Alles of Niets

[bewerkt dagboekfragment]
Vanmiddag naar Lisse toe. Dirk belde gisteravond dat hij al op de Heereweg was 
en we vandaag zo tussen 13:00/14:00 met z'n vieren om de tafel konden gaan 
zitten. Deze week 8 januari 1992 aan de telefoon met Bep s'avonds om 22:15, hadden we 
al geconstateerd dat we, nu Bart uitzaaiingen heeft en het wachten was op het 
AZL, de balans maar weer eens op moesten maken.
Het zou prettig zijn als er wat duidelijkheid kwam, met het uitzicht op nog een 
ronde medische ingrepen, over hoever Bart daar mee door dacht te willen/kunnen 
gaan. Wat te doen als hij in coma raakt? De staat van het huis is ook een groot 
probleem. Je steekt zo her en der al een schroevendraaier door de kozijnen. Bep 
en Bart kunnen het onderhoud beiden niet aan.
En dan nog die toestanden met Moe. Ze leeft ongezond, rookt en drinkt teveel en 
sinds Bart ziek is, lijkt ook zijzelf een groot risico te lopen ergens aan 
onderdoor te gaan. Het is een probleem waar ik Bart niet graag over aanspreek, 
want die heeft het al moeilijk genoeg, maar: Wat te doen met moeder? Die maakt 
het ons allemaal niet makkelijker met haar gedrag. Als we daar nu niet over 
praten, nu die nog mee kan denken en wie weet, misschien wat invloed kan 
uitoefenen, wanneer dan wel?
Jan zet me af op de Heereweg en gaat op de koffie bij zijn moeder in de 
Zeestraat, tot ik hem weer bel.
Als ik de hoek omloop en een blik in de eetkamer werp zitten Bep en Bart, net 
wakker lijkt wel, gedeprimeerd voor zich uit te staren. Als Bart me ziet 
probeert ie toch te glimlachen, Bep zit met haar blik op oneindig de tuin in te 
staren en vertrekt geen spier.
Nog voor ik naar binnen stap vrees ik al meteen van alles en denk, Jezus man, 
wat is hier nou weer gebeurd? Dat wordt weer op eieren lopen.
Binnen eerst hallo gezegd in de eetkamer en gevraagd wat zij dronken en of ze al 
gehoord hadden of Dirk wakker was. Daarna in de gang even geluisterd of er boven 
al wat leven was en in de keuken water op gaan zetten voor een pot thee. Ik leg 
de cd van de Red Hot Chili Peppers voor Dirk op tafel en Bep doet nu ineens 
alsof ze geïnteresseerd is in onze muziek en pakt meteen de cd op, haalt hem 
eruit en doet hem in hun draagbare cd-speler. Het volume net iets te hard, zo 
van; Even toegankelijk worden voor de jeugd. Even tonen hoe ontvankelijk ik nog 
ben voor de jeugdcultuur. Terwijl ze nooit is geïnteresseerd in wat voor muziek 
wij echt goed vinden. Hardcore- Speed- en Trashmetal? Ze weet niet wat het is:)
Wachtend op het theewater en Dirk die inmiddels z'n ontbijt staat te maken in de 
keuken, vertel ik ze wat over onze nieuwe huisvesting, op de Meineszlaan in de 
wijk het Nieuwe Westen. Dat alles tot nu toe voorspoedig loopt en we binnenkort 
de sleutel krijgen.
Bart gaat er de meest voor de hand liggende vragen door 
stellen, over de grootte van het huis en de tuin etc. maar Bep negeert me nog 
steeds een beetje, schijnt geen woord uit te kunnen brengen. Ik weet niet 
waardoor en heb geen idee wat er speelt, maar ze staat onder hoogspanning en 
heeft moeite haar tranen te bedwingen. Dirk komt de eetkamer in en hij zet het 
volume van de cd-speler wat lager. Ze reageren verder nauwelijks op ons 
gedrieën gaan samenwonen. Lijken niet echt speciaal blij voor me. Onderwerp 
afgesloten.
Omdat ze verder hun mond niet open doen, praat ik door en maak wat alledaagse 
opmerkingen waar ze soms bevestigend op reageren, of het met een vrolijke noot 
op een tweede plaats zetten, maar ik merk dat ze alle drie nogal een afwachtende 
houding blijven aannemen. Alsof deze samenkomst enkel door mij tot stand is 
gekomen. Niemand neemt het woord.
Nou, laat ons maar eens even horen wat je te vertellen hebt dan, dat er vandaag 
een afspraak voor gemaakt moest worden. Zo zitten ze erbij.
Dit zal een ander gesprek worden dan die eerste keer dat we bij elkaar kwamen, 
nadat hij de diagnose kanker kreeg in 1989. Ik voel de zware 
verantwoordelijkheid het gesprek te moeten gaan dragen en probeer maar meteen 
het beestje bij de naam te noemen: "Ja, euh, Dirk is vorige week bij me geweest 
en toen zijn we al pratende met elkaar over de nieuw ontstane situatie, tot de 
conclusie gekomen, dat er best nog wel wat onduidelijkheid heerst over het een 
en ander. We zaten eigenlijk allebei te wachten op een gesprek waar alles nog 
eens duidelijk op een rijtje kon worden gezet."
Bart interrumpeert me al meteen en vraagt wat voor onduidelijkheden er dan nog 
waren.
Ik zeg dat ik wel veel gehoord heb; Dat Dirk klaarblijkelijk de financiële taken 
op zich zal gaan nemen en dat het huis toe is aan groot onderhoud. Wat de 
eventuele plannen van Bep zijn. Maar dat dit alles nog niet met z'n vieren was 
besproken.
"Ik wil ook gewoon weten hoever je nu door wil gaan met behandelingen en wat je 
verwachtingen zijn." Ga ik verder. "Het is toch niet leuk als je later, als 
alles eenmaal gaat lopen, voor keuzes en beslissingen komt te staan? Wat wil je 
bijvoorbeeld dat wij doen als je in een coma terecht komt?"
Bep ziet dat Bart het er moeilijk mee heeft en neemt het meteen over, zodat hij 
z'n tranen kan onderdrukken en niet hoeft te antwoorden.
“Voor goede raad en begeleiding kunnen we bij onze huisarts terecht!” Zo van, 
daar hoeven wij nu niet over te praten, dat vertelt dokter Sedelaar ons dan 
wel!?
Zonder de rol van en hun vertrouwen in de huisarts te 
bagatelliseren zeg ik dat we er toch ook met z'n vieren over konden praten, nu 
pa nog goed is?
Bart  zegt dat ie er zelf nog geen duidelijke gedachten of mening 
over klaar heeft. Hij wil alles grijpen wat ie kan m.b.t. de medische 
mogelijkheden die het AZL biedt, maar wanneer die er een punt achter moest 
zetten, kon die niet vertellen. Dus!
Minutenlange stilte, met de voor deze gelegenheid ontoepasselijke muziek van de 
Chili Peppers op de achtergrond. De een slurpt verder van z'n thee, de ander 
geeft een kat aandacht, moe plukt oneffenheden van het tafelkleed en schenkt 
weer een portje in. Ik draai nog een rokertje. Bart wil klaarblijkelijk afgelost 
worden en kijkt moe aan; "Bep! Wat vind jij d'r van?"
"Als Bart dood is dan is het huis vrij." Zegt ze. Van het geld dat er daarna 
vrijkomt wil ze het huis zo goed als helemaal laten opknappen, want ze wil er 
blijven wonen na Bart's overlijden.
"Dan is het huis van mij en niemand praat of krijgt me eruit. Het huis is van 
mij en de kinderen... Voor ons een thuis."
Toen ze het over een thuis voor ons 
drieën had begon ze te snotteren en terwijl ze haar neus snuit gaat ze verder: 
"Maar moeten jullie nou eens luisteren. Jullie kunnen dan wel praten over 
onderhoud etc. maar, jullie zijn zelf ook liever lui dan moe. Hoe moeilijk is 
het nu om die heg eens te snoeien?" Ja hoor, denk ik, daar begint ze weer, niet 
ingaan op de vragen maar de boel afleiden en over ons beginnen. Ik zeg: "Nou, 
het gaat me nu niet om de heg hoor, dat is een klusje dat zo geklaard is. Maar 
als dat je probleem is, dan is dat toch ook goed? Dan doe ik het huis en de tuin 
en even de heg en dan ben ik klaar en weer weg!" (De heg is bijna veertig meter 
lang, en die snoeien we met de hand. Wel een groot huis maar geen geld voor een 
elektrische heggenschaar. Het gras maaien we ook niet elektrisch. En 'we', dat 
zijn dan Bart, Dirk en ik, want dit zijn natuurlijk klusjes die Bep niet 
klaart.)
Bart hoort ons aan en snuit zijn neus. Dirk mengt zich nu gelukkig ook in het 
gesprek. Hij wijst ons op wat praktische zaken. De auto was niet meer 
betrouwbaar, die startte een keer niet toen we naar het ziekenhuis moesten.
Toch wil het gesprek maar niet echt op gang komen.
Pa zegt dat ie bedenktijd nodig heeft voor mijn vragen, die door hem eigenlijk 
onder de afdeling "Euthanasie en Begeleiding" werden geplaatst. Het 
enige dat hij van ons vraagt, is dat wij hem bijstaan in die laatste strijd voor 
nog dat beetje 'kwaliteit van leven'.
Hij wil afspreken een volgende keer verder te praten, over de onderwerpen die 'de 
revue waren gepasseerd' en wilde het niet al te ver plannen; vrijdag 17 jan. 
1992 komen we weer bij elkaar en zal ik koken.
Ik stel voor: "Als we dan wat gespreksonderwerpen voor onszelf op papier zetten, 
dan horen we vrijdag wel waar iedereen het over wil hebben." Dirk en Bart zien 
er de praktische kant wel van in en zijn makkelijk overtuigd. Maar als Bep me 
hoort over lijstjes, wordt ze meteen onrustig. En terwijl ze weer begint te 
tranen, zie ik hoe ze zich in haar bewegingsvrijheid belemmerd voelt. Poeh, ik 
raak alweer een gevoelige snaar.
