vorige -
index - volgende
1987 De Fabriek, Mathenesserdijk 414a, Rotterdam.
Neon fabriek B&W Schweers Electro, aan de Schie op de Mathenesserdijk 1987.
foto: Persbureau Jota, Stieltjesstraat 38 Rotterdam.
Kraakhelder
De eerste 18 jaar verhuisde ik zo ongeveer om de vier jaar, de afgelopen
jaren bijna om het jaar. Nu kunnen we onze spullen met een bakfiets van De
Fabriek verplaatsen. De vaste groep krakers van het eerste uur bestaat uit 6
mensen. Jup de B., Ernst, Martin d.H., Maria v.T., Evert en Jurgen G. Het is een leuke, actieve, reactionaire woongroep. Er is een biologisch
dynamisch restaurant en een theehuis. Evert en Jurgen van de jongeren afdeling
van de PSP houden zich bezig met wervend straattheater en acrobatiek, politiek
geëngageerd maar anti koningshuis. In de huiskamer hangt een poster van de
koningin met een varkensneus, Beapigs, die dood moet, naast een poster met
oproep tot een aanslag op de paus die binnenkort Nederland zal bezoeken. 15.000
gulden beloning voor het liquideren van Karol Wojtyla, alias Paus Johannes
Paulus 2: te gebeuren tussen 12-15 mei. Dezelfde inmiddels heilig verklaarde
Wojtyla wiens handelswijze nu onderwerp is van discussie. De man heeft heel wat
priesters, verdacht van het misbruik van minderjarigen, de hand boven het hoofd
gehouden.
“Loesje” Rotterdam: “Aan het eind van m’n geld, houd ik altijd een stukje maand
over.” heeft hier kantoorruimte.
Er lopen mensen rond die anti auto’s zijn en het
liefst alle banden leeg steken. Eén van de eerste keren dat Jan de dijk op komt
rijden met zijn Ford, moeten we zorgen dat Emmy
zich niet tegen hem keert.
We krijgen de ruimte in de kelder te zien vanwaar de
bewoners hun elektriciteit van onder het straatniveau trokken. Grote dikke kabel
die de hele fabriek van stroom voorziet.
Boven de liftschacht, in een ruimte die alleen buiten om via het dak te bereiken
is, zit een radio piraat verstopt.
De bewoners vertellen ons al snel dat we uit moeten kijken met wie we allemaal
praten, want er lopen in de kraakgemeenschap infiltranten, 'stille' van de BVD,
rond.
Aan de telefoon moet je ook voorzichtig zijn, omdat die word afgetapt en als we
post krijgen moeten we ervoor zorgen dat we geen namen en adressen in de
vuilniszak of bij het oudpapier gooien. Die kun je het beste van de envelop of
brief verwijderen en verbranden of verknippen, om niet aansprakelijk gesteld te
worden voor teen of tander, want ze snuffelen in ons afval.
Het voordeel met zo'n gebouw als De Fabriek, is dat het geen pandje van Engel
is, zeggen ze. Cees Engel is de vader van Willem die nu, vanaf 2020 tot heden,
met z'n virus bedenkingen aan procederen een dagtaak heeft. Vader melkt hier
heel wat huisjes in de buurt en als iemand een huurachterstand heeft of één van
zijn pandjes gekraakt word, stuurt ie zijn zonen er op af. Die zijn de schrik
van de wijk. In een grote Amerikaanse slee toeren de broers door hun koninkrijk
van krotten en komen je er dan uitslaan met honkbalknuppels en boksbeugels.
Claudio en ik krijgen een mooie ruimte om de studio te bouwen. Veel heb je er
niet voor nodig, een spiegel en een vloer.
Financieel worden we ondersteund door
de stichting van De Fabriek en zelf sluiten we nog een lening van 2000 gulden af
bij de GKB, de Gemeentelijke Krediet Bank. Wij de dansvloer en de spiegels, zij
de verf en ondergrond.
