C. AQ. Libra:
COSMOS EN MICROCOSMOS
Amersfoort 1926.
In 2023 nog voor 15 Euro te vinden in Boekwinkeltjes.nl

Dit boek leende Benda me, omdat hij als docent CuMa (Cultureel en Maatschappelijk leven) een specifieke interesse bij mij vermoedde ten aanzien van "het Heelal".
Ik heb er tijdens het lezen in 1968 wat aantekeningen over gemaakt. Ik heb daarbij de gedrukte tekst (1924) aangehouden om te beseffen dat het inzicht van de schrijver zeer tijdgebonden is. Het boek leert meer over het Interbellum-bewustzijn van de mens in de vorige eeuw, dan over het Kosmologisch Inzicht van vandaag. Zo overheerst duidelijk de gedachte, dat "wijsheid" in vroeger tijden mee-ontstond en als "verborgen voor de uitverkorenen" geheim gehouden werd.
Niettemin is het een zeer interessante beschrijving van de Cosmische Gedachte, omdat het ook inzicht geeft in 'de mensch' die meende dat het universum was geschapen als het meest ultieme, Zwitsers Uurwerk en dat alles draaide om de Aarde.

De drie trappen in het menschelijk denken.

De cosmische gedachte in 12 tijdperken

De 7 hoofdontwikkelingstijdperken der Aarde

 

 

.


blz. 53
Ook de Logos evolueert, -door zijne organen, de Planeten, ervaring opdoende- en het bezielende Wezen der Planeet. de Planeetgeest, eveneens.
Tegelijk met deze Planeetgeest evolueren de Wezens waardoor Zijn bewustzijn zich als geïndividualiseerd leven en bewustzijn uit. Het mensdom schrijdt op zijn ontwikkelingsweg voort, doch slechts een zeer klein gedeelte bereikt de eindpaal, het einde der 7e Ronde der Aard-ontwikkeling; velen kunnen niet mee en blijven achter.
Zo zijn de mineralen, planten en dieren achterblijvers uit de tijdstippen der aardontwikkeling toen de mens respectievelijk den mineraal-, plant-, en dierentoestand doormaakte en zo zal gedurende het verdere verloop der evolutie, een groot deel der mensheid achterblijven als het gedegenereerde mensentype.

blz. 77.
Op de Drieëenheid berusten alle grote godsdienstige systemen.

Vader Zoon Geest (Christenen)
Brahma Visjnoe Siwa (Indiërs)
Osiris Isis Horus (Egypte )
Jod Hé Vau (JeHoVa )

blz. 139
De drie trappen in het menschelijk denken.

Barlet (l'Evolution de l'Idée) gaat uit van de wereldverdeling der Ouden:

- de Wereld der beginselen of De Geestelijke Wereld
- de Wereld der Wetten of De Astrale Wereld
- de Wereld der Feiten of De Physieke Wereld

Overal vinden we deze drie beginselen terug. in de Natuur zoowel als in de Wetenschappen en Kunsten.
In den mensch worden ze getypeerd door:

1. den wil (de Geest)
2. het Leven (de Ziel)
3. het Lichaam (de materieele vorm)

Dit is ook te vinden in de tijdperken (blz. 159)


blz.143
De cosmische gedachte in 12 tijdperken
Zowel aan het Idealisme als aan het Materialisme ligt een Eenheid ten grondslag, doch een geheel verschillende. Men kan op astrologische wijze het werken en het afwisselend domineren der beide principes (Het Absolute en de Veelheid) in beeld brengen en zodoende een beter begrip krijgen van de evolutie der heersende sociale en religieuze begrippen, die elkaar in de loop der tijden hebben opgevolgd. De Eenheid (Het Absolute) begint haar kringloop in het teken Aries, terwijl haar afspiegeling of manifestatie (De Veelheid) bij het teken Libra begint.
Aries vertegenwoordigt hier dus de Cosmische gedachte en Libra het mensdom.
De Eenheid daalt af in de Veelheid, terwijl de Veelheid weer opstijgt. Naarmate de Cosmische gedachte lager komt, neemt haar invloed af, terwijl tegelijk daarmee de invloed der mensheid op algemene gedachtenstromingen stijgt.
 

We kunnen zo 12 tijdperken onderscheiden met betrekking tot politiek en godsdienst.

  1. Aries-Libra
    De Cosmische gedachte in Aries en de mensheid in Libra, is dus het aanvangstijdperk der cultuur; de scheiding der twee princiepes is zo groot mogelijk. Het volk is in diepe onwetendheid en van een bepaalde religie is geen sprake, tenzij van een zekere verering van afgodsbeelden in allerlei vormen. De ware kennis van het Absolute berust bij de enkele priester-ingewijden, afkomstig van vroegere evolutietijdperken. Van priester-leerlingen is nu geen sprake, de ontwikkeling van het volk is nog niet toereikend daarvoor.
    INSTINCTIEF stelt de mens het dààrzijn van het Absolutisme.
     