"Iedereen die dan met een lijstje moet komen, ik weet het niet hoor, is dat echt 
nodig? Vind ik een beetje te ver gaan!" Zegt ze.
Ik zit te klapperen met m'n oren. Hoe moet ik hier nou mee om gaan? Wat zit ze 
nu met haar 42 jaar de boel weer te frustreren? Zij die me al die jaren gepest 
heeft met haar hoge eisen, afspraken nakomen, lijstjes overdragen, controles van 
boodschapbonnetjes, huiswerk, muziekstudies en kasboeken, kan het niet 
verkroppen als iemand haar wat opdraagt. Gewoon een paar gesprekspunten op een 
rijtje zetten zodat we er over kunnen praten. Er is er hier maar één die bevelen 
uitdeelt en dat is zij.
"Jezus zeg, we zitten hier toch niet te vergaderen, ik zit toch niet te 
notuleren?" Zeg ik ze. "Ma, je kunt toch wel ff op een rijtje zetten wat je wel 
en niet wilt?"
Ik denk, is dit nu het gezin dat zo goed met elkaar praat over 
alles? Ben echt totaal onthutst door hun stramme, ontoegankelijke houding. Vind 
het gewoon kinderachtig hoe Bep de boel zit te verstoren. Dit doet ze nou al 
jaren: Als zij wat belangrijk vindt, moet je niet tegensputteren of moeilijk 
doen en haar blindelings volgen. Als één van ons drieën iets voorstelt, gaat ze 
altijd kritisch zitten wezen. Ze gooit haar kont tegen de krib en gaat zitten 
mokken. Het blijft daardoor dus alleen gezellig hier in huis, als je haar steeds 
d'r zin geeft.
Ons weer beledigen en zeggen dat we geen ruk uitvoeren in huis. Ze doet zelf al 
helemaal niets meer in en om het huis. Zeiken als er een lijstje gevraagd word.
En Bart, die heeft 'bedenktijd' nodig? Betekent dat dan dat je verder je mond 
houdt, pa? Hebben ma en jij het daar dan al niet over gehad? Het is zo vervelend 
om weer te moeten constateren dat ze er met z'n tweeën ook niet over kunnen 
praten. Tragisch gewoon, dat er zo weinig ruimte is voor een gesprek. Ik moet 
echt alle antwoorden uit ze trekken.
Ik richt me nog één keer tot Bart: "Er zijn zaken die gaan niet verder dan het 
bed en de slaapkamer pa, maar hoever wil je dan gaan, hoeveel wil je dat er van 
die onderwerpen naar buiten komen, voor nog meer oren bestemd zijn? Ma vertelt 
me dikwijls over voor mij best wel zeer persoonlijke zaken die tussen jullie 
spelen, zoals de beleving van de seksualiteit en jouw angsten. Als ik dan bij 
jou weinig eensluidende berichten hoor en merk wat voor moeite het me kost om 
over dit soort zaken met je in gesprek te raken, vind ik het heel vervelend om 
ma daar steeds over te moeten aanhoren. Dat moeten jullie toch met z'n tweeën 
oplossen? Ik wil niet de eerst aangewezen persoon zijn voor de sores van ma!"
Dirk zou me op dit punt kunnen steunen want hij heeft meegemaakt wat voor 
probleem Bep was, de periode dat Bart in het AZL op behandelingen lag te 
wachten. Maar hij houdt zich op de vlakte. Bep op haar beurt, voelt zich een 
beetje verraden lijkt. Dat ik zo uit de school klap, over zaken die ze nooit met 
Bart heeft kunnen bespreken, maar wel aan mij en anderen toevertrouwt. De sfeer 
is er niet beter op geworden. Ik maak wel wat los, maar breek niets open. Het is 
me duidelijk dat ze tijd nodig hebben, om het allemaal even te laten bezinken.
De gedachte om ze te laten gaar koken in hun eigen sop, dringt zich weer op. 
Maar ik voel weerstand, alsof ik het Bart en Dirk niet kan aandoen. We hebben 
alle drie natuurlijk al heel lang grote moeite om haar eens ter verantwoording 
te roepen, maar ze gaat elke confrontatie uit de weg. Ze is eigenlijk niet te 
beteugelen. Haar gedrag blijft onbespreekbaar en ze heeft telkens wel weer wat 
te zeiken over wat haar aan ons niet bevalt. Zo'n gesprek zoals vandaag zou 
natuurlijk niet nodig hoeven zijn als je er, zoals ma altijd suggereert, al 
gewoon met elkaar over kunt praten. Dat is hier eigenlijk nooit zo geweest. Zij 
is degene die het meest aan het woord is, maar de rek is er nu wel een beetje uit hier. Ik 
snap er echt geen zak van; Wat willen ze nou van mij nog? Waarom praten ze niet?
Het is tijd om te gaan. Het benadrukken van hun relatieproblemen, terwijl ze al 
zo depressief zijn, geeft ze genoeg om over na te denken. Ik bel Jan maar weer.
Februari 1992.
Oké, dan zul je het wel merken, Jan. Als we met z’n drieën gaan wonen wordt 
mooi duidelijk wat voor waardeloos leven ik tot nu toe heb gehad. Dan zul je wel 
zien hoe onuitstaanbaar irritant ik kan zijn. Wat voor ochtendhumeur ik heb. Dat 
ik doelloos van dag tot dag leef en elke ochtend weer uitkijk naar de avond. Claudio heeft de dingetjes die hij leuk vindt, Eugène weet niet wat hij leuk 
vindt. 
Op de Binnenweg was er wel even een "opleving" tussen ons maar dat was over, 
toen de problemen met Richard en Gerrit begonnen. Ik ben er ook zo dubbelslachtig over. Moet 
ik niet alleen gaan wonen?
Alle mensen die ook aandacht van me willen. Waarom stop ik niet met alles?
In Lisse lijkt er niets veranderd. 
En het is zwaar om te moeten meemaken 
hoe Bep alles alleen maar verergert. 
De Meineszlaan is z’n tweebaansweg en de middenberm kwijt, in plaats daarvan 
komt er één rijbaan in het midden, twee richtingen en bredere trottoirs met 
parkeervakken. Nu we alles verhuisd hebben naar hier, kijken we uit op een 
zandweg en veel stapels straatstenen die de komende tijd gelegd gaan worden. Het 
is lekker rustig zonder verkeer en alles wordt nieuw bestraat. 
Maar meteen één van de eerste avonden, laat ik me alweer "uit de tent lokken". 
Na het avondeten slenteren er veel jongeren door de buurt. Onze laan is een oase 
van rust met z’n zandweg. Tegenover ons huis aan de overkant, wordt een stapel 
straatstenen bezet door een groep van 20 jongeren. Een paar van hen gooien 
stenen waarvan er enkele tegen ons raam terecht komen. Ik reageer meteen. Jan 
zegt dat ik het moet laten gaan. Als ik de voordeur open doe, hoor ik er nog één 
tegen ons raam komen en ik word zelf bijna geraakt. Terwijl ik op ze af loop en 
roep naar de overkant of er misschien iets is, begin ik hun stenen even hard 
weer terug te gooien waardoor ik de groep uit elkaar drijf. Eenmaal tegenover ze, krijg ik sorries en excuses: 
"Het was niet persoonlijk 
bedoeld, meneer". (Wow, meneer! Nu al? Ik ben 25:)
Een tijdje later wordt er een vrouw in elkaar geslagen. Net voor ons huis, tussen twee geparkeerde wagens, zakt ze in elkaar en Jan wil gaan helpen. Nu waarschuw ik hem, zich er niet mee te bemoeien. Maar hij stapt al naar buiten. Als die weer terug komt is die verbolgen. Hij hielp haar overeind maar ze wilde verder geen hulp. Ze ging gewoon weer achter haar vriend aan, die was doorgelopen nadat ie haar wat vuistslagen had gegeven.
Dagboekfragment: Terug in Lisse.
Begin me klote te voelen, figuurlijk, na die AZL periode van Bart, de situatie in Rotterdam, alle energie die ik in Lisse stop en die Bep en Bart wegnemen, ik ga er meer van blowen.
Vroeg opgestaan vanmorgen, eerst de boodschappen gedaan. In de middag aan de tuin begonnen. De voorkant gemaaid, geharkt en troep verwijderd. Daarna verder met de achtertuin. In m’n achterhoofd hield ik er rekening mee, dat ik ook nog moest koken voor Bep en mij. Maar als ik het laatste stukje heb gemaaid en even een sjekkie draai, hoor ik haar thuis komen uit de kroeg. Ze roept naar me dat ze iets voor zichzelf gaat klaarmaken en gaat eten bij Bart, in de woonkamer. Ik zeg, maakutuit in mezelf en "Goed joh, doe maar!" Tegen haar. Maar ze is alweer vertrokken naar de keuken en hoort me niet. Ik baal. Ik hark de laatste boel bij elkaar, veeg nog wat en ruim alle gereedschap op. Maar als ik de eetkamer voorbij loop zie ik dat ze alleen zit te eten, met de tv aan en niet bij Bart. Ze heeft alleen voor zichzelf gekookt. Wil Bart alleen zijn, of kijkt hij een programma dat Bep niet wil zien? Hebben ze ruzie?
Nog een sjekkie gedraaid, maar ik was moe en leeg. De honger eiste zijn tol en ik begon me een beetje eenzaam en verlaten te voelen. Geen zin of behoefte om Jan of Claudio te bellen. Toch maar wat gaan klaarmaken in de keuken. Lekker stukje vlees aangebraden met knoflook, courgette, champignons en een uitje. Maar als Bep er lucht van krijgt, staat ze ineens achter me in de keuken: "Ooh, wat ruikt het hier lekker, ff klein stukje Eus!" En zonder het te vragen prikt ze een stuk vlees uit de pan. Als ik met bord en al in de eetkamer wil gaan eten, komt ze weer binnen en presteert het om nog twee stukken van m’n bord te snaaien. En weg is ze weer, naar Juffermans.
