alles van hemel en aarde
leren begrijpen.
Het beeld:
Donder & Wind. Het beeld van de Duurzaamheid.
Zo staat de edele vast en hij verandert zijn richting niet.
De donder rolt en de wind waait. Beide zijn uiterst bewegelijke grootheden, maar
hun komen en gaan geschiedt volgens duurzame wetten.
Zo berust de zelfstandigheid van de edele ook niet op starre onbeweeglijkheid.
Hij gaat altijd mee met de tijd en verandert met deze. Het duurzame is de vaste
richting, de innerlijke wet van zijn wezen, dat al zijn handelingen bepaalt.
De afzonderlijke lijnen:
Negen op de tweede plaats' "Berouw verdwijnt"
De situatie is abnormaal. De kracht van het karakter is sterker dan de
beschikbare materiële macht. Men zou dus kunnen vrezen, dat men zich laat
meeslepen tot iets wat de kracht te boven gaat. Maar daar het de tijd van de
duur is, gelukt het, de innerlijke kracht te beheersen, zodat elk teveel wordt
vermeden en de reden voor berouw verdwijnt.
Negen op de derde plaats: : "Wie zijn karakter geen duurzaamheid geeft, zal
schande oogsten. Blijvende beschaming."
Als men innerlijk heen & weer wordt geslingerd, verliest men de consequente lijn
in zijn karakter. Dat leidt aanhoudend tot pijnlijke belevenissen. Toch zijn het
niet zozeer acties van de buitenwereld alswel de wetmatige uitwerking van fouten
in de eigen natuur.
16 JU / DE GEESTDRIFT.
boven: Tsjen, het opwindende, de donder
onder: K'oen het Ontvangende de aarde
Er begint een beweging die overgave ontmoet en daardoor bezielend & meeslepend
werkt. Van belang is het, deze beweging volgens de lijn van de minste weerstand
te laten ontwikkelen.
07 / 911022/19:42
TING in het perspectief Pl
De spijspot die naar bekoorlijkheid groeit.
50 TING / DE SPIJSPOT
Boven: Li, het Zich-Hechtende, het vuur
Onder: Soen, het Zachtmoedige, de wind, het hout.
TING was een eetschaal die bij tempeldiensten en familiefeesten gebruikt
werd. Symbool van een verfijnde cultuur.
Beneden hout/wind, boven vuur. Hier dient het hout het geestelijke (vuur) tot
voedsel
Het oordeel:
De Spijspot. Verheven heil. Welslagen.
Hier wordt de cultuur geschetst die haar hoogtepunt vindt in de bereiding der
dingen en de verfijnde aanbieding. Al het zichtbare moet boven zichzelf
uitgroeien en zich voortzetten tot in de regionen van het onzichtbare. Daardoor
krijgt het ware wijding en ware klaarheid.
Het beeld:
Boven het hout is het vuur: het beeld van de Spijspot. Zo verankert de edele
zijn lot,
Door zijn positie correct te maken.
Het hout is het noodlot van het vuur. Zolang het eronder aanwezig is, kan het
vuur erboven branden. Ook in de mens is een noodlot dat zijn leven kracht
verleent. Door harmonie te brengen in leven en noodlot, verankert men zijn lot.
Afzonderlijke lijnen:
Zes in het begin:
Een spijspot met omgekeerde poten. Bevorderlijk voor de verwijdering van de
klonters.
Men neemt een concubine terwille van haar zoon. Geen blaam.
Men krijgt de gelegenheid iets te ondernemen dat goede vruchten afwerpt en vindt
daardoor waardering.
Negen als tweede:
In de spijspot is voedsel. Mijn kameraden zijn jaloers, maar kunnen mij niets
doen. Heil!
In een tijd van hoge cultuur is het van belang dat men werkelijk iets presteert.
Dat kan jaloezie of afgunst opwekken, maar dat is niet gevaarlijk.
Negen als vierde:
De spijspot breekt zijn poten. Het maal van de vorst wordt vermorst. De gestalte
wordt bevlekt. Onheil!
Men heeft een zware verantwoordelijke taak, waar men niet tegen opgewassen is.
