vrije tijd & jeugdbeleid

 

2.5   Score van Tevredenheid over VT-mogelijkheden

Bij de verwerking van de 195 eerstbinnengekomen antwoorden, bleken er opmerkelijke verschillen te bestaan tussen jongens en meisjes. Deze verschillen zijn uiteindelijk bij de totale verwerking minder groot geworden, hoewel meisjes duidelijker minder “ontevreden” scoren.

score van
tevredenheid
aantallen procenten totalen
jongens meisjes jongens meisjes aantal in procenten
Geen mening 3 10 2,3 6,5 13 4,6
Zeer tevreden 9 8 6,9 5,2 17 6,0
Tevreden 47 61 36,2 39,9 108 38,2
Ontevreden 45 49 34,6 32,1 94 33,2
Zeer ontevreden 26 25 20,0 16,3 51 18,0
TOTAAL 130 153     283 100


Van de jongens is ruim de helft, van de meisjes bijna de helft niet tevreden over hun VT-mogelijkheden.
Bij de eerste verwerking bleken er grote verschillen tussen de jonge en de oudere jongeren. Bij de totale verwerking zijn de leeftijdgroepen naast elkaar gezet, eveneens naar jongens en meisjes.
Het omslagpunt bleek ook hier te liggen bij de 15- & 16-jarigen.


Tevredenheidscore van jongens & meisjes in leeftijdsgroepen en percentages.

leeftijd
groepen
12   13   14 15   16 17   18 percentage totaal
jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes jongens meisjes
zeer tevreden 3,1 8,0 15,2 4,5 6,3 0,0 6,9 5,2
tevreden 44,6 57,3 27,3 27,3 28,1 18,2 36,2 39,9
ontevreden 24,6 21,3 42,4 40,9 46,9 45,6 34,6 32,1
zeer ontevreden 24,6 9,4 12,1 25,0 18,7 21,1 20,0 16,3
geen mening 3,1 4,0 3,0 2,3 0,0 15,1 2,3 6,5

De groep “jonge meisjes” (12–14) is het meest tevreden (65,3%).
Daarop volgen de jonge jongens (47,7%).
Het meest ontevreden is daartegen de groep “oudere meisjes” (66,7%), direct gevolgd door de “oudere jongens” (65,6 %).

Opmerkelijk is de score “zeer tevreden” van de middengroep jongens. Deze score werd pas duidelijk bij de totale verwerking, zodat er in de interviews nog geen aandacht aan besteed kon worden.
Teneinde na te gaan, welke factoren mogelijk een rol spelen in het aangeven van de mate van tevredenheid, is de T-score afgezet tegen het schooltype, de hobby’s en het wel/geen lid zijn van een vereniging of club.



Respondenten naar schooltype, percentages jongens & meisjes.

Schooltype jongens meisjes  onderwijs
basis- & sociaal onderwijs 2,3 5,2  primair
lbo, mavo,  havo, vwo, gym. 78,5 75,8  secundair
mbo, hbo, academisch 16,2 11,8  tertiair
geen onderwijs 3,0 7,2  werkend

 

Een vergelijking van deze gegevens over de totale onderzoekspopulatie geeft globaal dezelfde resultaten als een vergelijking van T-score en leeftijdsgroepen, oftewel:
hoe jonger, hoe minder ontevreden; des te ouder, des te minder tevreden.
Vandaar dat er gekozen is voor een vergelijking binnen de groep secundair onderwijs, te weten: LBO, Mavo tegenover Havo / VWO.

 

  Mavo & Lbo Havo & Vwo
J M J M
geen mening 0,0 3,5 0,0 11,8
zeer tevreden 5,5 0,0 4,2 11,8
tevreden 37,2 44,8 58,3 41,2
ontevreden 29,6 34,5 29,2 23,5
zeer ontevreden 27,7 17,2 8,3 11,8

HOBBY’S & TEVREDENHEID.

aantal
hobby's
jongens T-score meisjes
1 -
-
14
12
10
geen mening
zeer tevreden
tevreden
ontevreden
zeer ontevreden
  -
  -
13
  9
11
2 3
3
21
13
8
geen mening
zeer tevreden
tevreden
ontevreden
zeer ontevreden
  3
  5
16
16
  8
3 -
3
16
14
6
geen mening
zeer tevreden
tevreden
ontevreden
zeer ontevreden
  -
  1
11
15
  4
4 1
2
10
8
-
geen mening
zeer tevreden
tevreden
ontevreden
zeer ontevreden
  -
  -
  3
  3
  1
5 -
-
1
1
-
geen mening
zeer tevreden
tevreden
ontevreden
zeer ontevreden
  -
  -
  1
  -
  -

 

Bij mensen met één hobby overweegt de ontevredenheid. Van degenen die twee hobby’s hebben, scoren alleen meisjes met een krappe meerderheid “tevreden.
Degenen die drie hobby’s hebben zijn overwegend “ontevreden”.
Bij vier hobby’s scoren jongens in meerderheid “ontevreden” en zijn de meisjes “tevreden.

Dat zou er op kunnen wijzen, dat het stimuleren van individuele hobby’s geen of onvoldoende oplossing biedt voor het verhogen van de tevredenheidfactor in relatie met de VT-besteding.
Oplossingen moeten gezocht worden in het creëren van algemene of voor jongeren collectieve VT-voorzieningen.



LIDMAATSCHAPPEN  &  TEVREDENHEID

 

wel lid tevredenheidscore geen lid
J M J M
6,7 7,6 zeer tevreden 5,4 0,0
34,4 43,3 tevreden 37,8 31,8
38,9 29,8 ontevreden 27,0 36,4
16,7 15,4 zeer ontevreden 29,7 20,4
3,3 3,8 geen mening 0,0 11,4

De mate van tevredenheid blijft bij jongens ongeveer gelijk, of zij nu wel of niet lid van een club zijn. De mate van ontevredenheid geeft een duidelijk verschil te zien. Jongens die niet aangesloten zijn bij een vereniging zijn meer “zeer ontevreden”dan jongens die wel lid zijn van een club.
In hun totaliteit blijven ook de ontevredenheidscijfers bij jongens ongeveer gelijk.

Bij meisjes is de ontevredenheid aanmerkelijk hoger, als ze géén lid zijn van een club of vereniging. Meisjes die wel lid zijn, scoren voor de helft “tevreden”of meer. Er is géén een meisje “zeer tevreden” bij degenen die niet bij een vereniging zijn aangesloten.

Met inachtneming van het gegeven, dat het verenigingsleven in NdB grotendeels sport betreft, zou geconcludeerd kunnen worden, dat het vergroten of versterken van het georganiseerde sociaal-culturele VT-aanbod een positief effect zal hebben op het VT-welbevinden van jongeren.

 

volgende   bladzijde
vrije tijd & jeugdbeleid

 


id-recht    vrije tijd  voor  jeugdbeleid     gyp.nl