De vloer moet meebewegen dus op het kale beton komt eerst een laag met zacht
materiaal in een houten raamwerk. Daar overheen komt het dans vinyl, extra
slijtvast. Geert, een punker uit België en zanger van De Zolderspoken, (check
YouTube) leert ons de kleine kneepjes van het zakkenrollen en metselt de muur
die de studio moet scheiden van de omkleedruimte. Door Geert leer ik speed- en
trashmetal waarderen, hij is helemaal gek van Slayer.
Claudio zijn smaak ontwikkelt zich meer richting de klassieke muziek, ik wil
steeds meer de zware en snelle kant op.
Nu hebben we alleen nog twee grote spiegels nodig en een ruit voor tussen de
kleedkamers en de studio. Dat moet spiegelglas zijn zodat mensen in de
kleedkamer de studio in kunnen kijken en de mensen die in de studio bezig zijn
een spiegel zien. Met twee grote spiegels van 2 bij 3 meter, hebben we dan 6
meter spiegelwand. Karel zal een omlijsting voor de spiegels maken. Maar bij de glashandel dachten ze dat het spiegelglas niet
doorging omdat 1 m. x 80 cm. erg duur zou zijn. Dus dat werd gewoon doorkijk
glas en leuke gordijntjes aan de kleedkamer kant.
De studio wordt veel gebruikt, maar terug raken in m’n oude trainingsritme
lukt me hier niet. Alle tijd gaat op aan de organisatie en projecten van
anderen. Het halfslachtige trainingsschema zorgt daarom voor allerlei
lichamelijke klachten. Ik kan de discipline niet meer opbrengen en alles
verwatert. Conditie, souplesse, snelheid en kracht.
Ondertussen groeit er achter mijn oor weer langzaamaan een bult en ik denk terug
aan mijn lymfeklierontsteking. Beetje bezorgd bel ik Bep om na te gaan wat het
nu precies was. Bep zei toen dat ik kanker had gehad en dat kan altijd
terugkomen. In het DZL kreeg ik te horen dat het ook wel de kattenkrabziekte
werd genoemd. Vanwege die giftige nageltjes. Was het aan het terug komen of
niet? Dat wist Bep natuurlijk niet meer, die beleefde toen haar eigen drama.
Tijdens ons gesprek horen we ineens wat klikjes over de lijn. Ik vraag of het
haar ook opvalt. Dat is de Binnenlandse Veiligheids Dienst, die staken nu het
meeluisteren omdat het een persoonlijk gesprek is.
Ik bel de huisarts die we in de Kievitstraat hadden. Maar hij vertelt me niet
meer dan ik al weet. Bij Boonstra m’n eigen dokter blijkt de bult gelukkig een
abces dat simpel door hem verwijderd wordt.
Claudio heeft de nieuwe agenda voor 1988 gejat.
Hierin houden we zorgvuldig
bij wat onze winst is na een dag proletarisch winkelen in de stad.
Voor minder
dan 100 gulden gaan we de deur niet meer uit:
7 gulden uitgegeven, 46,45 binnen.
5,45 uitgegeven, 229,60 binnen.
10 gulden uitgegeven, 117,80 binnen.
46,70 uitgegeven, 115,50 binnen.
12 gulden uitgegeven, 178,85 binnen. und so weiter...
