Oké, dan zul je het wel merken, Jan. Als we met z’n drieën gaan wonen wordt
mooi duidelijk wat voor waardeloos leven ik tot nu toe heb gehad. Dan zul je wel
zien hoe onuitstaanbaar irritant ik kan zijn. Wat voor ochtendhumeur ik heb. Dat
ik doelloos van dag tot dag leef en elke ochtend weer uitkijk naar de avond. Claudio heeft de dingetjes die hij leuk vind, Eugène weet niet wat hij leuk
vindt.
Op de Binnenweg was er wel even een "opleving" tussen ons maar dat was over,
toen de problemen met Richard en Gerrit begonnen. Ik ben er ook zo dubbelslachtig over. Moet
ik niet alleen gaan wonen?
Alle mensen die ook aandacht van me willen. Waarom stop ik niet met alles?
In Lisse lijkt er niets veranderd.
En het is zwaar om te moeten meemaken
hoe Bep alles alleen maar verergert.
De Meineszlaan is z’n tweebaansweg en de middenberm kwijt, in plaats daarvan
komt er één rijbaan in het midden, twee richtingen en bredere trottoirs met
parkeervakken. Nu we alles verhuisd hebben naar hier, kijken we uit op een
zandweg en veel stapels straatstenen die de komende tijd gelegd gaan worden. Het
is lekker rustig zonder verkeer en alles wordt nieuw bestraat.
Maar meteen één
van de eerste avonden, laat ik me alweer "uit de tent lokken." Na het avondeten
slenteren er veel jongeren door de buurt. Onze laan is een oase van rust met z’n
zandweg. Tegenover ons huis aan de overkant, wordt een stapel straatstenen bezet
door een groep van 20 jongeren. Een paar van hen gooien stenen waarvan er enkele
tegen ons raam terecht komen. Ik reageer meteen. Jan zegt dat ik het moet laten
gaan. Als ik de voordeur open doe, hoor ik er nog één tegen ons raam komen en ik
word zelf bijna geraakt. Terwijl ik op ze af loop en roep naar de overkant of er
misschien iets is, begin ik hun stenen even hard weer terug te gooien waarmee ik de groep uit elkaar drijf. Eenmaal tegenover ze, krijg ik sorries en excuses:
"Het was niet persoonlijk
bedoeld, meneer". (Wow, meneer? Nu al? Ik ben 25:)
Een tijdje later wordt er een vrouw in elkaar geslagen. Net voor ons huis, tussen twee geparkeerde wagens, zakt ze in elkaar en Jan wil gaan helpen. Nu waarschuw ik hem, zich er niet mee te bemoeien. Maar hij stapt al naar buiten. Als die weer terug komt is die verbolgen. Hij hielp haar overeind maar ze wilde verder geen hulp. Ze ging gewoon weer achter haar vriend aan, die door was gelopen nadat ie haar wat vuistslagen had gegeven.
Dagboekfragment: Terug in Lisse.
Begin me klote te voelen, figuurlijk, na die AZL periode van Bart, de situatie in Rotterdam, alle energie die ik in Lisse stop en die Bep en Bart wegnemen, ik ga er meer van blowen.
Vroeg opgestaan vanmorgen, eerst de boodschappen gedaan. In de middag aan de tuin begonnen. De voorkant gemaait, geharkt en troep verwijdert. Daarna verder met de achtertuin. In m’n achterhoofd hield ik er rekening mee, dat ik ook nog moest koken voor Bep en mij. Maar als ik het laatste stukje heb gemaaid en even een sjekkie draai, hoor ik haar thuiskomen uit de kroeg. Ze roept naar me dat ze iets voor zichzelf gaat klaarmaken en gaat eten bij Bart, in de woonkamer. Ik zeg, maakutuit in mezelf en "Goed joh, doe maar!" Tegen haar. Maar ze is alweer vertrokken naar de keuken en hoort me niet. Ik baal. Ik hark de laatste boel bij elkaar, veeg nog wat en ruim alle gereedschap op. Maar als ik de eetkamer voorbij loop zie ik dat ze alleen zit te eten, met de tv aan en niet bij Bart. Ze heeft alleen voor zichzelf gekookt. Wil Bart alleen zijn, of kijkt hij een programma dat Bep niet wil zien? Hebben ze ruzie?
Nog een sjekkie gedraaid, maar ik was moe en leeg. De honger eiste zijn tol en ik begon me een beetje eenzaam en verlaten te voelen. Geen zin of behoefte om Jan of Claudio te bellen. Toch maar wat gaan klaarmaken in de keuken. Lekker stukje vlees aangebraden met knoflook, courgette, champignons en een uitje. Maar als Bep er lucht van krijgt, staat ze ineens achter me in de keuken: "Ooh, wat ruikt het hier lekker, ff klein stukje Eus!" En zonder het te vragen prikt ze een stuk vlees uit de pan. Als ik met bord en al in de eetkamer wil gaan eten, komt ze weer binnen en presteert het om nog twee stukken van m’n bord te snaaien. En weg is ze weer, naar Juffermans.
Dit weekend is de reünie van pa z’n familie in verenigingsgebouw "De Kleine
Engel". Door Bart z’n toestand blijven ze thuis maar ze willen dat Dirk en ik
ernaartoe gaan. Als Dirk en ik beneden na de afwas t.v. zitten te kijken en Bep en Bart in
bad horen gaan, krijgen we steeds minder zin om nog weg te moeten. Dirk ziet er tegenop om de hele familie weer onder ogen te komen en alleen
maar over de toestand van Bart te moeten praten. Ik val hem bij, we zitten net
zo rustig, even geen gedoe. "Zal ik even gaan zeggen dat we ook thuis blijven?" Stel ik voor.
"Nou ik ga wel even mee, joh; da's wat makkelijker misschien!" Zegt ie.
We zoeken ze op boven en stappen de dampende badkamer in. "We zijn wel moe van
vandaag dus we gaan niet meer weg, hoor!" Deel ik ze mee. Nou, dat viel dus
helemaal verkeerd. Bart diep beledigd, Bep uiteraard
ontsteld. En ik krijg de wind van voren. "Jullie weten hoe belangrijk de familie is voor je vader, maar het is ook
jullie familie, jongens!" Zei Bart. Bep valt hem bij: "We zouden het toch wel
prettig vinden als jullie even naar de reünie hierachter lopen en Bart gaan
vertegenwoordigen, jullie zijn z’n zonen!" Ze vindt het een belediging voor Bart; hoe durf ik me als oudste zoon zo te
onttrekken aan wat van mij verwacht wordt? En ik denk, ik ben toch weggelopen van
hier? Weet ze dat niet meer?
Bep gaat zo gepikeerd door, dat Dirk allang z’n mond niet meer durft open te
trekken. Weer iets over de verantwoordelijkheid van zonen. Weer op een moment dat het hen uitkomt. Ja jongens, dat wisten jullie nog niet want dat is nog nooit voorbij gekomen
in jullie opvoeding, maar zo dien je te handelen als vader ziek of bedlegerig
is. Je presenteert je namens hem, als er zich familieaangelegenheden voor doen. Waarom drammen ze zo door?
Ik krijg het vermoeden dat ze ons weg willen
hebben. Sinds de amputatie van z’n rechterbeen heeft Bart al erectie stoornissen. Dat heb ik niet van pa zelf gehoord natuurlijk, maar van ma die ongevraagd de
meest intieme details blijft delen. Maar goed, ze willen natuurlijk weer een poging wagen, want hij had er Viagra
voor gekregen. Ze dachten daar dus de tijd voor te hebben als wij vader gingen
vertegenwoordigen op de reünie vanavond. Voor een potje neuken spreken ze ons aan op ons familie gevoel.
Nix op tegen dat ze het met elkaar willen doen, maar dan hoeven ze ons toch niet
weg te sturen? Wij hebben hier toch ook gewoond? Dan gaan ze toch lekker op hun
slaapkamer liggen? Nu heb ik al helemaal geen zin meer. Ik kan net zo goed terug
gaan naar Rotterdam.
Ik ben hier toch om Bart bij te staan en de boel een beetje schoon en
opgeruimd houden? Niet om weer mee te draaien in dit gezin of de familie.
Dirk en ik bepalen nu toch onderhand zelf wel wat we met onze tijd doen? Bart zit te zweten in bad, Bep met peuk en port, op de rand ernaast, badend
in zelfgenoegzaamheid. Jongens, wat stellen jullie ons weer teleur.
