BAAK!02 april/mei 2004 inspriratie voor
integratie
Essay
Zeven persoonlijke vragen aan iedereen die leiding geeft
‘Niet weer een artikel over management en leiderschap!’
Er wordt wat over afgeschreven. Managementtheorieën te over:
we proberen de werkelijkheid te vatten in systemen en modellen.
Dingen kun je regelen, een project kun je managen,
maar mensen?
Mensen kun je leiding geven.
Maar willen ze jouw leiding ook
ontvangen?
door
André Meiresonne
1. Wat wil je eigenlijk, en wat doe je eraan?
- Weet je wat je wilt en ben je daar duidelijk over?
Wanneer je niet uitermate duidelijk bent over wat je wilt leidt dat al gauw
tot verwarring bij alle betrokkenen. ‘Dat heb ik toch gezegd?’, ‘Dat weet je
toch?’ – niet dus.
We noemen dat miscommunicatie, maar gebrek aan moed om duidelijk te zijn komt
meer in de richting. Als je niet weet wat je wilt kun je ook niet duidelijk
zijn.
En andersom, je bent duidelijk als je helder voor ogen hebt wat je wilt.
- Handel je er ook naar, geef je zelf het goede voorbeeld?
Niets is fnuikender dan een leidinggevende die niet de daad bij het woord
voegt en zelf het goede voorbeeld geeft. Als de aanvoerder te laat komt, mag
iedereen te laat komen, en als de baas fraudeert is dat een vrijbrief voor
alle medewerkers. Als ik thuis tegen mijn kinderen roep: ‘Jongens aan tafel!’,
gebeurt er niets als ik ondertussen nog even naar het toilet loop. Doe zelf
wat je van anderen verlangt, wees het wandelende voorbeeld.
2. Wat heb je te geven?
- Geef je richting?
Wijs je mensen de weg en loop je zelf voorop? Markeer je steeds weer een
volgend doel, schep je een aansprekend perspectief? Geef je een doel om naar
te streven – begrijpelijk, haalbaar, binnen bereik voor alle betrokkenen?
- Geef je ruimte?
Schep je een duidelijk kader waarbinnen je mensen de
ruimte hebben om zichzelf te zijn en het beste te geven? Elke ruimte, zelfs
het heelal, houdt ergens op: geef je duidelijk aan waar de grens ligt in
termen van tijd, geld en middelen?
- Geef je rust?
Laat je mensen met rust, zodat ze hun werk kunnen doen? Val
je hen niet lastig? Mensen weten vaak meer dan ze denken... en misschien ook
wel meer dan jij denkt. Geef je mensen de kans dat te ontdekken? Geniet van
hun vindingrijkheid!
- Durf je vrijheid te geven?
Kun je het aan om je mensen los te laten en het
bereiken van resultaten aan hen over te laten? De meesten zijn per slot
professionals. Ze worden geacht te weten waar ze mee bezig zijn. En... als je
echt denkt dat je het zelf beter kunt, dan ga je het toch lekker zelf doen?
- Durf je verantwoordelijkheid te geven?
Kun je niet alleen taken, maar ook
de bijbehorende verantwoordelijkheden overdragen? We hebben het over volwassen
mensen, goed opgeleid en toegerust voor hun werk. Ze zijn er toch voor
aangenomen?
- Durf je vertrouwen te geven?
Kun je leven met de gedachte dat het
misschien niet helemaal goed gaat, of in ieder geval anders dan je het zelf
zou doen? Misschien gaat het wel beter dan je je voor kunt stellen. Laat je
eens verrassen!
3. Wat durf je te vragen?
- ‘Dit kun je van mij verwachten’
Het is natuurlijk eng om afspraken te maken over wat een ander van jou aan
resultaten kan verwachten. Zeker als je in het behalen daarvan weer
afhankelijk bent van anderen, bijvoorbeeld van je medewerkers. Want als het
goed is word je er op aangesproken.
- ‘En wat kan ik van jou verwachten?’
Misschien is het nog veel enger om met
een ander af te spreken wat je van hem of haar kunt verwachten. Want je zult
die ander daar weer op moeten aanspreken. Als je dat niet doet, worden het
lege, loze woorden en gaat die ander uiteindelijk met je aan de haal. Je weet
het, en toch is het lastig.
