mandelige last
of
gemeenschappelijke kracht ?
aanzet voor een ondergrondse
gezamenlijkheid
basis voor fundamentele
omgevingsverantwoordelijkheid
Mijmerend over de opmerking vorige week, dat
mandelige, "gemene" muren
rusten op
een heipalenreeks die dan dus ook
gemeenschappelijk bezit is van de
belendende percelen,
leg ik jullie nu graag de volgende gedachten voor:
Doordat de vijf panden van ons Blok
met vier gemeenschappelijk muren zijn
verbonden
die rusten op vier rijen eveneens mandelige heipalen,
mag je
veronderstellen,
dat "Blok" niet zomaar een abstract begrip is
voor een
verzameling heipalen onder een aantal huizen,
maar ook de benaming kan zijn voor mandeligheid
1 stichting apparte- |
2 b | 3 a |
4 stichting woon/werk- |
5 a 2 |
5 a 1 | ||||
2 a | 3 b | 5 b | ||
heipalen blok 5 panden | ||||
geen VvE nodig |
VvE = VZB vastgoed |
VvE actief |
geen VvE nodig |
VvE in actief |
heipalenblok als
" gemeenschappelijk bezit
".
Dat zou kunnen inhouden,
dat bij gerede twijfel over de kwaliteit van de
heipalen
alle pandeigenaren
een verantwoordelijkheid delen in het voorkomen
van
schade, als het Blok niet stabiel zou zijn,
of als het risico bestaat dat
door
bodemtrillingen bij zwaar verkeer bijvoorbeeld,
de aanhechting van gevel en
zijmuren verslechtert,
of een pand zijwaartse druk gaat uitoefenen.
De eigenaren van de panden zijn dus allemaal,
al dan niet in VvE-verband,
ook
nog eens gezamenlijk bezitter van het Blok.
Dit werpt een verfrissend licht op onze,
door de gemeente veronderstelde
heipalenproblematiek
met de
daaraan gekoppelde mogelijkheden voor
de
financiering/subsidiëring van onderzoek
en eventueel herstel.
In het Burgerlijk Wetboek (BW)
wordt ten aanzien van “Mandeligheid”
in Boek 5,
Titel 5 opgemerkt:
“Mandeligheid brengt mede, dat iedere mede-eigenaar aan
de overige
mede-eigenaars toegang tot
de mandelige zaak moet geven”,
alsmede:
“Mandelige zaken moeten op kosten
van alle mede-eigenaars
worden onderhouden,
gereinigd en,
indien nodig,
vernieuwd.”
Kortom:
Je bent niet alleen een groep buren
met een
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
de fundering van de woningen;
je kunt ook
in die toevallige, willekeurige samenstelling
een basis vormen voor
omgevingsverantwoordelijkheid.