de muur van malle japie
Restant van het huisje van Jacob, broer
van Samuel.
Hij was niet helemaal serieus te nemen, maar had wel erger voorkomen bij een
grote brand in Warmond, door in de vroege morgen blazend op een trompet de
straat op te rennen, nadat hij een hevige brand had ontdekt.
In 1834 meegekomen naar Noordwijkerhout met Leonardus, zijn vader en zijn broer
Samuel.
Toen Samuel de boerderij/bakkerij/kookerij in 1875 had overgenomen van zijn
vader, was
er al een huisje gebouwd voor "Malle Japie" aan de Schulpweg (nu Zeestraat).
Bij de bouw van het het huidige
pand in 1934, was Jacobs huisje al afgebroken. Alleen een muur met poort bleef staan als
afscheiding van de straat en wat toen de "Hooge Tuin" werd genoemd. Achter
het pand van de Firma lag in die tijd een meter of drie lager de "Diepe Tuin" op hetzelfde niveau
als de bollenvelden van Guldemond, de Lisser bollenboer, die Noordwijkerhout
voor het gerecht daagde, toen de gemeente de Guldemondsloot wilde dempen, het
historische "Guldemondarrest".
Het pad (de Molenweg) kende echter een recht van overpad. Zodoende werd de demping van
de sloot ongedaan gemaakt en werd met het kippenbruggetje de vrede tussen Guldemond en Noordwijkerhout hersteld. De Verlengde Hoofdstraat, in mijn jonge
jaren nog "'t Harde Pad" genoemd, had in mijn kleuterjaren nog een verbinding
vanaf de Dorpsstraat.
Hoogstraat en Viaductweg bestonden nog niet, toen tussen
de boerderij van Dobbe en de IJswinkel van Steekers het pad begon dat naar mijn
idee nog vroeger liep naar 'De Molenweg', die nu nog bij de Vlashoven op de
Kerkstraat uitkomt. Later meer hierover nu terug naar de muur van Malle Japie.
Aan de tuinkant was het ruwe metselwerk
zichtbaar met hier & daar nog verkleuringen. "Van de brand", zei mijn vader.
Japie had op een koude wintermorgen 'ns een schep vuur meegenomen uit de oven om
in zijn haard te gooien. En daarbij was het misgegaan. De vlammen sloegen door
het dak van zijn lage huisje.
Hij hoefde nu niet trompetterend door de straat. Het vuur was snel onder
controle, maar zijn eenvoudige huisje was onbewoonbaar.
Aan de straatkant werd de muur glad gepleisterd Een rij dakpannen er bovenop gemetseld
maakte vanaf de straat gezien de erfafscheiding compleet. Een groenhouten poort,
vanaf de tuinkant te openen, maakte dat je aan beide zijden van het huis en
vanuit de winkel de straat op kon.
Op de foto hieronder staat de muur tussen het pand van de
Firma, gebouwd in 1934 en de Salon van Jan Willemse, de dameskapper en broer van Cor,
die om de hoek in de Dorpsstraat de heren kapte en een sigarenzaak had.
Daarnaast was
nog een winkel die Cor verhuurde. Er was een kleine kantoorboekhandel gevestigd met de
dorpsbibliotheek. Later verhuisde de bibliothecaris met zijn winkeltje naar
de winkel die drukkerij Buijze had laten bouwen op de plek waar voorheen
Steekers zijn ijs verkocht (en zijn eetbaar papier voor 1 cent per vel). Vanaf 5
cent kon je er al een ijsje kopen.
Gerard Willemse begon in de voormalige boekenwinkel een
patatzaak/snackbar en werd een geduchte concurrent voor Thomas Vrolijk, de
visboer die in de Havenstraat de eerste was die in ons dorp patat met mayonaise, kroketten en
slaatjes verkocht. Dat was voor zijn gezin een mooie aanvulling op de inkomsten van de
"Vrijdag Visdag" die het Roomse Noordwijkerhout hem bood.
de muur van malle japie, de firma,
hotel vd geest, schoenhandel de klerk
De
poort bij "het kantoortje" links aan de zijkant van de winkel verdween toen Bert Augustinus een deel van de tuin kocht om met zijn collega groenteboer Jan
Broekhof een garage/opslagloods te bouwen. Een solide muur kwam er voor in de
plaats met daaraan de toegangspoort voor de groentewagens van de nieuwe buren.
Als afscheiding tussen de Firma en de Groenteburen werd een meer dan manshoge halfsteensmuur gebouwd met bovenop
prikkeldraad in klodders cement. De Hooge Tuin was nu een zijtuin met alleen nog
een pruimen- en een perenboom. Maar de muur van Japie bleef nog jaren staan met
daarachter de oude Hulstboom. En halverwege het was- en fietsenschuurtje van
Jan Willemse stonden nog
een Seringen- en een Sneeuwballenboom.
Dus vroeger konden we nog hardlopen rond het huis, of
met een entree aan de poort circus in de tuin organiseren: clowns- & cowboynummers ("wij gaan naar kanáááda"),
met een "dodensprong" uit het meelzolderraam, pijltjes gooien in een
Indianendans naar een aan de boom gebonden "blanke boef".
In de tuin groeven we
gangenstelsels: op zoek naar de verloren kelder onder de bakkerij & de oude beerputten.
Toen we daarbij onder de fundering van de bakkerij kwamen, werd dit terstond
verboden en werd de zijtuin gereserveerd voor een konijnenheuvel en later voor kippen & ganzen.
Halverwege de jaren 50 speelden we poppenkast in
de garage en tien jaar later oefenden we met The Saints op de meelzolder van de
bakkerij.
De verhalen zijn er nog.
Maar nu eerst:
de nassibal
Vroeger, in de tijd dat Augustinus onze voortuin al in bezit had, heb ik 'ns
na een eerste hap, een nassibal van Gerard Willemse over de muur van
Malle Japie gegooid.
Zo maar over de muur in de brandnetels aan de andere kant bij de hulstboom.
Het kwam wel vaker voor; niet het gooien, maar het even naar Gerard gaan.
Kwam je terug van het brood uitventen in de namiddag, had je soms lekkere trek.
Ik ging dan bij Gerard meestal een nassibal halen om die mee naar huis te
nemen en tussen twee sneeën brood te prakken.
Soms haalde ik het huis niet met de bal en vloog het zakje over de muur bij Augustinus.
Maar die dag ging het anders:
Nauwelijks bij Brama de hoek om, kon ik me niet inhouden, haalde de nassibal
uit het zakje en daar
waar
de geur van bakkerij de Vroomen overging in die van
kapsalon Willemse nam ik een eerste hap.
Oef, wat is dat lekker!....
Nauwelijks echter had ik een eerste slikbeweging gemaakt of...
"O, God, 't is vrijdag vandaag...."
In een reflex gooide ik het restant van de bal over de muur van Malle Japie
en, m'n doorslikken niet meer kunnen tegenhoudend,
besefte ik,
dat ik gezondigd had.
Vóórdat ik de plof hoorde aan de andere kant van de muur
realiseerde ik me inmiddels,
dat het religieuze gebod "geen vlees eten op vrijdag" was afgeschaft.
Vrijdag was al een paar jaar geen "vasten- & onthoudingsdag" meer!
Raar hè, hoe lang je het schuldbesef ongerept kunt houden.
noordwijkerhout in 1966
|