LR-320
VOORNEMEN TOT ONTBINDING VAN DE RAAD VOOR JEUGDBELEID N-H
De Stichting Raad voor Jeugdbeleid N-H, in vergadering bijeen,
- node kennis genomen hebbend van:
- de besluitvorming van Provinciale Staten van Noord-Holland ten aanzien van
de Welzijnsnota 1988 (Statenvoordacht 9311988),
- de uitwerking daarvan in de notitie Jeugdbeleid (GSW/89.006) in de
Gecombineerde Statencommissie Welzijn d.d. 1989.09.29,
- het besluit van Gedeputeerde Staten (WEB/90301447) d.d. 30 januari 1990,
het subsidie aan de Raad voor Jeugdbeleid NH
met ingang van 1januari 1991 volledig te beëindigen;
- daarbij constaterend, dat:
- de inspanningen van de Raad, gericht op de politieke besluitvorming ten
aanzien van het toekomstig welzijnsbeleid, geen reële perspectieven voor zijn
voortbestaan als organisatie hebben opgeleverd,
- de organisatie op zich niet geëigend is, de werkzaamheden zonder
provinciale subsidie voort te zetten noch in staat geacht mag worden, op een
andere wijze voldoende middelen tot voortzetting te genereren;
- mede overwegend, dat:
- de rechtspositie van het personeel is vastgelegd in het door GS op 21
maart 1989 goedgekeurde Reglement Arbeidsvoorwaarden,
- de nadelige gevolgen van de welzijnsreorganisatie voor het personeel in
algemene zin op aanvaardbare wijze worden gecompenseerd door het Sociaal Plan
dat GS en de B3-organisaties zijn overeengekomen op 12 maart 1990,
- in bilateraal bestuurlijk overleg d.d. 8 november 1989 nadere voorwaarden
& intenties zijn overeengekomen met betrekking tot het personeel van de Raad
voor Jeugdbeleid NH;
besluit,
- Gedeputeerde Staten van Noord-Holland toestemming te vragen, tot
ontbinding van de Stichting te mogen overgaan,
- bij verkregen toestemming van GS een besluit tot ontbinding te zullen
nemen inclusief vereffening en de vereffening in handen te zullen geven van
het Dagelijks Bestuur;
en draagt het Dagelijks Bestuur op:
- aan GS instemming met dit voornemen tot ontbinding te vragen,
- in goed overleg met het personeel van de stichting de voor¬bereidingen
voor het liquidatieplan voort te zetten.
Aldus besloten te Haarlem, 2 juli 1990,
(Dr Ir P.J.H. Schnackers), secretaris;
(Drs H.J. Verdier), voorzitter.
instemming gedeputeerde staten
klik hier voor de outline van
het register