Jan en Claudio halen me op voor het feest van Ellen en Ernst. We rijden met
z’n drieën naar het clubgebouw van de studenten roeivereniging in Amsterdam waar
ze hun feest geven. Als we daar aankomen zijn Marco en Marian er ook al. Na nog
geen kwartier droppen we een xtc-pil en als die binnen begint te komen willen we
al snel ook meer wiet. Marco vraagt de wagen van Jan en ik ga met hem mee Amsterdam centrum in. Claudio blijft met Jan op het feest. Als Marco en ik aankomen op de historische locatie waar ooit, ik weet niet
hoelang geleden, de eerste "coffeeshop" van Nederland z’n deuren opende,
parkeren we voor de shop en ik ga ff wiet scoren. Binnen staat de muziek keihard
aan en baadt de hele zaak in schel licht. Doorlopend naar boven merk ik, dat het helemaal
is uitgestorven. Boven bij de balie waar je wiet kan kopen, zie ik de dealer
uitgeteld op een bankje
liggen.
Keiharde stamp muziek, maar hij slaapt er gewoon doorheen. Zonder hem aan te
raken roep ik wat maar als hij niet meteen wakker word loop ik terug naar de
wagen. "Hé, hij ligt te pitten, ik krijg hem niet wakker!" Zeg ik lachend tegen
Marco. Die laat de motor draaien en loopt achter me aan mee naar binnen het lawaai
in. Boven bij de balie en de slapende dealer zegt ie: "Ga voor hem staan, zorg dattie niet wakker wordt!" En voor ik weet wat er gebeurt, zie ik Marco al over de
toonbank springen en als een gek alle laatjes en kastjes opentrekken. Ik schrik
me rot van zijn actie en draai me om naar de slapende man, shit wat gebeurt me
nu? Helemaal high van de xtc staar ik besluiteloos naar de slaper. De muziek staat
nog steeds voluit. Er is nog geen minuut voorbij als we merken dat er beneden
vier Franse toeristen binnen komen lopen en
Marco springt snel weer terug over de toonbank net voor ze doorkrijgen dat ze
boven moeten zijn. Ook de dealer komt nu langzaam bij uit z’n
coma. Ik buig, met m'n handen leunend op m'n knieën, voorover en probeer hem
meteen het idee te geven dat hij door mij is gewekt met de
vraag, of hij ons nog wat mag verkopen zo laat op de avond. Marco doet
ondertussen amicaal met de net binnengekomen Fransen en als de man achter de
toonbank kruipt om ons te helpen, pak ik snel de wiet-menu-kaart van de balie
erbij en zeg dat wij eerder waren. De dealer is totaal verward en overdonderd. Zag hij nou iemand achter de bar
vandaan komen of niet? Marco bestelt wiet en betaalt met het geld van de
dealer, ik koop ook nog wat en we vertrekken zo snel mogelijk.
Toen de man ons hielp keek ie al zenuwachtig om zich heen, maar we waren weg
voor die het merkte en lieten hem achter met de Franse toeristen in al hun
onwetendheid. Misschien heeft hij hen wel overgeleverd aan de politie, terwijl ze totaal
niet door hadden wat er gebeurde, net voor ze hier naar binnen stapten.
Terug in de wagen draait Marco om en we parkeren even aan de overkant op de
parallelweg met uitzicht op de shop.
Als we stilstaan schiet me ineens de ontmoeting te binnen die ik hierachter
had, met een fotograaf van "mannelijk schoon". Een dove man had een advertentie
gezet en Jan-Ate vond dat Clau en ik daar op moesten reageren, 50 gulden konden
we ermee verdienen. Artistieke
naaktfoto’s… Tijdens het voorgesprek in zijn woonkamer zag ik op de
schouw van de open haard een
prachtige bronzen Satyr staan. De man maakt ons eerst duidelijk maar om één "model" gevraagd te hebben
en ik voelde
meteen de drang opkomen het beeldje mee te snaaien.
Hij krijgt twee jongens voor de prijs van één, wat zeikt ie nou. Maar boven in zijn studio bleek
al snel dat hij Claudio mooier vond en alleen met
hem verder ging. Niet lang daarna stond Clau met z’n blote reet in een
gaymagazine.
Marco is klaar met tellen en geeft me 200 gulden: "Shit man, wat had jij
nou?" Vraag ik hem terwijl ik doorkrijg waar we net aan zijn ontsnapt. "Hahaha, even de dagopbrengst jatten.
Het leven is duur toch? In de kassa zit nooit alles, dat bergen ze ergens anders op! Dus!"
"Waar vond je het dan?" "In het vriesvak!" "Alle 700 gulden?" "Alles zat in het vriesvak, joh. Voel
je niet hoe koud het is man!" Daarna nog even doorgereden naar een andere shop in het centrum en weer snel
terug naar het feest.
Er hingen toen nog niet zoveel camera’s overal, anders waren we in het ergste geval in "Opsporing Verzocht" voorbij gekomen: Twee snelle jongens in een Ford Fiësta waar ze het nummerbord van tonen. Jan’s Ford. De ene die bij binnenkomst een slapende dealer gewaar wordt en daarna iemand erbij haalt. Vervolgens lijkt nummer één de slapende eigenaar onder dwang te gaan houden, terwijl de ander atletisch over de bar naar achteren toe schuift. Dan het binnenkomen van meer klanten en het ontwaken van de verwarde eigenaar, die met de groep toeristen achterblijft, terwijl de twee blonde jongens de zaak verlaten. Jan kon het niet waarderen wat we gedaan hadden.
Stooned en lethargisch op m'n nieuwe kamer. Foto: Claudio Bartolozzi.
1993.
Parkpop Rotterdam met z’n drieën bezocht. Camera mee. Als Claudio niet zo sacherijnig was geweest, had ik bij Jan en Claudio blijven
staan. Nu zocht ik naar steeds betere locaties om foto’s van The Pumpkins te
schieten. Tegen het einde van hun show klim ik een hek op, waar ik zicht heb op de
ruimte achter het podium en zie Jimmy, James, Billy en D’Arcy bijkomen en de
toegift met elkaar bespreken. Als ze de trap terug naar het podium oplopen
zwaaien ze. Tijdens de toegift kruip ik door een kier in het hek verder door naar
achteren en sta op het backstage terrein. Terwijl de laatste akkoorden van "Silverfuck"
klinken stel ik me strategisch op. Als ze terugkomen houd ik m’n camera klaar en
wil achter ze aan lopen. Maar als Billy Corgan zich ineens omdraait blijf ik
bewegingsloos staan, schiet één foto en blijf hem verder verlegen aankijken, ik
zwaai niet eens.
Billy draait zich lachend om en loopt weg.
James, Jimmy en d'Arcy.
Billy Corgan
Marie-Louise heeft gebeld. Of we een keer haar geyser willen terug brengen. Die hadden wij nog bewaard, toen we allemaal uit de H.A.L. moesten
vertrekken. Ze heeft nu een nieuw adres in Amsterdam en nog geen douche. Jan en Claudio komen me ophalen in Lisse en we gaan op visite. We drinken en praten wat bij. De laatste keer dat we haar zagen was ze nog
met Zoot. Nu heeft ze een nieuwe vriend en een baantje in de droogbloemen. Maar dan niet zoals ik, oogsten op het land of boeketten samenstellen in de
schuur. Marie gebruikte de droogbloemen om drugs in te verstoppen.
Nog even over de geyser gepraat, gewaarschuwd dat ie schoon gemaakt diende te
worden, omdat ie een tijd niet in gebruik is geweest. Maar dat was geen
probleem; haar nieuwe vriend wist wel hoe je een geyser moest installeren. Na een gezellige avond brengen Jan en Claudio me weer terug naar Lisse. De volgende morgen krijgen we telefoon van Zoot. Die was in Amsterdam weer gebeld en naar het adres van Marie-Louise geroepen. Marie en haar vriend zijn nog diezelfde nacht overleden door
koolmonoxidevergiftiging. Toen Zoot aankwam op het adres stond de voordeur open en stroomde er nog wat
water naar buiten de straat op. Binnen werd duidelijk dat de twee gisteravond al de douche in elkaar hadden
geflanst, zonder goede ventilatie en een geyser die niet eens goed schoongemaakt
was. In de douchecabine heeft Zoot ze zien liggen, twee in elkaar gezakte grijze
lichamen, van een nacht onder een stromende dampende douche. Marie-Louise had een moeilijk relatie met haar familie, we zijn daarom niet
naar haar begrafenis geweest.
