schoolconcerten op de basisschool

VERSLAG
van de bespreking op dinsdag 15 september 1970 in de
St. Jozefschool te Noordwijkerhout.

Aanwezig waren:
- Mej. van Walraven van de R.K. Meisjesschool te De Zilk,
- Dhr. du Quesne van Bruchem, voorzitter Culturele Stichting,
- Dhr. van Hensbergen, bestuurslid van deze Stichting,
- Dhr. van Meurs hoofd R.K. Jongensschool te De Zilk,
- Dhr. Visser, waarnemend hoofd van de Ireneschool te Noordwijkerhout,
- Dhr. Prins, hoofd van de Prinsenhofschool te Noordwijkerhout
- Dhr. Kuyper, hoofd van de 5t. Jozefschoo1 te Noordwijkerhout.

Afwezig was het hoofd van de Victorschool of diens Vertegenwoordiger.
Ondergetekende, optredend als gastheer/inleider, deelt de aanwezigen mede, tot zijn spijt ondanks enkele telefoontjes er niet in geslaagd te zijn contact op te nemen met de Victorschool. (Op het moment dat dit verslag wordt uitgeschreven is dit contact inmiddels gelegd.)

Dhr. Duquesne zet in het kort uiteen welke ontwikkelingen hebben geleid tot deze bespreking. Reeds in het voorjaar had de Culturele Stichting contact opgenomen met de Stichting Het Schoolconcert, met het verzoek de mogelijkheden te overwegen tot het geven van schoolconcerten aan de hoogste klassen van het basisonderwijs en/of aan scholen voor vervolgonderwijs in Noordwijkerhout.
Tussen het tijdstip van genoemd contact en het tijdstip van offerte door de Stichting Het Schoolconcert bereikte de Culturele Stichting een schrijven van het hoofd van de St. Jozefschool met een gelijkluidend verzoek. Dit gaf het stichtingsbestuur aanleiding tot een korte bespreking met ondergetekende. Dhr. Duquesne vermeldt tevens de moeilijkheden waarvoor de Stichting zich geplaatst ziet in verband met de omstandigheid dat zij voor haar activiteiten naar een andere ruimte zal moeten uitzien dan die waarover zij tot heden had kunnen beschikken, te weten de aula van het Leeuwenhorst College.

Vervolgens schetst ondergetekende zijn bevindingen bij het in opdracht van het stichtingsbestuur zoeken naar een passende ruimte voor de schoolconcerten. Het bestuur van het Psychiatrisch Centrum St. Bavo heeft afwijzend beschikt op zijn verzoek, voor de schoolconcerten gebruik te mogen maken van de toneelzaal aldaar.
Hotel van der Geest is evenwel bereid de kinderen te herbergen, à raison van f 250.- voor de drie middagen.
Daarbij maakt het niet uit of men één of twee uur van de zaal gebruik maakt.

De capaciteit van de zaal bij van der Geest is 250 en kan worden uitgebreid tot 300. Aangezien een kleine becijfering uitwijst dat de gezamenlijke scholen ruim 270 vijfde-klassers hebben en ruim 280 zesde-klassers, zal, in verband met de uiteraard hogere kosten verbonden aan twee uur concert, eerst moeten worden besloten of de concerten alleen aan de hoogste of aan de twee hoogste klassen zullen worden gegeven.
Dhr. Duquesne deelt mee dat bij een bijdrage van f 1.- per leerling per concert de stichting bereid zou kunnen worden bevonden tot de betaling van het resterende.
De Stichting wil deze zaak op gang brengen maar zou graag zien dat de hoofden der betrokken scholen een commissie zouden gaan vormen welke in de toekomst zelfstandig zou kunnen draaien, ook waar het gaat om het aanvragen van subsidie.

Er is nog een andere moeilijkheid:
De scholen uit De Zilk zullen moeten worden vervoerd. Men schat de kosten daaraan verbonden op ongeveer f 650.- voor de drie dagen samen, als de vijfde klassen meedoen. Aangezien op vrijdag gezwommen wordt schikt de door de Stichting Het Schoolconcert opgegeven datum 2 oktober de scholen in de Zilk slecht. Besloten wordt dat het bestuur van de Culturele Stichting een datum in november zal trachten te bespreken in plaats van 2 oktober.
Daarmee wordt meteen de moeilijkheid opgelost dat "het nog maar zo kort dag is".
Dhr. van Hensbergen wijst in het verband van de discussie over de vraag of de concerten aan de zesde klassen alleen of aan de vijfde en zesde klassen moeten worden gegeven, op het grote voordeel van een zekere didactische ontwikkeling in de zin, dat dan een doorontwikkeling geboden kan worden aan de kinderen die dan in de zesde klas zullen zitten en dit jaar het beginprogramma hebben genoten.
Ook dit punt zal bij de nadere bespreking tussen het bestuur van Stichting Het Schoolconcert en dat van de Culturele Stichting aan de orde komen. Teneinde voldoende tijd te hebben voor het ontruimen van de zaal na het eerste concert en het plaatsen van de nieuwe groep zullen de tijden als volgt worden voorgesteld:

van kwart voor twee tot kwart voor drie voor de vijfde klassen
van drie uur tot vier uur voor de zesde klassen.

