op de valreep
Bij de aanbieding
In juni 1981 bracht het College van Gedeputeerde Staten een bundel reacties uit, 
ontvangen vanuit het welzijnsveld naar aanleiding van het Voorontwerp Voorbereidingsnota 
voor de Plannning en Programmering van het Specifiek Welzijn en de daarvan 
afgeleide Voorbereidingsnota voor het Sociaal-cultureel Werk.
Drie maanden later werden deze nota´s met een procedureverordening vastgesteld door 
Provinciale Staten.
Daarop vooruitlopend had het provinciaal bestuur reeds in maart de categoriale 
en functionele raden gevraagd, met een voordracht te komen voor de in de later 
vast te stellen procedure op te nemen adviescommissies.
Deze commissies werden op 18 augustus 1981 geïnstalleerd.
Ruim voor de formele vaststelling van de procedure werkten de commissies dus al 
aan hun opdracht. Dit heeft echter niet kunnen verhinderen, dat ze al 
vrij spoedig in een tijdklem terecht kwamen, omdat de periode die hen 
was toebedacht niet in verhouding stond met de zwaarte van de opdracht.
Een algemeen verzoek op verlenging werd door Gedeputeerde Staten niet 
gehonoreerd, waarop de Commissie Jeugd- & Jongerenwerk het College kenbaar 
gemaakt heeft, niet vóór 1 mei in staat te zijn een enigszins verantwoord advies 
uit te brengen.
De omvang en de noden van het veld, de middelen en vragen van de overheid, 
geplaatst in de optiek van de ideale situatie die de commissie zich stelde, 
hebben er toe geleid, dat de commissie binnen het korte tijdsbestek geen advies 
heeft willen uitbrengen voor een definitief voorzieningenpakket.
"Het scherpste verstand en het beste hart zijn niet in staat nu een oplossing te 
formuleren, zo ingewikkeld is deze materie" (August Strindberg).
De commissie adviseert het College van Gedeputeerde Staten, hoe het 
welzijnsbeleid verder te ontwikkelen en hoopt met deze nota een bijdrage te 
leveren die als stapsteen kan dienen.
Haarlem, 21 mei 1982
De Adviescommissie Jeugd- & Jongerenwerk, Peuterspeelzaalwerk en Club- & 
Buurthuiswerk.