Dit weekend is de reünie van pa z’n familie in verenigingsgebouw "De Kleine 
Engel". Door Bart z’n toestand blijven ze thuis, maar ze willen dat Dirk en ik 
ernaartoe gaan. Als Dirk en ik beneden na de afwas t.v. zitten te kijken en de 
ouders in 
bad horen gaan, krijgen we steeds minder zin om nog weg te moeten. Dirk ziet er tegenop om de hele familie weer onder ogen te komen en alleen 
maar over de toestand van Bart te moeten praten. Ik val hem bij, we zitten net 
zo rustig, even geen gedoe. "Zal ik even gaan zeggen dat we ook thuis blijven?" Stel ik voor.
"Nou ik ga wel even mee joh, da's wat makkelijker misschien!" Zegt ie.
We zoeken ze op boven en stappen de dampende badkamer in. "We zijn wel moe van 
vandaag dus we gaan niet meer weg, hoor!" Deel ik ze mee.
Nou, dat viel dus 
helemaal verkeerd. Bart diep beledigd, Bep uiteraard 
ontsteld. En ik krijg de wind van voren.
"Jullie weten hoe belangrijk de familie is voor je vader, maar het is ook 
jullie familie, jongens!" Zei Bart. Bep valt hem bij: "We zouden het toch wel 
prettig vinden als jullie even naar de reünie hierachter lopen en Bart gaan 
vertegenwoordigen, jullie zijn z’n zonen!" 
Ze vindt het een belediging voor Bart; hoe durf ik me als oudste zoon zo te 
onttrekken aan wat van mij verwacht wordt?
En ik denk, ik ben toch weggelopen van 
hier? Weet ze dat niet meer?
Bep gaat zo gepikeerd door, dat Dirk allang z’n mond niet meer durft open te 
trekken. Weer iets over de verantwoordelijkheid van zonen. Weer op een moment 
dat het hen uitkomt. Ja jongens, dat wisten jullie nog niet want dat is nog 
nooit voorbij gekomen in jullie opvoeding, maar zo dien je te handelen als vader 
ziek of bedlegerig is. Je vertegenwoordigt hem, als er zich familieaangelegenheden voordoen.
Bart zit te zweten in bad, Bep met peuk en port, op de rand ernaast, badend 
in zelfgenoegzaamheid. Jongens, wat stellen jullie ons weer teleur.
Waarom drammen ze zo door?
Ik krijg het vermoeden dat ze ons weg willen 
hebben. Sinds de amputatie van z’n rechterbeen heeft Bart al erectie stoornissen. Dat heb ik niet van pa zelf gehoord natuurlijk, maar van ma die ongevraagd de 
meest intieme details blijft delen. Maar goed, ze willen natuurlijk weer een poging wagen, want hij had er Viagra 
voor gekregen. Ze dachten daar dus de tijd voor te hebben als wij vader gingen 
vertegenwoordigen op de reünie vanavond. Voor een potje neuken spreken ze ons aan op ons familie gevoel. 
Nix op tegen dat ze het met elkaar willen doen, maar dan hoeven ze ons toch niet 
weg te sturen? Dan gaan ze toch lekker op hun 
slaapkamer liggen?
Nu heb ik al helemaal geen zin meer. Ik kan net zo goed terug 
gaan naar Rotterdam.
Ik ben hier  om Bart bij te staan en de boel een beetje schoon en 
opgeruimd te houden. Niet om weer mee te draaien in dit gezin of de familie.
 
Jan en Claudio halen me op voor het feest van Ellen en Ernst. We rijden met 
z’n drieën naar het clubgebouw van de studenten roeivereniging in Amsterdam waar 
ze hun feest geven. Als we daar aankomen zijn Marco en Marian er ook al. Mac 
heeft pillen bij zich. Na nog geen kwartier droppen we een XTC-pil en als die 
binnen begint te komen willen we al snel ook meer wiet. Marco vraagt de wagen 
van Jan en ik ga mee Amsterdam centrum in. Claudio blijft met Jan op het feest. 
Als Marco en ik aankomen op de historische locatie waar ooit, ik weet niet 
hoelang geleden, de eerste "Coffeeshop" van Nederland z’n deuren opende, 
parkeren we voor de shop en ik ga ff wiet scoren. Binnen staat de muziek keihard 
aan en baadt de hele zaak in schel neon en TL. Doorlopend naar boven merk ik, 
dat het ook hier helemaal is uitgestorven. Bij de balie waar je wiet kan kopen, 
zie ik de dealer uitgeteld op een bankje liggen. Keiharde stamp muziek, maar hij 
slaapt er gewoon doorheen. Zonder hem aan te raken roep ik wat maar als hij niet 
meteen wakker wordt, loop ik terug naar de wagen. "Hé Mac, hij ligt te pitten, 
ik krijg hem niet wakker!" Marco laat de motor draaien en loopt achter me aan 
mee naar binnen het lawaai in. Boven bij de balie en de slapende dealer zegt ie: 
"Ga voor hem staan, zorg dattie niet wakker wordt!" En voor ik weet wat er 
gebeurt, zie ik Marco al over de toonbank springen en als een gek alle laatjes 
en kastjes opentrekken. Ik schrik me rot van zijn actie en draai me om naar de 
slapende man, shit wat gebeurt me nu? Helemaal high van de XTC staar ik 
besluiteloos naar de slaper. Er is nog geen minuut voorbij als we merken dat er 
beneden vijf Franse toeristen binnen komen lopen. Marco springt snel weer terug 
over de toonbank, nog voor ze doorkrijgen dat ze 
boven moeten zijn. Ook de dealer komt nu bij uit z’n 
coma. Ik buig, met m'n handen leunend op m'n knieën, voorover en probeer hem 
meteen het idee te geven dat hij door mij is gewekt met de 
vraag, of hij ons nog wat mag verkopen zo laat op de avond. Marco doet 
ondertussen amicaal met de net binnengekomen Fransen en als de man achter de 
toonbank kruipt om ons te helpen, pak ik snel de wiet-menu-kaart van de balie 
erbij en zeg dat wij eerder waren. De dealer is totaal verward en overdonderd. Zag hij nou iemand achter de bar 
vandaan komen of niet? Marco bestelt wiet en betaalt met het geld van de 
dealer, ik koop ook nog wat en we vertrekken zo snel mogelijk.
Toen de man ons hielp keek ie al zenuwachtig om zich heen, maar we waren weg 
voor die het merkte en lieten hem achter met de Franse toeristen in al hun 
onwetendheid. Misschien heeft hij hen wel overgeleverd aan de politie, terwijl ze totaal 
niet door hadden wat er gebeurde, net voor ze hier naar binnen stapten.
Terug in de wagen draait Marco om en we parkeren even aan de overkant op de 
parallelweg met uitzicht op de shop.
Als we stilstaan schiet me ineens de ontmoeting te binnen die ik hierachter 
had, met een fotograaf van "mannelijk schoon". Een dove man had een advertentie 
gezet en Jan-Ate vond dat Clau en ik daar op moesten reageren. 50 gulden konden 
we ermee verdienen. Artistieke 
naaktfoto’s… Tijdens het voorgesprek in zijn woonkamer zag ik op de 
schouw van de open haard een 
prachtige bronzen Satyr staan. De man maakt ons eerst duidelijk maar om één "model" gevraagd te hebben 
en ik voelde 
meteen de drang opkomen het beeldje mee te snaaien.
Hij krijgt twee jongens voor de prijs van één, wat zeikt ie nou. Maar boven in zijn studio bleek 
al snel dat hij Claudio mooier vond en alleen met 
hem verder ging. Niet lang daarna stond Clau met z’n blote reet in een 
gaymagazine.
Marco is klaar met tellen en geeft me 200 gulden: "Shit man, wat had jij 
nou?" Vraag ik hem terwijl ik doorkrijg waar we net aan zijn ontsnapt. "Hahaha, even de dagopbrengst jatten. 
Het leven is duur, toch? In de kassa zit nooit alles, dat bergen ze ergens anders op! Dus!" 
"Waar vond je het dan?" "In het vriesvak!" "Alle 700 gulden?" "Alles zat in het vriesvak, joh. Voel 
je niet hoe koud het is man!" Daarna nog even doorgereden naar een andere shop in het centrum en weer snel 
terug naar het feest.
Er hingen toen nog niet zoveel camera’s overal zoals tegenwoordig, anders waren we in het ergste 
geval in "Opsporing Verzocht" voorbij gekomen; Twee snelle jongens in een Ford Fiësta waar ze het nummerbord van tonen. 
Jan’s Ford. De ene die bij binnenkomst een slapende dealer gewaar wordt en daarna iemand 
erbij haalt. Vervolgens lijkt nummer één de slapende eigenaar onder dwang te 
gaan houden, terwijl de ander atletisch over de bar naar achteren toe schuift. Dan het binnenkomen van meer klanten en het ontwaken van de verwarde 
eigenaar, die met de groep toeristen achterblijft, terwijl de twee blonde 
jongens de zaak verlaten. 
Jan kon het niet waarderen wat we gedaan hadden.

Stooned, lethargisch op m'n nieuwe kamer. Foto: Claudio Bartolozzi.
1993.
Parkpop Rotterdam met z’n drieën bezocht. Camera mee. Als Claudio niet zo sacherijnig was geweest, had ik bij Jan en Claudio blijven 
staan. Nu zocht ik naar steeds betere locaties om foto’s van The Pumpkins te 
schieten. Tegen het einde van hun show klim ik een hek op, waar ik zicht heb op de 
ruimte achter het podium en zie Jimmy, James, Billy en D’Arcy bijkomen en de 
toegift met elkaar bespreken. Als ze de trap terug naar het podium oplopen 
zwaaien ze. Tijdens de toegift kruip ik door een kier in het hek verder door naar 
achteren en sta op het backstage terrein. Terwijl de laatste akkoorden van "Silverfuck" 
klinken, stel ik me strategisch op. Als ze terugkomen houd ik m’n camera klaar en 
wil achter ze aan lopen. Maar als Billy Corgan zich ineens omdraait blijf ik 
bewegingsloos staan, schiet één foto en blijf hem verder verlegen aankijken, ik 
zwaai niet eens.
Billy draait zich lachend om en loopt weg.

James, Jimmy en d'Arcy.

Billy Corgan
Marie-Louise heeft gebeld. Of we een keer haar geyser willen terug brengen. Die hadden wij nog bewaard, toen we allemaal uit de H.A.L. 
moesten vertrekken. 
De laatste keer dat we haar zagen was ze nog met Zoot en hebben we gegeten en 
gedronken in 'De Balie' waarna we met z'n vijven 'Liefhebber' van G.J. Reijnders 
gezien hebben in de Stadsschouwburg op het Leidse Plein. Toen had ze nog een baantje in de  bloemen. Maar dan niet zoals ik, 
oogsten op het land of boeketten samenstellen in de schuur; Marie gebruikte de  bloemen om drugs in te verstoppen.
Een paar dagen nadat ze dit vertelde, lazen we een bevestigend bericht in de 
volkskrant: 'Drugsvondst op Schiphol, zes kilo cocaïne in partij snijbloemen in 
kunststof kokers'
Ze heeft nu een nieuw adres in Amsterdam en snakt naar een douche. 
Jan en Claudio komen me met de geyser in de achterbak ophalen in Lisse en we 
gaan op visite. We drinken en praten wat bij. Ze heeft een nieuwe vriend en we 
leggen ze uit dat de geyser nog wel schoon gemaakt diende te 
worden, omdat ie een tijd niet in gebruik is geweest. Maar dat was geen 
probleem; haar  vriend wist wel hoe je een geyser moest installeren.
Na een gezellige avond brengen Jan en Claudio me weer terug naar Lisse. De volgende morgen krijgen we telefoon van Zoot. Die was in Amsterdam weer gebeld en naar het adres van Marie-Louise geroepen. Marie en haar vriend zijn nog diezelfde nacht overleden door 
koolmonoxidevergiftiging. Toen Zoot aankwam op het adres stond de voordeur open en stroomde er nog wat 
water naar buiten de straat op. Binnen werd duidelijk dat de twee gisteravond al de douche in elkaar hadden 
geflanst, zonder goede ventilatie en een geyser die niet eens goed schoongemaakt 
was. In de douchecabine heeft Zoot ze zien liggen, twee in elkaar gezakte grijze 
lichamen, van een nacht onder een stromende dampende douche. Marie-Louise had een moeilijk relatie met haar familie, we zijn daarom niet 
naar haar begrafenis geweest.
 
 

Marie: 'Unframed'                          Marie:  
'Handaye'
Weer in Lisse nodig ik Jan en Claudio een paar dagen later uit voor het eten met Bep, Bart en 
Dirk.
Bep lijkt gelukkig en praat honderd uit. Nu Dirk en ik volwassen zijn, zit ze te 
genieten van hoe goed ze het als ouders hebben gedaan.
Dat ze zo trots is op haar jongens.
Ik weet wel beter, maar Dirk nog niet.
In Wageningen had ze met m'n broertje in de kindercrèche altijd veel plezier met de 
kleintjes van anderen.
In de Kievitstraat, bij alle pleegkinderen die er in huis kwamen, hetzelfde 
onberispelijke gedrag. Die hebben het ook allemaal beter gehad dan m'n broer en 
ik. De pleegkinderen waren naast haar bron van inkomsten, want ze verdiende 
verder niet zoveel met wat ze deed, ook een goede manier om het gestuntel met 
haar zonen te compenseren, want Bep vond zichzelf een goede moeder, ondanks dat 
het bij Dirk en mij niet aansloeg.
Natuurlijk hebben sommigen van hen, Sandra en Henk in ieder geval, wel 
gemerkt dat ze niet de makkelijkste was, maar alleen tegen Albert (Appie) is ze 
toen behoorlijk tekeer gegaan.
Bij die knul zag je de onverenigbaarheid van karakters duidelijk uit de hand 
lopen. Een onverenigbaarheid die ik natuurlijk zelf ook al jaren voelde.
Maar nu na deze avond nog meer.
Ja joh, je weet toch, wij praten al jaren zo goed met elkaar in dit gezin. Dirk 
en ik zijn altijd heel serieus genomen en ook als kinderen al overal bij 
betrokken:
Gaan we verhuizen of niet? Of, is dit pleegkind leuk genoeg om erbij te krijgen 
als broertje of zusje? Want alles ging in overleg met elkaar.
Nou, er werd veel besproken en gepraat ja, maar in de praktijk hadden de ouders 
gewoon het laatste woord hoor. Sterker nog, Bep is al die jaren de alles 
bepalende factor geweest. Haar stem was doorslaggevend.
Alleen naar de buitenwereld toe, deden ze alsof alles telkens in overeenstemming 
met elkaar was.
Maar goed we hebben net uitgebreid gegeten en terwijl we afruimen en voor de koffie gaan, 
praat moe, ietwat aangeschoten, verder over de gelukkige tijd die achter ons 
ligt.
De periode dat ik in het tehuis verbleef, totdat ze een goede vader voor me gevonden 
had. En hoe Bart daar, in haar ogen het beste toe in staat was. Dat ik hun 
bruiloft nog heb meegemaakt, toen ze nog in verwachting was van Dirk die, zo 
vertelde ze de kleine Eugène, door haar navel meekeek.
Dirk hoort het aan en staart een beetje voor zich uit. Bij alle pleegkinderen 
kon die het onderscheid nog wel maken. Dat waren allemaal tijdelijke broers en 
zussen.
Maar zijn broer is dus ook niet wie die dacht. Het lijkt wel of het nu voor het 
eerst een beetje bij hem begint door te dringen dat zijn vader, niet mijn 
biologische vader is. Dat ik niet zijn "echte" broer ben en dat we zelf, 
afgezien van al die pleegkinderen, ook een samengesteld gezin zijn.
Bep is verbaasd en vraagt hem: "Maar dat wist je toch wel, Dirk?"
En ik denk: Hij wist het dus gewoon nog niet en moe dacht van wel. Ze walst over 
zijn onwetendheid. Mijn leven maakt ze al tot een hel, maar ze kan het niet 
laten ook anderen mee te slepen in haar drama.
Nu kijkt hij geschokt en beledigd tegelijk. En terwijl Bep gewoon doorpraat, 
hoeft Dirk al niets meer van haar te horen en vertrekt zonder iets te zeggen 
naar zijn kamer boven.
Hij laat ons achter en ik weet even niet hoe te reageren. We proberen moe 
duidelijk te maken wat ze zonet heeft aangericht, want ze heeft nog niet door 
dat er bij Dirk iets is geknapt.
Ik ben lichtelijk geschokt door haar egoïsme. Helemaal in haar eigen 
wereldje en ongevoelig voor wat er om haar heen speelt.
Het lijkt wel of ze iedereen op een andere manier bespeelt. Ik kreeg meestal de 
gruwelen uit haar jeugd mee en hoorde haar aan als het communicatiegebrek met pa 
weer opspeelde. Dirk heeft ze klaarblijkelijk weer een veel romantischer beeld 
van het verleden geschetst.
Heeft hij die verhalen dan niet meegekregen bij het bekijken van de fotoalbums? Ik ben 
er altijd van uitgegaan dat ie van moe wel te horen had gekregen hoe het zat met 
mij. Als hij zelf zou terugrekenen, zou die ook kunnen weten dat ik er al was 
voor ze Bart leerde kennen. Is bij hem het verschil in opvoeding dan ècht nooit 
opgevallen?
Zo blijkt er dus niet één verhaal te zijn en ze kan het niet meer 
bolwerken.
Ze raakt verstrikt in al haar fabels. En als je niet één verhaal hebt, moet je 
goed onthouden wie je wat vertelt.
Nu is ze verward. Langzaam komt het besef dat ze de avond heeft verpest.
En ik twijfel of ik Dirk even moet gaan opzoeken boven. Moet ik hem misschien 
gaan troosten of iets?
Ik weet niet hoe ik moet reageren. Voel me door moe buitenspel gezet. Bij Dirk 
en mij is m'n geschiedenis nooit onderwerp van gesprek geweest.
Toch voel ik me 
ineens geen broer meer en blijf beneden.
Bart en Dirk spreken zich beiden sowieso al niet veel uit. Maar Dirk en ik 
hebben er ook na deze avond nauwelijks over gepraat met elkaar en ik weet dus 
niet meer hoe ik me tot hem moet verhouden. Bep heeft iets kapot gemaakt en 't 
is me niet helemaal duidelijk wat allemaal.
Ondanks dat Dirk gevrijwaard is gebleven van de grofste woedeaanvallen van 
Bep, 
kwam zijn leven toch altijd een beetje op de tweede plaats. De meeste aandacht 
is al die jaren voornamelijk gekaapt door zijn moeder en z'n broer. De broer, 
omdat ie al jaren voor problemen zorgt en z'n moeder, omdat ze altijd al het 
hoogste woord voert in dit gezin en het daarnaast superdruk heeft met de zoon 
die maar niet wil deugen.
Kan me goed voorstellen dat hij zich behoorlijk achtergesteld voelt.
Jan en ik gaan een dagje toeren door mijn geschiedenis. Mijn dossier kunnen 
we nog niet ophalen maar ik wil zo graag Moederheil nog een keer zien. 
Bep wil niet meer met mij terug dus Jan en ik besluiten zelf verder te zoeken naar 
antwoorden en haar er op een dag mee te confronteren.
We nemen foto- en videocamera mee, zodat we haar een mooi verhaal kunnen voorleggen.
De Gedo in Weurt doen we aan en dan ook nog even langs het hoofdkantoor van 
alle regionale kranten om te kijken of er iets te vinden is over een 
verkrachting in 1965, omdat de politie er toen bij betrokken was. Daarna door 
naar Moederheil op de Valkenierslaan, kijken wat daar van over is.