  2. Taurus-Virgo
    De tegenstelling tussen Eenheid en Veelheid wordt minder groot. Het volk heeft zich ontwikkeld een levert zijn leerlingen aan de adepten, die nu zullen kunnen helpen aan de opvoeding der mensheid (Virgo), welke nog weinig invloed vermag uit te oefenen en nog een willoos werktuig is in de handen der groten (Taurus) en 't is de bloeitijd der lijfeigenschap.
    De Staat is zuiver Theocratisch.
     

  3. Gemini-Leo
    Hoewel de opperheerschappij der machtigen nog bestaat, begint het volk zich toch bewust te worden, de volksleiders echter, aan het nog heersende princiepe der tijd getrouw, streven naar persoonliji macht en grootheid. Deze periode kenmerkt zich daarom door tweespalt, dualisme (Gemini) en door een streven naar temporaire macht.
    Ook in de Kerk treed scheiding op, godsdiensttwisten.
     

  4. Cancer-Cancer
    De twee beginselen gaan hier samen, doch altijd is nog de gedachte overheersend. Toch heeft het samengaan toch een zekere harmonie ten gevolge, zich uitend in het opkomen van religieus-filosofische stromingen. Ook de regering is op religieuze leest geschoeid.
    Door beredenering tracht men het Absolute aan te tonen.
     

  5. Leo-Gemini
    Meer en meer begint de Veelheid (Gemini) overhand te krijgen over de Eenheid (Leo). De menigte begint de wetenschappen te beoefenen (Gemini) en er ontstaat een half dogmatische tendens. Tegelijk ondergaat de monarchie den invloed des volks, dat een rol begint te spelen in de regering.
     

  6. Virgo-Taurus
    De democratie (Taurus) begint het overwicht te krijger over de Theocratie. In de sociologie uit zich dit in volksopstanden, oproer, revolutie en in de filosofie doordat het volk gemakkelijker toegang tot de beoefening der wetenschappen eist.
    Toenemende twijfel over het hetsaan van het Absolute.
     

  7. Libra-Aries
    Tweede tegenstelling der twee beginselen, waarin maximum van verdeeldheid bereikt wordt. De menigte erkent geen hogere leiding, noch in regering, noch in religie. 't Is de tijd waarin het volk zelfregering verlangt, de republiek, de tijd van het materialisme. De grote menigte heeft het geloof in het Absolute verloren en erkent slechts de manifestatie, -de Natuur.
    Als resultaat dezer erkenning volgt:
     

  8. Scorpio-Pisces
    De tijd der zogenaamde "positieven" -in de Natuurwetenschappen. De Cosmische Gedachte, voor korte tijd verduisterd, wordt weer merkbaar, enkele voorlopers, hoewel schoorvoetend, en door de menigte bespot (Vroeger verbrande men ketters,thans maakt men ze belachelijk) wagen het, daarvoor een lans te breken. Het materialisme begint te verdwijnen en maakt plaats voor een vorm van positivisme, die echter nog geheel op rnateriële basis rust.
    Het volk wordt zich thans recht bewust van zijn kracht (socialisme) en wordt nog slechts met geweld toom gehouden.
     

  9. Sagittarius-Aquarius
    Thans heeft de Veelheid (het volk) een hoogte bereikt, waarop het zichzelf kan en wil regeren. Bloedige omwentelingen en grote hervormingen (Aquarius) maken aan alle despotisme een einde, volksregering. Op politiek gebied heeft de Eenheid afgedaan, konings- en keizerskronen rollen over de grond en tegelijk daarmee is er een einde gekomen aan het aanbidden van stand en titel -zonder verdienste-, aan het vleierige knielen en kruipen voor hoogwaardigheidsbekleders en hovelingen. Het militarisme raakt uit de tijd -het heeft zelfmoord gepleegd- en een nieuwe wereld treedt uit de bloedige nevelen tevoorschijn. Harmonie is voorlopig nog niet te verwachten, die moet uit de chaos (Aquarius) geboren worden, maar zij zal eenmaal komen, omdat de voorwaarden voor haar komst daar zijn, n.l. een zekere vrijheid en meer gelijkheid.
    Een overgangstijd is altijd moeilijk, doch door de vele verrassingen die zij teweeg brengt, ook zeer leerrijk. Zolang het geld nog een grote speelt, is geen algemeen geluk mogelijk. Het arme volk, dat tot nu toe eigenlijk als slaven voor de rijken werkte, zal nu die rol dier rijken overnemen, en daar het door geen opvoeding of geestelijke ontwikkeling binnen bepaalde grenzen wordt gehouden, komt het -nu daartoe voor korte tijd tijd gelegenheid is- tot allerlei losbandigheden (revolutie-anarchie), waaruit toch een, zekere vrijheid en gelijkheid voor allen ontspruit.
    Uranus doet zijn werk snel en grondig, ofschoon dikwijls plotseling en onverwacht.
     