Daar men zich bovendien niet met al zijn kracht aan deze taak wijdt, maar zich
met laagstaande mensen afgeeft, mislukt alles.
22 Pl / DE BEKOORLIJKHEID
boven: Ken, het Stilhouden, de berg
onder Li, het Zich-Hechtende, het vuur
De bekoorlijkheid brengt succes. Ze is echter niet het wezenlijke, maar vormt
slechts een ornament. Middel, maar geen doel.
08 / 911022/20:06
SWÉI in het perspectief van KOEN
Het navolgen dat tot ontvangen leidt.
17 SWÉI / HET NAVOLGEN
boven: Twi, het Blijmoedige, de vreugde
onder: Tsjen, het Opwindende, de donder
Een oudere man stelt zich onder een jong meisje en houdt rekening met haar
verlangens.
Daardoor beweegt hij haar er toe, hem te volgen.
Het oordeel:
Het navolgen heeft verheven welslagen.
Bevorderlijk is standvastigheid. Geen blaam.
Om te bereiken dat men wordt nagevolgd, zal men eerst zichzelf moeten kunnen
aanpassen.
Slechts door dienen komt men tot heersen.
Standvastigheid is daarbij
van belang.
Het denkbeeld van navolging onder aanpassing aan dat wat de tijd verlangt, is
groot en belangrijk.
Daarom luidt het oordeel gunstig.
Het beeld:
Binnen in het meer is de donder: het beeld van het Navolgen.
Zo keert de edele tegen de tijd der avondschemering
Naar huis terug voor ontspanningen rust.
De donder temidden van het meer wijst op wintertijden van duisternis en rust.
Na een dag onvermoeid bezig te zijn geweest, gunt de edele zich gedurende de
nacht rust en verkwikking.
Afzonderlijke lijnen:
Negen in het begin:
"Het toonaangevende verandert. Standvastigheid brengt heil.
De deur uitgaan en
met mensen verkeren."
Heeft men eenmaal besloten, zich voor de meningen van anderen open te stellen,
dan moet men niet uitsluitend samen blijven met gelijkgezinden en partijgenoten.
Men moet de deur uitgaan en met mensen van allerlei slag, vriend en vijand,
verkeren.
Slechts daardoor brengt men iets tot stand.
Negen op de vierde:
"In waarachtigheid de weg bewandelen brengt klaarheid. Hoe zou dat een smet
kunnen zijn?"
Negen op de vijfde:
"Waarachtigheid in het goede. Heil!"
Ieder mens moet een ideaal voor ogen hebben dat als leidstar dient.
Wie het schone en goede met volle overtuiging navolgt, voelt zich gesterkt.
2 K'OEN / HET ONTVANGENDE
Heeft de edele iets te ondernemen en wil hij vooruit,
dan verdwaalt hij. Volgt hij, dan vindt hij leiding.
Bevorderlijk is het, in het westen en zuiden vrienden te vinden; in het oosten
en noorden vrienden te ontberen.
Het teken bestaat uit louter gebroken lijnen, het ontvangende, de aarde.
09 / 901023/13:49
LU dat zich ontwikkelt naar SWÉI
10 LU / HET OPTREDEN
boven: Tj 'ièn, het Scheppende, de hemel
onder: Twéi, het Blijmoedige, het meer
LU, het optreden, betekent enerzijds de juiste manier van zich te gedragen, verschil
kennen van hoog (hemel) en laag (meer).
Het betekent ook: "op iets treden". Het zwakke treedt hier op het sterke, maar
dat is hier niet gevaarlijk, omdat het in blijmoedigheid geschiedt, zonder
aanmatiging, zodat de sterkere er zich niet over ergert, maar het zich laat
welgevallen.
Het oordeel:
Treden op de staart van de tijger.
Hij bijt de mens niet. Welslagen.
De situatie is eigenlijk moeilijk. Er doen zich in het leven situaties voor
waarin men te maken krijgt met mensen uit een ander milieu. In zo'n geval is
het gewenst, in zijn optreden de goede toon te bewaren. Goede aangename
omgangsvormen hebben succes, ook tegenover prikkelbare mensen.
Het beeld:
Boven de hemel, beneden het meer:
Het beeld van het optreden.
Zo onderscheidt de edele hoog en laag
En daardoor versterkt hij de geest van het volk.
