"Het lijdt geen twijfel, dat er iets vreselijk is misgegaan.
Een zeer klein percentage van de wereldbevolking bepaalt het lot van bijna alle wereldbewoners en de gevolgen daarvan worden steeds rampzaliger."
"Om te begrijpen hoe deze situatie is ontstaan, dienen we het probleem terug
te voeren tot datgene wat het ontstaan van koningen, priesters, opzichters en
rechters mogelijk heeft gemaakt", vervolgen G&W, waarbij ze willen
proberen "met de hulp van inheemse critici de sporen van het menselijke verleden
met een frisse blik tegemoet te treden."
Zo willen ze onbevangen van Westerse verworvenheden en inzichten van verlichte
opinievormers als Rousseau en Hobbes zoeken naar de oorspronkelijke mens die
fysiek en in geestelijke vermogens onze gelijke is. Het enige verschil tussen de
vroege en de hedendaagse mens is de tijd waarin het collectieve geheugen zich op basis
van kennis en inzicht ontwikkelt. Daarbij is de omgeving waarin je opgroeit in
hoge mate bepalend voor de effectiviteit ervan.
De in grotten of onder een bladerdak wonende mens bestaat ook nu nog weliswaar, maar was in die vroegste perioden evenzo al in staat omvangrijke, architectonische bouwwerken te realiseren. Er waren dus al geregelde samenkomsten van verspreid wonende, kleine groepen, concluderen G&W. De mens leefde dus al vroeg met grote verhalen. En zij tonen aan, dat de mens in die vroege periode in kleine, dynamische groepen volkomen vrij leefde. 'Vrij van koning, kerk of kapitaal' zouden we dat tegenwoordig noemen. Niet in "rudimentaire, afgezonderde groepen, maar wijdvertakte netwerken" en in steden die op veel plekken van de wereld begonnen als "grootschalige burgerexperimenten die vaak niet de verwachte eigenschappen hadden van bestuurlijke hiërarchie en autoritaire heerschappij" (559)
Dankzij hun onbevangen "frisse blik" hebben G&W onze verre voorouders kunnen ontdoen van de karikaturen* die ondanks de Verlichting nog steeds aanwezig zijn in het hedendaags bewustzijn. Van daar af zijn ze op zoek gegaan naar feiten en omstandigheden die hebben geleid tot hiërarchische structuren. De toenemende aantallen en de daarmee samenhangende complexiteit als directe oorzaak van ongelijkheid wijzen ze in principe af. Ze noemen Athene, waar de aristocraten weliswaar wat hooghartig deden over het democratisch gepeupel, en Sparta waar burgers zich als gelijken zagen in een strijdvaardig ideaal, maar spreken daarbij ook over lijfeigenen, 'slaven' zeggen anderen*, die ze voor hen op de landerijen lieten werken. In zijn Tedtalk is Wengrow wat realistischer over het oude Athene.
Die frisse blik is een goed uitgangspunt om de oervrouw te kunnen duiden die
de mens met zijn drie vrijheden* ter wereld heeft gebracht. Het kan echter zijn, dat
we iets over het hoofd zien als we de oorsprong van de 3K-machten* proberen vast
te stellen, nadàt de jagers-verzamelaars, de voor de medemens boerende
landbouwer en eerste vrije, verstedelijkte gemeenschappen zich hadden
gemanifesteerd.
Ook bij veel mede-aardbewoners zien we groepen met gezag en ordehandhaving.
Zelfs opvoedkundig en economisch handelen is waarneembaar en niet alleen bij de
primaten, onze hoogontwikkelde, evolutionaire familie-groepen, maar zelfs bij
insecten. Ook de drie
basisvrijheden komen we bij hen tegen, met risico's die we ook bij
mensengroepen wel 'ns zien.
Daarnaast kun je ook met een open blik in de huidige samenleving nog menselijke
mechanismen waarnemen die ruimte bieden voor 3K-machten. Lou de Palingboer is
daarin voor NL-talig Europa misschien wel een heel plat voorbeeld, maar hij wist
in de naoorlogse jaren als 'Zoon van God' decennialang honderden
volgers religieus te emotioneren.
Halverwege de jaren 70 werden fossiele resten gevonden van mensachtigen die,
gezien hun grote teen, niet meer in bomen woonden, maar een wandelend leven
leidden. Legendarisch werd Lucy die door sommigen als oermoeder van de mens werd
bestempeld. Ze leefde zo'n 500.000 jaar geleden.
Laat ons die periode nemen: de mensachtige kwam uit de bomen en ging op de vlakte
wonen. In kleine groepen.
Van nesten-vruchtenplukker tot jager-verzamelaar.
In de tropen staan bomen vaak het gehele jaar in bloei. Boombewoners
kunnen dus grazend door de bomen hun bestaan ontwikkelen. Dat zal ongetwijfeld
wel 'ns tot problemen hebben geleid als groepen bij het overstappen van een
leeggeplukte boom hun oog op eenzelfde verse boom hadden laten vallen, maar de
behoefte aan strategisch beleid zal nog niet sterk ontwikkeld zijn. Er is
relatieve overvloed, de prikkel tot vooruitzien zal zich voornamelijk nog
beperken tot waakzaamheid ten aanzien van vleeseters voor wie ze een
aantrekkelijke prooi zijn en het daarmee samenhangende spelelement van
verstoppertje spelen en het elkaar achterna zitten door de bomen.
