vorige -
index
1998, Burgemeester Meineszlaan 54, Nieuwe Westen, Rotterdam.
Nooit heb ik me ergens thuis gevoeld. En als ik hier vertrek zal dat ook
nooit meer gebeuren. Dat gevoel nergens bij te horen en overal buiten te staan
zorgt ervoor dat ik geen stad, mijn stad kan noemen en er is zelfs geen dorp, waar ik
echt thuis hoor. Overal waar ik kom, loop ik in een wereld die niet van mij is.
Ik ben dan wel Nederlander, maar geen Wageninger of Lissenaar. Geen Hagenees of
Rotterdammert. Voel me door al die verhuizingen bij geen enkele gemeenschap echt betrokken.
Ja, bij de onderdrukten en achtergestelden in deze wereld.
Mijn moeder heeft er alles aan gedaan om mij nergens te laten aarden.
Door Claudio te laten gaan werd ik gedwongen mijn grootste angst
onder ogen te zien. Al 32 jaar bang voor de wereld waar ik niet voor bedoeld was. Daarom pakte ik een spuitbus mee en ging de deur uit als het donker was. Als dit mijn thuis wordt, dan wil ik niet meer bang zijn in mijn buurt.
Met een bus als mijn enige wapen struinde ik de stad af en ontdekte een nieuwe wereld, want het leven stopt niet als het donker
wordt. Voor veel mensen begint dan hun dag pas. Ik ken het nachtleven in het centrum
wel, maar durfde niet eens in m’n eigen buurt rond te lopen. Ik ben maar twee
keer met m’n spuitbus in het centrum geweest, hartstikke druk met
uitgaanspubliek dus een behoorlijke uitdaging om daar te gaan lopen taggen. Maar
zonder dat ik er erg in had, werd ik al door andere 'schrijvers' gespot en
begroet maar ook bespot: bot en recht voor z'n raap :).
Nu lees ik de stad op een hele andere manier. Ik had het gevoel dat ik het
gevaar opzocht, maar kwam juist nieuwe mensen tegen. Al snel was ik over m’n
angst heen en hing rond op de meest beruchte plekken om tags, throw-ups en pieces te
fotograferen.
Hier bij ons thuis was ik verantwoordelijk voor de Zaanse stijl van onze
nieuwe schutting: Donker groene planken en horizontale witte strepen. Toen daar
een grote 'Timer' op verscheen was ik helemaal verkocht.
Het huis uit zonder een spuitbus is er niet meer bij. Het is mijn enige wapen,
voor als ik in de problemen kom. Met een XXL bus en een big cap erop, spuit
je iemand in nog geen seconde helemaal onder.
In de lente van 2001 drong het tot me door wat voor onmogelijke klootzak ik
was geworden. Ik liep wel vaker naar buiten toe om m’n frustraties uit te schreeuwen, maar
nu? Die dag dat ik gewoon even de tuin inliep en stil was, hoorde ik de buren
praten aan de andere kant van onze schutting, op straat: "Ja joh, hier woont een bully."
Nou dat kon niet anders dan over mij gaan, de boze buurman die af en toe
staat te vloeken in de tuin.
Wel heel raar om zo te eindigen.
Ik weet het, ik ben onmogelijk om mee samen te leven. Maar ik probeer iedereen met rust te laten.
Mijn onvermogen om met de situatie om te gaan sinds Clau vertrok
is groot. Het is al een hele kunst om dit leven vol te houden, maar ik merk
naarmate ik ouder word dat het steeds moeilijker is een eind aan mijn leven te maken.
Het moet anders en ik moet hier doorheen.
De digitale
revolutie, de geestdrift van Jan blijven me inspireren en doet me besluiten er
een kunstzinnige draai aan te geven.
Ik stort me op de artistieke aankleding van ons web.
Creatief bezig zijn is leuk voor wie vrijetijd heeft. Echt vrij voel ik me niet, maar tijd heb ik genoeg.
Als agnost en afvallige is afval mijn basismateriaal. Ik kan het niet laten
troep van de straat op te rapen en containers te controleren en verwerk alles
wat ik vind, thuis in het interieur of ik maak er wat van. Het is me een
geknutsel, maar ik maak nu wel wat ik zelf wil en het voelt nu ook weer alsof ik
nog iets in te halen heb, na al die
jaren alleen maar de smaak van anderen te laten overheersen.
Binnen een paar weken had ik mijn eigen tag en begon ik ook zelf
throw-ups achter te laten. Wat vond ik m’n werk slecht zeg, heel knullig. Ik kan niet
tekenen of schilderen en heb al helemaal geen gevoel voor kleur; vind het al heel wat dat ik m’n
sjablonen niet verpest. Mijn schrijversnaam werd
CloneboyHelcus,
de achternaam geconstrueerd uit m'n doopnamen; wil-HEL-mus domini-CUS, die z’n foto’s op gaingate.com zet. In z’n guestbook leest
'De Clone' wie er op
welke locatie iets nieuws gezet had en dan ging hij erop uit. Veel mensen hadden
nog geen ruimte op internet en vonden het fantastisch dat hun werk op een
website te zien was. Geen plek was te gek voor me. Er waren locaties die je niet
kon bereiken zonder te klimmen, te kruipen of te springen.
Ik begon mijn Clonespots Rotterdam
in knewarts, de kunstfiles van gaingate.com, waar ik alle foto’s plaatste die ik
schoot. Het is een drukke tijd. Overdag door de stad of buitenwijken. In de
avond alles wat ontwikkeld was bij de fotograaf scannen, downloaden, lay-outen
en publiceren, want als iedereen slaapt is internet veel sneller. In het begin
moest je nog vierentwintig uur wachten voor de updates zichtbaar waren. Het
dagritme veranderd hierdoor resoluut. Tot een uur of 5:00 'Frontpagen' en gamen,
tussen 6:00/12:00 slapen.
Ik ben een avondmens. Of anders gezegd, ik ben in de ochtend niets waard. De
eerste 5 uur na ontwaken zijn soms moeilijk door te komen. Het is elke dag maar
weer de vraag wat er gaat overheersen. Domineert de hoofdpijn vandaag of zijn
het de maag- en darmklachten. Als het meezit voel ik me na de avondmaaltijd pas
echt wakker en kijk weer optimistisch naar de dag van morgen. Laat word het elke
nacht, want als ik me beter voel is het moeilijk om de slaap te vatten. Dan wil
ik weer zolang mogelijk profijt hebben van m'n pijnloze uren.
Maaskade Zocherspark, Rotterdam.
Adgrafix in Ierland deed onze eerste webhosting. Daardoor hebben we ook in HTML leren werken. De hele nacht doorwerken, waarna ik soms ook nog zelf met een bus onderweg ging. De bezoekersaantallen op de website schieten omhoog. De tag die ik gebruik is CSC 'City Scum Crew'. Ik spiegel de laatste 'C' zodat mijn tag lijkt op een uit elkaar getrokken Yin-Yang symbool. De eerste digitale camera die we hadden, was een simpel dingetje. Een van de weinige prijzen die ik in m'n leven heb gewonnen met een prijsvraag van Eneco Rotterdam. Daar heb ik de eerste graffiti foto’s mee gemaakt en dat ben ik blijven doen tot we Flow in huis namen.
Moe is afgezakt naar Rotterdam om een weekend te brainstormen over wat we
gaan doen als Dirk trouwt.
Dirk die na het overlijden van Bart ineens, tot mijn grote verbazing, wel heel
ongenuanceerd over z'n vader uit de school klapte... Hij vond Bart maar een
slappe lul.
Dat stoorde me wel een beetje. Alsof hij de enige was die schadevrij door zijn
jeugd heen was gekomen. Hij heeft, net als Bart en ik, ook moeten lijden onder
Bep haar regime. Praat hij nou z'n moeder na?
Vind het al jaren moeilijk om aan te zien hoe Bep verder leeft, nu
Bart er niet meer is. Heb totaal geen behoefte meer om bij haar nieuwe gezin te
horen.
Het is ook moeilijk te doorgronden wat ik nog voor hen voel, na Bart zijn
overlijden.
Die verplichting ook waar ik maar niet onderuit kom, nog steeds haar
wormvormig aanhangsel.
Is het uit medelijden dat ik haar blijf helpen, opdat ze
niet faalt, of hoop ik zo nog eens een flard uit mijn geschiedenis te horen?
Waarom probeert ze me nog steeds binnen boord te houden; opdat ik niet uit de
school klap?
Wil ze er zeker van zijn, dat ik in haar geromantiseerde versie van het verleden
blijf geloven?
Dat breekt me deze ochtend behoorlijk op.
Waar ik dacht dat ze na mijn weglopen van huis wel doorhad dat ik van d'r af
wil, dat ik niet op haar zit te wachten, blijft ze me sinds die tijd op de een
of andere onverklaarbare manier toch achtervolgen. Niet om goed te maken wat er
in m'n jeugd is mislukt, want ze komt dit weekend niet om over ons verleden te
praten, maar om me linksom of rechtsom toch betrokken te houden
bij haar gezin. Ik mag dat gezin, of wat er van over is, die droom van haar niet kapot maken.
Nu zit ze hier bij ons in Rotterdam mijn ochtend te verzieken.
Dirk treed deze zomer in het huwelijk met Jiska en ze wil daar natuurlijk een leuk programma
voor bedenken.
Een slechter moment hadden ze wat mij betreft niet uit kunnen kiezen.
Waarom zeg ik haar niet gewoon: Doe het lekker zelf, ik kom niet!
Ik ben sinds Clau hier weg is zwaar depressief en dus niet te genieten.
Bij het ontbijt merkt ze het meteen. Dat ze maar ziet dat ik net zo'n
ochtendhumeur heb als zijzelf.
Ik drijf haar tot het uiterste. Nu met Jan erbij
kan ze niet uit haar dak gaan, nu moet ze zich wel inhouden en ik zie de wanhoop
in haar blik en de spanning in haar kleine, fragiele, stramme lijf stijgen. Na
nog geen kwartier loopt ze zwaar geïrriteerd van tafel naar het raam aan de
straatkant en staart naar buiten. Er is niets met me te beginnen, ze heeft de
grootste moeite om zich in te houden en ze weet niet hoe ze met de situatie om
moet gaan. Ik weet dat ik haar woedend maak met dit gedrag, maar het kan me voor
het eerst in mijn leven geen zak meer schelen. Ze moet niet denken dat ze me nu
weer aan het werk kan zetten voor het feest van haar zoon, zoals ze iedereen
altijd al voor d'r aan het werk zet.
Jan zit ons verbaasd aan te staren en weet niet waarom ik zo reageer naar haar.
Hij probeert wel wat in te brengen maar ik kap hem zo bot af, dat ie meteen zijn
mond weer houd. De spanning is om te
snijden en de sfeer totaal verpest.
Met alle wijsheid die ze nog op kan brengen zegt ze: "Nou goed Eus, dit gaat zo
niet werken, ik ga wel naar F.G. in Delft."
Stik maar, dacht ik. Blij dat je verdwijnt.
Het is vrijdag 2 juli 1999, de dag dat Dirk en Jiska gaan trouwen. In het
Openluchtmuseum te Arnhem. In het kerkje van 's-Heerenhoek is de huwelijksmis en
aansluitend het feest in de Kasteelboerderij iets verderop in het park.
De reden om toch naar de trouwlocatie af te reizen was om het niet ook nog eens
te gaan verpesten voor Dirk en Jiska, maar dat pakte niet goed uit. Ik voelde me
nog steeds verschrikkelijk.
Onderweg er naartoe twijfel ik de hele rit, Jan laten doorrijden of omkeren
terug naar huis. Als we aankomen in het openlucht museum en het kleine kerkje
instappen, worden we compleet genegeerd door Bep.