Links: Marie Unframed Rechts: Marie Handaye
Jan en ik gaan een dagje toeren door mijn geschiedenis. Mijn dossier kunnen
we nog niet ophalen maar ik wil zo graag Moederheil nog een keer zien. Gewoon op de bonnefooi, net zoals met Bep toen, zonder iets of iemand te
bellen. Bep heeft zich na de dood van Bart niet meer uitgesproken over ons
beider verleden. Ze wil niet meer met mij terug. Jan en ik besluiten zelf verder
te zoeken naar antwoorden en Bep er op een dag mee te confronteren. We nemen de
foto en videocamera's mee, zodat we haar een mooi verhaal kunnen voorleggen.
De Gedo in Weurt zullen we bezoeken en dan ook nog even langs het hoofdkantoor van
alle regionale kranten om te kijken of er iets te vinden is over een
verkrachting in 1965 omdat de politie er toen bij betrokken was. Daarna door
naar Moederheil op de Valkenierslaan, kijken wat daar van over is.
Wat leuk dat er iemand was bij de Gedo. Maar mijn eerste bezoek, met Bep, bleek
dus inderdaad enkel een beleefd gesprek. Nu, met Jan erbij ging het niet over de
leuke tijd die mijn moeder er gehad had en haar herinneringen, maar juist over
hoe mijn zestien jarige moeder zich toen gedroeg. Ze draaide daar niet echt
volledig mee en werd als wederdienst voor haar vader gedoogd. Licht werk op het
secretariaat en zorg dragen voor het rondbrengen van koffie en broodjes tijdens
de lunch. Maar als het pauze was, wist ze niet hoe snel ze weer bij de bushalte
moest komen. Daar ging ze dan staan roken en jongens opwachten, want, dat viel
hen wel op, ze was een beetje mannengek. Een meisje dus eigenlijk, dat het niet
zo nauw nam met de regeltjes en er de kantjes een beetje vanaf liep. Maar hoe
het verder precies zat met die verkrachting, ja daar wisten ze niet meer van, dan
dat Willie Pouwels toentertijd bij verhoor door de politie had verklaard: "Van
wat er met haar gebeurd is, daar kan geen kind van komen!"
Hij is inmiddels overleden,
hoor ik ze tussen neus en lippen door zeggen.
Daar schiet ik meteen door in een kramp: Het is Bep gelukt, het uitstellen en
vooruitschuiven werkt weer in haar voordeel. De man die haar verkrachtte kan
niet meer antwoorden. Nu moet ik genoegen nemen met alleen haar versie van de
geschiedenis. Dit doet ze met opzet. Ik heb zo’n grondige hekel aan haar. Het levenslustige
meisje dat zich verzet tegen haar bekrompen familie en zichzelf vrijvecht uit
haar verleden vol ziekte, geestelijke mishandeling en verwaarlozing, kon mij er
vanaf het begin al niet bij hebben.
Hieronder de uitgetypte aantekeningen van die dag:
Vader en moeder van der Donk, van Gedo in Beuningen, namen Beppie onder hun vleugels.
Beppie had het baantje gekregen door goede relatie beider families (Domien Stevens was als smid verantwoordelijk voor de kapstokken van het bedrijf.)
Met moeder van der Donk deed ze werk op de administratie en om 10:30 hielp ze met koffie ruimen, broodjes uitdelen en afwassen.
Ze ging vaak sigaretten halen met de zussen Ellie en Margreet van der Donk. Beppie was een vrolijke meid en ging roken bij de bushalte waar ze jongens opwachtte, want ze was een beetje jongensgek. Ze schreef, vertelde en deelde haar gedichten rond en uit en ging om met dichter Leo Vrooman.
Na het werk nam ze meestal de bus naar huis, maar ze wachtte ook vaak of ze met iemand mee kon rijden.
Dat is een keer fout gegaan tussen Weurt en Druten. Willie Pouwels gaf haar een lift en onderweg leest ze hem haar gedichten voor. Ze is toen door hem onderuit getrokken en heeft daarbij haar hoofd gestoten op de klink van de deur. Ze is een tijdje buitenwesten geweest en zodra ze weer bijkwam, heeft ze zich in Ewijk uit de wagen laten zakken en is aan de kant van de weg gaan zitten om bij te komen en bij de dichtstbijzijnde kerk haar verhaal gaan doen.
Versie 1:
Een paar maanden na het voorval met Willie Pouwels krijgt Beppie opgezwollen voeten en blijkt dat ze zwanger is.
Ze vertelde dat het gebeurd moet zijn, toen ze een lift kreeg van hem. Vader Domien Stevens ging met dit nieuws na de kerst naar Gedo om vader en moeder van der Donk te vertellen dat Beppie al vier maanden zwanger was. Willie Pouwels, die al getrouwd was en zelf kinderen had, was aanwezig op het werk en word er direct bijgehaald.
"Ik heb d'r vervoerd, maar van wat er tussen mij en haar is gebeurd komen geen kinderen."
Waarop vader Domien en Beppie naar de politie zijn gestapt en aangifte hebben gedaan.
Willie Pouwels is toen ook verhoord en verklaarde wederom dat wat er met haar gebeurt was, dat daar geen kinderen van kwamen.
Beppie kwam er niet meer werken en ze hebben ook weinig meer van haar vernomen. Wel hoorden ze jaren later over haar huwelijk met Bart, dat het een "moetje" was.
Versie 2:
Toen vader Domien Stevens verhaal ging halen bij familie van der Donk, is vader van der Donk tijdens dat gesprek naar de garage gelopen om Willie Pouwels te waarschuwen, dat ie maar beter kon vertrekken.
Willie heeft nog een paar keer naar Stevens gebeld en is een keer langs geweest om z'n kind te ontmoeten, maar telkens geweigerd door Beppies ouders.
Beppie kreeg de keus: Of intrekken bij dokter Schoenmaker, wat niet door ging omdat zijn vrouw zelf ook zwanger was, of naar Moederheil in Breda.
Ondertussen verspreidde een vriendin van Beppie, roddels over Vader van der Donk. Dat hij Beppie zou hebben aangerand.
Als we doorrijden naar Breda schieten de verschillende scenario’s
door mijn hoofd.
Ik vind het zo raar dat er niet één duidelijk verhaal is. Wat word hier
verzwegen? Is ze nu wel, of niet verkracht?
Heeft Willie Pouwels echt pogingen gedaan in contact met mij te komen? Van wie is ze
nou zwanger geraakt?
Liegt Bep al m'n hele leven? Krijgt Willie de schuld en was het haar baas?
Wilde ze daarom niet verder reizen, toen we samen die trip naar Breda maakten?
Moederheil, Valkenierslaan 37, Breda.
"Even geduld aub" staat er op het reclamebord.
Even geduld? 23 jaar?
Op de Valkenierslaan ligt het tehuis er oud en verlaten bij. Moederheil wordt niet meer gebruikt en we zien dat het nu leeg staat. We lopen om het perceel heen en ik maak nog wat foto’s voor we door gaan naar Druten. We gaan toch even proberen of op de Hooistraat oma en opa S. thuis zijn. We overvallen ze een beetje maar we worden uitgenodigd in de woonkamer te komen zitten waar opa ook zit. Dan zien ze ook de grote videocamera en vragen meteen of ik loop op te nemen. Als ik de camera op de grond zet, gericht op de benen van opa en oma, druk ik de opnameknop in terwijl ik ze zeg dat ik hem net uit zet. Ik neem het gesprek op vanwege het dialect, om er zeker van te zijn dat ik het goed heb gehoord allemaal. We vertellen ze over de trip die we maken en stellen wat vragen over Bep, maar we horen weinig nieuws en vertrekken al weer snel.
Moe ligt overhoop met haar gevoelens voor J.M.H. te W. Die heeft ze leren
kennen in café Juffermans.
Eerst was er de therapeutische bijstand die ze hem verleende, want het ging niet
zo goed met z'n relatie. Maar daarna, was ze helemaal hoteldebotel van hem.
Misschien dat de vraag om met haar gezin kennis te maken van hem kwam, maar ik
vond het nogal ongepast, dat ze haar café vriendje uit Juffermans, bij ons op de
Heereweg had uitgenodigd. Ja, dat deed ze gewoon. Ons kennis laten maken met de
mensen, waar ze elke dag mee in de kroeg zat.
Toen ik aankwam zat J.M.H. op de bank in de salon. Hij leek in ieder geval
oprecht begaan met Bart.
Maar aan de manier waarop moe met hem omging en naar hem keek, zag ik dat ze
helemaal gek op deze man was.
