Preekschets Herman ten Berge voor het Witte Kerkje
Goede morgen.
Ja, daar sta je dan.
Voor het eerst van je leven in deze kerk. En dan nog wel op de preekstoel. 
Vijftig jaar geleden en zelfs tot voor enkele jaren geleden was dit niet 
mogelijk.
We leven dan ook in een andere tijd, met je hele hebben en houwen sta je daar 
dan, 
met al je onzekerheden ----Waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe ?,
met je angst ---Vernietigen de mensen elkaar of blijven we leven ?,
met je hoop en vertrouwen op een betere wereld dan waarin wij leven.
Ja, daar sta je dan.
Mijn naam? 
Ach, sommigen noemen mij Herman ten Berge, en daar ben ik dankbaar voor, 
ik woon in Haarlem en ik ben leerling van een sociale academie in Amsterdam.
Op zich is dit niet allemaal zo belangrijk (u kunt het daarom gerust weer 
vergeten), 
want ik ben slechts één van de drie en een kwart miljard moderne aardbewoners.
Drie en een kwart miljard mensen die tot taak hebben deze aarde, deze wereld 
bewoonbaar te maken, een beetje leefbaar te maken.
Uit het feit dat we nu in staat zijn alles en allen te vernietigen door 
atoom-, chemische en bacteriologische wapens,
uit het feit dat er per jaar vijfendertig miljoen mensen de hongerdood sterven
(een feit waar we misschien en helaas al een beetje aan gewend zijn)
blijkt, dat we er nog lang niet in geslaagd zijn, 
de wereld leefbaar en bewoonbaar te maken, 
dat we er nog niet zo heel veel van terecht gebracht hebben.
Tweederde deel van de wereldbevolking (ruim twee miljard mensen) leeft in 
armoede, lijdt honger.
Ik vertel u niets nieuws; u heeft het al vaker gehoord en u zult het na mij nog 
vele keren horen.
Het gaat u namelijk aan.
Dag in dag uit wordt u met deze feiten geconfronteerd, komt u via radio, 
televisie, dag- en weekbladen 
in aanraking met deze feiten, deze afschuwelijke feiten. 
U bent er getuige van.
In het Nederlandse wetboek van strafrecht staat een artikel dat hierover gaat.
Het luidt:
"Hij, die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander 
verkeert, nalaat 
deze persoon hulp te verlenen of te verschaffen, die hij hem zonder gevaar voor 
zichzelf 
verlenen of verschaffen kan, wordt indien de dood van een hulpbehoevende volgt,
gestraft met een hechtenis (gevangenhouding) van ten hoogste drie maanden of 
een geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden."
In feite zouden alle Nederlandse gevangenissen overvol moeten zitten, want we 
weten 
dat vele mensen in levensgevaar verkeren en we doen er niets of bijna niets aan.
We hebben toevallig het geluk gehad dat wij in het welvarende westen geboren 
zijn, 
maar van elke vijf pas geboren wereldburgers worden er vier in het arme gedeelte
van de wereld geboren.
Vier van de vijf nieuwgeborenen vallen ten prooi aan armoede, werkloosheid, 
honger.
Ja, we hebben geluk gehad, onnoemelijk veel geluk gehad. 
Het is goed om daar eens bij stil te staan, dat we geluk gehad hebben en 
dat tweederde deel van de wereld pech heeft gehad.
Of kan je het niet pech hebben noemen.
Aan de ene kant hebben zij natuurlijk wel pech gehad, omdat zij er niets aan 
kunnen doen dat zij in onbewoonbare gebieden geboren zijn.
Maar is het feit dat zij in gebieden wonen die bijna onbewoonbaar zijn niet mede
onze schuld, de schuld van het rijke westen?
Ik dacht van wel, want de rijken houden de armen arm.
En ten koste van de armen worden de rijken dus steeds rijker en de armen steeds 
armer.
Wij zijn mede schuldig aan de dood van vijfendertig miljoen mensen die elk jaar 
van de honger sterven, 
en dit aantal wordt steeds groter. Het doet misschien een beetje vreemd aan om 
zo te zeggen, maar wij (u en ik) 
zijn medemoordenaars.
U zult zich misschien elke keer weer afvragen: wat kunnen wij toch aan al die 
ellende doen, zijn wij niet machteloos?
Vaak hoor je ook kreten als: 
Al die hulp blijft toch maar aan de strijkstok hangen, of: 
Het is toch een bodemloze put, of: 
Het is toch een druppel op een gloeiende plaat.
U kent deze zinnen wel en misschien gebruikt u ze zelf ook wel. Maar we zijn 
niet machteloos, 
we kunnen wel degelijk iets doen. Het is onze plicht. 
En als we niets doen dan slaan we Christus weer aan het kruis.
We kunnen iets doen, ja, en daarover wil ik u nu wat vertellen, daarom noemde ik 
u mijn naam 
en daarom sta ik hier. 
Ik zal u geen pasklare antwoorden geven, maar ik zal u wel iets vertellen over 
wat er hier
in Noordwijkerhout gaat gebeuren.
Er worden hier in Noordwijkerhout binnenkort jongerenbijeenkomsten 
georganiseerd, waarin we 
samen zullen zoeken naar antwoorden op de vragen die deze tijd ons stelt.
Onder de titel: "Leven nu...en morgen?" organiseert Sociëteit Ante Portas, 
in samenwerking met de parochies, de protestantse gemeente en anderen een vijf 
jongerenbijeenkomsten.
De eerste bijeenkomst wordt gehouden op vrijdag 15 november, in Hotel van der 
Geest, Zeestraat 7a. 
Deze bijeenkomst begint om 8 uur. U en vooral de jongeren van 17 tot en met 21 
jaar zijn daar van harte welkom.
Die avond hebben wij de heer Van Haaren, uit Nijmegen, uitgenodigd om een korte 
inleiding te geven over deze tijd. 
Na die inleiding zal er in verschillende groepen aan de hand van een drietal 
vragen gediscussieerd worden, waarna we 
weer allemaal bij elkaar komen om onze ervaringen uit te wisselen.
U bent welkom, van harte.
U zult er van staan te kijken, van deze tijd. Vrijdagavond 15 november, 8 uur in 
Hotel van der Geest.
En wat er verder gaat gebeuren. Ik zal daar niet te lang meer over praten want u 
en ik hebben zin in koffie.
De tweede avond in december zal besteed worden aan vragen als, 
hoe moeten we leven in deze tijd, 
hoe moeten we denken en doen om de wereld bewoonbaar te maken. 
De derde en de vierde avond, te houden in januari en februari zullen we ons 
bezig houden met problemen als: 
Dienst met wapenen en dienst zonder wapenen, en: 
Het Blauwe Boekje, dat is een praktische vredesdienstregeling die we hier in 
Noordwijkerhout hopen te verkopen. Ik kan u nu al vertellen, 
dat de schrijver van het Blauwe Boekje, Piet Reckman, die avond in februari 
aanwezig zal zijn.
En wat we die laatste avond, in maart, gaan doen, dat weten we nog niet.
Er is, en daar wou ik dan mee besluiten, een Chinees spreekwoord dat zegt:
"Je kunt de mens een vis geven waardoor hij een dag kan 
leven, 
maar je kunt de mens ook leren vissen"
Wij hopen dat we elkaar in deze jongerenbijeenkomsten een beetje kunnen leren 
vissen, 
een beetje kunnen leren leven.
Tot ziens en dank u wel.
Herman ten Berge.
Preekschets voor de jongerenbijeenkomsten in Noordwijkerhout.
Sociëteit Ante Portas, oktober 1968