Na de kerkdienst, het begin van een migraine aanval en eenmaal op de
feestlocatie word ik alleen maar raar aangestaard door iedereen. Als of we op
het verkeerde feest zijn terechtgekomen. De meeste
hadden natuurlijk al lang gehoord van Bep wat voor onmogelijke klootzak ik bij
de voorbereidingen was geweest. Tijdens de lunch zaten Jan en ik ver weg van 'De
Familie' Bep, F.G., het bruidspaar en de ouders van Jiska. Tussen mensen die we
niet kenden en die niets terug zeiden maar me raar aankeken toen ik ze wat vroeg. Na het lied en het
stukje cabaret dat voor ze in elkaar gedraaid was, duwde Dirk me een camera in
de handen, zo van verberg jij je maar achter dit apparaat de rest van de dag.
Ik heb er van afgezien en ben niet lang daarna zo onopvallend mogelijk, zonder het iemand te zeggen,
gewoon weggelopen van alles en de auto in gevlucht.
Toen Jan me gevonden had is hij ze even gaan
meedelen dat we vertrokken, waarna we weer lekker terug naar Rotterdam konden rijden.
Donderdag 26 augustus 1999.
Eindelijk staat er een afspraak met iemand van Moederheil, om binnenkort mijn
dossier op te gaan halen.
13:00 uur hebben we een ontmoeting met Jopie Snelders in de nieuwe
dependance van Valkenhorst. Het oude gebouw is inmiddels gesloopt en ik begrijp
van haar dat wat er op deze nieuwe locatie nog van over is alleen uit
crisisopvang bestaat, voor gezinnen die met huiselijk geweld te maken hebben:
Residentie Valkenhorst aan de Assumburgstraat 1, in de Ypelaarbuurt.
Een lang gesprek werd het niet. We werden uitgenodigd even in de
gemeenschappelijke ruimte op de begane grond plaats te nemen aan een tafeltje,
alwaar ze me de grote enveloppe overhandigde. Er zat ook nog een boekje bij over
Moederheil met veel foto's. Maar veel antwoorden had ze verder niet voor me.
Op de aanvraag van mijn moeder voor opname in Moederheil staat dat mijn vader
chauffeur was en getrouwd. Heb haar ook wel even laten weten dat ik na die vier jaar in Moederheil bij een
verschrikkelijke moeder terecht ben gekomen.
Zal ik het allemaal verbranden?
Content dat ik was met het bemachtigen van mijn Moederheil dossier, zeg.
Het deed
me besluiten eerst Dirk ervan op de hoogte te brengen en daarna Bep er pas mee
te confronteren.
Nadat ze in het huwelijk waren getreden zijn Dirk en Jiska nog een tijdje in hun
studentenhuis in Arnhem blijven wonen.
Wat was ik naïef, te denken dat hij daar op zat te wachten, nadat we vroegtijdig
van hun bruiloft waren verdwenen. Dat werd een stevige deur in m'n gezicht.
Niet
letterlijk, toen we aanbelden, maar figuurlijk, toen we eenmaal binnen bij hen
op de bank zaten. Er zat nog wat oud zeer bij m'n broertje.
Dit was ons eerste bezoek aan het net getrouwde stel en traditiegetrouw praat je
dan na over de bruiloftceremonie en het feest dat tot in de late uurtjes
voortduurde. Maar we hebben niet de hele dag meegemaakt en Dirk en Jiska
ondertussen ook nog niet verklaard waarom we toen zo snel weg waren.
Aan de
andere kant heeft Bep sinds die dag niets meer van zich laten horen en Dirk en
Jiska hebben mij ook nooit gebeld met de vraag of het wel goed met me ging.
Dus ik hul mij over dit onderwerp in stilzwijgen net als zij doen en leg mijn
dossier op tafel.
Dirk heeft natuurlijk helemaal niets met de vier jaar van mij, voordat hij ter
wereld kwam. Vanaf het moment dat hij geboren werd, draaide alles om hem.
Als hij merkt dat we weinig meer over hun trouwdag vragen lijkt ie beledigt.
De
aandacht die ik voor de dossierstukken vraag is hem te veel en na een document
of wat, kapt hij het ook bot af door te zeggen: "Zo, nu gaan we de foto's van de
bruiloft kijken, was je daar misschien nog in geïnteresseerd?"
En ik dacht; We zijn er net, de avond is nog niet om, toch? Maar er knapte wat
in me.
Door de weinig subtiele manier waarop hij duidelijk maakte dattie doodmoe
word van die ellende van m'n moeder en mij, vertrek ik dan ook het liefst zo
snel mogelijk. Nadat we drie albums hebben doorgebladerd kunnen we eindelijk
opstappen. Als ik de voordeur uitloop en Jan afscheid hoor nemen, kijk ik niet meer achterom en denk;
Dit was het dan. Ik zal je niet meer
lastig vallen, verwend ventje.
2001.
11 september 2001.
Het gaat slecht met Leo, de jongste broer van Jan. Hij is uitbehandeld en
gaat zijn laatste dagen in.
Dinsdag ochtend voor Jan naar Leo in het ziekenhuis gaat, komt ie me wakker maken en
heeft meteen verschrikkelijk nieuws uit Amerika. Vliegtuig in wolkenkrabber?
Als ik beneden kom staat CNN aan, Jan vertrekt en niet veel later zie ik een
tweede toestel zich in het World Trade Centre boren. Vier zijn er gekaapt. Een
derde toestel is onderweg naar het Pentagon en de vierde stort vroegtijdig neer
in Pensylvania door ingrijpen van passagiers die via hun mobieltjes op de hoogte
waren van wat er in New York was gebeurd.
Aan het einde van de dag kan de president op de puinhopen van Ground Zero,
Amerika's volgende oorlog om de wereld te redden, aankondigen.
Moslims zijn de nieuwe zondebokken.
Nederland is helemaal ondersteboven van de aanslagen. En de hele wereld
raakte doordrongen van het nieuwe gevaar dat moslimextremisme bracht.
Wij maakten op de site een vergelijking met andere religieuze extremisten en komen met een
prijsvraag.
Velen zeggen dat ze de waarheid verkondigen, maar ze maken zich allemaal schuldig
aan dezelfde dogmatiek.
Wie moet de prijs krijgen: Het Vaticaan, de White Power
Organisaties of De Islamitische Jihad?
Bij alle drie de organisaties hadden we voorbeelden van de verkeerde denkbeelden
die ze aanhangen.
Dus in onze Vaticaan-file hadden we het over de religieuze oorlogen tijdens hun
zieltjeswinnerij. Bij de Islamitische Jihad-file zo'n zelfde geluid en hun
oproep tot verzet: "Geen dialoog, enkel het zwaard."
De eerste dagen merkten we in ons web-log dat die 'Jihad-file' veel werd
geraadpleegd, ook door scholen. Die wint dan ook met overtuiging de prijsvraag.
Dat was voor de dienst van Bram aanleiding ons eens op te zoeken. Bram werkte voor een
speciale tak van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Of we wisten wat voor troep
we over ons heen zouden kunnen krijgen als we zo door gingen en of we voor onze
eigen veiligheid niet de 'Jihad-file' wilden verwijderen.
Om de boel niet verder op de spits te drijven, voldeden we daar diezelfde dag
nog aan.
Toch zagen we daarna in het web-log dat het Ichtus-College en zo veel anderen
elke dag terugkwamen op zoek naar de file.
Tegelijkertijd deden we natuurlijk ook onderzoek naar wat er over onze website
is te vinden. Hoe schrijven ze over ons en vinden we dat bedreigend genoeg om te
zwichten.
Het viel ons alles mee. Een forum waar een verzuurde anonieme persoon denkt dat
wij een over gesubsidieerd links Haags clubje zijn. En een forum waar Jan voor
terrorist uitgemaakt word. We opereren onafhankelijk, zonder subsidie vanuit
Rotterdam en Jan
denkt dat de reactie over hem van een bekende komt. Weinig aanleiding voor ons
om het bijltje erbij neer te gooien.
We konden dan ook niet anders dan onze file er weer in hangen, bereikbaar maken.
De reden voor het bezoek van Bram, was Harry van Bommel. De SP-er had in de
kamer vragen gesteld over de oproep voor de Jihad, die ze op onze website hadden
gevonden. Ze hadden niet de prijsvraag gelezen, maar wel gevonden waar de
terroristen toe oproepen. Minister Donner kwam met antwoorden.
In het guestbook verschijnt een bericht van Flow, die zich opwierp als de
leider van 3DK-crew Rotterdam.
'3000 Kids' pieces had ik gespot onder het
Rozenlaanviaduct en Flow wil een afspraak maken.
Hij keek vooruit want als we nu in het jaar 2000 zitten, komt daarna 3000.
Vandaar, kinderen van het jaar 3000. Maar
Flow had de hele tijd politie achter zich aan. Zijn toenmalige vriendin Deborah was de
dochter van een advocatenfamilie en vroeg ons of we hem op konden nemen,
opdat hij z’n straf niet zou ontlopen en daarna met een "schone lei" weer verder
kon.
Flow deed van alles en leefde in een gevaarlijke wereld. Daar was hij zelf heel open over, sinds we onze eerste ontmoeting hadden
onder het Rozenlaanviaduct. Hij komt nu geregeld langs op de Meineszlaan met wat
vrienden of zijn vriendin en praat veel over z'n zware verleden.
Als kind van
ouders die op een kamp wonen, heeft hij geen enkele school afgemaakt en zowat z'n hele
jeugd vastgezeten in jeugdinstellingen.
Hij kan amper
lezen of schrijven en heeft een zigeunerachtergrond met eigen wetten. Hij is
keihard voor wie hem verkeerd behandelt en heeft geen respect voor de wereld
zoals die is. Met wapens omgaan is eveneens geen probleem voor hem, hij kent de
drugshandel, maar daar wil hij juist uit.
Het probleem is die leeftijd. Nu hij 18 is, wordt van hem verwacht dattie zelf
zijn leven op de rails krijgt.
Dus alle zorg en begeleiding waarvan hij zijn hele jeugd al afhankelijk was, viel toen in één
keer weg.
Het moment dat hem duidelijk gemaakt werd dat ie te oud was voor Pension Maaszicht, waar
die toen verbleef, kwam hij op straat te staan en is gaan zwerven.
Hij had geen vaste woon of verblijfplaats en één keer per week bezocht hij z'n biologische vader, die gescheiden was
van z'n moeder, want daar kwam zijn uitkering binnen.
Eenmaal vrij van alle toezicht, raakte die gaandeweg dus weer heel makkelijk betrokken bij de
criminele activiteiten van bekenden uit zijn familie op het kamp.
Daardoor moest hij onvindbaar blijven voor de politie. Hij was sterk want hij
zat op kickboksen, tot ie daar werd weggestuurd omdat ie zich moeilijk kon
inhouden.
Met Rene, z'n halfbroer heeft hij even een flatje gehad en ook dat
ging niet echt goed. In slaap gevallen terwijl ze in de keuken de frituurpan aan hadden
laten staan voor de kroketten. Boel vliegt in de fik, keuken helemaal
zwart geblakerd, dus daar zat hij toch al niet meer zo vaak. Verder slijt hij zijn dagen
met drugs versnijden en dealen, graffiti spuiten, zichzelf vol tatoeëren van top
tot teen, piercings in oren, lippen en neus zetten, alcohol en
drugsgebruik, stelen, homo's beroven in het park en door deze activiteiten dus
ook geregeld, vastzitten op bureau Marconiplein of op de Haagse Veer. Eén
keertje uit de arrestantenbus ontsnapt en een keertje uit een
politiebureau in een buitenwijk ergens.
Kortom, het is een hele lieve jongen. Hij heeft
een ondeugende kop, is heel uitdagend en neemt geen blad voor de mond.