Ook toen ik nog thuis woonde, waren pa, Dirk en ik altijd al tegen haar
kroegbezoek. Je hebt toch een leven hier. Maar ze trok haar eigen plan.
Bep deed altijd waar zij zin in had en bevestigde daarmee bij ons het gevoel,
dat ze ons eigenlijk maar saaie, simpele mensen vond. Het komt ook steeds vaker
voor dat ze zelfs die gezinsdingen niet meer de moeite waard vind om uit te
zitten. Als er niets leuks op t.v. is, weet ze niet hoe snel ze weer naar het
café terug kan.
Wat mij betreft heeft ze het ook nooit echt gezellig weten te maken in ons huis.
Met Kerst dompelde ze het hele huis in kerstsferen: Een boom met kerststal,
dennetakken met linten en kerstballen aan de muren, krans aan de voordeur en
voor de ramen. Kaarsen en lichtjes. De openhaard aangestoken. Met Driekoningen
de taart met de boon. Degene die hem vond, kreeg een kroon op en werd een dag
lang "De Koning"
Die mocht vervolgens bepalen hoe de dag eruit ging zien. Met Dirk werd het een
film en patat, met mij werd het museumbezoek en patat.
Met Pasen deed ze ook wat er bij hoort. Eieren verven, verstoppen en zoeken voor
bij het paasontbijt.
Oud en Nieuw verliep volgens een bepaald procédé: Eerst bakt ze een dag lang
oliebollen die Dirk en ik dan rondbrengen in de buurt. Naar kinderen waarvan de
moeder geen zin had om in de keuken te staan en die lucht in huis te hebben. En
op Oudejaarsavond zelf oliebollen eten champagne drinken en de conference op
t.v. erbij aan. Maar naarmate we ouder worden maken deze rituelen steeds minder
indruk. Als de enige verbondenheid met elkaar deze katholieke toneelstukjes zijn
het hele jaar door, dan is het te weinig om de boel leuk en bij elkaar te
houden. Buiten dit om was er geen interesse in elkaar. Ik kon niet praten over
het werk dat Bart deed, of waar Bep de hele tijd mee bezig was. Zij hadden weer
geen idee in wat voor wereld ik elke dag bezig was. Alleen Bart en Dirk lijken
iets gezamenlijks te hebben.
Ze probeert ons nu al jaren te overtuigen, dat het goed is wat ze allemaal in
Juffermans doet.
Bart laat het allemaal gedwee over zich heenkomen. Maar ziet hij het ook?
Jarenlang ga je er als kind van uit, dat je ouders elkaars gedrag accepteren,
maar ik zie dat Bart, ook heel vaak niet meer weet hoe die met haar om moet
gaan.
Hij ondergaat het allemaal maar lijdzaam.
Bart is zo conservatief, dat je er kramp van in je kaken krijgt. Zit hij
opgescheept met een pacifistisch kindvrouwtje dat de vrije liefde predikt.
Moest hij zich nou ook nog laten welgevallen hoe ze zijn opvolger binnenliet,
waarmee ze na zijn dood verder zou gaan? Zelf moest hij het niet wagen z'n
leuter ergens anders in te steken dan in één van haar gaten, maar zij laat ons
elke keer kennis maken met haar veroveringen.
Nogal bot toch? Bart is zo goed als uitbehandeld en gaat zijn laatste maanden in
en ze komt al met de volgende surrogaatvader aanzetten.
J.M.H. is getrouwd en vader van twee kinderen. Tja, en nu is ze vertwijfeld over
haar relatie met J.M.H.
Toen bij hem thuis de boel onder druk kwam te staan gingen ze in gezinstherapie.
Bep had het allemaal te laat door en loopt even een gezin te gronde te richten.
Ik krijg bijna medelijden met J.M.H.
Ze kon haar eigen gezin al niet bij elkaar houden, gaat ze ook nog stoken in dat
van een ander.
Dit is zo zwaar voor haar, maar ze heeft natuurlijk verloren en moet haar
relatie met J.M.H. beëindigen.
Hij kiest (gelukkig) voor zijn gezin. Ik vind het zo gênant om te horen, maar
het lijkt wel of Jan haar gewoon naar de mond zit te praten.
Moet ik hier bij blijven zitten? Ah, ja natuurlijk, hij probeert het gezellig te
houden. Anders gaat ze helemaal psychisch doen en schiet ze in een depressie.
Dammage Control:)
Bart lijkt het allemaal al jaren te accepteren. Hij kan ook waarschijnlijk niet
anders. Maar echt wederzijds is het nooit geweest. Hij hoeft maar even te lang
naar een andere vrouw te kijken of Bep voelt zich al beledigd. De vergelijking
met Claudio dringt zich op. Ik mag me ook niet bemoeien met zijn nimmer
aflatende zoektocht naar meer vrienden en mannen. Bij mij overheerst nog steeds
het gevoel dat ik op zoek ben naar rust. Bij Claudio hoef ik daar niet op te
rekenen.
"Doe jij Bart dan nog even voor je gaat?"
Dirk mocht hem overal naartoe rijden, ik mag hem verschonen. Dat heeft hij
liever. Bep is af en toe best wel onhandig en bij mij gaat alles zonder geklaag.
Laatst aan tafel net na het eten, zaten we t.v. te kijken en ze reageerde al
drie keer naar Bart met: "Ja, ik doe het zo!" Al drie keer vroeg hij haar, of ze
hem kon verschonen.
Hij voelt zich er zichtbaar ongemakkelijk bij en ik maak aanstalten om het over
te nemen maar hij maant me weer te gaan zitten en kijkt moe weer aan, of ze er
al aan toe is.
Ze reageert gewoon niet op hem. En als ze dan eindelijk tijd voor hem heeft, is
ze weer te gehaast, want ze had het al drie keer belooft. Nu moeten we haar ook
helpen.
Waar heeft ze de schaar nou weer gelaten? En haal eens nieuw verband voor me uit
de voorraadkast, of hou dit eens vast, dan kan ik beter dat... etc. etc.
Met haar vingers, rood en plakkerig van haar glaasje port en een camel filter in
haar mondhoek, klaart ze dan de klus. Niet even de handen gaan wassen en je peuk
opzij leggen. Bart lijkt hopeloos, bij het aanschouwen van zoveel amateurisme.
Hij heeft niet lang meer, maar ik heb van de week twee afspraken in Rotterdam,
die ik eigenlijk niet kan laten schieten.
Het is maandagavond en tijdens het verwisselen van zijn stoma en het insmeren
van z'n stomp en doorligplekken, probeer ik uit te vissen of hij niet wil dat ik blijf.
Hij staat erop dat ik m'n afspraak bij GSD en de psycholoog van de GGZ in
Rotterdam nakom. Dan zien we elkaar woensdagavond wel weer.
De volgende morgen in Rotterdam, krijg ik nog voor ik naar de GGZ wil lopen,
rond de klok van 9 al telefoon van Dirk uit Lisse.
Bart is vannacht om half vier overleden. Na al die weken bij hen thuis, knijpt
hij er tussenuit op die ene nacht dat ik er niet ben. Ze wilden mij niet wakker
bellen, maar Dirk en Bep zijn al zes uur op. Nadat Bart nog een paar uur had
geslapen, werd hij ineens wakker en heeft één grote, bloederige braak
uitbarsting gehad, waarna die weer terug in bed zakte en z'n laatste adem
uitblies.
Ik bel m'n afspraak af en zeg meteen dat ik ook met de therapie stop. Jan en ik
rijden naar Lisse. Als we aankomen op de Heereweg, doet Dirk de voordeur al open
nog voor ik de sleutel in het slot kan steken en we vallen elkaar in de armen.
Binnen hebben ze de bloederige plas al van het parket geschrobd en Bart word
afgelegd.
Er word niet gehuild. Bep doet zelfs een beetje afstandelijk en groet me
nauwelijks. Ze is nu natuurlijk de heilige maria, weduwe in rouw. Omdat ik nog
niets heb gegeten, loop ik naar de keuken om een snee brood met kaas te gaan
smeren. Terwijl ik bezig ben, dwalen mijn ogen over de bollenvelden van onze
buren en ik besef dat het voorbij is: Niet gewoon, uiteindelijk toch normaal
verder leven met hem dus, omdat zij overleden is. Nee hoor, geen rust na 14
jaar, want we blijven achter met haar. Wie heb ik nu nog hier?