- ‘Dit heb ik nodig om mijn werk goed te kunnen doen’
Om optimaal te kunnen
presteren heb je resources nodig. En het is lastig om daar expliciet om te
vragen. Het ‘kinderen die vragen...’ zit diep. Vaak zijn we zo blij dat we
iets mogen doen, dat we vergeten om te vertellen wat we daarvoor nodig hebben:
tijd, ruimte, mensen, middelen.
- ‘En wat heb jij nodig om je werk goed te kunnen doen?’
Geconfronteerd met
deze directe vraag komt bijna elke medewerker met suggesties voor kwaliteits-verbetering. De meesten weten heel goed wat ze nodig hebben om
beter te presteren. Je hoeft als manager heus niet alles zelf te bedenken:
vraag het mensen en ze zullen je het vertellen.
4. Kun je nog spelen?
- Kun je plezier maken?
Misschien is het hebben van plezier in je werk –en
dat uitstralen! – wel het belangrijkste wat je als leidinggevende kunt
bijdragen. En als je dat plezier in jezelf niet voelt, is het misschien de
hoogste tijd om jezelf eens achter de oren te krabben. Een ander kan jou
niet blij maken, dat kun je alleen zelf. Het helpt niet om te wachten op een
nieuwe directeur, nieuw beleid of de volgende reorganisatie. ‘I can’t make you
feel happy if you don’t feel happy already..!’, riep Donna Summer tijdens haar
optredens.
- Ben je echt zo belangrijk?
Misschien is het niet nodig om de hele dag met
zo’n uitgestreken gezicht rond te lopen. Natuurlijk, je hebt grote
verantwoordelijkheden en je wilt serieus genomen worden... maar doe je thuis
ook zo? Probeer jezelf eens voor te stellen, op weg naar de volgende
bespreking – hoe zie je eruit? Als iemand die plezier heeft in zijn werk, die
lekker bezig is? Of als iemand die het heel druk heeft, heel belangrijk is en
zich veel zorgen maakt?
- Ben je wel open en eerlijk?
Durf je te zeggen wat je voelt? Over wat je
voelt zul je nooit aanvaringen krijgen. Kun je terugkomen op uitspraken waarvan
je spijt hebt? Een voorbeeld uit huiselijke kring. We zitten aan het
avondeten. Ik voel me gespannen en val uit tegen de middelste van onze drie
kinderen. Er valt een pijnlijke stilte. Ik begin me te schamen, maar kan geen
sorry zeggen. Dan zegt de oudste: ‘Pap, jij bent toch trainer en coach..?’.
Zo, die zit. Ik kan m’n excuses maken – opgeruimd.
5. Ken je jezelf?
- Wie ben je?
De meest brandende vraag, die niemand voor je kan beantwoorden – dat kun je
alleen zelf en het is een hele zoektocht. Een ding is zeker, in een
managementboek zul je het antwoord niet vinden.
Een goeie film, een mooie roman, de stilte van muziek, een lange wandeling,
een retraite, een fikse burn out; het kan allemaal helpen om (een stukje van)
het antwoord te vinden. Maar recepten zijn er niet.
- Wat wil je?
Chagrijn en depressie kunnen signalen zijn dat je niet bezig bent met wat je
echt wilt. Maar misschien ben je gewoon nog niet zover dat je daar achter bent
of al bij kunt. Hopeloze vragen als: ‘Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?’
helpen je bewust te worden van je ongemak en ongeluk. Zin en zingeving komen
hier om de hoek kijken, net als bij de volgende vraag.
- Wat draag je bij?
Bij deze vraag komt de ander in beeld. Je omgeving beoordeelt jouw bijdrage op
de relevantie voor het geheel – als gebruiker, klant, medewerker,
leidinggevende, partner. Vraag het eens om je heen, aan de mensen in je
omgeving: ‘Wat vind jij dat mijn belangrijkste bijdrage is?’. De antwoorden
kunnen je nog verrassen. En meestal zijn het andere dingen dan je tot nu
toe in je CV hebt gezet.
- Hoe verpest je het?
Een andere, verrassender vraag is: ‘Zeg nou eens eerlijk, waar kan ik wat jou
betreft nou beter mee ophouden?’. Die antwoorden ken je soms wel, maar ja, je
doet het nog steeds. Steeds diezelfde dingen waarmee je het jezelf moeilijk
maakt. Maar zolang de mensen om je heen het je nog willen vertellen, heb
je nog krediet. En alleen al het durven stellen van de vraag levert je weer
krediet op.
6. Waar maak je je druk over?
- Ligt dit binnen je macht?
