LR-520.1

KORT VERSLAG BEHANDELING NOTITIE JEUGDBELE1D IN GSC-WELZIJN
29 september 1989

Cees Korver (voorzitter) stelt de Notitie aan de orde.

Ellen Reys (PVDA):
Mevrouw Reys spreekt haar dank uit aan de voorzitter voor de notitie.
Zij stelt voor, de brief die de Raad gestuurd heeft gelijk bij de notitie te betrekken.
De notitie geeft in haar ogen een globaal, maar redelijk overzicht van de functies die de Raad uitvoert. Haar fractie kan instemmen met het voorstel, de Ontwikkelings- & Informatiefunctie (O&I-functie) over te dragen naar de Steunfunctie.
Zij constateert wel, dat het de Provincie klaarblijkelijk niet gelukt is, het voorgenomen facetbeleid waar te maken.
Voorlopig zal eerst aansluiting gezocht moeten worden voor aansluiting op de ontwikkeling van het welzijnsbeleid.
Het is jammer, dat het ten koste gaat van een hard werkende organisatie waar ze veel respect voor heeft. De brief van de Raad geeft haar echter het vertrouwen, dat in goed overleg verder kan worden gewerkt.

Marieke Sanders (VVD):
Mevrouw Sanders vindt de Notitie van uitstekende kwaliteit. Het is een goede theoretische verkenning.
Ze heeft zeer grote waardering voor de mensen van de Raad die altijd uitermate gemotiveerd hun werk deden. Gelukkig kan een belangrijk deel worden gecontinueerd op basis van de inhoudelijke discussie die nu gevoerd wordt.
De kwestie is natuurlijk pijnlijk voor de Raad als organisatie, maar het gaat om politieke prioriteiten. Ze is erg gesterkt door de brief van het bestuur.
Het plaatsen van de O&I-functie in de toekomstige steunfunctie acht haar fractie een goede zaak. Daarbij zal wel het projectmatig karakter bewaakt moeten blijven.
Zij uit nogmaals haar waardering voor de inzet van de Raad, maar één structuur zal toch meer efficiency geven.
Zij heeft nog twee vragen: In de Externe Commissie is minder aandacht voor categoriaal beleid. Hoe is dat ten aanzien van jeugdbeleid?
Hoe denkt de voorzitter het wegvallen van de adviesfunctie op te vangen?

Marius Ernsting (CPN):
De heer Ernsting merkt allereerst op, dat er weinig dwarsverbanden in de beleidsontwikkelingen voorkomen. Waarom is er bijvoorbeeld geen relatie gelegd tussen de opheffing van de Raad voor jeugdbeleid en de nieuw te ontwikkelen Zorg-Advies-Raad. (ZAR)? Hij verwijst daarbij naar bijlage 2 van de ZAR-nota.
De lijn in de voorliggende Notitie acht hij voorspelbaar. De financiële vertaling is echter slecht. Er wordt 175.000 gulden voor de O&I-functie uitgetrokken. Dat is volgens hem voor elk functie-element een formatieplaats. Daarmee is het geld op.
Er is dus geen ruimte voor innovatieprojecten &c. Naar zijn mening is er meer geld nodig.
Hij behoudt zich dan ook het recht voor, daar bij de verdere behandeling van de Welzijnsnota op terug te komen.

Maarten Verwey (D'66):
De heer Verwey is "best tevreden". Hij is het eens met het voorstel over de O&I-functie.
De vraag blijft, hoe incidentele adviezen worden ingewonnen. Van groot belang acht hij bij de verdere uitwerking, hoe de overname van het jeugdbeleid op lokaal/regionaal niveau wordt bevorderd.