Maar een
normaal leven opbouwen is na zo'n jeugd niet makkelijk. Met zijn IQ voelt hij
zich in de steek gelaten door de staat en veroordeeld tot de straat.
Ondertussen is de relatie met z'n moeder complex en heeft hij een enorme hekel
aan zijn stiefvader.
Nadat Flow zijn Mercedes heeft toegetakeld, is ie daar ook
niet echt welkom meer.
Nu hij 18 is, zal die zich in het vervolg ook als volwassene moeten
verantwoorden voor de daden die hij pleegt. En er hangt dus een boete van €30.000 of gevangenisstraf boven z'n hoofd. Maar hij denkt dat het hem wel lukt
onder de radar te blijven. Hij is nu al een jaar onvindbaar voor de politie.
We maken hem duidelijk dat, als hij met een schone lei wil beginnen en een nieuw
leven wil voor z'n vriendin en hun zoontje, de gevangenisstraf proberen te
ontlopen niet zo'n goed idee is. Dat blijft je maar achtervolgen en zorgt zeker
niet voor de rust waarnaar hij op zoek is. Wat zijn familie betreft heeft
Florence (z'n echte naam) alleen goed contact met zijn biologische vader die hij eens in de week ziet. Via chatboxen op internet blijft hij communiceren met z'n
kleine broertje die nog bij z'n moeder woont.
Locaties waar het min of meer toegestaan was om graffiti te zetten, worden Walls
of Fame genoemd. Je hebt er niet zoveel maar Schieplein, de grote rotonde waar
de A20/E25 onderdoorgaan is een mooie plek. Die is te vinden tussen het St.
Fransiscus Gasthuis en de Noorderkanaalweg. Daar is bij
roeivereniging De Skadi een bekende Wall of Fame te bezichtigen. Het Schieplein
is groter en heeft meer ruimtes waar de 'schrijvers' zoals graffitispuiters
genoemd worden, tekeer kunnen gaan. Er zijn veel op,- en afritten en de treinen
rijden er onderdoor. Station Noord ligt hier even verderop, dus er staat wel
eens een trein stil zodat je ook die kunt pakken (volzetten). Hier tussen het
spoor en het grote St. Franciscus Gasthuis is ook nog een gebied met allemaal
verlaten tuinhuisjes. De volkstuintjes moesten wijken voor de uitbreiding van de
nieuwe RET Remise, maar de
huisjes bieden verschillende mensen nog steeds onderdak. Ook Flow slaapt er wel
eens. Of hij breekt ergens gewoon een caravan open om te overnachten.
Een paar dagen nadat wij hem ruimte in huis hebben aangeboden, worden we
geconfronteerd met de naweeën van het leven dat hij achter zich wil laten.
Het is dinsdag en hij vertelt ons dat R. zijn neef afgelopen weekend tragisch
aan zijn einde is gekomen.
Zijn neef was groot in de kickboks wereld en ging op voor het kampioenschap van
Nederland, maar zover kwam het niet.
De aanleiding is Jan en mij nooit duidelijk geworden, maar er is vanuit de
drugswereld gewetenloos met hem afgerekend.
Ze kwamen hem thuis in z'n flatje opzoeken. Daar is hij gemarteld en met een mes helemaal overhoop gestoken.
In een poging aan zijn belagers te ontkomen, is hij door de ramen
aan de voorkant gesprongen en drie verdiepingen omlaag gevallen, waarna die dood
op straat bleef liggen. Flow is er helemaal kapot van. Hij heeft vanmiddag een
afspraak met de broer van z'n vermoorde neef, in coffeeshop 'Out of Time'.
(Out of Time is jaren geleden ook een tijdje onze stamkroeg geweest. Toen we nog op de Binnenweg woonden kwamen we er al voor wiet, cappuccino’s, flipperkast en poolbiljart. De jaren ook waarin Jules Deelder zijn functie als nachtburgemeester nog naar behoren kon uitvoeren, want alle kroegen mochten toen de hele nacht open blijven. Out of Time word gerund door growers (wiettelers) en dealers. Toch is het een plek waar alle leeftijden welkom zijn en die sociale buurtfunctie die ze hebben, nemen ze heel serieus. Zo moest je het niet wagen om te gaan lopen dealen in en rond hun coffeeshop. Dat controleerde ze ook. In de tijd dat er nog veel junkies rondhingen op de Heemraadssingel/plein/park, veegden ze de boel wel eens schoon. Met zo'n mannetje of twintig reden ze dan op hun motoren de hele singel af en sloegen alle zwervers en 'gebruikers' eruit. Door deze acties bleef de singel ook voor kinderen een veilige plek.)
Maar Flow heeft dus iets uit te praten, want er lijkt een
misverstand te
bestaan over zijn betrokkenheid bij de moord. Hij wil de broer van z'n neef
gerust stellen, omdat hij er naar eigen zeggen helemaal niets mee te maken heeft. Nog geen half uur later
staat Flow alweer hier voor de deur. Bond en blauw geslagen. Er liep bloed uit
zijn oor en hij stond te wankelen op z'n benen. In Out of Time zocht hij naar de
broer, maar die had hem eerder door en heeft hem buiten op het overvolle terras
meteen, zonder iets te zeggen in de rug aangevallen. Het zijn alle twee
kickboksers dus dat ging er heftig aan toe, maar het was Flow wel duidelijk dat
de broer hem heel wat kwalijk neemt.
Flow snapt er niets van, dat hij dit
verkeerd heeft ingeschat. Hij is helemaal gaar en wil in bad. Jan belt
ondertussen zijn
vader en die komt hem zo even ophalen om langs de huisarts te gaan voor
controle.
Kun je even m'n rug wassen? Vraagt hij. Ik twijfel... maar heb met hem te
doen, hij ligt zo in de kreukels, dus ik loop mee naar de badkamer. Tijdens het
wassen van zijn gespierde en gehavende lijf, zie ik dat het gemis aan intellect
bij hem gecompenseerd word door een geval van minstens twintig centimeter dat
tussen zijn benen beweegt: "Ja, die doe ik zelf wel hè!" Maakt ie meteen
duidelijk. "Vanzelfsprekend!" Zeg ik. "Wat nou? Hij kennie praten hoor!" Grijnst
ie als een boer die kiespijn heeft.
Ik heb een zwak voor zijn roekeloosheid. Moet terugdenken aan de tijd op de
Statenlaan in Den Haag, na mijn ontsnapping van huis en haar. Het gevoel dat je
vogelvrij bent, voor alles en iedereen op de vlucht, dus leven van minuut tot
minuut, want elke minuut kan de laatste zijn. Elke dag moet als een feest
eindigen want 'een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd'. Als dat dan per
ongeluk leid tot een overdosis dan is het ook goed.
Hij zit hier op de etage waar Clau van vertrokken is. Het lukt me nauwelijks
zijn gebruik van de spuitbus te temperen en de hele verdieping staat binnen de
kortste keren helemaal vol getagged. Vanaf de voordeur beneden tot en met mijn
eigen etage komt het langzaam aan helemaal onder de graffiti te zitten. Beter
hier binnen dan illegaal op straat.
In vergelijking met Flow was mijn kerfstok lang zo vol nog niet. De moord en
doodslag waar hij mee te maken heeft is heftiger dan ik heb meegemaakt. Ben toch
meer een geïsoleerd "Hou je adem in en stik niet" type. Maar met mijn hang naar
de zelfkant, lees: het onvermogen om m'n leven zin of vorm te geven, liep ik
evenveel risico om in het verkeerde circuit terecht te komen. Mijn jarenlange
fixatie op Claudio heeft me van de straat gehouden en veel ellende bespaard en
ook Jan heeft me vaak gered, maar de twijfel of ik wel bevrijd wil worden speelt
me vaak parten. Mijn zelfbeeld is verschrikkelijk. En dat op zich is eigenlijk
weer heel zielig. Dat je daar maar niet overheen komt. Ook ik vertrouw mezelf af
en toe voor geen meter en ben mijn grootste vijand.
Flow heeft me een paar keer uitgedaagd om weer te gaan gebruiken. Maar ik hou
het bij wiet.
Drie jaar voordat we Flow in huis namen, ben ik gestopt met de harde drugs. Die
hebben al lang niet meer het effect dat ze hadden toen ik ze voor het eerst nam.
Lichamelijk ga ik er aan onderdoor, ik verwaarloos mezelf, de hygiëne word
minder en ik krijg parodontitis. De maag en darmklachten nemen toe. Ik ontwikkel
een allergie voor kaas, noten en pittige kruiden, m'n maag kan niets meer hebben
en daardoor ontstaan anorexia verschijnselen. Als je niets eet, hoef je het ook
niet te verteren en heb je de klachten niet. Jan gaat zelf brood bakken. Eerst
glutenvrij, om uit te sluiten of het een gluten allergie betreft. Daar heb ik
gelukkig geen
last van en hij gaat over op gewoon bruinbrood. Het is zoveel lekkerder dan het dunne kleffe fabrieksbrood dat je
tegenwoordig in de supermarkt kunt krijgen.
De huisarts doet onderzoek en hij ziet geen buik?! Zegt ie. Ik ben een zenuwpees
en vreet als een kreeft, al m'n vetreserves op. M'n hele leven voelt m'n maag
aan als een blok beton. Ik ben lang zo gespierd niet meer als 15 jaar geleden,
maar nog steeds slank en strak als altijd, geen greintje vet.
Mijn huisarts zegt: "Joh, ontspan je een keertje, kweek een buik, je bent al in
de dertig!"
Hij groepeert mijn klachten onder de verzamelnaam PDS 'Prikkelbaar Darm
Syndroom'. Het heeft een naam maar je moet er mee leren leven want genezing
lijkt er niet in te zitten. Het is iets psychisch, hè, iets dat tussen de oren
zit. Hij kan enkel voor wat verlichting zorgen en schrijft maagzuurremmers voor, iets waar de darmen rustig van worden
en iets wat de krampen tegengaat. Dat is een grote opluchting. Ondertussen ga ik
een buik kweken.
Vanaf die tijd dus geen GHB meer, geen Cocaïne of Speed, geen Magic Mushrooms
of truffels en geen MDMA of XTC van Ian en Karen.
De laatste XTC die ik dropte zorgde voor een bad-trip die ik niet snel vergeet. Nadat ie insloeg bleek ik werkelijk tot niets meer in staat, dus dan maar liggen liggen.
De jongen op het schilderij aan de muur, komt tot leven en praat geruisloos tegen me en ik
wil niets anders dan wegzinken in een diepe slaap. Maar dat ging zo gemakkelijk
nog niet. Na het uitademen merk ik dat de reflex om weer in te ademen niet komt
en het voelde alsof ik mezelf langzaam lag te verstikken. Nu moest ik mezelf
forceren bij bewustzijn te blijven en werd veroordeeld tot het uitzitten van de
trip. Dat was zwaar vermoeiend en één van de redenen om ermee te stoppen.
Het laatste dat ik heb gebruikt was heroïne die ik in het park bij de Euromast
vond. Dat was een paar uur prettig, de kater de volgende dag weer niet. Raar dat
dit zo'n populaire drug is.
In 2004 werden de FPS Games mijn drugs vervangende verslaving.
Mijn verslaving vervangende drugs.
Hier
links een verzameling junkie parafernalia. In het midden de
lepel met de resten van de opgewarmde heroïne uit het park bij de Euromast,
naast een een metalen ring met afdekplaat. Een deksel om deze periode figuurlijk
af te sluiten.
Daarboven v.l.n.r. een blauw envelopje waar coke in gezeten heeft, een naald aan
een kettinkje en een scheermesje om coke te versnijden.
Links twee base pijpjes, niet zelf gebruikt maar gevonden op de Kruiskade in
Chinatown Rotterdam.