Wat leuk dat er iemand was bij de Gedo. Maar mijn eerste bezoek, met Bep, bleek 
dus inderdaad enkel een beleefd gesprek.
Nu, met Jan erbij hoorden we niets over de leuke tijd die mijn moeder er gehad 
had en haar herinneringen, maar wel over wat voor indruk mijn zestienjarige moeder 
op hen maakte.
Ze draaide daar niet echt 
volledig mee en werd als wederdienst voor haar vader gedoogd. Licht werk op het 
secretariaat en zorg dragen voor het rondbrengen van koffie en broodjes tijdens 
de lunch. Maar als het pauze was, wist ze niet hoe snel ze weer bij de bushalte 
moest komen. Daar ging ze dan staan roken en jongens opwachten. Want, dat viel 
hen wel op, ze was een beetje mannengek. Een meisje eigenlijk, dat het niet 
zo nauw nam met de regeltjes en er de kantjes een beetje vanaf liep. 
Maar hoe 
het verder precies zat met die verkrachting, ja daar wisten ze niet meer van, dan 
dat Willie Pouwels toentertijd bij verhoor door de politie had verklaard: "Van 
wat er met haar gebeurd is, daar kan geen kind van komen!"
Hij is inmiddels overleden, 
hoor ik ze tussen neus en lippen door zeggen.
Daar schiet ik meteen door in een kramp: Het is Bep gelukt, het uitstellen en 
vooruitschuiven werkt weer in haar voordeel. De man die haar verkrachtte kan 
niet meer antwoorden. Nu moet ik genoegen nemen met alleen haar versie van de 
geschiedenis. Dit doet ze met opzet. Ik heb zo’n grondige hekel aan haar. Het levenslustige 
meisje dat zich verzet tegen haar bekrompen familie en zichzelf vrijvecht uit 
haar verleden vol ziekte, geestelijke mishandeling en verwaarlozing, kon mij er 
vanaf het begin al niet bij hebben.
Hieronder de uitgetypte aantekeningen van die dag:
Vader en moeder van der Donk, van Gedo in Beuningen, namen Beppie onder hun vleugels.
Beppie had het baantje gekregen door goede relatie beider families (Domien Stevens was als smid verantwoordelijk voor de garderobe bij de ingang van het bedrijf.)
Met moeder van der Donk deed ze werk op de administratie en om 10:30 hielp ze met koffie en broodjes uitdelen en afwassen en opruimen.
Ze ging vaak sigaretten halen met de zussen Ellie en Margreet van der Donk. Beppie was een vrolijke meid en ging roken bij de bushalte waar ze jongens opwachtte, want ze was een beetje jongensgek. Ze schreef, vertelde en deelde haar gedichten rond en uit en ging om met dichter Leo Vroman.
Na het werk nam ze meestal de bus naar huis, maar ze wachtte ook vaak of ze met iemand mee kon rijden.
Dat is een keer fout gegaan tussen Weurt en Druten. Willie Pouwels gaf haar een lift en onderweg leest ze hem haar gedichten voor. Ze is toen door hem onderuit getrokken en heeft daarbij haar hoofd gestoten op de klink van de deur. Ze is een tijdje buitenwesten geweest en zodra ze weer bijkwam, heeft ze zich in Ewijk uit de wagen laten zakken en is aan de kant van de weg gaan zitten om bij te komen en bij de dichtstbijzijnde kerk haar verhaal gaan doen.
Versie 1:
Een paar maanden na het voorval met Willie Pouwels krijgt Beppie opgezwollen voeten en blijkt dat ze zwanger is.
Ze vertelde dat het gebeurt moet zijn, toen ze een lift kreeg van hem. Vader Domien Stevens ging met dit nieuws na de kerst naar Gedo om vader en moeder van der Donk te vertellen dat Beppie al vier maanden zwanger was. Willie Pouwels, die al getrouwd was en zelf kinderen had, was aanwezig op het werk en wordt er direct bijgehaald.
"Ik heb d'r vervoerd, maar van wat er tussen mij en haar is gebeurd, komen geen kinderen."
Waarop vader Domien en Beppie naar de politie zijn gestapt en aangifte hebben gedaan.
Willie Pouwels is toen ook verhoord en verklaarde wederom dat wat er met haar gebeurd was, dat daar geen kinderen van kwamen.
Beppie kwam er niet meer werken en ze hebben ook weinig meer van haar vernomen. Wel hoorden ze jaren later over haar huwelijk met Bart, dat het een "moetje" was.
Versie 2:
Toen vader Domien Stevens verhaal ging halen bij familie van der Donk, is vader van der Donk tijdens dat gesprek naar de garage gelopen om Willie Pouwels te waarschuwen, dat ie maar beter kon vertrekken.
Willie heeft nog een paar keer naar Stevens gebeld en is een keer langs geweest om z'n kind te ontmoeten, maar telkens geweigerd door Beppies ouders.
Beppie kreeg de keus: Of intrekken bij dokter Schoenmaker, wat niet door ging omdat zijn vrouw zelf ook zwanger was, of naar Moederheil in Breda.
Ondertussen verspreidde een vriendin van Beppie, roddels over Vader van der Donk. Dat hij Beppie zou hebben aangerand.
Als we doorrijden naar Breda schieten de verschillende scenario’s 
door mijn hoofd.
Ik vind het zo raar dat er niet één duidelijk verhaal is. Wat wordt hier 
verzwegen? Is ze nu wel, of niet verkracht?
Heeft Willie Pouwels echt pogingen gedaan in contact met mij te komen? Van wie is ze 
nou zwanger geraakt?
Liegt Bep al m'n hele leven? Krijgt Willie de schuld en was het haar baas?
Wilde ze  niet verder reizen, toen we samen die trip naar Breda maakten, omdat 
Willie wel degelijk benieuwd was naar z'n zoon?

Moederheil, Valkenierslaan 37, Breda.
"Even geduld aub" staat er op het reclamebord.
Even geduld? 23 jaar?
Op de Valkenierslaan ligt het tehuis er oud en verlaten bij. Moederheil wordt niet meer gebruikt en we zien dat het nu leeg staat. We lopen om het perceel heen en ik maak nog wat foto’s voor we door gaan naar Druten. We gaan toch even proberen of op de Hooistraat oma en opa S. thuis zijn. We overvallen ze een beetje maar we worden uitgenodigd in de woonkamer te komen zitten waar opa ook zit. Dan zien ze ook de grote videocamera en vragen meteen of ik loop op te nemen. Als ik de camera op de grond zet, gericht op de benen van opa en oma, druk ik de opnameknop in terwijl ik ze zeg dat ik hem net uit zet. Ik neem het gesprek op vanwege het dialect, om er zeker van te zijn dat ik het goed heb gehoord allemaal. We vertellen ze over de trip die we maken en stellen wat vragen over Bep, maar we horen weinig nieuws en vertrekken al weer snel.
Thuis in Rotterdam wil ik, ter afsluiting van deze tripjes terug in het 
verleden, Bep onze bevindingen voorleggen en laten zien wat ik met de 
videocamera heb gefilmd.
Ik wil daarbij ook meteen haar reactie op de beelden 
filmen.
Volgens mij is er niemand die haar beter kent dan ik. Ben 14 jaar getuige 
geweest in dat gestoorde gezin.
Meestal als lijdend voorwerp natuurlijk. Zo nu en dan als vlieg op de muur, maar 
je zat je evenzo vaak te generen als er visite was of als we bij anderen op 
bezoek waren.
Ik ben haar grootste criticaster. Ze heeft nauwelijks door dat ik tegelijkertijd 
ook haar grootste vijand ben.
Daar komt bij dat ik uiteindelijk misschien wel de enige ben die haar aandurft. 
De enige die haar een spiegel voor kan houden.
Een moeder moet er voor haar kinderen zijn, niet andersom natuurlijk en ik wil 
haar ook helemaal niet meer helpen of bijstaan. Ik wil dat ze gewoon van me... 
dat ze normaal tegen me doet. 
Dat gaat er bij ons, pijnlijk genoeg, niet meer van komen ben ik bang. Maar de 
tijd dat ik haar met fluwelen handschoenen blijf aanpakken loopt op een einde.
Nu nog niet, nu nodig ik haar uit op m'n kamer boven en installeer haar voor de tv 
terwijl ik haar vertel dat we ook bij opa en oma in Druten op bezoek zijn 
geweest.
Als ze merkt dat Jan aan de andere kant van de kamer bezig is met de camera, leg 
ik uit dat ik m'n gesprek met haar wil opnemen maar ze word langzaamaan steeds 
zenuwachtiger. Het verbaast me dat ze dit niet leuk vind om samen aan te gaan 
maar het is niet anders; ze voelt zich behoorlijk in een hoek gedreven en verkrampt helemaal. 
"Ik kan dit niet aan, jongens!" Zegt 
ze. Ze vindt het ook niet leuk dat Jan en ik, zonder dat zij 
ervan wist gewoon bij haar ouders zijn langs geweest en voelt zich bedonderd. Het lijkt wel of ze bang is voor een kruisverhoor, ze klapt echt helemaal dicht.
Ik heb alle reden om haar het vuur aan de schenen te leggen, maar ik forceer 
niks. We stoppen ermee.
Niet lang daarna als we weer eens in Lisse op bezoek gaan, moeten Jan en ik aanhoren hoe 
ze inmiddels overhoop ligt met haar gevoelens voor J.M.H. te W.
Die heeft ze leren 
kennen in café Juffermans.
Eerst was er de therapeutische bijstand die ze hem verleende, want het ging niet 
zo goed met z'n relatie. Maar daarna, was ze helemaal hoteldebotel van hem.
Misschien dat de vraag om met haar gezin kennis te maken van hem kwam, maar ik 
vond het nogal ongepast, dat ze haar cafévriendje uit Juffermans, bij ons op de 
Heereweg had uitgenodigd. Ja, dat deed ze gewoon. Ons kennis laten maken met de 
mensen, waar ze elke dag mee in de kroeg zat.