Op een dinsdag ochtend om een uur of elf gaat de telefoon. Het is de moeder van Wouter. Ze is ongerust over haar zoon. Wouter is Roos weer kwijt want ze is met de kinderen naar America vertrokken en hij gebruikt daardoor des te meer, maar nu neemt ie de telefoon niet meer op en ze vreest dat er wat is gebeurd. Kunnen we niet even gaan checken. Claudio en ik gaan kijken en bereiden ons voor op iets tragisch. Als we bij zijn woning in de Hudsonstraat aankomen, staat zijn voordeur wijd open. Binnen is het één grote bende. In de woonkamer vinden we Wouter onderuitgezakt op de bank. Het valt mee, hij leeft nog. Hij is verder onaanspreekbaar en mompelt iets van: “Als jullie niet langsgekomen waren had ik m’n basgitaar ook nog verkocht!” Het laatste van waarde dat hij nog bezat, z’n versterker stond er ook niet meer. We trekken hem van de bank. Hij riekt en zit duidelijk tegen een overdosis aan en kan nauwelijks op z’n benen staan. Dan maar mee naar De Fabriek. Wouter loopt langzaam, verdraagt het zonlicht niet en heeft z'n Jim Morrison zonnebril op. Bij ons stoppen we hem in bad en krijgt hij schone kleren. Als er weer iets zinnigs uit z’n mond te horen is, laten we hem contact opnemen met z’n familie. Hij blijft een paar dagen bij ons logeren. Hier moest wat veranderen. Wouter is helemaal weg van Frank Zappa en The Doors, letterlijk en figuurlijk. Maar als basspeler is hij nog niet met een groep bezig. Wouter is een pleegkind. Als jongetje is hij bij twee mensen terechtgekomen en het ontbreken van informatie rond zijn werkelijke Griekse ouders heeft bijgedragen aan zijn toestand. Zijn pleegvader gaat zich toch meer met hem bemoeien, want z’n moeder blijkt ziek. Na een week of wat was hij ineens vertrokken en Maria, van De Fabriek, vroeg of wij wisten waar die 500 gulden uit de restaurantkas was. Konden we wel met zekerheid stellen dat het Wouter niet was? Dat deden wij, Wouter niet de schuld geven… Jaren later zal hij toegeven dat hij inderdaad gevlucht is met 500 gulden uit het restaurant.
Twee keer in de week is het restaurant open. Daar raken we in gesprek met
Janet Bruce en Fransis Veen over wat wij in de fabriek doen. Als ze horen dat
wij een dansstudio bouwen en weet ik veel wat we er allemaal mee van plan zijn,
raken ze meteen enthousiast. Janet komt in de Fabriek wonen en samen met Fransis
proberen ze ons lekker te maken voor een aantal workshops en theatrale
experimenten. Als ik mee doe met een workshop bewegen, worden er eerst allemaal
ontspanningsoefeningen gedaan.
“Ontspannen!?” Ik zeker! Daar heb ik de afgelopen 22 jaar nog al wat problemen
mee en eerlijk gezegd een broertje dood aan. Van mij mag het allemaal wel wat
sneller. Overgaan.
Het is raar maar ik vind het moeilijk vol te houden. Afgebeuld worden zoals op
het Conservatorium ben ik gewend, maar met de ontspanningsoefeningen van Janet krijg
ik al hoofdpijn als ik me te lang op m’n
ademhaling moet concentreren. Het blijft bij één les.
Maar
Janet is verder ook nog heel creatief, ze maakt zelf maskers en heeft al eerder mime gedaan
en de ideeën om energiek explosief
bewegingstheater te creëren, worden steeds verder uitgewerkt. Jan spoort ons aan
een stichting op te richten voor “Gaga” zoals we met z’n vieren overeen gekomen
zijn. Mijn “Pandemic” (waar we nu in 2021 wereldwijd in zitten) vonden ze een te
negatieve naam.
Fotograaf Fer uit Den Haag, doet een fotoshoot in onze studio.
GAGA. v.l.n.r.: Janet, Fransis met mij aan zich en Claudio.
Door allerlei omstandigheden en mijn gezondheid, komt het niet tot een programma. We gaan nog wel met z'n vieren naar een concert van Prince, in de Kuip. Het concert waar Candy Dulfer ook mee speelt. Als we ieder ons weg gaan en Janet door haar vriend Quentin weer mee terug naar Engeland wordt genomen, spreek ik nog een avond allemaal cassettebandjes voor haar in. Engels-Nederlands taal cursus, die ze thuis weer gaat gebruiken voor lessen op school.
Foto in de studio, over de spiegels hangt de Nederlandse vlag, die we op een nachtelijke strooptocht
buit hebben gemaakt,
uit het St. Franciscusgasthuis op de binnenweg. Dat heeft een tijd leeggestaan
en is nu gerenoveerd.
Janet zit gehurkt te lachen, haar vriendin maakt zich op in de spiegel en
ik sta ernaast.
