Kantoor
van den Notaris
L.A.T. BINNENDIJK
Te Noordwijk
Afschrift inventaris van den gemeenschappelijke boedel
bestaan hebbende tussen
Mejuffrouw Catharina van Schooten te Noordwijkerhout
en haren op 30 maart 1906 aldaar overleden echtgenoot
den Heer Samuel van Hensbergen,
zomede de daarin begrepen
nalatenschap van laatstgenoemde
dd 27 juni 1906.
In het jaar 1906 op de 27e juni des voormiddags te half elf uur
heb ik, Lubertus Agathus Teunis Binnendijk, Notaris ter standplaats Noordwijk,
mij begeven naar het huis gemerkt 211 te Noordwijkerhout alwaar op de 30e
maart 1906 is overleden:
de Heer Samuel van Hensbergen, eerder weduwnaar van mejuffrouw Alida Martina
Zandbergen, laatstelijk echtgenoot van Mejuffrouw Catharina van Schooten,
laatstelijk aldaar gewoond hebbende,
teneinde te dier plaatse in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen tot
bewaring der rechten en belangen van partijen en van ieder, die zulks zoude
mogen aangaan en die onverminderd over te gaan tot de beschrijving van alle
roerende en onroerende goederen, contante gelden, titels en papieren, in hun
uitschulden en verder in het algemeen van alles, wat hetzij als bate, hetzij als
last behoort tot de gemeenschappelijke boedel volgens de bepalingen der
tegenwoordige wetgeving bestaan hebbende tussen genoemde erflater Samuel van
Hensbergen en zijne nagelaten weduwe Catharina van Schooten.
Zullende deze beschrijving geschieden ten verzoeke en in tegenwoordigheid van:
Zullende de aanwijzing en opgave van al hetgeen deze inventaris moet bevatten worden gedaan door de requirante Catharina van Schooten, als op het overlijden van haar gezegden echtgenoot in het bezit der te beschrijven goederen geweest en sedert daarin gebleven zijnde, welke requirante aanneemt dit te zullen doen ter goeder trouw zonder des bewust iets te verzwijgen of achter te houden, indachtig aan den eed, die bij het sluiten van den inventaris door haar zal moeten worden afgelegd.
Bij welke beschrijving de roerende goederen, voor zoveel die daaraan onderworpen zijn, zomede de onroerende goederend, deze zullen worden gewaardeerd door de Heer Petrus Verdegaal, bloemkweker, Nicolaas Cornelis van der Zalm, timmerman en Gerardus Warmerdam, bouwman, allen wonende te Noordwijkerhout, alhier mede tegenwoordig als deskundigen, daartoe door partijen verkozen en als zodanig beëdigd door den Heer Kantonrechter in het Kanton Leiden blijkens diens proces verbaal van de 9e Juni jongstleden.
En alsnu overgaande tot de beschrijving, is aangewezen, gevonden en gewaardeerd:
Meubelen, kleederen,
gemerkt goud en zilver
en verdere roerende goederen aan taxatie
onderworpen
Onroerende goederen
Nummer 1:
Een woonhuis met schuur en erf te Noordwijk aan de Voorstraat, Sectie T nrs 2451
en 2452 groot een are drieënvijftig centiaren, door de deskundigen geschat op f.
1.550,--
Nummer 2:
Twee woonhuizen met schuren en erf benevens een partij bouwland, boomgaard,
bosch en tuin te Noordwijkerhout aan de Schulpweg, kadaster Sectie C nr. 585,
808, 809, 810, en 1085 groot twintig aren een en twintig centiare door de
deskundigen geschat op f. 4.500,--
Nummer 3:
Een perceel weiland in den Hoogeveensche polder, kadaster Sectie B nummeer 433
groot 3 hectare zes en twintig are tachtig centiare, door de deskundige geschat
op f 9.000,--
De werkzaamheden der deskundigen, die aan mij notaris bekend zijn, hiermede afgelopen zijnde, hebben zij onmiddellijk via voorlezing van het bovenstaande alhier getekend.
N.C. van der Zalm
P. Verdegaal
G. Warmerdam
Contanten:
Op het oogenblik dezer beschrijving is aan bankpapier specie voor handen een bedrag van f. 397,--
Titels en papieren.
Nummer 1:
Een afschrift van het hiervoor gemelde testament van den erflater.
Nummer 2:
Een afschrift der akte van scheiding den vijfden April achttienhonderd
drieënnegentig voor mij notaris verleden, overgeschreven ter hypotheekkantore
ten Leiden den veertienden April daaraanvolgend in deel 642 nummer 55 waarbij
de requirante Catharina van Schooten eigenares werd van het onroerend goed
hiervoor onder nummer een gemeld.