  10. Capricornus-Capricornus
    Tweede conjunctie der beide princiepen Dit samengaan der beide beginselen heeft ten gevolge, dat de basis der wetenschappen een ruimer rnetafysische wordt. Een zucht naar eenheid en zoeken naar het Absolute, als primaire oorzaak voor alles, is in plaats gekomen van het zelfbewuste, bombastische van de vertegenwoordigers der zogenaamde exacte en natuurwetenschappen (zie periode 8). Ze we meer aan dogma (lees "wetten" en hypothesen) gebonden dan ooit een religie dit geweest is.
    Het volk is onder deze Capricornus geneigd, meer zijn vertrouwen te schenken aan hen, die iets aangaande het innerlijke der dingen verstaan doordat ze in zekere mate de Cosmische gedachte weten te reflecteren. De imaginatie en de intuïtie ontwikkelen zich snel. Op politiek gebied is een algemene statenbond het gevolg dezer conjunctie in Capricornus. Saturnus, de heerser van Capricornus,is tot Jupiter geworden.
    Men begrijpt eindelijk, dat de leus moet zijn:"Si vis pacem. para pacem". In dit tijdperk is de mensheid zo ver ontwikkeld, dat zij deze spreuk in praktijk kan brengen, wat in de vorige periode nog niet doenlijk was. Het geld, voorheen de almachtige heerser, bestaat in werkelijkheid niet meer. Het bestaat nog slechts in naam -als symbool- om uit te drukken wat ieder levens- of genotmiddel aan gebruikswaarde vertegenwoordigt.

    Armoede en rijkdom behoren tot het verleden, want ieder mensenkind heeft recht op een zekere mate van levensvreugde en kan deze zoeken waar hij wil. Is hij in de ene richting te spilziek, dan moet hij zich in de ander meer beperken. Als zijn eindrekening niet sluit, dan blijft hij de gemeenschap iets schuldig en moet dit door persoonlijke arbeid aflossen, dat is de enige manier.
    Van het vroeger leger, bestaande uit mensen, die op geraffineerde manier afgericht waren, hun medemensen te doden en vruchtbare landstreken en bloeiende steden te verwoesten, is niet meer dan de herinnering over; in de plaats daarvan is een arbeidsleger van vreedzame mannen en vrouwen gekomen, die in de volste kracht huns levens de staat enige jaren moeten dienen. Zij geven het beste, waartoe zij door hun aangeboren talenten en gaven in staat zijn, want ieder verricht juist dat werk, waartoe hij het beste bevoegd is. Opdat niet allen het prettigste werk uitzoeken -ook het zware en moeilijke moet gedaan worden- zijn de werkuren per dag verschillend en worden daarvoor in de eerste plaats diegenen aangewezen die der gemeenschap (den Staat) iets schuldig zijn. Groot- en kleinhandel bestaan niet meer: de Staat is de enige koopman. De ministers (dat is: "dienaren") der volkeren dragen zorg voor de gemeenschapsgoederen en verdelen het werk. Voor loon wordt niet meer gewerkt -alleen uit plichtsgevoel; ieder verricht zijn werk met ijver en toewijding, en heeft de tijd, om het ook goed te doen. Stakingen behoren tot het verleden. Aan de opvoeding wordt grote zorg besteed. Ook hiermede bemoeit zich de Staat. Reeds bij de geboorte wordt, gedeeltelijk ook door middel van de Astrologie, vastgesteld, welke aanleg een kind heeft en daarmee wordt bij de opvoeding rekening gehouden. Ook wordt acht geslagen op erfelijkheid en atavisme, op het wezen van ouders en voorouders. Zodoende wordt de ontwikkeling van het kind in de richting zijner natuurilijke gaven geleid en worden voor de mensheid resultaten bereikt, die anders niet mogelijk waren.
    In de wetenschappen zoekt men weder het Absolute en neemt bij dit zoeken als basis de Natuur en de natuurverschijnselen. Slechts zeer enkele achterblijvers klemmen zich nog vast aan een zeker materialisme, dat echters reeds grotelijks verschilt van het vroegere.
     

