MOOIE JAREN
Als ik met Geschiedenis in Havo 3 bij de jaren zestig ben aangekomen kijken de
leerlingen me verwachtingsvol aan. Net als de 2e Wereldoorlog is het een
onderwerp dat nog steeds tot de verbeelding spreekt.
De 'sixties'. Want dat was toch die tijd van blowende hippies en vrije sex, van
provo's en Damslapers, protestsongs en demonstraties? Van die woelige jaren toen
het in de straten van Parijs wel oorlog leek en je opa van die belachelijk lange
haren droeg. Die tijd. Ja toch?
Jaja. Maar al te goed herinner ik me de schoolfoto's van Bernardinus uit die
prille beginjaren. Mijn hemel, wat waren we braaf. En wat zagen we er netjes uit
met die beschaafde kapsels, keurige terlenka broeken en overhemden met stropdas.
De broeders nog in zwarte rok met bef en de meisjes met die Libelle-achtige
jaren_'50-uitstraling. Degelijk dus en zich wel bewust van hun toekomstige taak.
Waar we in de muziekles vaderlandse liedjes zongen van 'B met een A, BA' tot
'Wat voor vijand durft ons naken' en we ritmisch heen en weer wiegden bij de
Ward-methode, terwijl ze even verderop bij de Beatles en de Rolling Stones zo
ongeveer de complete zaal afbraken. Een kantelend tijdsbeeld. Met het 2e
Vaticaans Concilie al in voorbereiding moesten we nog keurig de misdienaartekst
van de Latijnse mis van buiten leren.
En natuurlijk zaten jongens en meisjes niet bij elkaar maar in aparte klassen.
Zoals het hoorde.
Wie de foto's van toen bekijkt of het schoolreglement van 1961 nog eens
doorleest, zal de kneuterigheid beamen. Maar toen zat je daar niet mee. Het was
vooral een gezellige tijd, gemoedelijk ook. Met bijnamen voor een ieder die er
toe deed, voetballen op het gazon in de middagpauze en de soepbriefjes van
Jansen, de conciërge, die je onder de les in mocht vullen. Saaie lessen waren er
volop, maar die vrolijkten we dan gewoon op met zelf bedachte
verjaardagsfeestjes of een sigaartje uit de doos van mijnheer Van Dijk.
Dat een aantal docenten nou niet bepaald briljant les gaf, werd hen niet al te
kwalijk genomen. We vonden ze eenvoudigweg te aardig om daar tegen in verweer te
komen.
De genadeloze stencilrevolutie, waarbij tal van leraren volledig werden
afgeserveerd, zou pas jaren later uitbarsten. Toen waren wij al weg.
Wel brak gaandeweg het besef door dat er een nieuwe tijd gloorde vol vernieuwing
en het mooie was dat daar binnen de school alle ruimte voor was. De hele
ambiance van dat schitterende landgoed - met de lessen nog in de oude sfeervolle
villa zelf - droeg daar zeker toe bij. Je had er nauwelijks het idee dat je op
school zat. Het gevoel van vrijheid overheerste. De kameraadschap was groot en
de culturele vorming onovertroffen.
De bussen van Leo Kors reden af en aan, naar Sonsbeek, Antwerpen, Bouvigne,
Boigneville en Berlijn. Er waren concerten, toneelopvoeringen (de Perzen,
Draussen vor der Tür), films en gastsprekers, en niet te vergeten de
inspirerende lessen van Benda. Er ging een wereld voor je open. Ook via
discussies en de televisie raakte van alles in een stroomversnelling.
Met een stel jongens richtten we "Sociëteit Ante Portas"
op, nodigden sprekers
uit, gaven uiting aan ons idealisme. De maakbare samenleving lag immers binnen
handbereik.
Het is die enorme verrijking waar ik tot op de dag van vandaag enorm blij mee
ben. Dat had te maken met de omslag van die tijd, maar ook met de stimulans die
we van school mee kregen. Het waren daardoor niet alleen erg prettige, maar
vooral ook heel vormende jaren daar op Hertenduin, waar ik met bijzonder veel
plezier aan terugdenk.
"Een goeie tijd gehad, meneer?" klinkt het vanachter uit de klas. Ik schiet in
de lach en kijk mijn 3e klassers veelbetekenend aan.
"Ja jongens", zeg ik dan vol enthousiasme, 'die sixties, dat waren echt mooie
jaren!"
Ed Vellekoop