door: Fernando Miguel Fernandez
consulent bij stichting peregrinus
In het citaat van Koestler onderscheid ik drie elementen:
Identificatieproces:
jezelf verbinden of vereenzelvigen
met een grotere of 'hogere' instantie
(God, kerk, staat,
groep, zaak, ideeëngoed, etc.);
Ideologie:
een geloofsovertuiging, geheel van overtuigingen (beliefs), met
daarbij horende regels, dogma's, die
kritiekloos worden omhelsd;
Drang,
geestdrift, fanatisme:
heeft
a. een sterke emotionele lading en
b. iets
grenzeloos: "buiten jezelf zijn".
Deze drie elementen beantwoorden volgens mij aan de volgende achterliggende belangen en motieven:
1. Zekerheid over wie je bent,
maar vooral de angst om
alleen te staan en bewuste keuzes te moeten maken, waar
je op aangesproken kunt worden. Je verwijst naar een
hogere of grotere autoriteit, en geeft daarmee (een deel
van) je persoonlijke/individuele verantwoordelijkheid -en
vrijheid- weg.
2. Zekerheid over waar
je staat, wat je wel en niet moet en mag
doen.
Een ideologie ordent de ervaringswereld en
verleent er betekenis aan. Tevens bepaalt een ideologie
de grenzen van je denken en handelen. De grenzen van goed
en kwaad. M.a.w. bij ideologie worden aan de grenzen ook
duidelijke, elkaar uitsluitende waarden gegeven: positief
en negatief; goed en slecht/fout/kwaad, etc.
Als je kunt verwijzen naar een groep, of naar de Tien
Geboden, hoef je zelf niet je standpunt t.a.v. bijvoorbeeld "de vrouw van je
buurman beminnen" te bepalen.
Dit is het verschil tussen religie en mystiek; wetgeving
en ethiek.
Bij mystieke en ethische vragen is er vaak
geen landkaart aanwezig en durf je vragen te stellen.
Die
durf veronderstelt dat je kritisch durft te zijn en je
eigen angsten en onzekerheden onder ogen durft te zien.
3. De sterke drang en daarbij horende emoties
verwijzen naar
een achterliggende angst. De angst om de zekerheden over
wie je bent en waar je staat te verliezen.
De gerichtheid op die andere(n) is ook een afleidingsmanoeuvre. De andere verbeteren, helpen verhult vaak onze eigen onzekerheden en angsten. Je hoeft de aandacht niet naar binnen te richten en je eigen 'spoken' onder ogen te zien. De andere vormt ook de legitimatie van je eigen bestaan.
Multiple Choice
1. Ten
eerste klinkt er een vanzelfsprekendheid door in de
doelstellingen van MC.
Het is min of meer 'in' om in deze
bewoordingen de thematiek van allochtonen te benaderen.
We nemen al te makkelijk dit begrippenkader,
wat meestal
van bovenaf wordt 'gedropt', kritiekloos over.
De doelstelling sluit aan op het element ideologie (2).
De drang (3) valt er niet duidelijk uit af te lezen, net
zo min als de identificatie (l).
De begrippen (integratie, participatie, etc.) en werkterreinen (educatie, arbeid, etc.) zijn altijd klakkeloos overgenomen. Niet alleen wij doen dat, maar vrijwel iedere instelling of organisatie in de samenleving.
TIP
Het zou goed zijn om de 'discours' rond de multiculturele
samenleving eens expliciet aan de orde te stellen en
om (onszelf en elkaar) vragen hierover te stellen.
Binnen MC leven verschillende visies op het werk. Bijten
zij elkaar; vullen zij elkaar aan; kunnen zij naast
elkaar leven? Is er 'wederzijds respect' binnen MC voor
elkaar standpunten en ideeën?
2. Wat
die identificatie betreft, veronderstelt de doelstelling dat
a) wij vanuit een
bijna waardevrije (objectieve) standpunt en
b) een overzicht van en inzicht in de problematiek ('helikopter-view' Van WVC)
handelen.
Verder is het mij niet duidelijk hoe wij ons positioneren
in relatie tot anderen: groepen, instellingen, overheden.
i) Wij behoren tot de Provincie Noord-Holland (voorheen
ministerie WVC, VWS);
ii) zijn van
eerste- naar tweede-lijnswerk gegaan;
iii) werken 'projectmatig', hetgeen doelgerichtheid, zakelijkheid, afbakening
in de tijd, etc. veronderstelt.
De eerste twee zaken zijn aangedragen en opgelegd door de politiek en komen niet voort uit een behoefte of vraag aan de basis, bij de allochtonen, burgers.
a. In hoeverre vormen wij een legitimatie van de politiek (landelijke en provinciale)?