Ik word slordig. De onhandige kaasschaaf schiet te ver door op hun harde, half
belegen kaas en ik neem zo een stuk van mijn handpalm mee. Nu bloed het en
tranen wellen op in m'n ogen.
Tegelijkertijd komt tante Lea de keuken instappen en ziet mij staan snotteren.
Ze zet de kopjes op het aanrecht en kijkt me helemaal verbaast aan: "Sta je nou
te huilen, joh? Je wist toch al lang dat ie niet je biologische vader was?!?" En
weg is ze alweer. Ik klap dicht en stop meteen met zielig doen.
Ja, dat heb ik altijd wel geweten hoor! Dat ik geen echte Kortekaas ben! Maar
toch fijn, dat je me daar even aan herinnerd, na al die jaren mantelzorg aan jou
broer.
Diezelfde avond, als Bep het hele programma kan gaan uitrollen voor de kist, de
kaart, de krant, de mis en de muziek, klapt ze gewoon dicht.
Niets geen drama of tranen, maar het heeft een black-out, het is alles een
beetje kwijt.
Waar de teksten voor de dienst lagen, wist ze niet meer. En de muziek dan? Had
je die niet al apart gehouden? Nee! Daar was het ook nog niet van gekomen!
Mag ze eindelijk ergens de leiding in nemen, valt ze stil. Jan gaat zitten en
schrijft vervolgens in één avond de hele mis uit, terwijl moe zich continue laat
afleiden door, of de telefoon, of de familie die nog in en uit lopen. Bep blijkt
gewoon, op het moment dat het er op aan komt en zoals ze ook mij vaak
karakteriseerde: "Geen knip voor de neus meer waard." Maar we hebben nog een
week de tijd gelukkig.
Jan en ik rijden 's nachts terug naar Rotterdam, voor mijn afspraak met de
Sociale Dienst morgen.
Doodmoe meld ik me 5 voor half 9 in de Robert Fruinstraat en loop de wachtruimte
in. Na 5 minuten verschijnt mijn consulent in de deuropening en als hij mij ziet
zitten zegt ie dat ik vijf minuten te laat ben. "Maar ik zit hier al 5 minuten hoor!"
zeg ik. "Ja maar u dient 10 minuten van te voren aanwezig te zijn. Ik ben
genoodzaakt uw uitkering op te schorten, goedemorgen meneer Kortekaas." En ik
werd verzocht het pand te verlaten. Ook dat nog. Oh ja, en euh, dat Bart
gisteren is overleden daar had meneer geen boodschap aan.
Er staat een afspraak met de juf van Mimmo in Dordrecht op de agenda.
Het gaat steeds slechter met Roos en Wouter en Mimmo z’n schoolprestaties
lijden eronder. Waar doet me dat ook alweer aan denken?
Er moet snel wat veranderen in hun thuissituatie. De verslavingen bij de
ouders blijven terugkomen en de kinderen worden verwaarloosd en lopen een
achterstand op in hun ontwikkeling. Met hun dochter Sarah-Moon in de kinderwagen gaan ze
proletarisch winkelen en gebruiken dan de kinderwagen om de duurste dingen in te
verbergen, vlees en drank. Van een volwaardig ontbijt, lunch en hoofdmaaltijd was geen sprake
meer, maar
Wouter presteert het nog steeds om tijdens het avondeten steevast zelf het
grootste stuk vlees te verorberen, terwijl de rest het met een kleiner stukje
moet doen. Ik heb het een paar keer gezien. Pappa verorbert 300 gram en de andere drie
mogen zo’n zelfde stuk met z’n drieën verdelen, dat deed hij ook al toen ze nog
op het Ungerplein in Rotterdam woonden. Mimmo heeft er geen leuke vader bij
gekregen met Wouter. Hun toestand is zorgwekkend, maar hun beider huisarts
schijnt er nog niet echt prioriteit aan te willen geven. Als er niets gebeurt, valt dit gezin uit elkaar.
Flavio, de ex van Roos, heeft inmiddels zijn leven weer een beetje op orde.
Hij woont nu in Amsterdam, heeft een baan een nieuwe vriendin en een dochter.
Flavio is ook op de hoogte van de verwikkelingen in Dordrecht en gaat zien of
hij Mimmo bij hen in Amsterdam kan laten wonen. Ook Mimmo lijkt dat leuker te
vinden.
Twee telefoontjes van Wouter, versnelden de hele boel; "Kan ik geld van jullie lenen?" "Waar heb je het voor nodig?" Vraagt Jan hem. "Ik moet NU geld hebben, anders
slaat ie me in elkaar!" Is Wouter zijn
reactie. "Maar je kent ons toch? Zo gaan we dat niet doen Wouter! Als je ergens
problemen mee hebt kom je maar langs, dan praten we erover," zei Jan. Niets meer van gehoord.
Wat dagen later, net na het avondeten, het tweede verontrustende telefoontje. Er gaat iets helemaal fout in Dordrecht. Claudio, Jan en ik rijden er meteen
naartoe. Wat we bij ze aantreffen is nogal triest. Wouter is onder invloed van
een dealer geraakt en die maakt nu misbruik
van hem en bedreigt zijn gezin. Wouter had mij al een keertje vertrouwelijk en vol afschuw verteld over een dealer die in een flat ergens in
de buurt ook een kamer heeft waar hij meisjes/vrouwen prostitueert. Wouter heeft
er één keer iemand gedrogeerd, vastgebonden op bed zien liggen. Hij is niet naar
de politie gestapt.
Toen hadden we ons er al mee moeten bemoeien natuurlijk, maar Claudio heeft
nooit zo’n zin in al die problemen van z’n zus.
Wouter doet de voordeur open om ons binnen te laten en hij lijkt helemaal van de
kaart. Hij bazelt wat, maar we weten niet echt waar hij het over heeft. Als we de woonkamer instappen zien we Mimmo in z’n pyjama op een stoel
zitten. Waar Sarah-Moon is weet ik niet. Dan komt Roos naar beneden gelopen met een
donkere man achter zich aan. Roos doet en zegt wel dat er niets aan de hand is,
maar zowel Roos als Wouter lijken helemaal over hun toeren. Wij vragen met wie
we hier te maken hebben en wat de man hier in huis doet en hij stelt zich aan
ons voor. Na een nogal slap christelijk handje, begrijp ik dat dit de dealer is
waar Wouter al weken aan vast zit. Door het gestress van Wouter en Roos die ons
de situatie proberen uit te
leggen, kan hij er tussenuit knijpen voor we goed en wel het gesprek met hem aan kunnen
gaan.
Maar hij lag dus al bij Roos in bed omdat Wouter een schuld bij hem had
uitstaan? M’n maag draait zich om als het tot me doordringt.
Wouter moest toestaan dat de schuld die hij bij de man had uitstaan,
vereffend ging worden door Roos. Deze man stond dus een paar dagen geleden ook
naast Wouter, toen die hem dwong geld bij ons los te peuteren onder bedreiging
van geweld.
Bij Claudio dringt het nog niet echt door, maar bij Jan en mij gaan alle
alarmbellen rinkelen. Overduidelijk dat dit niet goed meer gaat. Mimmo kan binnenkort bij z’n vader in Amsterdam terecht en het zal niet lang
meer duren voor we Roos, Wouter en Sarah-Moon een plek in Rotterdam aanbieden.
Daar ziet Claudio natuurlijk ook tegenop: Leuke dingen doen met z’n zus en
lekker roddelen over hun beider exen en avontuurtjes ok, maar nu zij zo in de
shit zit en de kinderen eronder lijden, ziet ie ze als onbetrouwbare junkies. Jan staat erop dat ze in therapie gaan en hulp zoeken bij een
verslavingskliniek. Wonen bij ons is alleen om die periode te overbruggen. Over een maand of wat krijgen ze onderdak bij "De Hoop" in Dordrecht.
1998.
Ik wil Jan niet onder druk zetten maar ik zeg hem: "Of Clau eruit, of ik!" Claudio ziet nog steeds niet hoelang ik hem z’n gang heb laten gaan. Hoelang ik hem heb vergeven al die jaren, elke keer weer. Clau is altijd zijn eigen gang gegaan.
Dit totaal uitgewoonde pand moest van hem in oude staat hersteld worden. Zijn interesse in klassieke muziek die de sfeer bepaalt (gezellig de hele
week rondhangen op het festival "Oude Muziek" in Vredenburg, Utrecht). De "gay community", ik heb er niets meer mee. Laatst speelde die nog
dwarsfluit bij een reünie-concert van een bekende Rotterdamse band, ging die ook
nog met de muzikant die hem daarvoor uitgenodigd had, op fietsvakantie naar
Denemarken. Dat kon natuurlijk niet zonder een dure nieuwe fiets.