Rechts een glazen injectiespuit, gevonden bij de achtergelaten rekwisieten in de
loodsen op de Wilhelminakade,
toen Theo van Gogh vertrok en ons het H.A.L. kantoor liet overnemen in 1988.
Dit gevlucht uit de realiteit kost me veel tijd. Zoveel gerookt en gebruikt om de confrontatie met mezelf maar niet aan te hoeven gaan.De website en de pc-games zijn dan ook m'n nieuwe digitale verslaving en het is een welkome verandering.Een stuk goedkoper en grafisch ontwikkeld het zich allemaal ook nog eens naar steeds mooier en sneller.
Banner voor op het forum; Scum[ESFZ]
ESFZ is een sniper clan, dat betekent dat je alleen een snipergeweer tot je
beschikking hebt om mee te schieten, 3 shots 1 kill, headshots instant kill. Ze
hadden meer dan 60 leden van 18 jaar en ouder en een server waar mensen vanuit
heel Europa speelden. Zondagen waren de verplichte Clan avonden. We speelden bij
een bevriende clan, of we nodigden zelf een clan uit om Clan-Fights te houden op
onze eigen server.
Na een paar mooie jaren ontstonden er in de ESFZ clan twee groepen die tegenover
elkaar kwamen te staan en elkaar qua speeltijden begonnen te ontwijken. Omdat ik
het in de discussie op het forum opnam voor de ene helft, werd ik door hen weer
uitgenodigd in een nieuw op te richten (vrouwvriendelijke) clan. De Rebel Sniper
Alliance, {R$A}Clan, en mijn naam werd {R$A}Scum.
Ook in deze clan, de naam zegt het al, spelen we enkel met een snipergeweer. En
we hebben quad-jump, dat het mogelijk maakt om vier keer hoger te kunnen
springen dan normaal. Gevechten in de lucht dus. De oudste speler in de clan,
was {R$A}Highlander, die was in de zestig. {R$A}Bullit, de laatste nieuwe speler
die erbij kwam, was de jongste. Maar die reed zichzelf niet lang daarna te
pletter in een te dure wagen.
Links, Clan logo uit versleten ClanT-shirt geknipt (provided by {R$A}Weirdo, Financial
Director RSA-Clan). Rechts, banner voor op het Forum.
Tekenen en met de spuitbus bezig zijn is Flow zijn lust en z'n leven.
Hij vind het
te gek dat ik foto's van zijn werk heb gepubliceerd en denkt dat, nu die bij de webmaster van de graffiti site met zijn werk zit, zijn crew snel bekender wordt
en hij internationaal beroemd. Bij ons vindt hij eindelijk de motivatie om beter
te leren lezen en schrijven.
Als je wil vinden wat je zoekt moet je heel precies zijn op
internet, één teken verkeerd intypen en hij komt niet op de site waar zijn werk
staat.
Dat dat ook heel verkeerd kan gaan, merkte we op een dinsdag. Jan krijgt bezoek
van een agent die op zoek is naar Flow. Ze willen hem spreken. Hij is er niet
maar Jan belooft de agent dat hij zich morgenochtend zal melden op het bureau,
met Flow.
De volgende morgen, iedereen ligt nog te slapen, Jan op de eerste, Flow op de
tweede en ik op de derde etage, schrik ik wakker van een enorme harde doffe
klap. Ik spring uit bed en hoor allemaal mannen schreeuwen beneden. Als ik de
laatste trap naar beneden wil nemen kijkt een zwaar bewapende man me aan en
richt zijn automatische wapen op me. Hij schreeuwt naar me dat ik moet blijven
staan en als ik
toch doorloop (ik woon hier) schreeuwt hij nog harder.
Ik twijfel even, maar ga op de bovenste tree zitten. Dan zie ik Flow met z'n hoofd tegen de muur staan.
Zijn handen op
de rug in de boeien. Ze nemen hem mee naar buiten en voeren hem af in hun
busje.
Als ik naar beneden loop zie ik wat voor ravage ze hebben aangericht.
Onze vloer bij
de voordeur was al weken aan vervanging toe. We lieten er linoleum leggen wat voor houtrot daaronder
zorgde.
Je moest dus voorzichtig aan doen en over de
eerste rotte planken heenstappen als je bij ons naar binnen stapte.
Nu kregen we de DSI (Dienst Speciale Interventies) over de vloer, die eerst de
voordeur uit z'n voegen beukten en dachten dat ze daarna door konden stormen
naar binnen toe. Nou die zakten met heel hun zwaarbepakte uitrusting eerst tot
hun knieën door de verrotte planken natuurlijk.
Nu is de voordeur total loss en zitten we
daarachter met een groot gat in de vloer. We zijn verbouwereerd, letterlijk en
figuurlijk.
Jan had
gisteren in gesprek met de wijkagent toch al toegezegd langs te komen met Flow?
Waar is dit geweld nou weer allemaal goed voor?
Bij onze eerste koffie proberen
we te begrijpen wat er mis is gegaan in de communicatie. Even ontbijten en
daarna uit proberen te vinden waar hij vastgehouden word. Na een half uur is Flow
al weer terug. Hij stond als vuurwapengevaarlijk geclassificeerd. En hoe kwam
dat dan weer?
Wat dagen
geleden was hij in de chatbox van zijn moeder helemaal uit zijn dak gegaan over
z'n stiefvader. "Ik schiet hem helemaal overhoop!" Schreef hij voordat ie
uitlogde. Zijn moeder heeft na deze bedreiging meteen een screenshot van dat
chat-gesprek gemaakt, de politie gebeld en gezegd dat hij een wapen had.
Ja, dan
wordt de DSI ingezet dus. Nadat zij hun destructieve werk hadden voltooid, kwam
er later op
de dag iemand de schade opnemen en werd er een houten paneel geplaatst voor onze
deuropening. Het ziet er niet uit en het lijkt wel of ze net een drugspand
hebben dichtgespijkerd.
Gelukkig hebben we twee voordeuren en kunnen we gewoon
in en uitlopen.
Sinds we Flow in huis hebben gehaald is er nog nooit zoveel politie bij ons over
de vloer geweest.
Niet alleen kinderen die door het huis hollen nu, of vrienden van Flow, waardoor
je soms niet meer weet wie er allemaal binnen zijn, maar dus ook zo af en toe
een agent of twee die, natuurlijk, voor Flow komen, maar hun nieuwsgierigheid
naar hoe we hier iedereen maar toelaten niet kunnen bedwingen.
Als we het eens voorleggen aan de wijkagent waarschuwt hij ons, dat we de
politie niet zomaar, alleen door het hele pand moeten laten struinen.
Straks laat iemand hier nog wat achter. Hij drukt ons op het hart altijd mee te
lopen als er één naar boven wil.
We hebben niets te verbergen, maar deze opmerking doet m'n gemoedstoestand geen
goed. Als je ook al op je hoede moet zijn voor de politie.
Het duurt dan ook niet lang voor die openhartigheid en gastvrijheid bij me
verdwijnt en weer plaats maakt voor wat gezonde achterdocht. Want alles wat je
zegt kan tegen je gebruikt worden en de volgende agent in je huis kan dus net de
verkeerde zijn.
Op onze website in het graffiti gastboek presenteer ik me sinds ik foto's van
illegaal werk publiceer, als de fotograaf die zelf niets illegaals doet buiten.
Want het is met deze website helemaal niet zo moeilijk om me te vinden. De
foto's die ik van m'n eigen werk plaats zijn tot nu toe allemaal hier in eigen
huis en tuin gemaakt.
Het wordt steeds moeilijker om die twee rollen te scheiden. Nu ik steeds vaker
bussen mee naar buiten neem om zelf ook ergens wat te zetten en overal tags
achter te laten, moet ik nog beter gaan uitkijken. Gaan ze erachter komen wie
CSC Scum is? Nou, ja hoor! Maar niet doordat ik 's nachts ergens ben opgepakt
tijdens het zetten van een piece, of het voltaggen van een container.
Meer dan 700 foto's heb ik online gezet, maar met Flow komt er een beetje de
klad in. Er gaat meer tijd op aan zijn werk en ik ga nu veel meer met hem op
pad, dan zelf consistent te blijven zoeken en werken aan mijn verzamelingen. Dat
we een risico namen door hem in huis te nemen wisten we wel en toch had ik nooit
gedacht dat het zo snel zou eindigen. Vier jaar was ik een anonieme onbekende
digitale figuur geweest. Niemand in de Graffiti scene kende me. Alleen de baas
van 'Urban Unit' de graffiti winkel op de Nieuwe Binnenweg. Ben hem gaan vragen
of hij het goed vond dat ik een banner met link naar hun website plaatste, hij
kende mijn werk en vroeg of ik de illustere figuur was achter de Clonespots.
Desalniettemin, nu met Flow hier in huis werd de zorgvuldigheid waarmee ik tot
nu toe m'n anonimiteit wist te waarborgen in één ochtend vernietigd. Ik dacht
even dat m'n wereld instortte en verweet mezelf dat ik het zo ver had laten
komen. Tegelijkertijd bleek het ook een goed moment om te stoppen met deze veel
te laat gekozen, ongezonde leefstijl.
Vroeg in de ochtend tijdens het ontwaken als, op één oor nog en in lichte
sluimering, de geluiden van de omgeving weer tot me door beginnen te dringen,
concentreer ik me op wat ik hoor in het pand. Nog voor ik goed en wel wakker ben
vang ik flarden op van een gesprek dat Flow een etage lager met iemand voert.
Hmm, het is nog geen negen uur en Flow is nooit zo vroeg wakker. Ze praten
zachtjes, bijna fluisterend en tussendoor klinkt het mechanische geklik van een
dure camera. Ik ben wakker, krijg argwaan en wil weten wat er speelt. Als ik
overeind kom en op de rand van m'n bed zit, merk ik dat ze de gang op lopen en
hoor, nu duidelijker, dat Flow vertelt welke tag van wie is. De muren hier staan
er vol mee. Ik kleed me zachtjes aan en ga voorzichtig kijken.
Als ik langzaam de trap afloop schrik ik me wezenloos. Er loopt een agent in
burger alles te fotograferen en onze tijdelijke bewoner voorziet hem daarbij van
de juiste informatie. "Wat de @$^@H is HIER (*&(^%#$Y$% aan de hand???" Vloek
ik. Nu schrikken zij ook en voelen zich betrapt. Ik richt me meteen tot de
oudste van de twee en vraag wat de agent aan
het doen is in mijn huis en of dit een afspraak was tussen hem en mij. Hij probeert
me uit te leggen dat er niets aan de hand is. Maar ik weiger verder met hem in
gesprek te gaan, zeg dat hij meteen moet stoppen en ren, helemaal over de
rooien, meteen door naar beneden.
Ik ben echt in alle staten en vertel Jan kort en bondig wat ik boven heb
meegemaakt. Die agent moet het huis uit en snel, anders ga ik compleet uit m'n
dak.
Flow en de agent zijn achter me aan mee naar beneden gelopen en stappen nu
geschrokken de kamer in. De agent is één en al excuses en doet nogmaals een
verwoede poging het uit te leggen: "Ik fotografeerde niets van jou werk, alleen
maar van anderen en Florence helpt me alleen maar." Ik kijk hem niet aan, ik
weet genoeg en zit te wachten tot Jan hem eruit zet. Jan probeert de agent uit
te leggen waarom ik zo reageer. Hij vraagt de man begrip te hebben voor de
stressvolle situatie waar die me in bracht en verzoekt hem te vertrekken als ik
niet verder in gesprek wil.
Ondertussen worstel ik met m'n loyaliteits gevoel, maar krijg wel door dat ik
Flow weinig kwalijk kan nemen.
