LR.512.l
5.1.2. Excerpten uit notulen Algemeen & Dagelijks Bestuur
DB / 19-6-1989
4. WELZIJNSBELEID NOORD-HOLLAND
Er is nog geen verslag van de Welzijnscommissie-vergadering dd 28-04-1989.
Ambtelijk is meegedeeld, dat GS de vergadering hebben ervaren als instemmend met
de voorgestelde, indicatieve taakstelling, hetgeen betekent voor de Raad, dat
ingaande 1991 geen subsidie meer wordt verstrekt.
De onderbouwende argumentatie zal na de inhoudelijke discussie worden
toegevoegd.
Hoofdmoot van de junivergadering der Statencommissie zal het Sociaal Plan zijn
(zie 5).
Deze ambtelijk geschetste realiteit stemt overeen met het perspectief dat
mevrouw van Diepen in het Bestuurlijk Overleg (8-6-1989) tekende.
Verwacht mag worden, dat deze week de notities voor de Statencommissie van 28
juni afkomen. Deze zullen voor zover nodig met de raadsstukken voor 27 juni
worden meegezonden.
5. SOCIAAL PLAN
Mevrouw Schreuder heeft de jongste tekstvoorstellen, resultaat van het
Tripartite-overleg (5-6-1989), heden ontvangen.
Het standpunt van het DB, dat GS nadrukkelijk de verantwoordelijkheid voor de
uitvoering van de Wachtgeldregeling overnemen bij liquidatie van een organisatie
is niet expliciet opgenomen.
Voorgesteld zal worden, in Artikel 2.2.3. achter "De werkgever stelt een
reorganisatieplan op" tussen te voegen "c.q. een liquidatieplan" en in de
enumeratie van plan-elementen op te nemen: "de verantwoordelijkheid van GS voor
uitvoering van de Wachtgeldregeling bij liquidatie van een organisatie".
Ook zal in het komend bestuurlijk overleg aandacht worden gevraagd voor de
mogelijkheid van deeltijd-VUT naast pré-VUT. Overigens is het bestuur zeer
tevreden over de resultaten van het Tripartite-overleg en stelt het voor, met
inachtname van het gestelde over de verantwoordelijkheden voor de uitvoering van
de Wachtgeldregeling, het voorliggende plan vast te stellen en als zodanig te
presenteren aan het personeel.
Mocht het personeel geen substantiële bezwaren of toevoegingen hebben, dan lijkt
het het bestuur een goede zaak, dit via het BOR de Statencommissie kenbaar te
maken.
GS beschouwen de behandeling van de onderhavige tekst in de commissie als "het
raadplegen van hun achterban". De ABVA/KABO belegt nog een avond voor hun leden.
Na juni zal een afsluitend Tripartite-overleg plaatsvinden, zodat per 1 oktober
1989 het Sociaal Plan in werking kan treden.
DB / 18-9-1989
5.2. Sociaal Beleid
Laatste fase: Herplaatsingregeling & Reglement Bezwarencommissie.
De twee regelingen die ambtelijk ter bespreking zijn binnengekomen, zijn
strijdig met de rechtspositie-regeling van het personeel.
De heer van Hensbergen zal voorstellen, de Herplaatsingregeling te vervangen
door de Notitie Herplaatsingsbeleid (een ontwerpregeling die zal gaan gelden
voor de provinciale diensten en de raden) en het Reglement Bezwarencomissie
achterwege te laten als bijlage bij het Sociaal Plan, zowel vanwege de
strijdigheid als vanwege het feit dat er binnen het Sociaal Plan al voldoende
geregeld is ten aanzien van een dergelijke commissie en te volgen procedures.
Mevrouw Schreuder zal dit standpunt ook in het Bestuurlijk Overleg innemen.
Beiden zullen hierover contact houden.
De opmerkingen die in het laatste DB zijn gemaakt over het door GS voorgelegde
Ontwerpplan zijn inmiddels doorgestuurd naar DOR, BOR en leden van het
Tripartite Overleg.
6. PROVINCIAAL BELEID
Heden is de Notitie Jeugdbeleid binnengekomen. Vluchtige lezing leert, dat op
detailpunten informatie gemist wordt, dat de Notitie meer gaat over de Raad dan
over provinciaal beleid, dat de uitkomst in het licht van de ontwikkelingen
voorspelbaar is.
Het DB acht het niet nodig, over deze notitie de Raad bijeen te roepen.
Afhandeling kan binnen het raam van afspraken met de Raad worden uitgevoerd.
De DB-leden zullen de notitie nogmaals bestuderen en eventuele opmerkingen aan
de heer van Hensbergen doorbellen. Deze zal een ontwerp-antwoord aan mevrouw van
Diepen concipiëren en rondsturen voor commentaar.
Maandag 25 september zullen Notitie & Reactie in het team worden besproken.
Mocht dat aanleiding geven tot essentieel andere reacties, dan zal het DB zich
hierover beraden.
AB / 30-10-1989 (ontwerp-notulen)!
5. WELZIJNSBELEID NOORD-HOLLAND
De voorzitter stelt de reeds eerder toegezonden GS-notitie (GSW 89.013) over de
Raad voor Jeugdbeleid, alsmede de verslagnotitie R89.4:5.1 aan de orde.
Op verzoek van de voorzitter geeft de heer van Hensbergen een toelichting op de
commissievergadering, waarin duidelijk werd, dat de grote partijen het
GS-voorstel zonder voorbehoud accordeerden en alleen de PSP, PPR en CPN
aangaven, niet akkoord te kunnen gaan met het GS-voorstel, zowel voor wat
betreft de gevolgde werkwijze en aangevoerde argumenten alswel met betrekking
tot de PM-gestelde post voor continuering van functie-elementen.
Ook werd duidelijk, dat de statencommissie Welzijn er van uit gaat, dat de O&I-functie
per 1 januari 1991 direct wordt gecontinueerd. Er is geen verband tussen het
onderbrengen van personeel in de nieuwe Welzijnsorganisatie voor de
steunfunctie en de PM-post.
Mevrouw Luif meent, dat dit een zorg is voor de Provincie. De personele
invulling van de twee functies zal wellicht pas aan de orde zijn, als het
zittend personeel van de Raad al een andere functie heeft gevonden.
De heer Verdier zegt toe, dat de personeelskwestie en de PM-post beide, maar
afzonderlijk aan de orde zullen komen in het bestuurlijk Overleg van 8 november
1989. Hij heeft de indruk, dat mevrouw van Diepen zeer welwillend staat
tegenover de Raad en haar best zal doen om met goede oplossingen te komen.
Met betrekking tot het Sociaal Plan licht mevrouw Schreuder toe, dat de
besprekingen daaromtrent bijna zijn afgerond. Op 6 november is er een laatste
Tripartite-overleg. Daarna leggen GS het Ontwerpplan voor aan de Statencommissie
Welzijn en P&0. Na vaststelling zal het Plan worden ondertekend door de
betrokken partijen, waarna GS formeel de Raad in kennis zullen stellen van hun
voornemen tot opheffing van de Raad.
Mevrouw Luif vraagt zich af wat er na 31 januari 1990 gebeurt met het personeel.
De heer van Hensbergen antwoordt, dat het dan nog zittend personeel boventallig
wordt tot 1 januari 1993 en dat daarna, voor zover er nog boventallig personeel
is, de Wachtgeldregeling ingaat.
Mevrouw Luif wijst er op, dat in het geval van boventalligheid de werkgever
verplicht is, te zorgen voor zinvolle arbeid en dat een Bestuur zijn
verantwoordelijkheid in deze zal houden, ook na liquidatie.
De voorzitter stelt voor, deze kwestie in eerste instantie indringend te
bestuderen binnen het DB en in voorstellen voor het liquidatieplan daar aandacht
aan te besteden. Aldus zal geschieden.
DB / 19-12-1989
4. WELZIJNSBELEID N-H: TOEKOMST RAAD
De verslagen van het bestuurlijk overleg (LR.521.1 tot 521.4) worden ongewijzigd
vastgesteld. Ze zijn reeds besproken in het team in verband met de inrichting
van het liquidatieregister.
Het bestuur gaat akkoord met de opzet van het register, maar wil nadrukkelijk
stellen, dat er geen officiële handelingen kunnen worden verricht, alvorens GS
hun voornemen tot stopzetting van het subsidie hebben kenbaar gemaakt.
Met betrekking tot de opzegging van het huurcontract Wagenweg 47, ingaande 1991
gaat het bestuur akkoord. Het bestuur is teleurgesteld over de enigszins botte
reactie van de heer Haandrikman (Dienst R&G) en zal dit GS kenbaar maken.
Mevrouw Schreuder zal in het bijzonder de informatie-verzameling voor het
liquidatieregister bijhouden.
Zodra GS hun voornemen tot subsidiestopzetting hebben kenbaar gemaakt, zal het
bestuur een voorstel voor liquidatie concipiëren en voorleggen aan de Raad.
Tenminste zolang er personeel in dienst is van de Raad zal het DB aanblijven.
Excerpten uit teambesprekingen
klik hier voor de outline van
het register