De financiële afwikkeling wordt nu als volgt gezien;
De scholen incasseren gezamenlijk f 1650.- voor de drie concerten. Dit zijn de bijdragen van de kinderen.

Zouden er ouders zijn die niet wensen te betalen, dan moeten die gelden maar betrokken worden uit Artikel 101.
Men verwacht niet dat er veel ouders zullen zijn die niet willen betalen.

Van deze f 1650.- wordt eerst het vervoer van De Zilk betaald. Blijft f 1000.-
De Culturele Stichting vraagt f 1,00 per kind per concert als bijdrage.

Het tekort van f 650,00 dragen de scholen in de verhouding van de aantallen kinderen die deelnemen.
De Stichting stuurt aan iedere school een rekening "wegens deelname aan schoolconcerten door Uw school".

Een nieuwe bespreking wordt tenslotte gepland op maandag 23 november 1970 om half vijf, weer in de St. Jozefschool te Noordwijkerhout. Dan heeft men de nodige ervaring opgedaan met het eerste van de drie concerten en kunnen eventuele knelpunten nader worden besproken.
Mevrouw Mutsaerts, secretaresse van de Culturele Stichting, zal Kuyper verslag doen van de bespreking met de Stichting Het Schoolconcert. Kuyper zal de collega-hoofden daarvan op de hoogte stellen.
Kuyper schrijft een brief voor de ouders en stuurt de benodigde aantallen aan de college.
De vergadering wordt gesloten.


Noordwijkerhout, 19 september 1970.


M.H. Kuyper

P.S. (voor rekening van de notulenschrijver) Het zal goed zijn als een van de collega's optreedt als penningmeester, zodat de Culturele Stichting met één persoon kan afrekenen.
Wellicht kan dit een punt van bespreking vormen voor de volgende vergadering.

>>>>>>>>>>>>>


Noordwijkerhout, 14 december 1970.



Het Bestuur van de Culturele Stichting Bollenstreek te Noordwijkerhout:

Gezien:

de aan haar gerichte brief van 7 december 1970 van het Comité van Hoofden van scholen voor Basisonderwijs in de gemeente Noordwijkerhout, waarin dit comité verzoekt als sectie in de Culturele Stichting Bollenstreek te worden geïncorporeerd;

Overwegende:

dat het op 17 november 1970 gehouden concert voor de vijfde en zesde klassen van het basisonderwijs te Noordwijkerhout, dat door het comité in samenwerking met de Stichting is georganiseerd, in vele opzichten een groot succes is gebleken,

dat de Stichting het tot haar taak moet rekenen volledige medewerking te verlenen aan de ontplooiing van het in deze (mede door haarzelf) genomen initiatief en dat het houden van alle educatieve evenementen die kunnen bijdragen tot verheffing van het culturele peil van de bevolking in het algemeen, ten volle beantwoordt aan de doelstellingen van de Stichting,

dat het daarom aanbeveling verdient dat de door de sectie te organiseren educatieve evenementen zo spoedig mogelijk zullen worden uitgestrekt tot de scholen voor voortgezet onderwijs, waarbij de niet (langer) schoolgaande jeugd en andere belangstellenden niet mogen worden uitgesloten,


BESLUIT

  1. Het ingang van heden in het leven te roepen de "Sectie Educatieve Culturele Evenementen Noordwijkerhout", deel uitmakende van de Culturele Stichting Bollenstreek,
     

  2. Met ingang van heden te benoemen tot leden van het sectiebestuur de heren F.Feenstra, M.H.Kuyper en Th.H.Teunissen, die hun bestuursfuncties overigens onderling verdelen. Aanvullende benoemingen en ontheffingen zullen geschieden door het Stichtingsbestuur, op voordracht van het sectiebestuur.
     

  3. Het sectiebestuur dient telkenjare vóór 1 november bij het Stichtingsbestuur een begroting in voor het volgende kalenderjaar, welke begroting na goedkeuring door het Stichtingsbestuur wordt opgenomen in de begroting voor de Stichting zoals die zal gelden voor de subsidieaanvrage.
     

  4. De respectievelijke penningmeesters van het Stichting- en Sectiebestuur regelen in onderling overleg de afdoening van de financiële aangelegenheden.


Noordwijkerhout, 12 december 1970.

Het bestuur van de Culturele Stichting Bollenstreek,


Mevrouw M.M.G.Mutsaerts-Verdegaal, Secretaris;

J.Ph.N Duquesne van Bruchem, Voorzitter