Die heeft in al die jaren natuurlijk een heel andere relatie met de politie
opgebouwd dan ik. Hem word strafvermindering belooft en hij helpt de agent met
de database die de 'polypsie' van graffiti spuiters aanlegt.
Dit betekent dan ook dat als ze je pakken, je word beboet voor alles dat ze in
hun database van je bij elkaar hebben gevonden. Ik voel me evenzogoed ontzettend
belazerd. Heb het gevoel dat ik verraden ben en dat niet alleen. Het was de
bedoeling dat de anonimiteit hier in huis gewaarborgd was. Iedereen die hier wat
achterliet kon er van uitgaan dat ze niet werden aangegeven bij de politie. Flow
is er daar uiteraard ook één van, maar maakt er deze ochtend resoluut een eind
aan.
Het einde van iets wat voor mij nog nauwelijks was begonnen. Als iemand uit de
graffitiwereld hier achter komt, vrees ik voor m'n leven.
Hier houd het op. Een nieuwe naam, een nieuwe tag, een nieuw karakter ga ik niet
meer bedenken.
CSC Scum laat niets meer van zich horen en verdwijnt van de radar.
Me, myself and isolate, cloneboy died in '98?
CSC Scum was here! Maar nu ook al
niet meer:)
Fotobewerking "Me, Myself and Isolate, Cloneboy Died in '98."
Binnenkort gaat Flow zijn straf uitzitten. Hij had nog een maand of vier te gaan in Veenhuizen, zo'n 3 uur reizen vanuit Rotterdam.
Die vier maanden zijn net te weinig om daarna in aanmerking te komen voor
ondersteuning door de reclassering.
Als hij weer vrij komt zullen we met het Leger des Heils kijken hoe we hem in
een begeleid wonen project kunnen krijgen. Dat lukt uiteindelijk bij de
'Corridor'.
Na Flow nemen we geen mensen meer in huis op.
Na Flow blijven wel veel kinderen over de vloer komen.
Het is lekker weer en we zijn allebei
met de computer bezig. De tuindeuren staan open
en de mussen lopen in en uit en pikken ons vloerkleed schoon. Niet dat we
nooit stofzuigen, maar ze vinden blijkbaar altijd wel wat.
We hebben in onze verwilderde tuin nu een kolonie van wel meer dan veertig
mussen en zorgen goed voor ze. Door de verwaarlozing van ons tuintje is het een perfecte
habitat voor niet alleen de mussen maar ook merels en een winterkoninkje. Als we er niet zijn laten we brood op de wasmachine liggen
en doen het schuine raampje boven de keukendeur open. Dan komen ze zelf via het
raam naar binnen om eten voor hun kroost te halen.
Elke nieuwe generatie mussen, per jaar kunnen ze wel drie nesten grootbrengen,
zal onze huiskamer beschouwen als een deel van hun biotoop en gewoon naar binnen
en naar buiten vliegen. Als we lang niet zijn opgestaan vanachter de pc, komen
ze zelfs verder naar binnen vliegen en nemen plaats op een van de pc kabels die
bij ons via het plafond lopen. Dan zitten er zo vijf mussen op een rijtje boven
ons mee te kijken.
De tuin grenst aan de Van Der Palmstraat en onze schutting is overwoekerd
door de bruidsluier.
Op straat geluid van spelende kinderen. Dan horen we iemand tegen de schutting
schoppen. Als ik naar de tuin loop zie ik ineens een hoofdje half boven de
begroeiing omhoog komen en weer verdwijnen. Daarna wat
gepraat en geschreeuw en er word weer tegen de schutting getrapt.
Ik ga even kijken wat er aan de hand is. Als ik van de Meineszlaan de hoek om ga
en de Van Der Palmstraat inloop zie ik hoe druk het is.
Kinderen en wat ouders
kijken op naar de schutting. Als ik nader en vraag wat er is, neemt het
jongetje wat tegen de schutting aan loopt te springen meteen het woord: "Meneer, meneer, is deze van u? We zijn een dingetje
kwijt, het ligt in die tuin!"
Er is een propellertje over de schutting onze tuin in verdwenen.
Als ik bevestig dat het onze tuin is, vragen ze of ik wil gaan kijken of ik iets
kan vinden. Ik loop terug en ga zoeken in de tuin, maar zie niets en ga terug
om het ze te melden. "Nee, het moet daar liggen hoor!" Zegt de kleine jongen. "Mogen we
zelf gaan kijken?"
Nou oké dan. Ik ga ze voor en een hele rits kinderen volgt. Ze waren allemaal
super benieuwd naar hoe het er achter die schutting uit zou
zien.
We staan in de tuin bij het zwembad en terwijl ze blijven communiceren met de
ouders aan de andere kant, zien ze ineens hun speelgoed in de bruidsluier
hangen. Ze kunnen er niet bij en ze zijn helemaal blij dat het mij wel lukt.
Wij wonen op 54 en toen we hier in 1992 introkken woonde er op nr. 50 een Marokkaans
gezin. Hun kinderen kwamen hier ook over de vloer.
Bij ons konden ze tekenen en spelletjes doen. En toen ze zagen dat we een
fototoestel hadden heb ik een keertje twee rolletjes met ze volgeschoten.
Voor de grootouders in Marokko.
Thuis hadden ze niet zoveel en bij ons keken ze hun ogen uit. Ze kregen geregeld
het schaakbord mee, zodat ze ook thuis konden schaken.
Na een paar maanden
verhuisden ze naar elders in de buurt.
Dat hoorden we toen ze nog een laatste keer aan de deur kwamen om het schaakbord
terug te brengen en ons te bedanken voor de leuke dingen die we hadden gedaan.
"Nou, maar dan mogen jullie het schaakbord houden hoor!" Zei Jan. We hadden zelf
wel meer dan één bord met stukken. Ze geloofden hun ogen niet en wilden bijna
weigeren.
Hassan, een jongen uit de Van Der Palmstraat die op onze schutting uitkijkt,
had me in die tijd ook al eens een keer aangesproken toen ik voor het huis zat
te roken. Hij kwam net terug met boodschappen en zag ons geregeld met de auto
hetzelfde doen. Hassan woont bij z'n ouders die vanuit Turkije in Rotterdam
terecht zijn gekomen en die communiceren nog steeds in hun moedertaal.
De
verantwoordelijkheid voor z'n ouders valt hem af en toe zwaar en hij vraagt of
wij niet ook zijn boodschappen konden halen.
Dat was wel heel recht voor z'n raap voor een eerste kennismaking. Ik kon dan
ook alleen maar begrip tonen voor de problemen waar die mee zat. Daar komt bij
dat ikzelf geen rijbewijs heb natuurlijk en Jan de enige chauffeur bij ons in
huis is die het meest voor de boodschappen opdraait. Jan is daarbij ook nog
ouder dan de vader en moeder van Hassan. Da's best een rare verhouding.
Ikzelf
heb ook mijn hele jeugd boodschappen gedaan zonder er ooit over te klagen, maar
ik kan eerlijk gezegd geen supermarkt meer zien.
Nu tien jaar later, zie ik hem weer staan bij onze schutting. Hij is ondertussen getrouwd
met Muzeyën en ze wonen nog steeds bij zijn ouders drie hoog in de v.d.
Palmstraat.
Het jongetje dat opgefokt tegen de schutting loopt te trappen is zijn zoontje, Sefa.
Spreek uit als: "Sèffa".
In de krant lees ik over het misdaadprogramma van Peter R. de Vries. Hij stapt
naar de rechter omdat iemand een tweede uitzending over Koos Hertogs probeert te verbieden.
Koos Hertogs blijkt in de Long Stay gewoon kinderporno te kunnen
krijgen. Bij mensen die nooit meer vrijkomen schijnen ze dat door de vingers te
zien. Peter R. wil die praktijk laten zien. Ik kijk zijn programma's daarover
niet. Wat dagen daarna staat er een ingezonden brief van mijn oud docent
wiskunde in de Volkskrant
Ik ga de uitzendingen die er nog aan schijnen te komen niet zien, maar deze
informatie en de reactie van Fred Rohde bezorgen
me slapeloze nachten.
Totaal onverwacht komt alles wat er met Tialda is gebeurt, dubbel zo hard terug.
Na een week of twee maak ik een afspraak met de psycholoog.
2007.
Dat Bep haar laatste weken inging weten we wel. Maar hoe dichterbij haar
einde komt, hoe meer ik hoop en verwacht dat ze uiteindelijk toch nog wel met
iets over de brug zal komen. Maar toegegeven, ik vrees het ergste. De laatste
paar keer dat we bij haar langs geweest zijn, zat ze ons gewoon weg te kijken in
d’r dure luxe stulpje. Alsof ze zich met opzet omringt met mensen die allemaal
van na 1970 zijn, zodat het telkens heel raar en ongepast is als ik speciaal
aandacht vraag voor de periode daarvoor.
Maar ik heb natuurlijk wat haar betreft ook de boel verpest toen Dirk en Jiska
gingen trouwen.
Tja ze is nu oma en F. G. is opa van Dirk en Jiska hun eerste kind. Ook nu blijf
ik gewoon een buitenstaander en geven ze me het gevoel dat ik teveel
ben. Ze hebben mij niet nodig in hun wereld.
Eind oktober was ik gaar van de griep en toen kwam het telefoontje van F. G., het gaat niet meer met Bep. Ze is vannacht gevallen en nadat ze terug in bed kwam, is ze in coma geraakt. Haar laatste uren zijn aangebroken, of we naar de Westerdreef komen. Natuurlijk, ze knijpt ertussen uit. Die antwoordt niet meer. Als we er aankomen is Dirk er ook. Bep ligt in comateuze toestand voor lijk op bed. F. G. en Dirk willen eromheen zitten. Handje vasthouden, strelen. Gadverdamme. Als ik haar hand even vastpak, weet ik genoeg. Ze ligt in coma en zal niet meer herstellen. Humaan zou zijn om de spuit erin te zetten. Ze willen haar nog wat uren "bijstaan" maar waarom weet ik niet. Ik ga naar beneden.
Jan en ik, Zocherspark Rotterdam.
Foto: Claudio Bartolozzi.
Bij het leegruimen van haar huis ga ik meteen op zoek naar dat
ene fotoalbum met die twee foto's van m'n vader.
Wonderbaarlijk genoeg is het echt nergens te vinden. Meer dan tien albums hebben
we, het staat er niet meer tussen.
En ik had nog wel zo goed onthouden hoe het eruit zag. Bruine kaft en niet zo
groot.
Op de Heereweg nog, stond het in de linker boekenkast in de salon. Op de
onderste plank. Waar is het gebleven?
Heeft ze het aan iemand anders gegeven? Wie heeft hier nu meer recht op dan ik?
Ze heeft het toch niet vernietigd?
Dit gedeelte van onze gezamenlijke geschiedenis is altijd al op de tweede plaats
gekomen.
Het leven dat ze met Bart heeft opgebouwd, is altijd veel belangrijker geweest. Nu ze dood is kan
ik het echt nergens meer vinden. Dirk en F. G. hebben geen
idee waar ik het over heb. Of wel misschien?
Wat voel ik me ongelooflijk belazerd door die vrouw.
Wat we wel vinden, in de meterkast, is een pakje sigaretten met nog één peuk.
Ze heeft zichzelf helemaal de kanker gerookt, maar bleef tot haar dood naar
iedereen de schijn ophouden dat ze haar leven zou beteren en zou gaan minderen.
Toch verstopte ze nog altijd pakjes om nooit zonder te hoeven zitten. En dan
naar anderen toe steeds blijven volhouden dat het haar lukt.
Het is toch wat, dat ze zichzelf zo voor de gek hield. Alsjeblieft, doe ons dat
niet aan en blijf roken, dacht ik vaak.