Dit weekend komen Flavio en Mimmo uit Amsterdam. Het gaat goed met Mimmo en
we zouden een dag leuke dingen gaan doen in de stad, voordat Roos, Wouter en
Sarah-Moon hier komen wonen. Claudio heeft er geen zin in. Hij schijnt niet door te hebben dat we dit
allemaal voor zijn familie doen. Na het ontbijt als ik met de afwas bezig ben,
merk ik dat er niet genoeg melk is voor de visite. Als ik Claudio vraag even
naar achteren te lopen en een pak te halen wordt hij kwaad. Net met zijn koffie
onderweg naar boven gooit ie z’n mok door de pas gewitte gang heen, doet de
voordeur open en verdwijnt naar buiten. Dit is voor mij de druppel. Ik ben woedend en zet met een klap het
eerstvolgende ding dat ik had afgewassen op het druiprek. De lelijkste asbak die
we hadden breekt in m’n hand en ik haal m’n linker ringvinger horizontaal vier
centimeter open, van links onder naar rechts boven. Het bloed als een rund en ik
breek in huilen uit. Niet alleen om de pijn, maar ook omdat ik besef dat het helemaal over en uit
is. Tussen Clau en mij komt het nooit meer goed.
Deze zelfmutilatie moet stoppen. Jan wikkelt mijn hand in een theedoek en we rijden met de wagen naar de
spoedeisende hulp. Eenmaal onderweg zien we op de Mathenesserlaan Claudio
oversteken die net uit de coffeeshop komt, maar ik zie nog geen pak melk. Er is
niemand thuis om de visite op te vangen dus Jan stuurt hem door. Als hij me ziet
kijkt ie geschokt maar ik draai het raampje weer dicht zonder hem iets te zeggen
over m’n toestand. In het ziekenhuis is het te druk en ik word met een verbandje om weer naar
huis gestuurd. Maak maar een afspraak bij je huisarts.
(huisarts Verhoef helemaal verontwaardigd: "Wat hebben ze gedaan? Heb je je
zó naar huis laten sturen? Zonder het te laten hechten? Waar ben je geweest?")
Weer terug thuis voel ik dat het voor mij niet meer hoeft en ik zak ter
plekke weg in een depressie. Doodmoe ben ik en helemaal klaar met Clau. Als we even later aan de koffie zitten met Flavio en Mimmo, zien ze snel dat
ik geen puf meer heb om de hele dag mee uit te gaan. Flavio merkt wel dat er
iets is voorgevallen maar komt natuurlijk niet naar Rotterdam om de hele dag met Claudio door te moeten brengen. Ze gaan toch wat doen en ik mag thuis blijven. Ze zoeken het maar uit met Claudio, hun oom.
Wouter, Roos en Sarah-Moon komen op de koffie. Daar zit ik totaal niet op te
wachten nu Claudio het huis is uitgezet. Maar het bezoek hoort bij het
resocialisatie traject dat voor hen door "De Hoop" is uitgezet. Wouter voert het
woord en lijkt er trots op te zijn dat ze al zover zijn gekomen. Ze weten nu ook
van het bestaan van de bijbel en oude schulden vereffenen is één van de
opdrachten die ze dichter bij hun einddoel brengt: De beschermde woonomgeving,
die hen in het vooruitzicht wordt gesteld. Roos legt 2.000 gulden voor ons neer. Gezellig doe ik niet en Wouter
merkt al snel dat ze van mij weer mogen
oprotten. Roos heeft het niet door en vind het nodig om mij nog even duidelijk te maken
dat Claudio al lang weer een leuke, nieuwe vriend heeft.
Alsof ik me daar zorgen om maakte. Volgens mij heeft hij er sinds die hier weg is
wel meer gehad. Nu ik hem geen schuldgevoel meer bezorg, waarschijnlijk elk
weekend weer een ander. Na drie dagen kwam die nog lachend met Richard hier
voorbij lopen, maar hij was nog geen week vertrokken of hij stond huilend met
kapotte bril en blauw oog voor de deur, omdat ie na het uitgaan met Richard op
de Mathenesserlaan overvallen was en heeft moeten vechten. Zijn zus is net zo gestoord als die moeder van hen.
Hun dochter, Sarah-Moon zit erbij en ik weet niet hoe ik er op moet reageren. Wouter
geneert zich voor Roos.
Een tijdje terug had ze ook zoiets aardigs wat ze met me wilde delen. Net aan het bijkomen van een zware griep, word ik door Jan en Claudio
opgehaald voor het concert van de Cocteau Twins, in Vredenburg Utrecht. Daar gingen ook Roos en haar toenmalige vriend Flavio mee naartoe. Tijdens het concert sta ik achteraan, een beetje duizelig van de koorts nog, draait Roos zich naar mij om en vraagt of ik Claudio nog gemist had de
afgelopen dagen. Als ik een bevestigend knikje geef, vervolgt ze: "Hij heeft jou helemaal niet
gemist hoor!"
Nooit heb ik me ergens thuis gevoeld. En als ik hier vertrek zal dat ook
nooit gebeuren. Door Claudio te laten gaan werd ik gedwongen mijn grootste angst
onder ogen te zien. Al 32 jaar bang voor de wereld waar ik niet voor bedoeld was. Daarom pakte ik een spuitbus mee en ging de deur uit als het donker was. Als dit mijn thuis wordt, dan wil ik niet meer bang zijn in mijn buurt. Ik struinde door een nieuwe wereld, want het leven stopt niet als het donker
wordt. Voor veel mensen begint dan hun dag pas. Ik ken het nachtleven in het centrum
wel, maar durfde niet eens in m’n eigen buurt rond te lopen. Ik ben maar twee
keer met m’n spuitbus in het centrum geweest, hartstikke druk met
uitgaanspubliek dus een behoorlijke uitdaging om daar te gaan lopen taggen. Maar
zonder dat ik er erg in had, werd ik al door andere "schrijvers" gespot en
begroet maar ook bespot: bot en recht voor z’n raap :).
Nu lees ik de stad op een hele andere manier. Ik had het gevoel dat ik het
gevaar opzocht, maar kwam juist nieuwe mensen tegen. Al snel was ik over m’n
angst heen en hing rond op de meest beruchte plekken om throw-ups en pieces te
fotograferen.
Veel locaties kon je niet bereiken zonder te klimmen, te kruipen of te
springen. Hier bij ons thuis was ik verantwoordelijk voor de Zaanse stijl van onze
nieuwe schutting: Donker groene planken en horizontale witte strepen. Toen daar
een grote "Timer" op verscheen was ik helemaal verkocht.
Binnen een paar weken had ik mijn eigen tag en begon ik ook zelf
throw-ups
achter te laten. Wat vond ik m’n werk slecht zeg, heel knullig. Ik kan niet
tekenen of schilderen; heb al helemaal geen gevoel voor kleur; vind het al heel wat dat ik m’n
sjablonen niet verpest. Mijn schrijversnaam werd Cloneboy, die z’n foto’s op
gaingate.com zet. In z’n guestbook leest "De Clone" wie er op welke locatie
iets nieuws gezet had en dan ging hij eropuit. Veel mensen hadden nog geen
ruimte op internet en vonden het fantastisch dat hun werk op een website te zien was. Geen locatie was te
gek voor me, ik bezocht ze allemaal.
Ik begon mijn "Clonespots Rotterdam" in
knewarts, de kunstfiles van gaingate.com, waar
ik alle foto’s plaatste die ik schoot. Het is een drukke tijd.
Overdag door de stad of buitenwijken. In de avond alles wat ontwikkeld was
bij de fotograaf scannen, downloaden, lay-outen en publiceren, want als iedereen
slaapt is internet veel sneller. (In het begin moest je nog vierentwintig uur wachten voor de updates
zichtbaar waren.)
Maaskade Zocherspark, Rotterdam.
Adgrafix in Ierland deed onze eerste webhosting. Daar hebben we ook in HTML leren werken. De hele nacht doorwerken waarna ik soms ook nog zelf met een bus onderweg ging. De bezoekersaantallen op de website schieten omhoog. De tag die ik gebruik is CSC "City Scum Crew". Ik spiegel de laatste "C" zodat mijn tag lijkt op een uit elkaar getrokken Yin-Yang symbool. De eerste digitale camera die we hadden, was een simpel dingetje. Een prijs, gewonnen met een prijsvraag van Eneco Rotterdam. Daar heb ik de eerste graffiti foto’s mee gemaakt en dat ben ik blijven doen tot we Flow in huis namen.