Er is verschil tussen hoog en laag. Maar als uiterlijke verschillen door
innerlijke gronden gerechtvaardigd zijn en innerlijke waardigheid is de
maatstaf, dan hebben de mensen er vrede mee.
Afzonderlijke lijnen:
Negen op de tweede plaats:
"optreden op eenvoudige, effen baan. De standvastigheid van een donkere man
brengt heil."
Hier wordt de situatie van een eenzame wijze geschilderd. Hij houdt zich van
alle werelds gedoe afzijdig, zoekt niets, verlangt van niemand iets en laat zich
niet verblinden door verleidelijke mogelijkheden. Hij is trouw aan zichzelf en
gaat aldus op een effen weg onaangevochten door het leven.
Negen bovenaan:
"Blik terug op je optreden en toets de gunstige tekens. Is alles volmaakt, dan
komt verheven heil."
Het werk is ten einde. Alleen uit de gevolgen van zijn handelingen, uit de
vruchten van zijn werk kan men afleiden wat men te verwachten heeft.
17 SWÉI / HET NAVOLGEN
boven: Twéi, het Blijmoedige, het meer
onder: Tsjen, het Opwindende, de donder
SWÉI / Het navolgen:
"Een oudere man stelt zich onder een jong meisje en houdt
rekening met haar verlangens. Daardoor beweegt hij haar er toe, hem te volgen.
10 / 911023/14:10
SIU dat zich ontwikkelt naar TJ'ÉI
5. SIU / HET WACHTEN
boven: K'an, het Onpeilbare, het water
onder: Tj'ièn, het Scheppende, de hemel
Het teken toont de wolken aan de hemel, beladen met regen, die al wat groeit
verheugt en de mens van voedsel en drank voorziet. De regen zal komen, zodra de
tijd aangebroken is. Men kan hem niet dwingen. De gedachte aan het wachten wordt
bovendien gesuggereerd door de eigenschappen van de beide oertekens.
Kracht laat zich door gevaar niet overhaasten, maar neemt de tijd, terwijl
zwakte erdoor in opwinding raakt en het geduld verliest.
Het oordeel:
"Als je waarachtig bent, heb je licht en welslagen. Standvastigheid brengt heil.
Het is bevorderlijk, het grote water over te steken."
Men heeft een gevaar voor zich dat men dient te overwinnen. Alleen wie sterk is,
kan zijn moeilijkheden aan; zijn innerlijke zekerheid geeft de kracht tot
geduldig wachten. Wanneer men de dingen zonder illusie en zonder zelfbedrog
onder ogen ziet, ontwikkelt zich uit de gebeurtenissen een licht, dat de weg
naar welslagen wijst. Dan kan men de beslissende stap doen om het gevaar te
boven te komen.
Het beeld:
"Wolken stijgen op aan de hemel. Zo voedt en laaft zich de edele, blijmoedig en
opgeruimd."
Zolang de tijd nog niet vervuld is, moet men geduld oefenen en niet trachten, de
toekomst naar zijn hand te zetten, maar lichaam en geest in goede conditie
houden. Dan is men bereid wanneer de ure komt.
De afzonderlijke lijnen:
Negen op de derde plaats:
"Wachten in de modder. Bewerkt de komst van de vijand."
De modder is geen gunstige plaats voor het wachten. Men heeft te vroeg een
aanloop genomen, in plaats van krachten te vergaren om het water ineens te
kunnen oversteken. Zo een situatie lokt vijanden dichterbij.
Alleen door ernst en voorzichtigheid is het mogelijk, zich voor schade te
vrijwaren.
60 TJ'IÉ / DE BEPERKING
boven: K'an, het Onpeilbare, het water
onder: Twéi, het Blijmoedige, het meer
TJ'IÉ / DE BEPERKING: Het meer heeft een beperkte ruimte.
Daarom moet men de
watertoevloed beperken. In het dagelijks leven wordt daarmee bedoeld:
spaarzaamheid, die vaste grenzen voor haar uitgaven heeft.
In het morele leven zijn het de vaste grenzen die de edele zichzelf stelt voor
zijn handelingen, de grenzen van trouw en belangeloosheid.