Met de sleutel van haar voordeur.
De keren dat ik wat aan haar had zijn op één
hand zijn te tellen:
1. Begin een dagboek.
2. De oudpapier actie voor Qbus.
3. Voorkomen dat ik in elkaar geslagen werd voor ons
huis aan de Heereweg en
4. Eindelijk eens een keertje dood gaan! Tragisch dat Bart eerder ging.
Ik kom jammer genoeg niet eens aan vijf. Nou ok dan... ze heeft me richting de
kunst gestuurd en ik erf van haar een grote afkeer voor de lopende band, de
kantoorbaan en beursgenoteerde bedrijven.
-Schrijf het eens een keertje allemaal op joh!
Nee dat gaat niet gebeuren! Wat denk je nou, ik ben een dramatisch
middelmatige schrijver met een belabberde woordenschat en dan dat
kutleven van mij een beetje gaan zitten oprakelen?
Chronologisch gruwelen. Nou
sorry hoor, ik zie niet in wat daar nou zo leuk aan is. Denk dat ik nauwelijks een
'normale' dag kan beschrijven, zonder er een
week depressief van te geraken.
Waarom zou ik dat over mezelf afroepen?
-Je hebt toch al veel geschreven! Je kunt toch beginnen met de locaties waar
je allemaal gewoond hebt, gewoon wat fragmenten?
Meer dan fragmenten zullen het ook niet worden hoor. Voor de PC er was, schreef iedereen toch veel!
Bep schreef ook veel, maar echt vrolijk werd ik er niet van en Bart’s
handschrift was bijna niet te ontcijferen, zo onduidelijk schreef hij.
En dan al die dagboeken van mij: Man, wat een drama. Al die angsten, jaren van dreiging en oplopende spanningen.
-Maar vind je je leven dan voltooid?
Toen ze voor lijk lag in dat te dure vakantiehuisje van d’r, waar ze ons
liever niet meer zag, heb ik haar uitgelachen via de grote spiegels van haar
luxe klerenkast (Ja, het lachen stond me nu nader dan het huilen.) en keek ik
met verbazing naar haar dooie hoofd en mijn eigen
houding, waarvan ik wist dat ik me er later voor zou generen. Is het nou hélemaal over?
Ik geloofde het nog steeds niet, terwijl ze koud en
lijkbleek toch geen enkele sjoege meer gaf. Is dit leven voltooid? Zij heeft haar leven toch ook vergooid? Was toch een beetje een zinloze exercitie, dat dramatische gezin van d’r? Ons gezin was net zo disfunctioneel als het gezin waar zijzelf uit kwam.
Maar met haar dood had ik inderdaad het gevoel dat mijn leven voltooid was,
ja. Het leven dat maar niet beter werd, toen zij nog vrij rondliep op aarde.
Ik ben nog nooit zo blij geweest. Die verlossing, dat besef van
onomkeerbaarheid. Ik hoefde niets meer te verwachten van haar, hier stopte alles. Wat een opluchting. Ze wordt nooit meer wakker, ze kan niks meer, ze doet niks meer, ze zal nooit
meer te horen zijn, on-ge-loof-lijk.
En waar ben ik nou al die jaren zo bang voor geweest? Ik voelde me eindelijk
bevrijd van mijn ergste vijand en heb haar niet eens zelf om het
leven gebracht.
Nu ze dood was, kreeg ik natuurlijk ook geen antwoord meer op de meest
elementaire vragen waarmee ik m’n hele jeugd geworsteld heb. Maar 41 jaar geen
duidelijkheid scheppen, eromheen blijven draaien en voor zich uit blijven
schuiven is natuurlijk ook een antwoord.
Alsof hiermee tegelijkertijd een ontzettend gênant familiedrama voorgoed in
de doofpot is verdwenen.
GUMBAH, Volkskrant. Dagen na haar begrafenis.
-Weet je nog wat je zei tegen me? Je bent toch niet voor niets weggelopen van
haar?
Nou, dat was alleen maar omdat ik in vrijheid een einde aan mijn leven wilde
maken. Ik ben wel vertrokken, maar denk je dat ik de rest van mijn leven elke dag
geconfronteerd wilde worden met de effecten van mijn gelukkige jeugd? Daar heb ik echt totaal geen zin in, ik gebruik niet voor niets van alles en
nog wat.
Nu Bep er niet meer is merk ik hoe overbodig alle drama was. Dat viel me natuurlijk al op toen ik van de Heereweg vluchtte in 1984.
Het was allemaal zó zinloos, zo, nergens voor nodig maar toch moet ik de rest van m’n
tijd leren dealen met het onvermogen, de achterstand, de zelfhaat.
Sinds Breda ben ik al teveel en werd ik door Bep uitgedaagd,
beledigd, gehaat, geslagen, vernederd, voor schut gezet, gekleineerd.
Van de ene depressie in de andere, al het fysieke ongemak dat al begon in het
tehuis. De wereld is geen plek voor mij.
Ik heb ook op alles en iedereen wat aan te
merken.
Vader, Wees gegroet
Mijn vader die in de hemel zijt, je naam ben ik vergeten.
Je rijk kan me gestolen worden.
Je wil mocht dan geschieden op aarde,
het is waar ik geen hemel ken.
Geef me reden, al vraag ik om dood.
En ik vergeef je niet je schuld,
Zoals ook jij me niets te geven had.
Daardoor mijd ik elke bekoring.
Verlos me van die schade, samen.
Wees gegroet
Wees gegroet maria gaat snel te rade
de heer is in u
gij zijt de gepaalde onder de vrouwen
en gefaald heeft het gen
als vrucht van uw schoot
schijnheilige maria, hoedster van het kot
bid voor mijn mond aars
nu breng ik het vuur tot in uw schoot, schamen
Cloneboy Helcus
Edoch, den twijfel ende wroeging. Sinds 1998 heb ik geen letter meer aan het
papier toevertrouwd, da’s nu 23 jaar geleden. Al die jaren alles van me af
schrijven was om de schade die ik anderen toebreng te beperken en om niet te
vervallen in overmatig drugsgebruik of crimineel gedrag.
Vond het wel weer
genoeg voor een tijdje, werd een beetje onwel van die letterdiarree, wat een
verliezer.
Collage Scum, 1999.
Foto: Claudio Bartolozzi, Rotterdam 1986.
beste dok,
Hier ter verduidelijking nog wat over mijn "gebruik".
Aan mijn moeilijke verleden heb ik het een en ander overgehouden; overgevoeligheid, manische depressiviteit, slapeloosheid, adhd, twijfel aan de waarde van mijn bestaan, doodsangst verwerkte ik met verslavingen, suïcidale neigingen. Ik rook daardoor al 37 jaar, mijn moeder rookte 75 sigaretten per dag en tijdens haar depressies vlogen de asbakken geregeld door de kamer, jarenlang heb ik sigaretten en alcohol voor haar gehaald. Toen ik het ouderlijk huis ontvluchtte hoopte/verwachtte ik dat ik snel een overdosis zou kunnen nemen... zonder Jan zou dat ook wel gelukt zijn. In plaats van er een eind aan te maken moest ik m'n problemen onder ogen zien en veranderen... ik heb veel drugs gebruikt (ghb, speed, paddo’s, truffels, stuff, cocaïne, mdma, xtc)
Sinds het jaar 2000 ben ik daarmee gestopt en heb ik via de GGZ (Mathenesserlaan) ook Prozac en Orap gebruikt maar niet voor lang (de consulent toen vroeg ook of ik niet goedkoop medicijnen wilde scoren voor mijn verslaving en of ik ze niet zelf zou doorverkopen op straat).
Weed is altijd goed voor me geweest, goed tegen slapeloosheid, goed tegen misselijkheid, goed bij opwekken eetlust (neiging tot anorexia), goed tegen opgefokt agressief gedrag (fijn voor m'n omgeving en ik hoef niet meteen opgenomen te worden in een geestelijke gezondheidsinstelling). Weed voorkomt dat ik naar sterkere drugs grijp. Net zoals toen bij de GGZ voel ik me een beetje beledigd, ik heb nooit gedeald en nooit iemand lastig gevallen met mijn problemen, zonder Jan was het nog moeilijker geweest maar sinds 2012 ben ik systematisch gaan bijhouden wat ik gebruikte en gaan minderen... Rookte ik eerst meer dan 5 gram per dag, nu doe ik 3 dagen met 5 gram. Maar de laatste jaren merk ik dat ik niet meer kan minderen dan ik doe. Ik weet van zeker 6 shops in Rotterdam dat ze allemaal hetzelfde verkopen (niet goed beter best, maar slecht slechter slechtst) duur, slaat op je longen, geen betrouwbare informatie, men praat ook geen Nederlands meer en heel slecht Engels.
En zoals ik aan de telefoon al zei, de medicinale wetenschappelijk gecontroleerde cannabis van Bedrocan doet me nog minder roken.
Ik stop anders wordt het te lang... ik had gedacht dat er wel een patiënt in Rotterdam zou zijn die vijf gram per dag rookt maar de Beukelsdijk apotheek had iemand die om de twee weken nodig heeft? koopt diegene ook nog bij coffeeshops? het meeste effect heeft de Bedrocan op de misselijkheid die opkomt na het gebruik van hun Movicolon (ik vraag om een andere steeds, maar krijg altijd de Movicolonsmaak waar ik misselijk van word.)
Ik ben altijd bereid meer duidelijkheid te verschaffen, met vriendelijke groet, E.K.
Banner van Stichting Groot Manhattan, gemaakt voor de website.
01.15 rook ik wat, hangend uit het raam aan de voorkant op de bovenste
verdieping. Er scheert een vleermuis onder m’n raam door.
Dan nog één van rechts, maar die maakt voor mijn raam een bocht en schiet met
een rotvaart recht voor me uit naar de overkant van de laan. "Wow, mooi", dacht
ik en starend naar de overkant, zie ik na een paar seconden alweer iets terugkomen.
Voor ik er erg in heb hangt
ineens die
vleermuis weer voor m’n ogen, stil in de lucht.
Een seconde of wat kijk ik het beest
recht in de oogjes, waarna die zich laat vallen en weer is verdwenen.
Er zijn nog steeds wel dagen dat ik veel vloek, bij zowat alles wat ik doe.
Tijdens het teruglezen van al die dagboekfragmenten zie ik hoe vroeg dat begon
en schrik dan van de leeftijd. Ik wil het allemaal niet goedpraten maar het
verschil is altijd merkbaar; blow ik niet, dan vloek ik meer. Zonder dat ik er
erg in heb spui ik dan m'n gif en bied tegenwoordig, in één adem, meteen m'n
excuses aan voor het gefoeter. Misschien heb ik toch wel een beetje een lichte
vorm van Gilles de la Tourette.
Dit veranderde allemaal, tot mijn grote verbazing, toen hier in de Meineszbuurt
steeds meer kinderen over de vloer kwamen, die we een omgeving gaven waar ze
zich thuis konden voelen. Waardoor ze niet enkel tot hun achterbuurt veroordeeld
waren.
Het bleek een grote ommezwaai voor het vat vol tegenstrijdigheden dat ik was.
Door al die jeugdige onschuld, veranderde mijn hele houding.
De depressie na het vertrek van Clau, verdween langzaam. De heftige tijd met Flow
was achter de rug en ik was alle aandacht voor ons web eigenlijk wel een beetje zat. Het
waren een paar drukke jaren.
Maar met de jihadfile en alle gedoe daaromheen; de Kamervragen, Bram van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst een paar keer over de vloer, interviews met
Rotterdamse media en een publieke discussie met Harry van Bommel in het VARA
radio programma 'De Rode Haan', was het toch een beetje de verkeerde aandacht
die we voor ons web kregen, waardoor we ook nog eens in de extreme hoek geduwd
werden.