De politie, ondersteund door eenheden van de ME, doet een inval. Er wordt illegaal gebruikt hier door ons en vroeg in de morgen worden we allemaal van ons bed gelicht en samengebracht in ons restaurant. Eten en verder aankleden mocht niet meer en wat uren later worden we afgevoerd naar bureau Marconiplein. Daar zijn we de hele dag verhoord. Alle krakers zwijgen en geven alleen hun voornamen. Ik heb nix te verbergen en ben niet verantwoordelijk voor de illegale stroom. Ze krijgen m’n naam, maar dat was natuurlijk niet genoeg. De rest van de dag hebben ze net zolang op me ingepraat tot ik wat namen van anderen gaf. Zittend aan een tafel had ik een ondervrager voor me, twee naast me en drie die er omheen stonden, over me heen kwamen staan en heen en weer liepen tussen mijn kamer en die waar de anderen werden verhoord. “Op z’n Zaans”, laat me maar zeggen. Binnen 6 uur moeten ze met een aanklacht komen dus we hebben zes uur vast gezeten. Schreeuwen, woorden in de mond proberen te leggen, insinuaties. Ik werd doodmoe van de druk die ze uitoefenden. Dus ik gaf ook Martin d.H. z’n naam en die van Claudio, omdat ik dacht dat Clau ook wel door zou slaan. Dat werd me in De Fabriek niet in dank afgenomen, maar toch vergeven omdat ik naïef was en schuldbewust deed.
Terug gekeerd op Mathenesserdijk zien we dat er nog steeds ME busjes en
politie voor het pand staan. Als anarchisten uit andere kraakpanden de banden
niet hadden lek gestoken waren ze al weg geweest. Claudio en ik zijn nauwelijks
ingelicht of voorbereid op zo’n inval. Alles wordt je een beetje onmogelijk
gemaakt op zo’n manier. Ik word er helemaal paranoïde van.
De dagen na de inval komt er af en toe een jongen met het syndroom van down
binnenlopen en kabaal maken. Die zwerft door het gebouw en doet zijn rondje
langs alle vertrekken. “Hé, opstaan allemaal, jullie moeten er allemaal uit. Ik
ben van de politie, dit mag allemaal niet hè!” Of: “Goedemiddag hier is de
politie, jullie moeten ALLEMAAL vertrekken, jullie mogen hier niet wonen.”
We nemen hem allemaal serieus en bieden wel eens kop thee aan, of een zakdoekje
voor z’n snotneus.
Met de studio gaat het wel goed. Die zit al volgepland voordat hij af is. Een toneelgezelschap oefent er. Er draaien verschillende workshops. Marlie, de vriendin van Ron van der Ende (check Ron op youtube), vraagt ons voor een video project mixed media: Daar schildert ze een heel trappenhuis voor en maakt outfits voor Claudio en mij. Maar elke keer als ze een draaidag plant en we willen gaan draaien in het trappenhuis waar de verf net droog is, zien we dat Sander de nacht ervoor de heleboel weer heeft voorzien van tags. Hij kan niet tegen witte muren.
Bespreking opnames videoproject Mixed-Media van Marlie.
vlnr: Eugène, Frans W., Richard S., Claudio B. achter de hand van Marlie die
staat te vertellen en een stukje van Geertje.
foto: Horst Grüttering.
Richard S. en ik een dag later, tussen opnames door.
Stervenskoud was het.
foto: Horst Grüttering.
Dead Can Dance gezien en gehoord in Nighttown op de kruiskade. Ik had helemaal geen zin om mee te gaan en ben binnen helemaal achter in de zaal op de grond gaan zitten. Komt Brendan Perry de zaal inlopen (toen nog met lang zwart haar en een sik) achter Lisa Gerrard aan die helemaal in het wit was. Ik zie ze door hun publiek naar het podium lopen. Als ze eenmaal bezig zijn, blijkt het ene nummer nog mooier dan het andere en ik ga erbij staan. Ben compleet overdonderd.
Severance.
Severance, the birds of leaving call to us.Yet here we stand, endowed the fear of flight.
Overland, the winds of change consume the land.
While we remain in the shadow of summers now past.
When all the leaves have fallen and turned to dust,
will we remain entranched within our ways.
Indifference, the plague that moves throughout this land.
Omen signs, in the shapes of things to come.
Tomorrow’s child is the only child.
Dead Can Dance, The Serpent’s Egg,
Concert in de Markthalle, Hamburg 22 November 1987
Aan het eind van de zomervakantie is er een groot symposium in Rotterdam over
architectuur en stadsvernieuwing.