Toen ik aankwam zat J.M.H. op de bank in de salon. Hij leek in ieder geval 
oprecht begaan met Bart.
Maar aan de manier waarop moe met hem omging en naar hem keek, zag ik dat ze 
helemaal gek op deze man was.
Ook toen ik nog thuis woonde, waren pa, Dirk en ik altijd al tegen haar 
kroegbezoek. Je hebt toch een leven hier, met ons. Maar ze trok haar eigen plan.
Bep deed altijd waar zij zin in had en bevestigde daarmee bij ons het gevoel, 
dat ze ons zo bij tijd en wijle maar saaie, simpele mensen vond. Het komt ook steeds vaker 
voor dat ze zelfs die gezinsdingen niet meer de moeite waard vind om uit te 
zitten. Als er niets leuks op t.v. is, weet ze niet hoe snel ze weer naar het 
café terug kan.
Wat mij betreft heeft ze het ook nooit echt gezellig weten te maken in ons huis.
Als de enige verbondenheid met elkaar de verjaardagen zijn en die katholieke 
toneelstukjes die 
het hele jaar door de seizoenen aan elkaar rijgen, dan is dat te weinig om de boel leuk en bij elkaar te 
houden. Buiten dit om was er geen interesse in elkaar. Er werd weinig gepraat 
over het wetenschappelijke werk dat Bart deed. We moesten wel allemaal horen waar Bep de hele tijd mee bezig was 
natuurlijk. Maar zij hadden weer 
geen idee in wat voor wereld ik elke dag bezig was.
Alleen Bart en Dirk lijken 
iets gezamenlijks te hebben.
Bep probeert ons al jaren te overtuigen, dat het goed is wat ze allemaal in 
Juffermans doet.
En
Bart laat het allemaal gedwee over zich heenkomen. Maar ziet hij het ook, wat er 
onder z'n neus gebeurt?
Jarenlang ga je er als kind van uit, dat je ouders elkaars gedrag accepteren, 
maar ik zie  dat Bart ook heel vaak niet meer weet hoe hij met haar om moet 
gaan.
Hij ondergaat het allemaal maar lijdzaam.
Bart is zo conservatief, dat je er kramp van in je kaken krijgt en dan zit hij opgescheept met een pacifistisch kindvrouwtje dat de vrije liefde predikt.
Moest hij zich nou ook nog laten welgevallen hoe ze zijn opvolger binnenliet, 
waarmee ze na zijn dood verder zou gaan? 
Zelf moest hij het niet wagen z'n 
leuter ergens anders in te steken dan in één van haar gaten, maar zij laat ons 
elke keer kennis maken met haar veroveringen.
Bart is zo goed als uitbehandeld en gaat zijn laatste maanden in 
en ze komt al met de volgende surrogaatvader aanzetten.
J.M.H. is getrouwd en vader van twee kinderen. Tja, en nu is ze vertwijfeld over 
haar relatie met J.M.H.
Toen bij hem thuis de boel onder druk kwam te staan ging zijn gezin in therapie. 
Bep had het allemaal te laat door en loopt even een huwelijk te gronde te richten.
Ik krijg bijna medelijden met J.M.H. 
Ze kon haar eigen gezin al niet bij elkaar houden, gaat ze ook nog stoken in dat 
van een ander.
Dit is zo zwaar voor haar, maar ze heeft natuurlijk verloren en moet haar 
relatie met J.M.H. beëindigen.
Hij kiest (gelukkig) voor zijn gezin. Ik vind het allemaal zo gênant om te horen 
en heb de groots mogelijke moeite om erbij te blijven zitten. Jan probeert het gezellig te 
houden. Anders wordt ze psychisch  en schiet ze in een depressie.
Bart lijkt het allemaal al jaren te accepteren. Hij kan ook waarschijnlijk niet 
anders. Maar echt wederzijds is het nooit geweest. Hij hoeft maar even te lang 
naar een andere vrouw te kijken of Bep voelt zich al beledigd. De vergelijking 
met Claudio dringt zich op. Ik mag me ook niet bemoeien met zijn nimmer 
aflatende zoektocht naar meer vrienden en mannen. Bij mij overheerst nog steeds 
het gevoel dat ik op zoek ben naar rust. Bij Claudio hoef ik daar niet op te 
rekenen.
"Doe jij je vader dan nog even voor je gaat?"
Dirk mocht hem overal naartoe rijden, ik mag hem verschonen. Dat heeft hij 
liever. Bep is af en toe best wel onhandig en bij mij gaat alles zonder geklaag.
Laatst aan tafel net na het eten, zaten we t.v. te kijken en ze reageerde al 
drie keer naar Bart met: "Ja, ik doe het zo!"
Al drie keer vroeg hij haar, of ze 
hem kon verschonen.
Hij voelt zich er zichtbaar ongemakkelijk bij en ik maak aanstalten om het over 
te nemen. Maar hij maant me, te gaan zitten en staart moe weer aan, of ze er 
al aan toe is.
Ze reageert gewoon niet op hem en als ze dan eindelijk tijd voor hem heeft, is 
ze weer te gehaast, want ze had het al drie keer beloofd.
Nu moeten we haar ook 
helpen:
Waar heeft ze de schaar nou weer gelaten? En haal eens nieuw verband voor me uit 
de voorraadkast, of hou dit eens vast, dan kan ik beter dat... etc. etc.
Met haar vingers, rood en plakkerig van haar glaasje port en een camel filter in 
haar mondhoek, klaart ze dan de klus. Niet even de handen gaan wassen en je peuk 
opzij leggen. Bart lijkt hopeloos, bij het aanschouwen van zoveel amateurisme.
Hij heeft niet lang meer, maar ik heb van de week twee afspraken in Rotterdam, 
die ik eigenlijk niet kan laten schieten. 
Het is maandagavond en tijdens het verwisselen van zijn stoma en het insmeren 
van z'n stomp en doorligplekken, probeer ik uit te vissen of hij niet wil dat ik blijf. 
Hij staat erop dat ik m'n afspraak bij GSD en de psycholoog van de GGZ in 
Rotterdam nakom. Dan zien we elkaar woensdagavond wel weer.
De volgende morgen in Rotterdam, krijg ik nog voor ik naar de GGZ wil lopen, 
rond de klok van 9 al telefoon van Dirk uit Lisse.
Bart is vannacht om half vier overleden. Ze wilden mij niet wakker 
bellen, maar Dirk en Bep zijn al zes uur op. 
Nadat Bart nog een paar uur had 
geslapen, werd hij ineens wakker en heeft één grote, bloederige braakuitbarsting gehad, waarna die weer terug in bed zakte en z'n laatste adem 
uitblies. Na al die weken bij hen thuis, knijpt hij er tussenuit in die ene 
nacht dat ik er niet ben.
Ik bel m'n afspraak af en zeg dat ik ook meteen met de therapie stop.
Jan en ik 
rijden naar Lisse. Als we aankomen op de Heereweg, doet Dirk de voordeur al open 
nog voor ik de sleutel in het slot kan steken en we vallen elkaar in de armen. 
Binnen hebben ze de bloederige plas al van het parket geschrobd en Bart wordt 
afgelegd.
Er wordt niet gehuild. Bep doet zelfs een beetje afstandelijk en groet me 
nauwelijks. Even probeer ik af te tasten of ze zo niet met een verwijt komt, 
omdat ik hen gisteravond verliet. Maar ze lijkt van de wereld.
Omdat ik nog 
niets heb gegeten, loop ik naar de keuken om een snee brood te gaan 
smeren met kaas. Terwijl ik bezig ben, dwalen mijn ogen over de bollenvelden van onze 
buren en ik besef dat het voorbij is: Niet gewoon, uiteindelijk toch normaal 
verder leven met hem dus, omdat zij overleden is. 
Nee hoor, geen rust na 14 
jaar, want we blijven achter met haar. Wie heb ik nu nog hier?
Ik word slordig. De onhandige kaasschaaf schiet te ver door op hun harde, half 
belegen kaas en ik neem zo een stuk van mijn handpalm mee. Nu bloedt het en 
tranen wellen op in m'n ogen.
Tegelijkertijd komt m'n tante de keuken instappen en ziet mij staan snotteren. 
Ze zet de kopjes op het aanrecht en kijkt me helemaal verbaasd aan: "Sta je nou 
te huilen, joh? Je wist toch al lang, dat ie niet je biologische vader was?!?" En 
weg is ze alweer. Ik klap dicht en stop meteen met zielig doen.
Ja, dat heb ik altijd wel geweten hoor! Dat ik geen echte Kortekaas ben! Maar 
toch fijn, dat je me daar even aan herinnert, na al die jaren mantelzorg aan jouw 
broer.
Diezelfde avond, als Bep het hele programma kan gaan uitrollen voor de kist, de 
kaart, de krant, de mis en de muziek, klapt ze gewoon dicht.
Niets geen drama of tranen, maar het heeft een black-out, het is alles een 
beetje kwijt.
Waar de teksten voor de dienst lagen, wist ze niet meer. En de muziek dan? Had 
je die niet al apart gehouden? Nee! Daar was het ook nog niet van gekomen!
Mag ze eindelijk ergens de leiding in nemen, valt ze stil. Jan gaat zitten en 
schrijft vervolgens in één avond de hele mis uit, terwijl moe zich continue laat 
afleiden door, of de telefoon, of de familie die nog in en uit loopt. Bep blijkt 
gewoon, op het moment dat het er op aan komt en zoals ze ook mij vaak 
karakteriseerde: "Geen knip voor de neus meer waard." Maar we hebben nog 
drie dagen de tijd gelukkig.
Jan en ik rijden 's nachts terug naar Rotterdam, voor mijn afspraak met de 
Sociale Dienst morgen.
Doodmoe meld ik me 5 voor half 9 in de Robert Fruinstraat en loop de wachtruimte 
in. Na 5 minuten verschijnt mijn consulent in de deuropening en als hij me ziet 
zitten zegt ie, dat ik vijf minuten te laat ben.