Peter Zwart (PSP):
De heer Zwart acht de uitspraak in de Notitie dat Facetbeleid te hoog gegrepen is, zeer ernstig. Het kan wel zijn, dat er per beleidsterrein in verschillende mate beleidsaandacht nodig is, maar de voorbeelden met betrekking tot verkeer en milieu acht hij misplaatst.
Hij vraagt zich ook af, of de gevolgde redenering niet het einde betekent van facetbeleid ten aanzien van bijvoorbeeld emancipatie en minderheden. Vervang "jeugd" door "vrouwen" en je bent Klaar.
De Raad voor Jeugdbeleid had de pretentie, alle beleidsterreinen te betreden. De Raad is daar ook goed in geslaagd. Meermalen heeft hij belangrijke productpresentaties van de Raad meegemaakt.
GS ontkennen met hun redenering de bestaansgrond van de Raad. De Raad had als subsidietitel "advisering". De Raad deed zeer veel andere dingen. Heeft de Raad hiermee illegaal subsidie binnen gehaald? Zo ja, aan wie is dat dan te wijten?
De Raad had ook een innoverende functie, bijvoorbeeld gericht op gemeentelijk beleid. Wat blijft daar nu van over?
Kortom: de PSP is niet gelukkig met de Notitie. Van 520.000 terug naar 175.000 gulden kan niet verklaard worden door het wegvallen van de adviesfunctie. Dat is geen correcte verhouding. De financiële taakstelling is hier richtinggevend. Er is geen inhoudelijke discussie.
De belangen van jeugd & jongeren zijn niet alleen met een steunvoorziening gegarandeerd, zij moeten ook in de bestuurlijke verantwoording van het beleid duidelijk worden.

Maria Wiebosch (PPR):
Mevrouw Wiebosch sluit zich aan bij de woorden van de heer Zwart over het facetbeleid en de milieu-/verkeer-uitspraken van het College. De Notitie doet geen recht aan het vele werk dat de Raad heeft verricht. Zij kan dan ook niet met de voorstellen instemmen.

Jan van den Assem (CDA):
Met een verwijzing naar het herfstig weer schetst de heer van den Assem de mooi samenhangende webben die de Raad gesponnen heeft: advisering, informatie en ontwikkeling. De vraag is, of dat zo moet blijven.
Er blijven twee functies binnen het welzijnsbeleid behouden.
Hij heeft anderhalf jaar het werk van de Raad meegemaakt. De Raad heeft heel wat beleidsterreinen bestreken. Het kader waarbinnen dat gebeurde, was niet louter welzijn. (Postbus 51, Alcohol, Verkeer &c) Hij heeft veel waardering voor de werkwijze, de producten en de taalverrijking van de Raad.
GS kunnen niet zonder meer een spinnenweb voorstellen van 175/525-ste.
Op de langere termijn zal er meer moeten gebeuren. Het lijkt nu een kille sanering.
Hij vraagt zich af: “Wordt het niet al te mager?"


Mevrouw van Diepen (secundus):
Voor de duidelijkheid wil mevrouw van Diepen graag eerst even stellen, dat de wijziging van de Raad geen wijziging in provinciaal beleid hoeft te betekenen. De Provincie zal waar nodig adviezen blijven inwinnen.
De Raad heeft veel aanzetten en initiatieven genomen voor jeugdbeleid. Zij heeft daar grote waardering voor.
De 175.000 gulden moet als een voorlopig & indicatief bedrag gezien worden. Kosten voor advisering zijn incidenteel en dus moeilijk voorspelbaar.
De aansluiting op regionaal en lokaal beleid is een kwestie voor de Externe Commissie.
Er zal voldoende aandacht blijven voor de jeugd.
Zij is er erg blij mee, dat de commissie nu serieus een inhoudelijke discussie voert.
De heer Korver voegt toe, dat er al in een eerder stadium voor incidentele advisering een bedrag is gereserveerd. Ook zal er in de ontwikkelingen rondom de ZAR worden gekeken naar een relatie jeugdbeleid en jeugdhulpverlening.


De tweede ronde

De heer van den Assem constateert, dat er geen ruimte is bijvoorbeeld voor verkeerskwesties.
De heer Ernsting zou met een variant op een nota van de Raad, de behandeling van de Notitie een zeer summier "killende talk" willen noemen.

De heer Korver sluit de behandeling af.
Hij registreert ten aanzien van de Notitie voorbehouden bij de PPR, PSP en de CPN en constateert, dat de meerderheid van de commissie voor het voorstel in de Notitie is.

klik hier voor de outline van
het register