  11. Aquarius-Sagittarius  en  12. Pisces-Scorpio.
    Tijdperken van steeds groeiende harmonie en ware Kennis -bij de betere helft van het mensdom overal een streven naar hernieuwde eenheid. De grenzen der federaties, die den Algemene Statenhond samenstellen versmelten. Alleen daardoor kan het eindoel -Harmonie en Eenheid- bereikt worden.
    In de laatste periode wordt Mars de heerser van Scorpio tot Venus. Uit heerszucht, militarisme, hartstocht is LIEFDE geworden. Een nieuwe religie is ontstaan, gegrond op kennis van het Geestelijk Princiep, dat achter iedere verschijning verborgen is. Uitgaande van het zichtbare, stoffelijke, zoekt men de onzichtbare, geestelijke oorzaak ervan op. Men leert de natuurkrachten in hun innerlijke werking kennen en verkrijgt daardoor de macht, ze naar eigen wil te besturen. Deze cultus zou men den Cultus der Hemellichamen en Natuurkrachten kunnen noemen.
    Alleen wanneer men de mensheid, of een ras, of een volk, of een familie als een lichaam beschouwt, gelijk op blz. 56 aangegeven is (Het planetenstelsel één georganiseerd lichaam), kan men tot het inzicht komen, dat samenwerking der verschillende delen nodig is voor het bestaan en ontwikkeling, en ieder zal begrijpen, dat harmonische samenwerking slechts mogeliik is bij practisch toegepaste naastenliefde. Liefde dus van volk tot volk, van ras tot ras, van mens tot mens.
    Uit naastenliefde ontwikkelt zich natuurlijkerwijze gelijkheid en wel de hoogst mogelijke gelijkheid die men zich bij verschil in intellect en stoffelijk welzijn denken kan, want het fundament ervan is de universele liefde

    Ons begrip van tijd en ruimte hangt geheel af van de omstandigheden waaronder wij waarnemen. De mens is tegelijk phenomenon en noumenon.
    Volgens het eerste is hij onderworpen aan de wetten van tijd en ruimte, volgens het laatste kan hij zich boven deze wetten, d.i. boven de wereld der feiten, verheffen en dus vrij worden. Hij verheft zich daardoor tot de wereld der oorzaken.
    Door zijn gedachten kan zich de mens boven de beperking van tijd en ruimte verheffen en, naarmate hij hierin slaagt, dringt hij achtereenvolgens door tot het Etherische, het Astrale, het Mentale gebied en nog hoger.



blz. 159

De 7 hoofdontwikkelingstijdperken der Aarde zijn:
  1. De Saturnus-ontwikkeling,
    waarin den eerste stoot gegeven werd tot Physieke Aard-wording, -het begin der "neerdaling in de stof", tegelijk het oer-begin van het Physieke lichaam van de mens en tevens het oer-begin van den geestelijken mens als zelfstandig wezen.
    Van bewustzijn is hier nog geen sprake en in dit stadium wordt daarom vergeleken met den toestand van diepe trance.
     
  2. De Zon-ontwikkeling der Aarde.
    Verdere neerdaling in de stof. Ontstaan ven het Ethergebied. Vorming van het oerbegin des Etherlichaams. De bewustzijnstoestand is hier te vergelijken met dat van droomlozen slaap.
     
  3. De Maan-ontwikkeling der Aarde,
    Gedurende welke de materie zich meer en meer "condenseert" en het Astraalgebied wordt gevormd. Tegelijk daarmee ontwikkelt zich het Astraallichaam van den mensch in zijn eerste stadium. Zijn bewustzijn is een zogenaamd beeld-of droombewustzijn.
     
  4. De Aard-ontwikkeling der Aarde,
    gedurende welke het Physieke gebied in zijn drie aggregaten: vast, vloeibaar en gasvormig, ontstaat en het Physieke lichaam van de mens zich ontwikkelt tot het eigenlijke voertuig van den mens voor dit gebied. 't Is de tegenwoordige ontwikkeling van Aarde en Mensch. Gedurende het midden van deze periode wordt de laagste neerdaling in materie bereikt en begint weer de vergeestelijking van aarde en mens. Deze vergeestelijking, -het ijler worden der stof dus- heeft reeds sedert een aantal eeuwen een aanvang genomen en gaat steeds voort. Het bewustzijn van den mens is het Ik-bewustzijn.
     
  5. De Jupiter-ontwikkeling der Aarde.
    De materie gaat weer terug tot Etherische materie en 's menschen lichaam is hier dus een etherlichaam. Het Astrale gebied wordt daarna het laagste gebied en 's menschen voertuig wordt Astraal en het zelfbewustzijn van de mens omvat benevens het physieke ook nog het astrale.
     
  6. De Venus-ontwikkeling der Aarde.
    Verdere vergeestelijking heeft plaats en het Astrale verdwijnt om te worden tot het vorm-mentale en het bewustzijn van den mens breidt zich derhalve uit tot dit gebied.
     
  7. De Vulcanus-ontwikkeling der Aarde
    Algehele vergeestelijking vindt plaats en vereniging der mens met het Albewustzijn. Terugkeer tot den Logos. Het bewustzijn is een geestelijk bewustzijn en omvat de Cosmos.

 

 

Benda

Aquarius 

Trybe#Manhattan Library