Er moet immers iets extra's
voor allochtonen worden gedaan, al dan niet vanuit een
morele, humane, politieke drijfveer en daarvoor worden
categoriale instellingen in het leven geroepen.
b. En is het wel de bedoeling dat wij iets substantieels bijdragen gezien de wel erg aparte (lees marginale) positie die wij in het veld innemen en
c. wie heeft anno 1997 behoefte en vraag naar onze diensten en producten?
................... INTERMEZZO ..................
De begrippen die niet worden gebezigd, zeggen vaak meer over wie je bent (of niet bent), dan het bestaande begrippenkader. Daar kun je je immers makkelijk achter schuilen en met 'de meute' mee-discussiëren.
Zo valt mij op dat wij, in de zeven jaren dat ik hier werk, niet snel een begrip als discriminatie in de mond nemen. Dat is immers een lastig begrip met connotaties naar schuld en boete, slachtoffer en dader, straf en achtervolging en machtsverhoudingen (volgens mij is het begrip macht een landelijk taboe) .
We zijn vaak bang om
een standpunt in te nemen, op actuele ontwikkelingen in
te gaan.
In het verleden bijvoorbeeld de heisa rond het
dragen van hoofddoekjes (daar heeft Ehat nog een stuk
over geschreven voor het Noord-Hollands Dagblad).
Misschien is het de angst om intern tegenover elkaar te staan. En daarbij, zijn wij immers objectief en zakelijk.
Het gaat immers om de participatie en richten wij ons op het plaatsen en vasthouden van mensen op de 'plek' (arbeid en scholing), die hen de garantie biedt te participeren in de Nederlandse samenleving.
Een ander aspect van de definitie, in relatie tot legitimatie en onze al dan niet marginale positie, is het gemis aan een positionering van MC in relatie tot andere actoren in het veld. Rollen, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren in het veld komen nergens aan bod.
'Het leveren van een bijdrage aan...
het bevorderen van ... het
voorkomen van ....
wederzijdse acceptatie...'
zijn zulke brede en vage
formuleringen, dat het makkelijk is om te 'out-spacen'.
En daarmee kom ik uit bij drang (3).
TIP:
Met elkaar discussiëren over de vraag "Wie denkt Multiple Choice wel dat die is?"
(ik lees Nieuwe Revue, vandaar).
Wie zijn wij volgens onszelf, en wie volgens de buitenwereld?
3. Overmatige drang is volgens mij een bijverschijnsel of
gevolg van
het ontbreken van een reële, op de realiteit
geënte identiteit.
................... INTERMEZZO ........................
Recentelijk is de Meldweek Anti-Racisme van het FNV,
Forum en Anti-Discriminatie Bureau's afgesloten met een totaal van 350 telefonische meldingen. FNV zegt 'erg geschrokken' te zijn. Ik weet persoonlijk niet of 350 veel of weinig is, en eerlijk gezegd interesseert het mij ook niet. Nu ging de interne discussie erover of het FNV niet-leden ook een aanbod van bemiddeling zouden doen.
Pas als je een half jaar staat ingeschreven, is het FNV bereid iets voor je te doen (dienstverlening). Het belang en de drang van het FNV om leden te werven, is zo sterk dat dat belangrijker is, dan het belang en behoefte van werknemers. Draai het om en biedt bemiddeling aan, zodat mensen overtuigd raken van het belang om lid te worden!
Je bent toch geen verzekeringsmaatschappij?
Ik kan mij een kaderlid van het FNV herinneren die mij vertelde dat zijn oudere, mannelijke collega's gefrustreerd rondliepen, omdat jongeren geen lid van het FNV wilden worden. Ze waren echter niet bereid, om zich te verdiepen in de leefwereld van de jongeren en daarop aan te sluiten.
Eerst lid worden. Het spreekt toch voor zich!
Soms raken ook wij gefrustreerd. Het gaat bijvoorbeeld allemaal te langzaam.
'Ze' -scholen, bedrijven, arbeidsbureaus- willen
immers niet iets extra's doen voor allochtonen.
Je moet blij zijn als een
school bijvoorbeeld bereid is haar docenten
een dagdeel vrij te maken om zich te
verdiepen in allochtone leerlingen en hun ouders.
En
dan ontwikkelen wij maar mega-projecten die zo stevig in
elkaar zitten en kwalitatief hoogwaardig zijn, dat ze wel
zullen moeten, er niet omheen kunnen.
Meestal schrikken
ze zich de pleuris.
TIP
Met elkaar
discussiëren over de vragen:
Wat zijn onze
sterke en zwakke punten (sterkte/zwakte analyse)?
Waar
ligt onze specifieke kwaliteit? Wat onderscheidt ons van
andere instellingen en voorzieningen?
En vooral:
waar
liggen onze/de grenzen en waar de mogelijkheden?
Fernando Miguel Fernandez
in reactie op de
multiculturele
tweespalt
beleidskernen multiculturele visie
bundels in beweging smc beleid