"Maar ik zit hier al 5 minuten 
hoor!" zeg ik. "Ja, maar u dient 10 minuten van te voren aanwezig te zijn. Ik 
ben genoodzaakt uw uitkering op te schorten, goedemorgen meneer Kortekaas." En 
de beveiliger loopt met me mee naar de uitgang, want ze weten maar al te goed wat 
voor agressie deze bejegeningen van arme mensen oproept. Ook dat nog.
's Middags zet Jan me weer af in Lisse. Hij komt zaterdagmorgen met Clau 
terug. Dirk en ik willen nog kleren kopen in Leiden, zodat we allebei hetzelfde 
dragen tijdens de dienst. We gaan allemaal in het zwart. Donderdag en vrijdag is er nog gelegenheid voor mensen om 
afscheid te nemen van Bart die hier in de serre staat opgebaard. Het zijn 
rustige dagen.
Moeder is sinds dinsdag onpeilbaar. Ze ondergaat alles 
lethargisch. 
Zaterdag 28 augustus 11:00 is de uitvaart in de Engelenkerk.
Het is al dagen mooi weer en ook tijdens de begrafenis schijnt de zon volop. 
Vroeg opstaan om de boekjes voor de mis in de kerk te gaan leggen, de 
begrafenisonderneming heeft gisteren al de condoleanceregisters voor ons 
neergelegd. Alle bloemstukken die de laatste dagen zijn bezorgt gaan mee de kerk 
in. Daarna de dragers van de kist ontvangen, broers en vrienden van Bart. Het 
verloopt verder allemaal soepel. Ik heb het mezelf niet moeilijk gemaakt door 
ook nog wat voor te willen lezen tijdens de ceremonie en zit de dienst uit met 
het weldadige gevoel gesterkt te worden door alle aanwezigen achter ons.
Er zijn momenten die ik me herinner, maar het meeste beleef je toch in een roes.
Na de mis komen de dragers naar voren en nemen de kist met Bart op hun 
schouders. De pastoor gaat ze voor en de dragers volgen. Dan 'ons' moeder, 
geflankeerd door Dirk en mij met achter ons Jan, Jiska en Claudio gevolgd door 
alle genodigden. Een klok begint te luiden en geeft het langzame ritme van de 
trage stoet aan. Buiten slaan we rechtsaf en lopen om de kerk heen door naar 
achteren. Langs de parkeerplaats en de speelplaats van de kleuterschool, het 
verenigingsgebouw waar ik, 20 jaar geleden tijdens een vakantie bij opa en oma 
K. op de Catharijnelaan, m'n eerste zwart/wit film zag. Daarnaast het grote 
schoolplein met de Beekbrugschool waar Dirk nog op heeft gezeten toen we hier 
net kwamen wonen. Het is een mooi weggetje, links en rechts van ons bomen die, 
vol in de bladeren nog, een mooie groene poort vormen voor onze hele stoet. We passeren het klooster links van 
ons en rechts buurthuis 'De Kleine Engel'. Dan nog Drukkerij Duineveld en bij 
hen achter het zandpaadje dat ons naar het iets hoger gelegen kerkhof leid. 
Aangekomen bij het gat dat voor Bart is gegraven, neemt de pastoor plaats aan 
het hoofdeinde, Dirk en ik komen tegenover hem te staan. Het duurt even voor het 
hele kerkhof is volgestroomd. De zon schijnt ons strak in het gezicht en we 
zetten een zonnebril op. Achter ons komen de twee oma's te 
staan en ik voel een hand van een van hen op m'n schouder. Het is echter zo druk dat ik al snel 
tegenwicht moet gaan bieden aan de twee zware oma's die staan te snotteren in 
onze rug en Dirk en mij langzaam richting het graf duwen. Tijdens het hoogtepunt 
van de ceremonie, als ze de kist in het graf hebben laten zakken, heb ik enkel 
nog vaste grond onder m'n rechterbeen en houd ondertussen Dirk weer vast. De rand rond het graf 
stort langzaam in, m'n linkerbeen hangt er nu dus boven. Ik probeer zoveel 
mogelijk tegen de twee zware oma's aan te leunen om ze naar achteren te dwingen, 
opdat ik niet mee het graf in verdwijn. We staan zo dicht op elkaar gepakt dat 
het weinig mensen opvalt. Maar het beeld van die sukkel van een Eugène die ook 
nog eens in het graf van z'n vader glijd doet me bijna in de lach schieten.
De nazit is in Juffermans. Moeder is blij met alle aandacht en verzekerd de 
aanwezigen dat we Bart een waardige laatste tijd thuis hebben kunnen geven. Na een uurtje proberen 
we Bep te bewegen om mee terug naar huis te gaan. Dirk, Jiska, Claudio en ik 
gaan lopend, Jan volgt met Bep in de auto. Daar wil moe in de tuin nog wat 
foto's maken.
Weer thuis in Rotterdam staat er een afspraak met de juf van Mimmo in Dordrecht op de agenda. 
Het gaat steeds slechter met Roos en Wouter. Mimmo z’n schoolprestaties 
lijden eronder. Waar doet me dat ook alweer aan denken?
Er moet snel wat veranderen in hun thuissituatie. De verslavingen bij de 
ouders blijven terugkomen en de kinderen worden verwaarloosd en lopen een 
achterstand op in hun ontwikkeling. Met hun dochter Sarah-Moon in de kinderwagen gaan ze 
proletarisch winkelen en gebruiken dan de kinderwagen om de duurste dingen in te 
verbergen: vlees en drank. 
Van een volwaardig ontbijt, lunch en hoofdmaaltijd was geen sprake 
meer, maar 
Wouter presteert het nog steeds om tijdens het avondeten steevast zelf het 
grootste stuk vlees te verorberen, terwijl de rest het met een kleiner stukje 
moet doen. 
Ik heb het een paar keer gezien. Pappa verorbert 300 gram en de andere drie 
mogen zo’n zelfde stuk met z’n drieën verdelen. Dat deed hij ook al toen ze nog 
op het Ungerplein in Rotterdam woonden. Mimmo heeft er geen leuke vader bij 
gekregen met Wouter. Hun toestand is zorgwekkend, maar hun beider huisarts 
schijnt er nog niet echt prioriteit aan te willen geven. Als er niets gebeurt, valt dit gezin 
weer uit elkaar.
Flavio, de ex van Roos, heeft inmiddels zijn leven weer een beetje op orde. 
Hij woont nu in Amsterdam, heeft een baan, een nieuwe vriendin en een dochter. 
Flavio is ook op de hoogte van de verwikkelingen in Dordrecht en gaat zien of 
hij Mimmo bij hen in Amsterdam kan laten wonen. Ook Mimmo lijkt dat leuker te 
vinden.
Twee telefoontjes van Wouter, versnelden de hele boel; "Kan ik geld van jullie lenen?" "Waar heb je het voor nodig?" Vraagt Jan hem. "Ik moet NU geld hebben, anders 
slaat ie me in elkaar!" Is Wouter zijn 
reactie. "Maar je kent ons toch? Zo gaan we dat niet doen Wouter! Als je ergens 
problemen mee hebt kom je maar langs, dan praten we erover!" zei Jan.
Niets meer van gehoord.
Wat dagen later, net na het avondeten, het tweede verontrustende telefoontje. Er 
gaat iets helemaal fout in Dordrecht. Claudio, Jan en ik rijden er meteen 
naartoe. Wat we bij ze aantreffen is nogal triest. Wouter is onder invloed van 
een dealer geraakt. Die maakt nu misbruik 
van hem en bedreigt zijn gezin. Wouter had mij al een keertje  vertrouwelijk en vol afschuw verteld over een dealer die in een flat ergens in 
de buurt ook een kamer heeft waar hij meisjes/vrouwen prostitueert. Wouter heeft 
er één keer iemand gedrogeerd, vastgebonden op bed zien liggen. Hij is niet naar 
de politie gestapt.
Toen hadden we ons er al mee moeten bemoeien natuurlijk, maar Claudio heeft 
nooit zo’n zin in al die problemen van z’n zus.
Wouter doet de voordeur open om ons binnen te laten en lijkt helemaal van de 
kaart. Hij bazelt wat, maar we weten niet echt waar hij het over heeft. Als we 
de woonkamer instappen zien we Mimmo in z’n pyjama op een stoel zitten. Waar 
Sarah-Moon is weet ik niet. Dan komt Roos naar beneden gelopen met een donkere 
man achter zich aan. Roos doet en zegt wel dat er niets aan de hand is, maar 
zowel Roos als Wouter lijken helemaal over hun toeren. Wij vragen met wie we 
hier te maken hebben en wat de man hier in huis doet en hij stelt zich aan ons 
voor. Na een nogal slap christelijk handje begrijp ik, dat dit de dealer is waar 
Wouter al weken aan vast zit. Door het gestress van Wouter en Roos die ons de 
situatie proberen uit te leggen, kan hij er tussenuit knijpen voor we goed en 
wel het gesprek met hem kunnen aangaan. Maar hij lag dus al bij Roos in bed, 
omdat Wouter een schuld bij hem had uitstaan? M’n maag draait zich om als het 
tot me doordringt.
Deze man stond dus een paar dagen geleden ook 
naast Wouter, toen die hem onder bedreiging 
van geweld dwong, geld bij ons los te peuteren.
Bij Claudio dringt het nog niet echt door, maar bij Jan en mij gaan er wel wat 
alarmbellen rinkelen. Overduidelijk dat dit niet goed meer gaat. Mimmo kan binnenkort bij z’n vader in Amsterdam terecht en het zal niet lang 
meer duren voor we Roos, Wouter en Sarah-Moon een plek in Rotterdam aanbieden.
Daar ziet Claudio natuurlijk ook tegenop. Leuke dingen doen met z’n zus en 
lekker roddelen over hun beider exen en avontuurtjes ok, maar nu zij zo in de 
shit zit en de kinderen eronder lijden, ziet ie ze als onbetrouwbare junkies. 
