De Heer J.G. Draijer, Vijfherenstraat 48, Heernstede.
Heemstede, 9 April 1968.
Geachte Praeses,
Het is naar aanleiding van ons feest, dat ik enige gedachten structureer en
concreet de sociëteit aanbied, als voeding voor een verdere discussie.
Een beredeneerd zowel als een intuïtief oordeel over de aard van de interactie,
zoals die recent aan de dag gelegd werd, gaf mij reden om bezorgd te zijn over
de toekomst van "Ante Portas". Anders gezegd: structureel en intentioneel zal de
sociëteit gewijzigd moeten worden, wil hij niet gaan gelijken op de zo bekende
nachtkaars.
Het is gebleken dat het onderling contact van de leden, niet gehandhaafd zal
worden, wanneer de emotionele binding de enige binding zal blijven. Bovendien
beantwoordt het handhaven van contact op emotionele gronden niet aan het doel
dat de sociëteit zich gesteld heeft.
Ik wil echter verder gaan dan het onder woorden brengen van een tendens, die
voor de sociëteit het einde zou betekenen. Het is daarom gewenst, zelfs
noodzakelijk dat er actief gestructureerd wordt, en liefst zo snel mogelijk.
D.m.v. deze brief wil ik daar het mijne aan bijdragen.
Laat mij dan beginnen met te vermelden dat onder de oud leerlingen van de
Kweekschool de wens leeft, op een of andere manier verenigd te blijven.
En hier raak ik een belangrijk punt: er is namelijk geen discussie mogelijk over
het feit of er al dan niet een oud-leerlingenvereniging moet zijn. Discussie is
slechts mogelijk over de wijze waarop de oud-leerlingen zich wensen te
verenigen. Daarom is het m.i. nodig, de mogelijkheden te bestuderen om dan te
komen tot een heldere en uitvoerige omschrijving van de vorm, functie en afkomst
van een oud-leerlingenvereniging.
Deze oorspronkelijke wens, contact te blijven onderhouden met collega's, heeft
al gestalte gekregen in de sociëteit van "Ante Portas" maar ik acht het van het
hoogste belang dat de betrokkenen hun gedachten laten gaan over de vraag of we
d.m.v. deze sociëteit op de goede weg zijn of dat er wezenlijke veranderingen
moeten worden aangebracht, of dat we zelfs volledig opnieuw moeten beginnen.
(De beste oplossing lijkt mij dat de leden zich volledig opnieuw bezinnen over
de oorspronkelijke wens die in hen leeft. De vorm waarin het initiatief op dit
moment gegoten is, hoeft echter niet volledig van de baan geschoven worden. De
Sociëteit moet alleen ingrijpend gewijzigd worden om zichzelf een garantie te
kunnen bieden. De bezinning "vanaf de grond" acht ik daarom noodzakelijk om een
kritische stellingname t.o.v. "Ante Portas" te kweken; waarmee deze sociëteit
zeer gediend zou zijn.
Laten wij nu, na vastgesteld te hebben dat een oud-leerlingenvereniging
bestaansrecht heeft, en na vastgesteld te hebben dat bij het zoeken naar
mogelijkheden de huidige sociëteit "Ante Portas” een zeer bruikbare is, enkele
veranderingen onder ogen nemen:
Er dwalen in mij nog meer suggesties die echter moeilijk in de aangelegde
criteria Gerangschikt kunnen worden. Deze zal ik mondeling kunnen meedelen op de
bestuursvergadering.
Wanneer ik tenslotte de brief mag samenvatten dan zien mijn gedachten, er als
volgt uit:
Een radicale bezinning over de gegroeide binding is nodig voor een "zuivering"
van de huidige sociëteit.
Deze is de hoeksteen gebleken die het fundament voltooide. Op dit fundament kan
gebouwd worden, echter niet voordat het fundament is voorzien van een vlechtwerk
van meer en minder belangrijke wijzigingen vooral gecentreerd rond de vorm,
functie en afkomst van de te herscheppen sociëteit.
Hierbij beëindig ik deze brief.
Ik hoop dat de genoemde suggesties een weerklank zullen vinden, en dat dit
rapport zal bijdragen tot de verlevendiging van de sociëteit.
Ik hoop dat deze brief een uitvoerige gedachtewisseling tot stand zal brengen.
hoogachtend,
w.g. door inmiddels J.G.H. Draijer
toenmaals Reputatiebehartiger van sociëteit "Ante Portas".