Uit verveling vonden ze altijd wel een manier om aan te kunnen bellen. In het
begin lukte dat door een bal over de schutting trappen, daarna leken ze meer
redenen te hebben om aan te bellen. Als de ouders thuis ruzie hadden
bijvoorbeeld, ontvluchten ze hun huis. Maar op zondagen als er weer veel familie
over de vloer kwam, werden ze gewoon door hun moeder naar hier gestuurd. Zo
werden we voor de ouders een noodzakelijk kwaad.
Wij zijn altijd heel open naar de omgeving en hebben zowel de politie als ook de
nieuwsgierige kinderen of ouders nooit de deur geweigerd.
Binnenlopen bij westerse mensen deden de meesten niet. Maar ze vonden het reuze
interessant hier.
Bij ons was er van alles te doen en waren alle kamers voor iets ingericht. En ze
mochten overal komen en aan de slag als ze wilden. Op de begane grond is de
meeste tijd doorgebracht in onze woonkamer/kantine/kantoor. Op de eerste is een
werkplaats met opslag van gereedschappen. Ook de hele bibliotheek zit daar met
alle boeken en platen (lp's). De tweede etage waar Flow heeft gezeten is leeg en
dan de bovenste etage waar ik zit met m'n studio/atelier ruimte.
Sommigen durfden helemaal boven op mijn etage te komen. De meesten vonden het
eng, al die graffiti. Maar als er eentje durfde, ging er ook wel eens een ander
mee. Daar, in m'n atelier had ik met een spuitbus, sinds Clau was vertrokken, op
de deur een zin in het Nederlands geschreven, met in mijn achterhoofd 'Disciple'
een nummer van Slayer: "I hate everyone equally, you can't tear that out of me,
no segregation, seperation, just me in my world of enemies."
Daar schrokken ze zo van, dat ik het toen maar meteen heb aangepast.
Elke keer als m'n oog er weer eens op valt, moet ik lachen. Het staat er toch
echt: "Ik hou van iedereen, altijd, evenveel, overal."
Thuis hadden de meesten niet veel om handen, er was nooit wat te doen. Het
meeste werd gespaard voor hun andere thuis, waar ze elk jaar in de grote
vakantie naartoe gaan.
Het waren een paar intensieve jaren die voornamelijk besteed werden aan
computeren en huiswerk begeleiding voor als er Power Point presentaties,
proefwerken, spreekbeurten, werkstukken, sinterklaassurprises,
vaderdag/moederdag- en verjaardagscadeaus gemaakt moesten worden.
Dit deden we jaren lang met verschillende kinderen: Sefa bracht Esma mee met in
hun kielzog Mizgin en haar broertje Berzan. Devran, Merwan en Mustafa sneakte
wel eens mee naar binnen.
In het begin werd er nog gecontroleerd hoe halal we leefden. De koelkast werd
geïnspecteerd en de voorraadkast met levensmiddelen. Varkensvlees mocht niet en
Oma wilde zeker weten of er geen alcohol in huis was. Want dan mochten ze hier
niet meer komen. Dat hebben we toen ook even niet meer gekocht, tot het moment
dat we van Sefa hoorde over zijn vader. Die dronk wel een biertje, soms. En dan
natuurlijk de onvermijdelijke vraag of we de koran hadden en waar die dan stond.
Jan heeft er een paar en één daarvan lag, tot zijn grote verbazing, gewoon bij
ons boven op de boekenkast. Sefa was meteen gerustgesteld.
De meeste van hen leefden in armoede. De ellende die dat met zich meebracht,
hadden we al eerder meegemaakt met de zus van Claudio.
Bij twee jongens die hier over de vloer kwamen was ook sprake van huiselijk
geweld, een moeder die vuistslagen moest incasseren en een vader die de
heroïnehandel inging. Dat leidde dan weer tot een scheiding, wat al heel erg was
in hun cultuur en dus verregaande gevolgen had.
De moeder hadden we al een keer bijgestaan in haar pogingen de cursus Nederlands
Inburgerschap te
voltooien. Dus ze had nu in ieder geval ook de Nederlandse nationaliteit. De
spanningen in het gezin werden er niet minder om. Vader vond het maar moeilijk te
verkroppen dat z'n vrouw zo inburgerde en hem qua status voorbij streefde.
Moeder en haar zonen sloegen vervolgens op de vlucht en verdwenen plotseling van
de radar.
Dat was wel even spannend en met het idee dat we ze misschien nooit meer zouden
zien groeide onze bezorgdheid.
Tot de oudste zoon ineens belde vanuit een 'Blijf van mijn lijf huis' en ons
bijpraatte. Niet lang daarna reisden ze door naar familie in Oostenrijk.
De familie van Mizgin en Berzan. Mizgin, die ons toen met tranen in haar ogen
kwam vertellen dat ze gingen verhuizen.
Waarnaartoe dan? Vroegen wij. Naar het warme Australië. Had ze gehoord. Austria,
zei haar vader. En met enige aarzeling hebben we haar toen met de wereldbol op
de piano laten zien dat haar vader waarschijnlijk Oostenrijk bedoelde.
Jan neemt een keer de vader van Yasin mee naar een ouderavond. "Als jij meegaat,
wil m'n vader misschien wel mee!" Had Yasin ons gezegd.
Als hij het zelf aan z'n pa vraagt krijgt hij meestal het zelfde antwoord:
"Boeit me niet!" De ouders hebben zich bij geen van hun kinderen ooit op school
laten zien. Rapport uitreikingen, schoolmusical uitvoeringen, feestelijke
paas/kerst ontbijten.
Onderweg naar die ouderavond probeerde Jan er achter te komen hoe de ouders aankeken tegen het feit
dat hun kinderen zo vaak bij ons waren.
Daar had hij geen problemen mee, zei Yasin's vader hem toen: "Naar ons luisteren ze niet meer, naar
jullie nog wel!"
Yasin heeft jarenlang bij ons mee gegeten. Nu is hij lang zo verlegen niet meer
als in het begin.
Dan stond hij buiten tegen een boom leunend toe te kijken hoe
al die kinderen bij ons naar binnen liepen, waaronder z'n broertje Mustafa. Als
Jan hem weer een keer ziet staan nodigt die hem ook uit.
Binnen sprak hij nauwelijks en leek steeds te wachten tot de meeste weer weg
waren en dan nog, sprak hij zachtjes en alleen met Jan.
Weken lang als hij aanbelde en ik open deed, was het enige dat hij tegen mij
zei: "Ik praat niet met jou!"
Dan glimlachte ik vriendelijk en liep die langs me heen meteen door naar Jan. Ik
kon er wel begrip voor opbrengen.
Hij zag mij de hele tijd gek doen en grapjes maken met de kleinste. Toen die
doorkreeg wat voor donkere geschiedenis ik zelf kende en hoorde hoe ik over mijn
moeder sprak, merkte hij pas dat er wel wat raakvlakken waren. Ik begon me vaker
te mengen in de gesprekken die hij met Jan voerde en dat waren meestal niet de
gemakkelijkste onderwerpen; Suïcidale neigingen, bezig met zelfmutilatie,
wantrouwen in de systemen, geen betrokken ouders.
Hij had het zwaar. Toen die nog klein was leek hij moeders favoriet, maar dat
was ineens over toen de volgende werd geboren. Nu was z'n nieuwe broertje de
lieveling.
De taal is een 'dingetje'. Doordat er thuis Turks en Koerdisch word gepraat en
de ouders nauwelijks Nederlands spreken, worstelen ze zich in hun jeugd allemaal
eenzaam door de schooljaren heen.
De kinderen praten Nederlands als ze niet willen dat de ouders meeluisteren. Als
de moeders niet willen dat Oma meeluistert, die verstaat alleen Koerdisch, gaan
ze over op Turks. Mogen de kinderen niets horen, dan praten ze ook Koerdisch en
zijn voor de kinderen weer niet te verstaan.
Hun grootste onzekerheid is moeder. Die heeft constant psychische problemen
omdat ze nog steeds maar moeilijk kan aarden in Nederland. In haar wanhoop weet
de rest van het gezin af en toe niet wat ze met haar aanmoeten, wanneer ze weer
eens buiten zichzelf raakt. Dat kan er heftig aan toe gaan als ze begint te
schreeuwen, zichzelf op de grond laat vallen en de haren begint uit te trekken.
"Jullie houden niet meer van me!" Krijgen ze dan als verwijt.
Laat op de avond hoorden Jan en ik eens een keer veel sirenes in de straat.
Hadden ze de politie gebeld, de brandweer en de ambulance.
Toen Yasin 18 was heb ik hem meegenomen naar z'n eerste grote concert van z'n
favoriete band, Muse in de ziggo dome in Amsterdam.
We hebben veel met ze ondernomen. Een dagje naar Diergaarde Blijdorp. Een
keertje bowlen in Oostervant. Een paar keer naar de film in het centrum.
Een dagje naar het Scheveningse strand. Een paar keer zwemmen in het
zwemparadijs van Duinrel in Wassenaar.
Ondertussen zijn ze allemaal alweer achttien jaar en ouder.
Dode vlinder in klem. Koel-elementjes uit pc's.
Als de zon net onder is stap ik even het dak op om over de stad heen te
kijken. Ik zie de kerk op de Beukelsdijk.
Met de wind in m’n gezicht ruik en hoor ik Diergaarde Blijdorp dat daar achter ligt: de olifanten, de zeehonden die
je ook wel eens 's nachts hoort net zoals de
vogels. Dan achter me, lawaai dat steeds dichterbij komt. Ik draai me om,
schrik, duik wat ineen, en tegelijkertijd scheren er meer dan vijftig grasparkieten, als een groene wolk, amper een
meter over m’n hoofd heen. Even sta ik in de wind die hun passeren teweeg brengt
en hoor ze in vlucht met elkaar communiceren.
Tegen het vallen van de avond zie
je er de laatste tijd steeds meer door onze laan vliegen. Alle vogels zoeken de
randen van de stad op als het avond wordt.
In het Roel Langerakpark heb ik begin
herfst eens een 30 meter hoge boom, bladerloos al, helemaal vol zien zitten met
kraaien.
Het is nacht en bloedheet op m'n kamer, bijna 29 graden. Daarom staan op m'n
hele etage alle ramen open. Aan de voorkant in m'n atelier en hier achter waar
ik slaap. Om een uur of drie schrik ik van een enorme explosie. Ik sta op
vanachter mijn bureau, loop naar het raam en hoor na de grote klap allemaal glas
rinkelen en troep neerkomen. Zo te zien aan de rookontwikkeling, is het een pand
in de Gerrit van der Lindestraat. Rumoer van mensen die de straat opkomen zwelt
aan. Bij Esma thuis aan de overkant zie ik haar broer uit het raam komen hangen en we
zwaaien.
Tegelijkertijd komen er uit dezelfde richting twee donkere jongens aanrennen.
Zigzaggend tussen de auto's in de van der Palmstraat door en schuin overstekend
richting de hoek van de v.d.Palmstraat/Burg. Meineszlaan.
Dit is duidelijk zat, het zijn de twee aanslagplegers. Ze rennen richting onze
laan. Ik haast me vervolgens naar m'n atelier aan de voorkant, waar ik meteen
m'n hoofd uit het raam steek. Daar zie ik dat ze hun vaart minderen en stoppen
bij een auto. Eén van de twee opent de achterklep, haalt er een doek uit en
veegt z'n handen en armen ermee schoon. De ander start de wagen en weg zijn ze.
Gelukkig ben ik niet de enige die ze heeft zien lopen maar ik bel, terwijl ik de
sirenes van de brandweer en de politie dichterbij hoor komen, nog wel even met
112 om de informatie door te geven.