Nummer 3:
Een afschrift der akte van scheiding den dertiende October achttienhonderd
zevenennegentig voor mij notaris verleden, overgeschreven ter hypotheekkantore
te Leiden den zestienden Oktober daaraanvolgende in deel 688 nummer 40, waarbij
de erflater eigenaar werd van de onroerende goederen, hiervoor onder nummer 2 en
3 gemeld.
De requirante aangeefster verklaart:
dat door de erflater werd aangebracht hetgeen hem werd toebedeeld bij akte van
Scheiding den 13e October 1897 voor mij notaris verleden;
dat door de requirante aangeefster werd aangebracht hetgeen haar werd toebedeeld
bij akte van Scheiding den 5e April 1893 voor mij notaris verleden.
Dit gedaan en niets meer gevonden zijnde om in dezen inventaris te bevatten of daarbij op te geven is al hetgeen daarin is vermeld, gebleven in bezit en onder bewaring van de requirante aangeefster die zich met de bewaring belast en belooft en aanneemt alles weder te voorschijn te brengen en te verantwoorden aan wie zulks behoren zal.
En heeft zij requirante aangeefster als tot heden in het bezit van de beschreven boedel geweest zijnde daar op in handen van mij notaris den eed afgelegd, dat zij niets heeft verduisterd, noch gezien heeft noch weet dat iets is verduisterd gevonden van hetgeen tot voormelde boedel behoort.
Van alhetwelk is opgemaakt dit procesverbaal, dat gesloten is des namiddags te half een uur.
Waarvan Akte
Gedaan en Verleden ten tijde en ter plaatse voorschreven,
in tegenwoordigheid van:
Cornelis Henricus Jeekel, notarisklerk, wonende te Noordwijk en
Johannes Balk, vleeshouwer, wonende te Noordwijkerhout,
als getuigen en evenals de Comparanten mij notaris bekend.
En is dit procesverbaal onmiddellijk na voorlezing door de requiranten, de getuigen en mij, notaris, ondertekend.
C. van Schooten
L. van Hensbergen
M.S. van Hensbergen
H.S. van Hensbergen
L. van Hensbergen
H. van Paridon
C.H. Jeekel
J. Balk
Binnendijk notaris
Geregistreerd te Noordwijk den 2e Juli 1906
deel 98 foli 89 verso vak 3, drie bladen geen renvooi ontvangen voor recht van
inventaris f 2,40 van schatting vast goed f 1,20.
Samen drie gulden zestig cent.
De ontvanger.
Wessels Boer.
Cornelia van Went, en haren echtgenoot Cornelis Vliet Vlieland, arbeider, wonende te Noordwijk in hunner hoedanigheid van moeder-voogdesse en medevoogd over de minderjarige Catharina Apollonia van Hensbergen verklaren te machtigen Mejuffrouw Catharina van Schooten, weduwe van den Heer Samuel van Hensbergen, zonder beroep, wonende te Noordwijkerhout.
Speciaal om hen ondergeteekenden in hunne gemelde hoedanigheid te vertegenwoordigen bij de vereffening van de gemeenschappelijk boedel bestaan hebbende tussen genoemde Catharina van Schooten en haren op 30 Maart 1906 overleden echtgenoot Samuel van Hensbergen en der daarin begrepen nalatenschap van laatstgenoemde, te dien einde de akte van boedelbeschrijving te doen opmaken, daarbij alle verklaringen te doen, alle roerende en onroerende goederen, tot gemelde boedel behorende, te verkopen, hetzij onderhands, hetzij publiek, de kooppenningen te ontvangen en daarvoor kwijting te geven, voor onbetaalde kooppenningen, hypotheek op het verkochte te bedingen en die inschrijvingen na betaling te doen doorhalen, alle vorderingen ten behoeve van gezegde gemeenschappelijke boedel te innen, toestemming te geven tot doorhaling der hypothecaire inschrijvingen genomen tot zekerheid der vorderingen;
mede te werken tot scheiding en verdeling, met onderling goedvinden de zaken aan te wijzen, die in ieders aandeel zullen vallen, het aandeel de minderjarige toekomende te ontvangen en daarvoor te kwijten, in rechten op te treden zo eisende als verwerende, vrijwaring te vorderen en te beloven.
Domicilie te kiezen en verder ter zake voorschreven al datgene te doen, wat nuttig of nodig mocht zijn alles met de macht van substitutie onder belofte van goedkeuring en bekrachtiging.
Geteekend te Noordwijk den 25 Juni 1906
N. van Went
C. Vliet Vlieland
Voor echt erkend:
C. van Schooten
C.H. Jeckel
J. Balk
Binnendijk, notaris
Geregistreerd te Noordwijk den 2e Juli 1906
deel 45 Folio 134 verso vak 4.
Een blad geen renvooi.
Ontvangen voor recht: een gulden zestig cent.
De ontvanger, Wessels Boer
Binnendijk, Notaris.
Bron: Koepelberg Archief