Veel dingen die je op televisie ziet of waarover je in de krant leest kunnen
je raken. Je voelt je bij een onderwerp betrokken – honger in de wereld,
geweld op straat – maar heb je er ook echt invloed op? Hetzelfde geldt voor de
koers van de organisatie waarvoor je werkt of wat de collega’s om je heen
elkaar op een dag allemaal aandoen. Het raakt je, maar je kunt er minder aan
doen dan je misschien zou willen. Om frustratie te voorkomen kun je jezelf de
volgende vraag stellen.
- Wat kan je er zelf aan doen?
Bouw je de frustratie al in door me te
bemoeien met iets waar ik niet over ga, of misschien zelfs niets mee te maken
heb? Deze nuchterheid hoeft er niet toe te leiden dat je het erbij laat
zitten. Toen de oorlog tegen Irak begon waren mijn vrouw en ik er ons van
bewust dat we er niets tegen konden doen: het lag buiten onze macht. Toen
hebben tegen elkaar gezegd: ‘Laten we hier thuis minder oorlog maken’. Dat
lukte, minder ruzie lag binnen ons bereik.
7. Ben je echt?
- Durf je jezelf te zijn?
Ga maar na, van wie krijg je zelf liever leiding, van iemand die zichzelf is,
of van iemand die doet zoals hij denkt dat hij moet doen: hoogst vermoeiend,
eigenlijk een geaccepteerde vorm van elkaar voor de gek houden. Hou op een
ander te spelen! Martin Buber vertelt het verhaal van Rabbi Susja, die kort
voor zijn dood zegt: ‘In het toekomende Rijk zal mij niet gevraagd worden:
‘Waarom zijt gij Mozes niet geweest?’. Mij zal gevraagd worden: ‘Waarom zijt
gij Susja niet geweest?’.
- Mogen anderen er ook zijn?
Kun je bij binnenkomst je ego aan de kapstok hangen? Hoef je niet altijd
haantje de voorste te zijn? Als je gewend bent om hard te roepen en veel te
toeteren is het vaak moeilijk om zelf te luisteren. Misschien ben je bang dat
een ander je voor is: het beste-jongetje-van-de-klas syndroom. Geef een ander
de ruimte, geef eens voorrang. Geniet van al die verzamelde energie en
intelligentie om je heen!
André Meiresonne is zelfstandig trainer en adviseur en werkt o.a. bij de
Baak.
Weet ik veel ?!
• ‘Ik weet het niet’
Durf je tegen een medewerker, een leidinggevende of een opdrachtgever te
zeggen: ‘Ik weet het niet’? Durft een secretaris-generaal tegen zijn minister te
zeggen: ‘Het spijt, maar dit kan gewoon niet’? Zegt een minister tegen de Tweede
Kamer: ‘Wat jullie van me vragen is te zot voor woorden, ik doe het niet’? Niets
is zo vermoeiend als de schijn ophouden, voor jezelf en voor een ander. ‘Nee’ is
ook een antwoord. Weinig dingen werken zo bevrijdend als durven zeggen: ‘Ik weet
het niet’ of: ‘Ik kan dit niet’.
• ‘Dit voelt niet goed’
Durf je op je gevoel te vertrouwen? In je hoofd is het een kloppend verhaal,
je hebt het weer knap bedacht... en toch, het voelt niet goed. Want ergens weet
je wel dat er iets niet klopt. Je hoofd argumenteert, maar je hart zegt anders.
Kun je dat toelaten, of misschien nog beter: toegeven. Je weet meer dan je
denkt... als je je hoofd af en toe uit kunt zetten.
• ‘Wie het weet, mag het zeggen’
Er wel eens aan gedacht om het je kinderen te vragen als je het niet meer
weet? Die kunnen nog heel oorspronkelijk denken. Wij volgen
creativiteitsworkshops om het weer te veroveren. Of een eind gaan wandelen: de
cadans van stevig doorstappen brengt binnen de kortste keren een gedachtestroom
op gang. Ingevingen krijg je pas als je even niets meer aan je hoofd hebt:
Archimedes riep ‘Eureka’ terwijl hij in bad lag; Newton zat te mijmeren onder
een appelboom.
Direct toegegeven, ogenschijnlijk niets doen is
lastig voor ons calvinisten.
André Meiresonne
a. meiresonne & trybe#manhattan :
zeven vragen aan leidinggevende
iedereen op
eigen benen