EU-traject voor de conversie van
nationale munt naar de Euro
is voorbeeld van gedegen beleid,
maar mist een venster op
ontwikkelingen in de samenleving.

 

  1. 1992
    Maastricht vaststelling euro-concept
    De aaneengesloten landen hadden alle een eigen standaard-munt die onderling grote verschillen in waarde vertegenwoordigden. Ook hadden alle landen een autonoom monetair sociaal-economisch beleid.
    Voor de uitwerking van het concept is zeven jaar uitgetrokken om alle verschillen te inventariseren en in een conversie-proces te kunnen onderbrengen. Daarvoor werd een rekenkundige verhouding vastgesteld, zodat iedereen de waarde van zijn eigen munt kon omrekenen in Euro-waarde.
    Zeven jaar kregen we de tijd om aan het idee te wennen, terwijl politiek en deskundigen de nadere uitwerking aan het koken waren.
     
  2. 1999
    Virtuele introductie
    Beurzen, banken en ondernemers moesten hun administratieve handelingen (koersen, offertes, rekeningen) in de nationale en in Euro-waarden weergeven. Zo konden arbeiders, boeren en consumenten zien wat de waarde van hun eigen munt betekende ten opzicht van de euro.
    In etalages was naast het kostenplaatje in eigen munt tevens prijsaanduiding in Euro verplicht. Zo kreeg het virtuele idee een houvast in beleving.
     
  3. 2002
    Invoering Munt.
    Met veel vertoon haalde de Minister van Financiën de eerste Euro-flappen uit een geldautomaat in Maastricht.


Met deze beschrijving van het Euro-conversietraject (achteraf is makkelijk praten) wil ik de Commissie Borstlap attenderen op een risico dat in hun werkwijze kan insluipen:
Bijstellingen en reparaties op onderdelen; gipsen en pleisters plakken, zonder een totaalvisie op arbeid in de toekomst en een implementatie-traject voor die nieuwe visie.

De commissie constateert terecht, dat er grote verschillen zijn tussen werkenden, dat er een veelheid van arbeidsverhoudingen bestaat tussen vraag en aanbod.
De bijna twintig "position papers" met overwegend zinvolle suggesties die de commissie mocht ontvangen, wijzen vaak ook op de grote verschillen die in de loop der jaren zijn ontstaan en suggereren tevens een noodzaak:

- nieuwe tijden vragen om een nieuwe aanpak,
- er is een paradigmaverschuiving nodig,
- een multivoudige carrière is onontkoombaar,
- permanente educatie is een vereiste,
- innovatie van sociale geborgenheid onontkoombaar,
- het BSN-model als nieuwe benadering of
- het werken in netwerken.

Wij voelen ons uitgedaagd, "gaingate" (ons conversiemodel voor werken in de wereld van morgen) in deze complexe context te toetsen. Daarbij blijven we uiteraard binnen de kaders van de Commissie, waarbij we van de 5 aandachtspunten die zijn aangereikt, er 2 uitlichten:

In een volgende bijdrage introduceren we ons model en zullen we, indachtig het eurotraject, ook een conversie-voorstel doen dat recht doet aan ons project-motto: "de wereld is voor morgen bedoeld".

Denk mee.
tot hier zijn we gekomen:

het principe:  Het IOI-modem, tomorrow's app.
het concept:  gaingate.com/brainoeuf/19990420902.htm

en vanaf hier gaan we verder:

preambule
enkele gedachten vooraf over
- globale geldigheid
- bestaande ordening als basis
- introductie binnen primair onderwijs