Dan komt architect Dieter Besch uit Berlijn bij ons over de vloer en die
zoekt slaapplaatsen voor 60 studenten. We bieden ze gedurende het symposium, slaapplaatsen aan en de laatste dag een avondvullend afscheidsprogramma met
muziek, kunst, theater en dans.
Als wederdienst krijgen we voor een schappelijk prijsje een partij Durox
blokken. Super praktisch bij het verwezenlijken van meer leefruimte voor bewoners. De grote hal van de Fabriek kan het allemaal wel aan. Maar kunnen de bewoners dat ook?
Het afscheidsprogramma die avond zal een soort mix worden.
Groot, destructief hoofdprogramma, waarna er door heel het pand tot in de
kelders aan toe, bandjes, dj’s en andere acts, door zullen gaan tot in de kleine
uurtjes. Het verhaal van de hoofd act gaat over de slachtoffers van het huidige
woonbeleid.
Met hun kritiek op het stadsbestuur (huren te duur en er is weinig keuze),
keren ze zich tegen de iconen van de stad: De Kubuswoningen in het centrum en De
Beurs, teken van kapitalisme, aan de Coolsingel.
En zoals we dan bij La Fura Dels Baus hebben gezien, zal dat hele decor door
ons met harde muziek en destructief theatraal gedrag in puin worden geslagen?!? Einde voorstelling.
Jurgen zag zichzelf al abseilend vanaf het plafond naar beneden zakken om de Kubuswoningen met een voorhamer te lijf te gaan. Wat ik had geleerd bij al die producties op het Conservatorium en die twee maanden in de Bijlmer moest ik hier even vergeten. Er waren anderen die het voortouw namen en iedereen gerust bleven stellen dat het allemaal wel goed kwam. Ik heb het allemaal laten gaan en me geschikt. Jurgen was het aanspreekpunt en wierp zich op als de grote coördinator van het geheel.
Het was ook al druk genoeg met de groep die Feiko, Richard en Claudio wilden
vormen.
Wij hadden onze zaken redelijk op orde: Maria van Tol had monnikskappen voor
ons genaait zodat je ons gezicht niet zag. De muziek van Feiko was compleet en
alle zangpartijen goed ingestudeerd. Ons decor was af. Vier pilaren gemaakt, met
een lengte van drie meter, die we verspreiden over het toneel en in het midden
daarvan hangen we een duivelskop met twee horens die zo’n drie bij zes meter
uitliepen.
Als microfoonstandaard wilde Richard een crucifix om op te leunen.
Waren we al ten tijde van de Schieweg bezig met een groep, toen nog met
Minoque en Maarten, met deze act moet het allemaal bewezen worden.
Hebben we bestaansrecht als groep, of kunstenaars collectief, of blijft
amateurisme hoogtij vieren?
Basura “Les Monstres Sacrés” noemden we onszelf. Minoque had in Italië de prehistorische grotten van Toirano bezocht. Haar verhalen en foto’s over de Grotta della Basura prikkelden onze fantasie
en deze plek zou de bakermat zijn van Les Monstres Sacré. Les Monstres Sacré is een toneelstuk in drie bedrijven van Jean Cocteau: 17
februari 1940. In de eerste schetsen voor ons decor hadden we nog stalagmieten en
stalactieten opgenomen, maar die zijn verdwenen uit het ontwerp naarmate de tijd
vorderde.
Contactafdruk: Duivelskop voor Basura, op de grond in de studio.
In de grote zaal zal dus door Jurgen binnen no-time nog een decor gebouwd
worden voor het destructieve gedeelte van het hoofd programma!? Een decor dat ook weer makkelijk te vernietigen is. De Euromast, het Beursgebouw en de Kubuswoningen zijn de meest
karakteristieke, architectonische trekpleisters van Rotjeknor. Jurgen wil ze
realiseren door eerst met hout de karkassen op te bouwen. Daarna wil hij
kaasdoek gebruiken om het skelet te bekleden waarop dan raampjes en deuren
geverfd kunnen worden, zodat duidelijk word wat het Beursgebouw is en welke de
Kubuswoningen moeten voorstellen. Maar er waren wel heel veel mensen die de regie voerden. Dus het wilde maar
niet echt vlotten.