De volgende morgen gaan kijken, maar vanaf de straatkant was nauwelijks iets van
schade te zien.
Als je niets met die wereld te maken hebt, hoef je ook niet bang te zijn dat je
er slachtoffer van wordt zou je zeggen, maar de laatste jaren lijkt het alsof
alle geweld steeds dichterbij komt en zich dan voornamelijk afspeelt in de
achtergestelde buurten.
Van iemand die voor de gemeente werkt had ik begrepen dat de wijk bij ons achter
bekend staat als Klein Marokko. De oproep tot gebed schalt hier elke
vrijdagochtend door de buurt. Kerkklokken hoor je nauwelijks meer.
Hier heerst grote kansongelijkheid. Er is veel armoede en laagopgeleiden lopen
het risico in de drugscriminaliteit terecht te komen. Die vergissen zich nog wel
eens, waardoor gewone normale burgers om het leven komen, of maandenlang
geterroriseerd worden door jeugdigen die meestal niet ouder zijn dan hun eigen
kinderen.
[Komt een jongen op de scooter naar je toe. Die vraagt of je een pakketje wil
bezorgen bij iemand. Het is een belangrijk pakketje, maar tijdens de bezorging
ervan, word je in elkaar geslagen en overvallen en raak je het pakketje kwijt.
Nu heb je een schuld bij degene die je de opdracht gaf en kom je er niet meer
onderuit, of van ze af. In het pakketje zaten gewoon wat stenen.]
Als ik het zo eens na ga, is er eigenlijk best wel heel veel criminaliteit in
deze buurten. Verhalen van voor wij hier introkken zijn al spannend; In een
winter van een paar jaar terug was een man op de vlucht, over de schutting deze
tuin in gesprongen. Maar hij kwam in het zwembad terecht en is daar verdronken
en in de morgen vastgevroren teruggevonden.
Toen de buren bij ons achter de hele begroeiing
van de muur gingen verwijderen
kwamen de kogelgaten in de muur tevoorschijn, van het verhaal over een
shoot-out.
Maar het kan niet op zeg...
Jan zijn wagen is geregeld opengebroken, dat kostte hem al drie autoradio's en af
en toe een nieuwe ruit als ze die ingeslagen hadden.
Bij ons is er in de eerste jaren al vijf keer ingebroken; twee laptops, een cd
verzameling; Alles van Sonic Youth:(, fotocamera's, videocamera, cd speler,
portemonnee (later teruggebracht met alleen de bankpasjes er nog in.)
Jan en ik zijn allebei al een keer gerold; Jan op de hoek van de Claes de
Vrieselaan en de Nieuwe Binnenweg. Werd die lopend op de stoep ineens ingesloten
door zwarte mannen met fietsen. Thuis merkte hij pas dat ie z'n portemonnee weer
kwijt was. 's Avonds laat als ie op z'n kamer op de eerste etage is, hoort hij
iemand roepen op straat. Als hij het raam opendoet kijkt een vrouw naar hem op
en komt met een vaag verhaal over dat ze elkaar kennen en of ze binnen mag
komen. Jan kent haar niet en laat zich gelukkig niet ompraten en zegt dat ze
zich vergist. De volgende morgen vertel ik dat het de groep was die hem eerder
op de dag had gerold. Die sturen dan zo iemand op je af om je te versieren en de
voordeur open te krijgen. Zij lult de deur open, de rest haalt het pand leeg.
De keer dat ik werd gerold had ik het gelukkig op tijd door. Gekke jongen, stond
ie me met z'n arm over m'n schouder af te leiden met voetbal trucjes en snel
voetenwerk. Tot ik ineens iets weg voelde glippen en voor ik het wist pakte ik
boven zijn hoofd mijn portemonnee uit z'n handen. Hij wilde bijna niet loslaten,
maar gaf lachend z'n verlies toe.
In onze laan zijn verschillende illegale wietplantages ontmanteld. Er is aan de
overkant een keer iemand uit een drugspand van de eerste verdieping op straat
gevallen/geduwd. Op de hoek naast de onze woonde een grote dealer, die altijd
heel leuk en aardig was voor de kinderen in de buurt en met oud & nieuw altijd
het meeste en hardste vuurwerk afsteekt. Hij is door een klein bataljon van de
DSI (Dienst Speciale Interventies) uit z'n huis gehaald.
Een stukje verder op het Burg. Meineszplein is veel overlast geweest van
jongeren en drugsgerelateerde criminaliteit. Deze buurt was wat de politie
betreft, in veiligheidstermen, een 'Hotspot'. Camera toezicht en hoogfrequent
geluid uit de 'Mosquito' om onged..., euh, hangjongeren te verjagen.
Jan, die toentertijd de buurtbijeenkomsten in de laan bezocht, trof er een
merendeels, oudere generatie witte PVDA stemmers aan. Burgerlijk progressief en
voornamelijk bezig met het verwezenlijken van hun partij idealen, maar zonder
een herkenbare band met de armere buurten, waar ze vanuit hun achtertuinen zicht
op hadden.
Hij kreeg daar een rare indruk van hoe onze wijkmarinier, waarvan iedere buurt
er nu een heeft, zich profileerde. Als een verlengstuk van de politie die via de
bewoners, ogen
en oren in de gemeenschap wilde hebben.
"Maak niet uit mensen, als je er zo een ziet, zeg maar hoe ze gekleed gaan, want we weten wie
het zijn. We kennen al die jongens. Dacht je dat die PTT tentjes voor
werkzaamheden op het plein waren? Nee hoor, van daaruit observeren we het hele
gebied al tijden."
Maar die buurten bij ons achter waren erger. Voor het jaar 2000 zaten daar zeker
vier dealers waar de hele buurt van wist. Dus waarschijnlijk nog wel meer. Veel
klandizie uit Frankrijk, Duitsland en Engeland. Veel junkies uit de eigen
omgeving die hier rondhingen en dag en nacht lawaai maakten. Van onze schutting
die aan de van der Palmstraat grenst, wordt veel gebruik gemaakt. Inbrekers
kwamen via onze schutting de binnentuinen in. Dan bel je de politie en laten ze
een helikopter boven ons blok hangen, met een schijnwerper die de tuinen afgaat.
Alle harddrugs gebruikers die wat bij de dealer hebben gescoord, kwamen dan weer
vanuit de binnentuinen. Die mogen niet meer vertrekken door de voordeur van de
dealer, waar ze binnengelaten werden, maar worden er in de tuin uitgezet en
mogen het verder zelf uitzoeken. Dan komen ze na wat zoeken in de enige tuin
terecht die aan de straat grenst, de onze.
Het is duidelijk dat de interventies van de politie het grote drugsprobleem in
ons land niet hebben opgelost.
Hun vangsten staan meestal niet in verhouding tot wat er allemaal wel door komt.
Toen Burgemeester Opstelten de scepter zwaaide, 1999/2008, is er toch wel veel
verbeterd in de buurten. De ME voerde razzia's uit tot alle overlastgevende
harddrugs dealers waren verdwenen. Mijn buurjongen Marco (Ken hem niet, maar
iedereen die coke wilde, hoorde je op straat zijn naam roepen) is in 2011 door
een ambulance horizontaal z'n huis uit getild en niet meer teruggekeerd. De
rustige zwarte dealer aan de overkant op de eerste etage, die altijd z'n raam
open had staan vanwaar uit reggae muziek te horen was, is een paar jaar geleden
overleden aan kanker. Hij was geloof ik de laatste.
Toentertijd zijn ook de
AHOJGI-criteria aangescherpt, waardoor je in 2013 voor
de coffeeshops de 350 meter regel kreeg. Bij scholen mocht er nu binnen een
straal van 350 meter geen shop meer zitten. Maar ook de growshops waar je alle
benodigdheden voor het telen van wiet kon kopen werden opgedoekt en verboden.
Nadeel voor de vredelievende sofdrugsgebruikers was dat daardoor de beste en
mooiste zaken allemaal uit de stad verdwenen. Wat overbleef, waren de shops van
onze medelanders.
Ik ken er heel wat en de kwaliteit is echt erbarmelijk, wat een troep zeg.
Sommigen verkopen gewoon onkruid; van die wiet die je in Oost Europese landen
gewoon langs de weg in de berm ziet groeien. Er is in de stad geen shop meer te
vinden waar nog Nederlands of Engels wordt gesproken.
Dit zie je inmiddels ook gebeuren in andere steden en de rest van Europa.
Hoe kan het, dat het in Amerika ondertussen wel goed geregeld is?
Hier bij ons zie je een hele cultuuromslag, waarbij er geen verschil meer wordt
gemaakt tussen hard- en softdrugs.
Da's ook niet zo gek natuurlijk als in politiek
Den Haag jarenlang de legalisering van softdrugs een dankbaar
onderhandelingspunt is om weer een
rechtse coalitie te kunnen vormen met een of meer christelijke partijen. Ze
hebben nauwelijks genoeg kiezers, maar zijn wel altijd heel blij dat ze weer
even nodig zijn en de vrije keuze van wat mensen allemaal willen gebruiken tegen kunnen
houden. Vanwege die zelf verzonnen figuur, waar ze allemaal in geloven. [hans
teeuwen]
Nu zitten we met drugsbendes die heel wat agressiever zijn dan de Hollandse
jongens waren en is enkel die achterdeur regelen al lang niet meer voldoende.
De politie ziet het amateurisme ook toenemen: "Waar in de jaren tachtig en
negentig nog voor zo'n 50.000 euro professionele buitenlandse 'hitmen' werden
ingehuurd, zijn het tegenwoordig jonge jongens uit de buurt met weinig
vooruitzichten en weinig gewetensbewustzijn, die liquidaties plegen voor
bedragen tussen de 3.000 en 5.000 euro."
Onze medelanders dus, opgegroeid in een veelal meedogenloze,
vrouwonvriendelijke, homofobe cultuur en in het ergste geval psychopaten die dit
land haten en het systeem verachten.
De liquidaties, gewoon overdag tussen het winkelend publiek.
Amsterdam, waar een auto wordt gespot met een lichaam op de bijrijderstoel
zonder hoofd. Dat lag dan weer voor een Shisha-lounge een paar straten verder.
Alle afrekeningen, waarbij ze vanuit rijdende auto's elkaar onder vuur nemen en
bij slapende kinderen de kogels door de kamer jagen.
In Rotterdam is de laatste tijd een grote toename van het aantal explosies, in
de buurten hier achter ons.
Is meer politie nou echt de oplossing voor dit probleem? Of zadelen die onze
gemeenschap op met de wraakacties van strijdende drugsbendes.
Ze houden het zo natuurlijk al jaren in stand, terwijl toch al lang duidelijk is
hoe je al die criminaliteit kan voorkomen.
Geef het vrij en ontneem ze hun verdienmodel. Zet in op kwaliteit. Regel goede
verslavingszorg, zoals bij alcohol, en voorkom misbruik.
Maar nee hoor, de gebruiker wordt aangesproken op z'n rook, slik, snuif en
spuitgedrag en een schuldgevoel aangepraat: "Jullie gebruikers houden het
allemaal in stand."
De tirannie van de politiek; Democratisch waar het ze uitkomt, maar een
referendum over hoe er aangekeken wordt tegen recreatief gebruik van drugs,
weigeren.
In de tijd van de bolletjes slikkers zullen er wel wat snuivers gedacht hebben:
"Met coke die via de spijsvertering van een arme Surinamer het land is
binnengekomen, ga ik m'n neus niet kapotsnuiven!"
Via internet is tegenwoordig alles te krijgen wat je wil. Voor mij maakt het
niet echt meer uit. Ik gebruik al jaren alleen maar wiet, mediwiet op recept van de
huisarts. Wetenschappelijk getest en geteeld door de staat waardoor het iets
goedkoper is, maar ook zoveel beter.