In het guestbook verscheen een bericht van Flow, die zich voorstelde als de leider van 3dk-crew Rotterdam. "3000 kids" pieces had ik gespot onder het Rozenlaanviaduct en Flow wil een afspraak maken. Hij keek vooruit want als we nu in het jaar 2000 zitten, komt daarna 3000. Vandaar, kids van het jaar 3000. Maar flow had de hele tijd politie achter zich aan. Flows toenmalige vriendin, Barbara, was de dochter van een advocatenfamilie en die vroeg ons of we hem op konden nemen, zodat hij z’n straf niet zou ontlopen en daarna met een "schone lei" weer verder kon. Flow deed van alles maar leefde in een gevaarlijke wereld.
"Me, Myself and Isolate, Cloneboy Died in '98."
Donderdag 26 augustus 1999.
Eindelijk staat er een afspraak met iemand van Moederheil, om binnenkort mijn
dossier op te gaan halen.
13:00 uur hebben we een ontmoeting met Jopie (Snelweg) Snelders in de nieuwe
dependance van Valkenhorst. Het oude gebouw is inmiddels gesloopt en ik begrijp
van haar dat wat er op deze nieuwe locatie nog van over is alleen uit
crisisopvang bestaat, voor gezinnen die met huiselijk geweld te maken hebben:
Residentie Valkenhorst aan de Assumburgstraat 1, in de Ypelaar buurt.
Een lang gesprek werd het niet. We werden uitgenodigd even in de
gemeenschappelijk ruimte op de begane grond plaats te nemen aan een tafeltje,
alwaar ze me de grote enveloppe overhandigde. Er zat ook nog een boekje bij over
Moederheil met veel foto's. Maar veel antwoorden had ze verder niet voor me.
Op de aanvraag van mijn moeder voor opname in Moederheil staat dat mijn vader
chauffeur is en getrouwd. Heb haar wel laten weten dat ik na die vier jaar in Moederheil bij een
verschrikkelijke moeder terecht ben gekomen.
Zal ik het allemaal verbranden?
In de krant lees ik over het misdaadprogramma van Peter R. de Vries. Hij stapt naar de rechter omdat iemand een tweede uitzending over Koos Hertogs probeert te verbieden. Koos Hertogs blijkt in de Long Stay gewoon kinderporno te kunnen krijgen. Bij mensen die nooit meer vrijkomen schijnen ze dat door de vingers te zien. Peter R. wil die praktijk laten zien. Ik kijk zijn programma's daarover niet, want dat kan ik niet. Wat dagen daarna staat er een ingezonden brief van mijn oud docent wiskunde in de Volkskrant:
Ik heb de uitzendingen niet gezien, maar deze reactie van Fred Rohde bezorgt
me slapeloze nachten.
Totaal onverwacht komt alles wat er met Tialda is gebeurt, dubbel zo hard terug.
Na een week of twee maak ik een afspraak met de psycholoog.
2007.
Dat Bep haar laatste weken inging weten we wel. Maar hoe dichterbij haar
einde komt, hoe meer ik hoop en verwacht dat ze uiteindelijk toch nog wel met
iets over de brug zal komen. Maar toegegeven, ik vrees het ergste. De laatste
paar keer dat we bij haar langs geweest zijn, zat ze ons gewoon weg te kijken in
d’r dure luxe stulpje. Ik heb wat haar betreft natuurlijk ook de boel verpest toen Dirk en Jiska
gingen trouwen.
Tja ze is nu oma en Frans is opa van Dirk en Jiska hun eerste kind. Ook nu
blijf ik gewoon een buitenstaander en geven ze me het gevoel dat ik ze teveel
ben. Ze hebben mij niet nodig in hun wereld. Eind oktober was ik gaar van de griep en toen kwam het telefoontje van Frans. Het gaat niet meer met Bep. Ze is vannacht gevallen en nadat ze terug in bed
kwam, is ze in coma geraakt. Haar laatste uren zijn aangebroken, of we naar de
Westerdreef komen. Natuurlijk, ze knijpt ertussen uit. Die antwoordt niet meer. Als we er aankomen is Dirk er ook. Bep ligt in comateuze toestand voor lijk
op bed. Frans en Dirk willen eromheen zitten. Handje vasthouden, strelen.
Gadverdamme. Als ik haar hand even vastpak, weet ik genoeg. Ze ligt in coma en zal niet
meer herstellen. Humaan zou zijn om de spuit erin te zetten. Ze willen haar nog
wat uren "bijstaan" maar waarom weet ik niet. Ik ga naar beneden.
Jan en ik, Zocherspark Rotterdam.
Schrijf het eens een keertje op joh! Nee dat gaat niet gebeuren! Wat denk je nou, ik ben een dramatisch
middelmatige schrijver, belabberde woordenschat en dan dat
kutleven van mij een beetje gaan zitten oprakelen? Chronologisch gruwelen. Nou
sorry hoor, ik zie niet in wat daar nou zo leuk aan is. Ik denk dat ik nauwelijks een "normale" dag kan beschrijven, zonder er een
week depressief van te geraken.
Waarom zou ik dat over mezelf afroepen?
-Je hebt toch al veel geschreven! Je kunt toch beginnen met de locaties waar
je allemaal gewoond hebt, gewoon wat fragmenten? Meer dan fragmenten zullen het ook niet worden hoor. Voor de PC er was, schreef iedereen toch veel! Bep schreef ook veel, maar echt vrolijk werd ik er niet van en Bart’s
handschrift was bijna niet te ontcijferen, zo onduidelijk schreef hij. En dan al die dagboeken van mij: Man, wat een drama. Al die angsten, jaren van dreiging en oplopende spanningen.
-Maar vind je je leven dan voltooid?
Toen ze voor lijk lag in dat te dure vakantiehuisje van d’r, waar ze ons
liever niet meer zag, heb ik haar uitgelachen via de grote spiegels van haar
luxe klerenkast en met verbazing gekeken naar haar dooie hoofd en mijn eigen
houding, waarvan ik wist dat ik me er later voor zou generen, maar ik kon me
niet inhouden en moest wel lachen. Is het nou hélemaal over? Ik geloofde het nog steeds niet, terwijl ze koud en
lijkbleek toch geen enkele sjoege meer gaf. Is dit leven voltooid? Zij heeft haar leven toch ook vergooid? Was toch een beetje een zinloze exercitie, dat dramatische gezin van d’r? Ons gezin was net zo disfunctioneel als het gezin waar zijzelf uit kwam.
Maar met haar dood had ik inderdaad het gevoel dat mijn leven voltooid was,
ja. Het leven dat maar niet beter werd, toen zij nog vrij rondliep op aarde. Ik ben nog nooit zo blij geweest. Die verlossing dat besef van
onomkeerbaarheid. Ik hoefde niets meer te verwachten van haar, hier stopte alles. Wat een opluchting. En waar ben ik nou al die jaren zo bang voor geweest? Ze wordt nooit meer wakker, ze kan niks meer, ze doet niks meer, ze zal nooit
meer te horen zijn, on-ge-loof-lijk.
Eindelijk bevrijd van mijn ergste vijand en ik heb haar niet eens zelf om het
leven gebracht.
Nu ze dood was, kreeg ik natuurlijk ook geen antwoord meer op de meest
elementaire vragen waarmee ik m’n hele jeugd geworsteld heb. Maar 41 jaar geen duidelijkheid, eromheen blijven draaien en voor zich uit
blijven schuiven is natuurlijk ook een antwoord.
Kut wijf. Alsof hiermee tegelijkertijd een ontzettend gênant familiedrama voorgoed in
de doofpot is verdwenen.
GUMBAH, Volkskrant. Dagen na haar begrafenis.
Ik kan nu ook wel stellen dat de keren dat ik wel wat aan haar had op één
hand zijn te tellen: Begin een dagboek, de oudpapier actie voor Qbus, de keer
dat ze net op tijd was om te voorkomen dat ik in elkaar geslagen werd voor ons
huis en 4: Eindelijk eens een keertje doodgaan! Ik kom niet eens aan vijf.
Jammer dat Bart eerder ging.
Weet je nog wat je zei tegen me? Je bent toch niet voor niets weggelopen van
haar?
