MEMORANDUM voor de vergadering op Woensdag 13 mei 1970.


Het is mij een groot genoegen U te kunnen mededelen dat de Heer Bosma, burgemeester van Noordwijkerhout, zich bereid verklaard heeft zijn benoeming tot president van onze stichting te aanvaarden.
Het genoegen waarmee ik dat doe vindt zijn oorsprong daar in, dat ik het toejuich dat juist de burgemeester van Noordwijkerhout het presidentschap bekleedt, omdat het initiatief tot oprichting van de stichting in Noordwijkerhout is genomen (hetgeen juist nu het er naar uitziet dat we op het punt staan onze vleugels ook over andere “bollengemeenten” te gaan uitstrekken, best onderstreept mag blijven). Daarenboven echter heb ik het genoegen gehad te ondervinden dat de Heer Bosma de culturele waarden van het leven een warm hart toedraagt, en dus ook om die reden de juiste man op de juiste plaats is.

Tijdens de opening van ons -overigens zeer geslaagde- toneelavond van 8 mei jl., toen pastoor Hammerstein de nieuwe samenstelling van het bestuur bekend heeft gemaakt, is de benoeming van de Heer Bosma nog niet onthuld. Verderop in mijn betoog zult U zien dat daartoe binnenkort een veel betere gelegenheid zich zal voordoen.


Subsidie.
In de gemeenteraadsvergadering van 28 april jl. is een bijzondere verordening vastgesteld, waarbij de subsidiëring van onze stichting is geregeld. Die subsidie bedraagt jaarlijks
a. Een basisbedrag ad f. 4.00,00
b. Zonodig een aanvullend bedrag binnen de grenzen van het in de begroting geraamd.

Hiermede is dus voldaan aan ons verzoek terzake, zij het dan dat we nog wel de datum van ingang van de verordening gewijzigd moeten zien te krijgen. Die staat nu namelijk vermeld “met ingang van het jaar 1971”.
Hiermede is dan ook de twijfel verdwenen ten aanzien van het voortbestaan van onze stichting, terwijl wij nu ook onverwijld moeten gaan werken aan de notariële oprichting en inschrijving van de stichtingsakte in het register der stichtingen op het ministerie van justitie, waardoor de oprichting bekrachtigd wordt, en de stichting rechtspersoonlijkheid krijgt.
Ik stel U voor, in deze vergadering vast te stellen wie er naar de notaris gaan, en wanneer.

Vanzelfsprekend zullen we ons vanavond beraden over onze agenda voor het komend seizoen; aan de hand daarvan zullen we ons ook nu al moeten oriënteren ten aanzien van eventuele aanvullende subsidie.

Zeer urgent, en misschien nog belangrijker dan het voorgaande punt, is hoe wij onze activiteiten buiten Noordwijkerhout gaan organiseren. Dat is namelijk helemaal niet zo’n eenvoudige zaak, en we moeten die gezond en verstandig op poten zetten om te voorkomen dat de “escalatie” ons boven het hoofd groeit.
Mijn voorstel komt hier op neer, in aanmerking genomen dat we er allen voor geporteerd zijn en soort abonnementenstelsel in te voeren, dat recht geeft op gereduceerde toegangsprijzen.
Wanneer in een van de andere bollengemeenten daadwerkelijk belangstelling ten aanzien van ons blijkt te bestaan, moeten we zien dat daar ter plaatse een “Vriendenkring van CSB” wordt opgericht. Dat moet spontaan gebeuren (en niet zozeer van ons uitgaan), eventueel onder aanmoediging van het betreffende gemeentebestuur. De mensen worden lid van die plaatselijke vriendenkring tegen een matige contributie, zeg f. 5,-- p.j., echtparen 7,50; de lidmaatschapskwitantie geeft recht op een flinke reductie op de entreeprijzen voor alle evenementen die CSB in de Bollenstreek geeft.
De plaatselijke kringen kiezen een bestuur dat een afvaardiging …(regel onleesbaar)

Deze afgevaardigden zouden dan toegang moeten krijgen tot onze vergaderingen en daar -voor zover betreft de zaken die hun kring aangaan- “inspraak” moeten hebben. (Vergeeft U mij het gebruik van dit kwalijke -bovendien nog fout vertaalde- Germanisme). We moeten ze m.i. beslist geen vol lid van het bestuur maken, want dan voorzie ik dat onze vergaderingen in de toekomst tot ver na middernacht zullen duren.
De kringen kunnen zich dan belasten met de technische afwerking van de in hun plaats te organiseren evenementen (propaganda, kaartverkoop, zaalreservering, zaal-inrichting, enz., enz.) en bovendien kunnen ze zich op dat gebied nuttig maken van evenementen die op andere plaatsen door CSB worden gehouden.
De recettes zouden aan onze algemeen penningmeester moeten worden afgedragen, die ook de betaling der uitgaven in handen houdt, en de benodigde subsidiegelden van de diverse gemeenten aantrekt.