Even leefde ik in de veronderstelling dat, als de gezamenlijke repetities
zouden beginnen, de boel wel op orde kwam. Maar de anarchistische benadering van
alles overziend, verdween bij mij alle hoop op een goede afloop. Geen periode met repetities. Op de dag voor het feest ook geen generale
doorloop van het hele programma met kostuums, licht en geluid. Er wordt niet gerepeteerd en het was daardoor onmogelijk om enig zicht te
krijgen op hoe de avond zou gaan verlopen. Iedereen was ondertussen wel lekker druk met z’n eigen ding. Morgen de première? Dat gaat dus niet gebeuren.
Op de grote dag van de uitvoering zelf, waren alle acts al lekker vroeg bezig in en rond De Fabriek met installeren. En natuurlijk de hele tijd mensen die bleven vragen over en aandringen op, repetities en doorloop. Beneden in de kelders installeren de mensen zich die, na het feest in de grote zaal boven, de boel overnemen en tot in de vroege uurtjes de dansmuziek verzorgen. Maar zelfs vandaag zag het er niet naar uit dat er nog een doorloop van het programma zou komen. Jurgen die verantwoordelijk was voor de regie en decorbouw in de grote zaal, is de hele dag zelfs nergens te bekennen. Die reed met z’n vriendin in de bakfiets door de stad omdat ie nog dingen nodig had. Met een beetje fantasie kon je nu in de staketsels in de grote zaal wel een Kubus woning zien, maar de Rotterdamse skyline was nog verre van compleet. Vanavond om een uur of acht zal de hele boel vollopen met gasten, er is geen tijd meer.
Jurgen komt 19:00 eindelijk terug uit de stad en iedereen verwacht dat
hij het woord zal nemen en we nog het één en ander kunnen gaan bespreken. Voor repeteren is nu geen tijd meer, maar een mondelinge doorloop over de
volgorde van de acts moet toch nog wel lukken? Als Jurgen met de bakfiets de grote zaal in komt karren en doodgemoedereerd
zijn spullen begint uit te laden zonder de rest een blik waardig te gunnen, kan
ik me niet meer inhouden en roep hem ter verantwoording: “Waar ben jij nou de
hele tijd, joh? Wanneer wil je nou repeteren? We lopen allemaal op jou te wachten?”
Jurgen, op zijn beurt, gaat vervolgens helemaal uit zijn dak: “Wat kom jij
nou zeiken, man!” “Ik loop me godverdomme de hele dag uit de naad te werken en dan kom jij nog
ff aan me kop zeiken?” De bakfiets is nog niet leeggehaald of Jurgen gooit het
bijltje er bij neer: “Klootzak, zo hoeft het voor mij niet meer.” Vloekend en verongelijkt vertrekt hij weer met z’n vriendin en laat iedereen
verbijsterd achter.
Ik ben furieus. Weet ff niet meer waar ik het moet zoeken en besef dat ik
vanaf het begin gewoon samen met Claudio de regie had moeten nemen. Ben ik nou degene die de boel onmogelijk maakt? Ik zou het liefst willen stoppen. Er is niets zeker. Waarom trek ik me niet terug op m’n kamer?
Zo goed en zo kwaad als het gaat bepalen we met de mensen die wel aanwezig
zijn de volgorde van de avond en proberen nog wat op elkaar af te stemmen. Langzaamaan druppelen nu de eerste gasten binnen. Wat we duidelijk hebben, is hoe we beginnen. Het zal zo dadelijk al donker zijn en we starten op het dak, waar we met
fakkels in formatie gaan staan, terwijl we dreigend op de mensen neerkijken. Wanneer de muziek voluit gaat, lopen we met z’n allen naar binnen en zakken
via een touw één voor één de zaal in, midden tussen het publiek. Daarna zullen we aangevoerd door Jurgen wel zien wat er gaat volgen!?!? Het is te belachelijk voor woorden, wat ben ik blij dat Jan dit niet hoeft
mee te maken. Die zit in Frankrijk met Marcel en Frénk.