Het betreden van de steppe zal aanvankelijk rondom de boom hebben plaats
gevonden omdat de boom ook eerder al als vluchthaven diende. Het steppe-bestaan
zal waarschijnlijk ook een duidelijker versterking van groepsidentiteit
hebben gegeven. Vanuit die situatie gingen de nakomelingen van Lucy hun wereld
verkennen.
Wandelen maakt waakzaam, nieuwsgierig en roept vragen op. Zeker als
je af en toe moet rennen voor je leven of voor het vangen van een konijntje. Dat
laat zich niet zo makkelijk pakken om opgegeten te worden als die paar eieren of
vogeltjes die nog nestafhankelijk zijn.
Door het verhuizen naar de steppe wordt een beroep gedaan op het strategisch-tactisch denken. De sterkste man in denk- en spierkracht zal
ongetwijfeld in die periode min of meer vanzelfsprekend een leidende positie
hebben verworven. Ongetwijfeld zal hij in gesprekken onder de boom of op de
meent waar de hutten omheen stonden kringgesprekken hebben gevoerd met 'de
oudsten' of met degenen die het boeiend vonden, mee te denken over waarom het
vandaag wat minder ging en morgen beter moet.
In die periode waren er ook vragen waar geen antwoord op te geven was. Net als
tegenwoordig zal ook in die tijd het kind met zijn "waarom?"-vragensalvo's de
nieuwsgierigheid bij de ouderen zijn blijven prikkelen. Het waren
de vragen die overwegend op angst en verwondering gebaseerd waren: angst voor
het onbekende, de donder, de bliksem, de wind die gaat stormen; verwondering
over de dagelijks terugkerende zon, de bomen en de planten, sneeuw, geboorte en dood.
Daardoor zal ongetwijfeld de 'aard' van de mens zich sterker ontwikkelen. Het
groeiend bewustzijn versterkt de groepsspecifieke cultuur*
en voedt de meningsvorming.
In deze fase ontwikkelen zich drie aspecten van het menselijk bewustzijn. Voor het gemak noemen we ze de 3R-partities: Regio, Ratio, Religio.
In deze periode, bij het verkennen van de steppe, ziet de ietwat gefrustreerde slimmerik een mogelijkheid om mee te tellen. Hij voelt zich onvoldoende gewaardeerd in de clan van oudsten en de groep die rondom de leider voortgang en veiligheid bewaakt. Maar als hij aandacht merkt voor zijn fantasierijk duiden van dromen, angsten en verschijnselen, bouwt hij zijn veronderstellingen uit tot oerconcept van het begrip dat in veel huidige Europese talen is terug te vinden in woorden als Dieu of God.
In de Noord-Europese talen overheersen varianten van God, Gott, Gud. Volgens
mij zijn die gerelateerd is aan het oerbegrip 'goed', 'gut'.
In de Zuid-Europese talen Dieu, Deus, Theos bleef de oorsprong me lang
onduidelijk. Enige maanden geleden echter kwam ik een artikel tegen over het
spijkerschrift waarin de oudst bekende taal geschreven werd, het Soemerisch. In
die 'begrippentaal' bestaat het woord 'Daus', dat staat voor de opkomende zon, de dagelijks
terugkerende kracht die ijs deed smelten, water deed verdampen, wolken liet
regenen en oogsten deed groeien. In rituelen werd die opkomende zon begroet als
trouwe bondgenoot. Het begrip 'Daus' behelsde niet 'God als schepper van de mens' werd erbij
vermeld.
Toch lijkt me, ook omdat hier (in het zuidelijke deel van Mesopotamië)
het Ur der Chaldeeën lag van waaruit Abram naar Kanaän vertrok, de aanname dat
Deus verwant is aan Daus, plausibel.
Dat in latere jaren het woord 'Jahwe' in Joodse kringen dominant werd, kwam
omdat volgens de overlevering Mozes vroeg: "Wie zijt Gij", toen hem de stenen
tafelen werden gebeiteld. De stem antwoordde: "Ik Ben Die Is", wat in de taal
van Mozes geklonken zou hebben als 'Jahwe'.
Aanvankelijk zal het godsbesef nog niet geleid hebben tot dienstbetoon,
liturgie of de tien geboden. Het ligt meer voor de hand, de huidige samenleving
globaal analyserend, dat de ziener/prediker of leider zich pas als (on')heilsprofeet is
gaan manifesteren, toen de groep de grenzen van de algemene redelijkheid
zonder spijtbetoon schromelijk verwaarloosde.
Daarnaast kennen we ook de
voorbeelden van de Grote Leider die zijn functie in gevaar ziet komen:
Keizer Constantijn bemerkt, dat de christenslaven in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling in aantal en intelligentie een grote macht zijn gaan vormen in het decadente Rome. Om zijn positie veilig te stellen, schenkt hij de christenen alle tempels van Rome en benoemt hun contactpersoon tot Pontifex Maximus. Daardoor ontstond de 'paus' als 'plaatsvervanger van christus' en werden de ideeën van hun profeet Jezus met voeten getreden.
Wat dat betreft blijft het Soemerische Daus-ritueel een mooi, vroeg voorbeeld van een
oorspronkelijk goddeloos bestaan in een kosmische beleving.
In de Hatha Yoga is dit ritueel
tegenwoordig wereldwijd bekend als 'De begroeting van de Zon'.*
In een aantal poses begroet je de energiegevende zon en accepteer je met respect je eigen
nietigheid.
werk in uitvoering
bijgewerkt
14-11-2023
Het Begin van Alles
in ons frame 2 focus
voor pc met monitor
of phone stream tv
Luchthartige beschouwingen
voor ná
Het Begin van Alles: