LR.521.
BESTUURLIJK OVERLEG MET GEDEPUTEERDE STATEN
Ambtelijk besproken: 891114 Kruk/de Winter
Besproken in team 891113 & 891206
Te behandelen in DB: 891219
Te behandelen in AB: 900326
Op 8 juni 1989 heeft de heer Verdier op uitnodiging van mevrouw van Diepen een
informeel gesprek gehad over de toekomst van de Raad in het licht van het zich
ontwikkelende Welzijnsbeleid Noord-Holland en de Financiële Taakstelling die
Provinciale Staten GS hadden opgelegd.
Dit overleg is de heer Verdier ingegaan vanuit de volgende gedachte:
Als de politieke realiteit wordt, zoals die nu moet worden ingeschat, i.e.
volledige stopzetting van subsidie per 1-1-1991,
dan is het DB bereid, intern een discussie te entameren om tot liquidatie te
komen, mits:
Het gesprek, dat in een prettige sfeer verliep is door mevrouw van Diepen
bevestigd in een persoonlijke brief aan de heer Verdier.
Deze brief kan na het overleg van 8 november vertrouwelijk worden ingezien door
het personeel en het Algemeen Bestuur van de Raad.
Kort samengevat antwoordt mevrouw van Diepen:
Bestuurlijk Overleg 8 november 1989
Dit overleg vormde een eerste formeel overleg over de toekomst van de Raad. Het
DB heeft zich voorbereid aan de hand van de volgende notitie:
De Raad heeft in zijn vergadering van 30 oktober 1989 kennis genomen van de
discussie in de Statencommissie Welzijn. De resultaten van deze discussie liggen
in het verlengde van de reeds vastgestelde "Financiële Taakstelling" waarin het
budget van de Raad vanaf 1991 volledig wegvalt en er PM een post wordt
gereserveerd voor jeugdbeleidfuncties binnen de nieuwe Welzijnsorganisatie
Noord-Holland.
De Raad heeft in zijn jongste vergadering het Werkplan 1990 bijgesteld en
toegespitst op het verzamelen en overdraagbaar maken van zijn ervaringen m.b.t.
het stimuleren en versterken van regionaal/provinciaal jeugdbeleid.
In maart 1990 zal een Overdrachtsplan Jeugdbeleid worden vastgesteld en
uitgevoerd.
Inmiddels is ten behoeve van het personeel in goed overleg met het Provinciaal
Bestuur een Sociaal Plan praktisch gereed.
Rest nog een Liquidatieplan.
De Raad wil daar in december 1989 de grote lijnen voor vastleggen. Het DB
vertrouwt er op, dit plan eveneens in goed overleg met de Provincie te kunnen
ontwikkelen en beschouwt deze bespreking als een eerste concrete stap daartoe.
Voor de gedachtebepaling heeft het bestuur enkele vragen, die aansluiten op de
brief van 2 augustus 1989 en de discussie in de Statencommissie van 29 september
1989.
GS hebben in vervolg op de discussie in de Statencommissie de Externe Commissie
gevraagd, de Ontwikkelings- & Informatiefunctie van de Raad te betrekken in haar
advies over Toekomstig Welzijnsbeleid. GS hebben daarbij gerefereerd aan de
PM-post van Hfl 175.000,00 als financiële indicatie.
Is de PM-post voor voortzetting van bepaalde functies te activeren per 1 januari 1991 of eerst nadat het eindadvies van de Externe Commissie is behandeld en omgezet in een nieuw Welzijnsorganisatie-plan?
Voor 1991 staat in de Financiële Taakstelling geen bedrag meer geraamd.
De gevolgen van de reorganisatie/liquidatie worden voor het personeel op schadelijke effecten afgedekt door Arbeidsvoorwaardenreglement en Sociaal Plan.
Er zijn diverse benaderingen mogelijk voor het opzetten van een plan voor liquidatie. Heeft de provincie daar reeds gedachten over?
Verslag Bestuurlijk Overleg 8 november 1989
Bij dit overleg waren vanuit de Provincie aanwezig:
Mevrouw F.G. van Diepen en mevrouw H. de Winter.
De Raad was vertegenwoordigd door mevrouw H. Schreuder en de heren H.J. Verdier,
P.J.H. Schnackers en J.A.M. van Hensbergen.
Mevrouw van Diepen heet allen welkom.
Zij herinnert aan de vergadering van de Statencommissie Welzijn die de notitie
over jeugdbeleid heeft behandeld en zich heeft uitgesproken over voortzetting
van enkele functies die de Raad heeft uitgevoerd, i.c. de Ontwikkelingsfunctie
en de Informatiefunctie (de 0&I-functie).
Het lijkt haar een goede zaak, niet te wachten tot 1991, maar zoveel als eerder
mogelijk is te komen tot een plan voor voortzetting van de betreffende functies
en de opheffing van de Raad.
De heer Verdier dankt mevrouw van Diepen voor de uitnodiging en
memoreert,
dat de Raad zich graag constructief opstelt en in goed overleg een
liquidatieplan wil ontwikkelen.
De Raad heeft zich daarbij nadrukkelijk uitgesproken voor het prioriteren van
het personeelsbelang boven het organisatiebelang.
Dit kan als consequentie hebben, dat 31 december 1990 een uiterste datum van het
bestaan van de organisatie is, mits de personeelsleden afzonderlijk vóór die
tijd een acceptabele functie hebben kunnen vinden danwel krijgen.
In dit gesprek wil het DB graag enkele zaken aan de orde stellen die voor het
uitwerken van een Liquidatieplan belangrijk zijn.
Het kan zijn, dat de provincie reeds een duidelijk plan heeft. Ook dat zou dan
aan de orde kunnen komen, opdat de zaken zo goed mogelijk worden afgestemd.
Mevrouw van Diepen zegt, dat de Provincie nog geen uitgesproken ideeën
heeft.
De heer Verdier stelt daarop de punten uit het gespreksmemo (B0.8911.112)
aan de orde in een algemene discussie met als resultaat:
GSC-welzijn over notitie jeugdbeleid
klik hier voor de outline van
het register