Opgefokt proberen we ons nog wat voor te bereiden en iets te eten terwijl de
mensen blijven binnenstromen.
De grote zaal zit nu bomvol en er blijft nauwelijks ruimte over voor ons
gewelddadige optreden, dat wordt spannend. Tegen de klok van negen uur gaat de muziek aan en er kan geen mens meer bij. Wij gaan met de fakkels het dak op en nemen onze posities in. De hele mensenmassa beneden staat met het hoofd in de nek omhoog te kijken
naar wat gaat komen. De muziek wordt luider en op de maat van de beats zakken we
af naar de zaal. Maar als ik als derde in de rij het touw in m’n handen heb om af te dalen,
slaat ineens de hele situatie om. En daar was ik vervolgens in het geheel niet rouwig om.
Het amateurisme van de afgelopen week was al behoorlijk irritant, maar de
chaos die daarna ontstond was nog erger.
Er komt een meisje de zaal binnen en die staat beneden te schreeuwen en te
gebaren dat we de boel stil moeten leggen. Ze blijkt helemaal over haar toeren. De muziek gaat uit en ik zie aan onze bewoners dat het een bekende is waar
meteen naar geluisterd wordt. In Den Haag is het aan het eind van de demonstratie
van de Centrum Democraten, aangevoerd door Hans Janmaat, helemaal misgegaan. Alle militante Antifa(scisten) hebben veel weerstand geboden op de
Prinsengracht, waar de CD marcheerde. Die keerden zich vervolgens tegen elkaar en de krakersrellen waren een feit.
Kraakpand “De Blauwe Aanslag” krijgt het zwaar te verduren. Alle kraakpanden in het land worden op dit moment ingelicht en iedereen
gemobiliseerd. Velen vertrekken naar Den Haag en ons restaurant fungeert ineens als War-Room. Daar vindt de coördinatie met andere krakers in het land plaats en flanst
iedereen z’n wapens in elkaar. Jongens waren slag- en stootwapens aan het
knutselen. Honkbal knuppels met spijkers erdoorheen. De ingrediënten voor
molotovcocktails die ter plekke gemaakt konden worden, knalvuurwerk. Hamers en
schroevendraaiers. De twee jongens die in de garage wonen in de auto die ze
opknappen, namen zelfs het blusapparaat mee. En dan nog iemand met een EHBO-kist.
Voor het avondvullende programma hebben we de afgelopen tijd niet een keer
gerepeteerd en was er geen afspraak te maken, maar nu er gevochten moet worden
is het allemaal binnen een uur geregeld? We zien tot onze verbazing de helft van de bewoners en veel
Duitse gasten die zich
solidair toonden, aftaaien naar Den Haag. Daar stonden we dan. Vanuit een nog ietwat overzichtelijke, acceptabele, maar behoorlijk knullige,
theatrale setting, plots terecht gekomen in een oorlogssituatie. Overzicht over wie er allemaal nog binnen waren was er niet en diegene die
achterbleven, verspreidden zich door heel het pand. De chaos was voor mij wel
compleet.
Feiko ging stoïcijns zijn apparatuur in de kelder opbouwen, voor een
mini-concert. Met geluid en licht werd het daar al snel “gezellig” druk. Boven in het restaurant was de sfeer grimmig en ronduit agressief. Mijn verbazing over de bereidwilligheid van al die mensen om fascisten te
gaan matten was groot. Nooit geweten dat er zo’n massa gemobiliseerd kon worden
in zo’n korte tijd. Voor ze ons in De Fabriek kwamen waarschuwen waren ze ook al
in het Poortgebouw langs geweest. Iedereen ging meteen onderweg naar Den Haag. Ik ga echt niet meevechten daar.
Alle motivatie om me nog met iemand of iets bezig te houden vannacht is weg en Claudio en ik weten niet hoe we ons moeten verhouden tot de ontstane situatie. Maar wat was ik blij dat de onzekerheid over het theatrale gedeelte voorbij was. We hoefden ons er niet meer uit te improviseren. Nu rest enkel de verdediging van onze gebarricadeerde kamer. Deze omslag is cruciaal en versterkt bij ons het gevoel om deze woongroep te verlaten. Ik heb geen contact meer met de militante medebewoners en veroordeel hun inzet. Ik begrijp dat ze solidair zijn maar geweld is geen oplossing, eerder een teken van onverwerkt trauma of minderbegaafdheid. Jullie zijn niets beter dan al die CD-demonstranten.