Jan staat erop dat ze in therapie gaan en hulp zoeken bij een 
verslavingskliniek. Wonen bij ons is alleen om die periode te overbruggen. Na 
een maand of wat krijgen ze onderdak bij "De Hoop" in Dordrecht. Sarah-Moon, die 
ondertussen op de basisschool hier in de buurt zit, zal binnenkort naar de 
grootouders in San Francisco verhuizen.
1998.
Ik wil Jan niet onder druk zetten maar ik zeg hem: "Of Clau eruit, of ik!"
Met het gezin van z'n zus hier in huis, verslechterd m'n relatie met Clau. Hij 
vind het maar moeilijk te accepteren dat we zo klaar staan voor iedereen.
Voelt zich zelfs beperkt in z'n bewegingsvrijheid. Hij lijkt zijn comfortabele 
positie niet af te kunnen zetten tegen de ellende waar het gezin van z'n zus in 
zit.
Hij ziet ook nog steeds niet, hoelang ik hem z’n gang heb laten gaan; hoe vaak 
ik hem heb vergeven al die jaren, elke keer weer. In dit huis is ie ook altijd zijn 
eigen gang gegaan.
Dit totaal uitgewoonde pand moest van hem in oude staat 
(1915) hersteld worden.
Zijn interesse in klassieke muziek die de sfeer bepaalt; gezellig de hele week rondhangen op het festival "Oude Muziek" in Vredenburg, 
Utrecht.
De "Gay Community", ik heb er niets meer mee. 
Laatst speelde hij nog dwarsfluit bij een reünie-concert van een bekende 
Rotterdamse band, vertrok die ook 
nog met de muzikant die hem daarvoor uitgenodigd had, op fietsvakantie naar 
Denemarken. Dat kon natuurlijk niet zonder een dure nieuwe fiets. We leven 
allebei nog steeds van een uitkering en ik vind het niet kunnen naar Jan toe, 
die met ons dit woonexperiment aan wilde gaan omdat Clau en ik het samen al niet 
konden bolwerken. We leven nu in de luxe dat we ons 
geen zorgen meer hoeven te maken over huur, gas, licht en water. Die zekerheid 
heb ik al die jaren met hem nooit gehad. Clau blijft gewoon doen waar die zin in heeft, maar zijn 
input bij de ideeën die Jan en ik hebben voor een eigen web-site blijft vaag. 

"I am Cain, i'm not able." Waarom was god wel tevreden met wat Abel te bieden 
had en niet met het offer van Kaïn? Wat was er gebeurt als hij zijn broer had 
laten leven?
Abel is vermoord en zal niets meer bereiken en Kaïn blijkt onmogelijk voor zijn 
omgeving.
Het was tijdens deze Brainstormsessie dat we op de naam voor onze website 
kwamen. Wat kunnen we met z'n drieën bereiken, ondernemen, ondanks de limitaties 
van onze uitkering. Zijn we met z'n drieën "Able to Gain"? Het zou het antwoord 
kunnen zijn van Abel naar zijn broer. Ben ik, net als Kaïn, ondanks de 
teleurstelling van de afwijzing en het gevoel gebrandmerkt te zijn, in staat om nog iets te ondernemen?
Jan sterkt me in het idee dat men nooit als enige verantwoordelijk gehouden kan 
worden voor het verloop van je (mijn ongemakkelijke) leven.
Niemand is schuldig aan zichzelf!
Omdat Bill z'n Gates heeft, openen wij uiteindelijk ook een Gate. Gaingate.com
We registreren een '.com' (Je had nog niet zoveel extensies in het begin) dan 
kan het niet commercieel uitgebuit worden door iemand anders.
 
 
   

Mappenstructuur van insteekvellen met de eerste 9 hoofdstukken en vervolg, aan een 
waslijn in het kantoor.
Dit weekend komen Flavio en Mimmo uit Amsterdam. Het gaat goed met Mimmo en 
we zouden een dag leuke dingen gaan doen in de stad, nu Roos, Wouter en 
Sarah-Moon zijn vertrokken. Claudio heeft er geen zin in. Hij schijnt niet door te hebben dat we dit 
allemaal voor zijn familie doen. Na het ontbijt, als ik met de afwas bezig ben, 
merk ik dat er niet genoeg melk is voor de visite. Als ik hem vraag of ie even 
naar achteren wil lopen om een pak te halen wordt hij kwaad. Net met zijn koffie 
onderweg naar boven gooit ie z’n mok met een zwaai leeg door de pas gewitte gang heen, doet de 
voordeur open en verdwijnt naar buiten.
Dit is voor mij de druppel. Ik ben woedend en zet met een klap het 
eerstvolgende ding dat ik had afgewassen op het druiprek. De lelijkste asbak die 
we hadden breekt in m’n hand en ik haal m’n linker ringvinger horizontaal vier 
centimeter open, van links onder naar rechts boven. Het bloedt als een rund en ik 
breek in huilen uit. Niet alleen om de pijn, maar ook omdat ik besef dat het helemaal over en uit 
is. Dit komt niet meer goed. 
Deze zelfmutilatie moet stoppen. Jan wikkelt mijn hand in een theedoek en we 
rijden met de wagen naar de spoedeisende hulp. Eenmaal onderweg zien we op de 
Mathenesserlaan Claudio oversteken die net uit de coffeeshop komt, maar ik zie 
nog geen pak melk. Omdat er 
niemand thuis is om de visite op te vangen stuurt Jan hem door. Als hij me ziet 
met m'n hand in de bebloede theedoek, kijkt ie geschokt maar ik draai het raampje weer dicht zonder hem iets te zeggen 
over m’n toestand. In het ziekenhuis is het te druk en ik word met een verbandje om weer naar 
huis gestuurd. Maak maar een afspraak bij je huisarts.
(huisarts Verhoef helemaal verontwaardigd: "Wat hebben ze gedaan? Heb je je 
zó naar huis laten sturen? Zonder het te laten hechten? Waar ben je geweest?")
Weer terug thuis voel ik dat het voor mij niet meer hoeft en ik zak ter 
plekke weg in een depressie. Doodmoe ben ik en helemaal klaar met Clau. Als we even later aan de koffie zitten met Flavio en Mimmo, zien ze 
al snel dat 
ik geen puf meer heb om de hele dag mee uit te gaan. Flavio merkt wel dat er 
iets is voorgevallen maar komt natuurlijk niet naar Rotterdam om de hele dag met Claudio door te moeten brengen. Ze gaan toch wat doen en ik mag thuis blijven. Ze zoeken het maar uit met Claudio, hun oom 
en zwager.
Wouter, Roos en Sarah-Moon komen op de koffie. Daar zit ik totaal niet op te 
wachten nu Claudio het huis is uitgezet. Maar het bezoek hoort bij het 
resocialisatie traject dat voor hen door "De Hoop" is uitgezet. Wouter voert het 
woord en lijkt er trots op te zijn dat ze al zover zijn gekomen. Ze weten nu ook 
van het bestaan van de bijbel en oude schulden vereffenen is één van de 
opdrachten die ze dichter bij hun einddoel brengt: De beschermde woonomgeving, 
die hen in het vooruitzicht wordt gesteld. Roos legt 2.000 gulden voor ons neer. Gezellig doe ik niet en Wouter 
merkt al snel dat ze van mij weer mogen 
oprotten. Roos heeft het niet door en vindt het nodig om mij nog even duidelijk te maken 
dat Claudio al lang weer een leuke, nieuwe vriend heeft.
Alsof ik me daar zorgen om maakte. Volgens mij heeft hij er sinds die hier weg is 
wel meer gehad. Nu ik hem geen schuldgevoel meer bezorg, waarschijnlijk elk 
weekend weer een ander. Na drie dagen hoorde we hem nog lachend met Richard hier 
voorbij lopen, maar hij was nog geen week vertrokken of hij stond huilend met 
kapotte bril en blauw oog voor de deur, omdat ie na het uitgaan met Richard op 
de Mathenesserlaan overvallen was en heeft moeten vechten.
Zijn zus is net zo gestoord als die moeder van hen.
Hun dochter, Sarah-Moon zit erbij en ik weet niet hoe ik er op moet reageren. Wouter 
geneert zich voor Roos. Roos heeft altijd raar tegen mij gedaan. Me altijd 
aangekeken alsof ik één van de (zovele) vriendjes/ avontuurtjes van haar 
broertje was.
Een tijdje terug had ze ook zoiets aardigs wat ze met me wilde delen. Net aan het bijkomen van een zware griep, word ik door Jan en Claudio 
opgehaald voor het concert van de Cocteau Twins, in Vredenburg Utrecht. Daar gingen ook Roos en haar toenmalige vriend Flavio mee naartoe. Tijdens het concert sta ik achteraan, een beetje duizelig van de koorts nog, draait Roos zich naar mij om en vraagt of ik Claudio nog gemist had de 
afgelopen dagen. Als ik een bevestigend knikje geef, vervolgt ze: "Hij heeft jou helemaal niet 
gemist hoor!"
Zo'n twee/drie maanden nadat Clau is vertrokken komt er een nieuwe game uit; 
Unreal. Dit was heel wat anders dan de claustrofobische of arcade style wereld 
die we al hadden met Doom, Tetris, Chip's Challenge of Mario Bros.
Unreal had een groter verhaal en grotere mappen van werelden waar je uren 
doorheen kon struinen met een mooie selectie aan tegenstanders. Ik stort me op 
het nieuwste van het nieuwste en verdwijn elke keer als het webwerk erop zit, 
dit digitale paradijs in. Het is zelfs zo erg dat ik, als ik buiten in de echte 
wereld op straat loop, de hele tijd EHBO kisten tegenkom die je in game nodig 
hebt om te kunnen overleven. Ik droom er zelfs van. Je hebt lokaties in het spel 
waar je net als op de maan, als in slow-motion met 'low gravity' over de planeet 
stuitert. Dat is zo lekker. Ik droomde dat ik op zo'n zelfde manier door mijn 
oude buurt in de Poelpolder stuiterde. Hoog boven de flats aan de Ringvaart.