Het spreekt vanzelf dat wij alleen elders kunnen opereren als daar de gemeentebesturen met subsidie over de brug komen. Voor wat betreft Lisse is ons in die richting al een toezegging gedaan (overigens heeft het gemeentebestuur van Lisse zich er al officieel over uitgelaten dat zij van plan zijn met ons in zee te gaan) ook tijdens het bezoek dat Mevrouw Mutsaerts en ik op Bevrijdingsdag aan de opening van een schilderijententoonstelling in Noordwijk brachten, liet burgemeester Bonnike zich in die richting niet onduidelijk uit. Als afgevaardigde van de heer Bonnike heeft de heer Bal onze laatste toneelvoorstelling bezocht, en heeft hij bij die gelegenheid Mevrouw Mutsaerts nog eens duidelijk herhaald wat ons te Noordwijk al was gezegd, t.w. dat men graag met ons samenwerkt; tenslotte ligt Leeuwenhorst halverwege Noordwijk en Noordwijkerhout en ik maak me sterk dat we samen de zaal wel vol krijgen. Dat drukt dan meteen de subsidiekosten, ten eerste omdat beide gemeenten dan samen die lasten dragen, en ten tweede dat de recette groter wordt.

Over subsidie gesproken:
we zullen met de betrokken gemeenten vooraf moeten afspreken volgens welke verdeelsleutels de subsidies in geval van samenwerking moeten worden gedeeld. Onze overheadkosten moeten daar dan vanzelfsprekend onder vallen.
Ik voorzie een avalanche van werk voor onze penningmeester in het verschiet en tegelijkertijd zal ons secretariaat gaandeweg aanmerkelijk meer werk krijgen. Het lijkt me helemaal niet denkbeeldig dat we binnen niet al te lange tijd moeten besluiten een betaalde administrateur aan te trekken. Men mag van goedwillende particulieren niet verwachten dat ze hun hele vrije tijd aan de stichting gaan besteden.
Ik releveer deze dingen allemaal, niet zozeer om te proberen op de vergadering al allerlei beslissingen te nemen, maar veel meer opdat ge allen Uw gedachten hierover laat gaan, om straks met voorstellen te komen.

Contact met andere verenigingen te Noordwijkerhout.
Naar aanleiding van zijn brief, kortgeleden, heb ik de voorzitter van de Christelijke Zangvereniging Concordia bezocht. Ik ben daar bepaald prettig ontvangen. Van rancune was geen sprake. Het hoofddoel van de brief is geweest om nader contact te krijgen inzake het volgende.
In de eerste plaats heeft men (en niet alleen bij Concordia) er behoefte aan, eens met ons en onze bedoelingen kennis te maken. Ik vind dat nog niet eens zo’n gekke gedachte. In het dorp vindt men ons nog altijd een beetje deftig en gewichtig gezelschap, en ik vind dat we er werk van moeten maken dat aureool kwijt te raken. Wat let ons zeer binnenkort eens een bijeenkomst te beleggen waar we alle besturen van verenigingen uitnodigen, en particulieren die zin hebben om te komen, en deze …(onleesbar)
Overigens is dit de gelegenheid waarop ik in de aanhef doelde, die bijzonder geschikt is om het Presidentschap van Burgemeester Bosma bekend te maken.
Verder kwam bij dit bezoek de kwestie agenda natuurlijk ook ter sprake, en de Heer De Gelder vertelde dat er zelfs behoefte bestaat aan een agenda voor de gehele bollenstreek, Leiden en Haarlem liefst inbegrepen. Veel mensen hadden hem gezegd, daar behoefte aan te hebben.
Misschien is dit geen eens zo’n gek idee, ook omdat het ons de gelegenheid zou geven daarin onze eigen propaganda te drijven, zonder afhankelijk te zijn van drukkers, die op gegeven ogenblik een ander bericht belangrijker vinden dan ons zorgvuldig opgesteld propagandastuk, dat nog deel uitmaakt van een systeem ook.
Ook hiervoor komt de noodzakelijkheid van een administrateur om de hoek kijken.
Ik heb niet de pretentie dat ik met het bovenstaande onze volledige problematiek heb behandeld; ik meende echter wat gedachten op papier te zetten om vergeten te voorkomen.
Ik zal wel talloze punten hebben vergeten, maar die komen dan nog.


Noordwijkerhout, 11-5-70.


w.g.
duquesne.