En of dat allemaal al niet erg genoeg was breekt rond een uur of 23:00 ook de
hemel boven Rotterdam open. Het waait voor geen meter en er komt me toch een
stortvloed aan water loodrecht naar beneden. Binnen een paar minuten begint het
echt overal naar binnen te lekken. In de grote zaal komt een massa water van het
dak binnenstromen, waar we net nog met fakkels stonden en we moeten ons zorgen
gaan maken om de elektriciteit. Degene die zich verantwoordelijk voelen, proberen iedereen ervan te
overtuigen dat het feest nu toch wel over is en dat de stekker er uit moet om
elektrocutie te voorkomen. Maar als we het slechte nieuws aan Feiko willen gaan vertellen in de kelder,
zien we dat het water daar al tot onze knieën komt. We waden naar de ruimte waar
hij alles aan het opzetten was en zien tot onze verbazing dat ie net als de
anderen, totaal geen aanstalten maakt om te vertrekken. Niemand leek zich bewust van de gevaarlijke situatie die er was ontstaan. In de kelder kwam ook de dikke stroomkabel binnen die ons hele pand voorzag. Een onverantwoord groot risico. Maar de meesten bleven gewoon doorgaan met
hun ding.
Ik geef het op. Deze overmacht is te groot. Ik heb geen puf meer om de studio
even te gaan checken. We zien morgen wel hoe groot de schade is. Ik ga me afschminken. Terwijl de eerste gewonden van de rellen uit Den Haag terugkomen, kruip ik
m’n bed in.
De dagen daarna wordt wel duidelijk dat we hier niet zo passen met onze kunstbende. Het blijft onrustig. De ongeregeldheden die na de demonstratie in Den Haag begonnen breiden zich uit naar andere steden. De Fabriek is een te groot risico geworden. Overal in het land keren fascisten zich tegen al het krakerstuig. Ze kunnen elk moment de boel hier komen slopen. Een ander kraakpand, waar alleen twee vriendinnen met hun kind wonen, krijgt bezoek van hooligans en fascisten en ze worden bestookt met molotovcocktails. Die meiden zijn behoorlijk geschrokken en krijgen nu bescherming van andere krakers. Maar na m’n aanvaring met Jurgen heb ik ook niet meer met hem gepraat. De meeste gebruikers van de studio weten niet wat zich heeft afgespeeld de afgelopen dagen. Ze snappen niet dat de vaart er een beetje uit is. Al de activiteiten komen zo goed als stil te liggen.
Marie-Louise Nabben is hier net komen wonen. Ze zit met Zoot, haar vriend, op onze oude schminkkamer rechts boven de
studio. Zowat de lelijkste ruimte hier met geblindeerde ramen. Marie gaat het komende jaar naar de Willem de Kooning op De Blaak. Zoot nodigt ons uit om lid te worden van een nieuwe woongroep die ze willen
beginnen in een pand dat ze willen gaan kraken, op (De Kop Van) Zuid: Het hoofdkantoor van de
Holland America Lijn op de Wilhelminakade. Daar kunnen we de studio gewoon weer
opbouwen.
Allard Budding, Ben Zegers en Ralph van Winkel komen er ook wonen. Allemaal kunstenaars op zoek naar ruimte. En dat was er wel. Meer zelfs dan in De Fabriek. Na het wanstaltige debacle van deze zomer zeggen Claudio en ik meteen ja. We hebben een beetje genoeg van al die ellende en de stress.
Altijd op je hoede zijn. Elke keer als de bel gaat kan het de politie zijn, of
ze beuken gewoon de deur open en staan naast je bed. Rechtszaken en onzekerheid over wie de schuld op zich gaat nemen. Zoot en Marie zijn een stuk uitdagender dan de bewoners in De Fabriek. Ze bewegen zich ook wat meer in de kunstwereld. De Fabriek is ons te
politiek.