Zeestraat 7, Noordwijkerhout, 31 oktober 1970.

Reactie op brief van Jan Kuipers, Heemstede, met vragen over de opleiding aan de Pedagogische Academie.


Beste Jan,


Graag had ik je mijn reacties op jouw vragen eerder doen toekomen. De herfstvakantie is echter drukker voor me geweest dan verwacht, waardoor ik de beantwoording moest uitstellen. Mijn verontschuldigingen hiervoor.

Nu ik de vragen voor de zoveelste keer lees, moet ik wel even diep zuchten; 't is een hele kluif.

De middag dat je bij me geweest bent, heb ik je terloops even gewezen op het rapport dat wij, Sociëteit Ante Portas (SAP), vorig jaar opgesteld hebben. Hierin hebben wij onder de titel "Enkele ervaringen met de opleiding op de kweekschool "de la Salle", opgedaan door een aantal oud-leerlingen die nu in het onderwijs werkzaam zijn" ons gemoed gelucht.
In dit rapport vind je antwoord op de vragen 1 t/m 6, zij het dat ik er dan nog even bij moet vertellen, dat wij voor pedagogiek de leraren Broeder Hubertus en mijnheer Van Dijk hebben gehad. Daarnaast nog even ter informatie, dat laatstgenoemde in ons hoofdakte-jaar een behoorlijke tijd ziek geweest is.
Dat wij ons in dat rapport zo negatief uiten is niet alleen te wijten aan het feit dat vele leraren ons niet wisten te boeien, laat staan te enthousiasmeren; het is ongetwijfeld een gevolg van de wisselwerking tussen de sfeer die het lerarencorps uitstraalde en onze mentaliteit.
Dit tot in de kleinste nuances uit de doeken doen zou uren kosten.
Hoewel het zeer belangrijk is als achtergrondinformatie, valt dat sec bezien -gelukkig- buiten je vragen.

Laten we overgaan naar vraag 7 en 8:
Lees je wel eens vakliteratuur? Zo ja, welke? Doe je wel eens nieuwe ideeën op en heb je voorbeelden daarvan?

Ik lees regelmatig het "Katholiek Schoolblad" en het informatiemateriaal dat de school aanschaft, een niet te onderschatten hoeveelheid, vooral i.v.m. onderwijsvernieuwing.
Daarnaast verschijnt er tegenwoordig zeer veel over het onderwijs in de dag- en weekbladen.
Persoonlijk ben ik echter meer geďnteresseerd in voorbije en contemporaine geestesstromingen (wat ik op de kweek zo gemist heb), omdat ik daar meer inspiratie in vind.
In dit verband noem ik bijvoorbeeld "Wetenschap, hypothesen en het belangrijkste schoolvak; Geschiedenis" van Albert Szent-Gyrgyi. (Bres 23)
Een artikel over driedimensionaal schaken bracht mij tot driedimensionaal rekenen.
Ik ontwikkelde al doende een apparaat, dat ik vorig jaar in de tweede klas met succes gebruikt heb.
Voor wat betreft taal en rekenen, in mindere mate ook voor lezen, aardrijkskunde, schrijven, geschiedenis en natuurkunde, ben je gebonden aan een hoeveelheid stof die je behandeld moet hebben om de aansluiting met de volgende klas te verkrijgen.
Met de expressievakken, die naar mijn mening de voornaamste zijn, kun je je vrijer opstellen. Maar bij die vakken merk je dat je de leerlingen eerst over een grote drempel heen moet krijgen die in de voorgaande jaren gelegd is.

9. Staat de school in contact met pedagogische en psychologische centra / adviesbureaus?

De school staat in contact met een medisch opvoedkundig bureau, dat bepaalde kinderen doorstuurt naar een psycholoog ter overplaatsing naar een school voor aangepast onderwijs.
Dit bureau werkt uitermate traag en geeft geen verdere adviezen.
Verder is er ook contact met een pedagogisch instituut als de pedagogische academie tenminste zo genoemd kan worden.
Het enige contact bestaat echter hierin, dat je een enkele keer eens een oud-leraar ontmoet die komt kijken of de hospitanten er zijn en hoe ze het doen. Een karig contact dus.

11. Wat probeer je met het onderwijs te bereiken?

Ik probeer met het onderwijs te bereiken dat de kinderen zichzelf leren kennen en zich ook geestelijk leren bewegen. Hierdoor komen ze zelf tot een gevoel van verbondenheid met de hen omringende wereld, wat de basis vormt voor vragen naar, de behoefte aan informatie.
Dit is naar mijn mening de enige manier om het kwalijke IA-karakter van het onderwijs (Inpompen  Aanstampen) een beetje weg te krijgen.

12. Wat vind je van het beroep onderwijzer?

Werken in het onderwijs kan prettig en dankbaar zijn als er nog veel verandert betreffende het onderwijs, zoals de inzet van de leerkracht (ook van mezelf) en de interesse van de ouders.

13. Waarom heb je dit beroep gekozen?

Ik heb dit beroep niet gekozen. Ik ben “per ongeluk”, zo je wilt “toevallig”, op de kweekschool terecht gekomen.

14. Ben je het eens met het beleid van deze school?

Er zijn op onze school autonome klassen, er is min of meer sprake van een teamgeest en het hoofd, hoewel een beetje warhoofd, is leider. De sfeer onderling is prettig met een lichte LA-tendens (Latente Apathie). Maar ik geloof, dat de hele westerse mensheid daarmee behept is.

15. Heb je suggesties voor de Pedagogische Academie?

Suggesties voor de PA vind je in het reeds genoemde Sap-rapport "Na vijf jaar opleiding ben je helemaal klaar..!"

 Jan A.M. van Hensbergen.