Nou, dat was alleen maar omdat ik in vrijheid een einde aan mijn leven wilde
maken. Ik ben wel vertrokken, maar denk je dat ik de rest van mijn leven elke dag
geconfronteerd wil worden met de effecten van mijn gelukkige jeugd? Daar heb ik echt totaal geen zin in, ik gebruik niet voor niets van alles en
nog wat.
Nu Bep er niet meer is merk ik hoe overbodig alle drama was. Dat viel me natuurlijk al op toen ik van de Heereweg vluchtte in 1984.
Het was gewoon zinloos, nergens voor nodig en toch moet ik de rest van m’n
tijd leren dealen met het onvermogen, de achterstand, de zelfhaat.
Sinds Breda ben ik al teveel en werd door Bep alleen maar uitgedaagd,
beledigd, gehaat, geslagen, vernederd, voor schut gezet, gekleineerd. Van de ene depressie in de andere, al het fysieke ongemak dat al begon in het
tehuis. De wereld is geen plek voor mij. Ik heb ook op alles en iedereen wat aan te
merken.
Vader, Wees gegroet
Mijn vader die in de hemel zijt, je naam ben ik vergeten.
Je rijk kan me gestolen worden.
Je wil mocht dan geschieden op aarde,
het is waar ik geen hemel ken.
Geef me reden, al vraag ik om dood.
En ik vergeef je niet je schuld,
Zoals ook jij me niets te geven had.
Daardoor mijd ik elke bekoring.
Verlos me van die schade, samen.
Wees gegroet
Wees gegroet maria gaat snel te rade
de heer is in u
gij zijt de gepaalde onder de vrouwen
en gefaald heeft het gen
als vrucht van uw schoot
schijnheilige maria, hoedster van het kot
bid voor mijn mond aars
nu breng ik het vuur tot in uw schoot, schamen
clon3b0y
Edoch, den twijfel ende wroeging, sinds 1998 heb ik geen letter meer aan het
papier toevertrouwd, da’s nu 23 jaar geleden. Al die jaren alles van me af
schrijven was om de schade die ik anderen toebreng te beperken en om niet te
vervallen in overmatig drugsgebruik of crimineel gedrag.
Vond het wel weer
genoeg voor een tijdje, werd een beetje onwel van die letterdiarree, wat een
verliezer.
In de lente van 2001 drong het tot me door wat voor onmogelijke klootzak ik
was geworden. Ik liep wel vaker naar buiten toe om m’n frustraties uit te schreeuwen, maar
nu? Die dag dat ik gewoon even de tuin inliep en stil was, hoorde ik de buren
praten aan de andere kant van onze schutting, op straat. "Ja joh, hier woont een
bully." Nou dat kon niet anders dan over mij gaan, de boze buurman die af en toe z’n
frustraties uitschreeuwt in de tuin. Wel heel raar om zo te eindigen. Ik weet het, ik ben onmogelijk om mee samen te leven. Een eenzame narcist en
nog vol zelfhaat. Maar ik probeer iedereen met rust te laten.
Collage Scum, 1999.
Foto: Claudio Bartolozzi, Rotterdam 1986.
beste dok,
Hier ter verduidelijking nog wat over mijn "gebruik".
Aan mijn moeilijke verleden heb ik het een en ander overgehouden;
overgevoeligheid, manische depressiviteit, slapeloosheid, adhd, twijfel aan de
waarde van mijn bestaan, doodsangst verwerkte ik met verslavingen, suïcidale
neigingen. Ik rook daardoor al 37 jaar, mijn moeder rookte 75 sigaretten per dag en
tijdens haar depressies vlogen de asbakken geregeld door de kamer, jarenlang heb
ik sigaretten en alcohol voor haar gehaald. Toen ik het ouderlijk huis ontvluchtte hoopte/verwachtte ik dat ik snel een
overdosis zou kunnen nemen... zonder Jan zou dat ook wel gelukt zijn. In plaats van er een eind aan te maken moest ik m'n problemen onder ogen zien
en veranderen... ik heb veel drugs gebruikt (g.h.b. speed paddo’s truffels stuff
cocaïne mdma xtc)
Sinds het jaar 2000 ben ik daarmee gestopt en heb ik via de ggz (Mathenesserlaan)
ook Prozac en Orap gebruikt maar niet voor lang (de consulent toen vroeg ook of
ik niet goedkoop medicijnen wilde scoren voor mijn verslaving en of ik ze niet
zelf zou doorverkopen op straat).
Weed is altijd goed voor me geweest, goed tegen slapeloosheid, goed tegen
misselijkheid, goed bij opwekken eetlust (neiging tot anorexia), goed tegen
opgefokt agressief gedrag (fijn voor m'n omgeving en ik hoef niet meteen op
genomen te worden in een geestelijke gezondheidsinstelling). Weed voorkomt dat ik
naar sterkere drugs grijp. Net zoals toen bij de ggz voel ik me een beetje beledigd, ik heb nooit
gedeald en nooit iemand lastig gevallen met mijn problemen, zonder jan was het
nog moeilijker geweest maar sinds 2012 ben ik systematisch gaan bijhouden wat ik
gebruikte en gaan minderen... Rookte ik eerst meer dan 5 gram per dag, nu doe ik
3 dagen met 5 gram. Maar de laatste jaren merk ik dat ik niet meer kan minderen dan ik doe. Ik weet van zeker 6 shops in Rotterdam dat ze allemaal hetzelfde verkopen
(niet goed beter best, maar slecht slechter slechtst) duur, slaat op je longen,
geen betrouwbare informatie, men praat ook geen Nederlands meer en heel slecht
Engels.
En zoals ik aan de telefoon al zei, de medicinale wetenschappelijk
gecontroleerde cannabis van Bedrocan doet me nog minder roken.
Ik stop anders wordt het te lang... ik had gedacht dat er wel een patiënt in
Rotterdam zou zijn die vijf gram per dag rookt maar de Beukelsdijk apotheek had
iemand die om de twee weken nodig heeft? koopt diegene ook nog bij coffeeshops?
het meeste effect heeft de bedrocan op de misselijkheid die opkomt na het
gebruik van hun Movicolon (ik vraag om een andere steeds, maar krijg altijd de
Movicolonsmaak waar ik misselijk van word.)
Ik ben altijd bereid meer duidelijkheid te verschaffen, met vriendelijke
groet, E.K.
Banner van Stichting Groot Manhattan voor de website.
01.15 rook ik wat, hangend uit het raam aan de voorkant op de bovenste
verdieping. Er scheert een vleermuis onder m’n raam door.
Dan nog één van rechts, maar die maakt voor mijn raam een bocht en schiet met
een rotvaart recht voor me uit naar de overkant. Wow, mooi dacht ik. Mijn blik gefixeerd op de overkant.
Na een paar seconden zie ik weer iets terugkomen en voor ik er erg in heb hangt
ineens de
vleermuis voor m’n ogen, stil in de lucht.
Een seconde of wat kijken we elkaar
recht in de ogen. Plots laat de vleermuis zich vallen en weg is die weer.
Als de zon net onder is stap ik even het dak op om over de stad heen te kijken. Ik zie de kerk op de Beukelsdijk. Met de wind in m’n gezicht hoor en ruik ik Blijdorp dat daar achter ligt; de olifanten, de zeehonden, vogels. Dan hoor ik achter me lawaai dichterbij komen en terwijl ik me om draai scheren er ineens meer dan vijftig grasparkieten, als een groene wolk, amper een meter over m’n hoofd heen. Even sta ik in de wind die hun passeren teweeg brengt en hoor ik ze in vlucht met elkaar communiceren. Tegen het vallen van de avond zie je er de laatste tijd steeds meer door onze laan vliegen. Alle parkieten zoeken de randen van de stad op als het nacht wordt.
Dirkje in de kinderwagen, ik op m'n step. Wageningen 1971.
Bewerking; Scum Rotterdam 2004.
Collage Scum 2009. "Hard Times" B-kant van mijn eerste singletje van Kiss 1977,
grijsgedraaid op de pick-up van
tante Marga. Een concert ticket van Kiss 1999.
Links en rechts een plectrum en een foto van mijn Conservatoriumpas
op een driehoekige foto van Rob in een choreografie van het Nationaal Ballet.
Drietand oud ijzer.
Cloneboy: "Het Komt Nooit Meer Goed"
Afweergeschut Scum Rotterdam 2008.
Scum: Glas uit tramhalte, putdeksel, remschijf, raampen, koperdraad.
Schetsboek Scum voor gietwerk: lood, aluminium, zink, tin.
Opa S. was smid, ik had het graag van hem geleerd.
Zelfie Rotterdam Oktober 2021.