Vom Kinde Aus
de wereld is bedoeld voor morgen
samenwerken met respect voor de menselijke diversiteit
globaliseren in een regionale/lokale dynamiek
1969 Noordwijkerhout "Leven nu.. & morgen" Rotterdam, 2023
Zoals Boerwinkel* stelt: Je kan de loop der mensheid vergelijken met een rivier
die niet overal en altijd even gelijkmatig voortkabbelt, maar af en toe
stroomversnellingen, een waterval, soms ook een ondergronds vervolg kent. En dan
weer traag door oneindige vlaktes kan stromen. Als wij willen bekijken op welke
plek van die rivier wij nu zitten, dan zullen we de ontwikkelingen van deze tijd
moeten plaatsen in de lijn van onze geschiedenis. Pas dan wordt duidelijk dat
inclusief denken normaal is.
Het mens, de soortnaam is onzijdig, bestaat zo'n 300.000 jaar (zeggen
wetenschappers) en heeft zich, de aarde verkennend, ontwikkeld tot die
"zij/hen/hij" nu is:
* divers in culturen
wereldwijd;
* continentaal in grote verscheidenheid;
* in groeperingen karakteristiek;
* fysiek en qua bewustzijn
uniek.
“Ik” is dus een bijzonder fenomeen.
We hebben ons volgens de huidige, gangbare wetenschap ongeveer 2 miljoen jaar
geleden ontwikkeld vanuit "de primaten", een zoogdierenfamilie. Vanaf Homo
Habilis (de handige mens) ontwikkelden we ‘wandelvoeten’ met een grote teen. Zo
zijn we ons als Homo Erectus (de rechtop lopende) gaan onderscheiden van de
overige primaten, die hun klimvoeten met grijptenen behielden (Schooltv.nl).
Daardoor was de grijpfunctie van onze kaken ook niet meer nodig; daar hadden we
nu onze handen voor vrij. De kaakspieren zwakten wat af en zo kon de schedel
zich makkelijker aanpassen aan de vergroting van de hersenen. Daardoor werd
'instinctief reageren' verrijkt met 'reflexief handelen' en ontstond 'de waaier
van bewustzijn'. Zo konden we ons een beeld vormen van wat iets zou kunnen
worden en waren we in staat, effectiever te werken en te handelen.
Zo konden we nu ook onze duim gebruiken om gereedschap te maken (Kusters*) en dus
ook, wapens voor verweer. Op die wijze zijn we 300.000 jaar terug geëvolueerd
tot 'Homo Sapiens' en zo’n 45.000 jaar geleden de wereld gaan ontdekken.
Aanvankelijk in kleine groepen, vaak competitief voor de beste plekjes onder de
zon.
Uit paleontologisch onderzoek is gebleken, dat deze kleine groepen ook in veel
groter verband kontakten onderhielden en bijeenkomsten organiseerden (Graeber &
Wengrow*).
Toen we de natuur met landbouw naar onze hand wisten te zetten, zijn onze
voorouders zich wat meer gaan settelen en konden er grotere dorpen en steden
ontstaan.
Volgens veel gangbare, religieuze opvattingen is de mens geschapen door een
hogere macht.
Er is geen eenduidige opvatting over de tijd waarin dat allemaal heeft plaats
gevonden.
Maar hoe dan ook:
Ons toekomstperspectief is in toenemende mate zorgwekkend geworden.
Teleurstellend bij dat zorgwekkende perspectief is onder andere:
En dat, terwijl de mens de laatste eeuwen een gigantische ontwikkeling heeft
doorgemaakt met zeer hoopgevende, maar evenzeer dus met angstwekkende aspecten.
Er zijn binnen de huidige, gangbare wetenschap zeer serieuze mensen die
uitermate sombere perspectieven schetsen voor de toekomst van de mens (Kusters*).
En is dat niet vanwege uitputting van de aardse mogelijkheden (biodiversiteit,
luchtvervuiling, opwarming), dan is het volgens anderen omdat er ergens een
komeet op ramkoers ligt met de aarde.
We weten alleen niet hoe lang het nog duurt voor we collectief het loodje
leggen.
En dan zijn er nog de optimistische, religieuze overtuigingen die leren dat het
de symptomen zijn van 'het einde der tijden', waarbij alle goede geloofsgenoten
een eeuwig paradijs wacht.
Hoe dan ook, het toekomstperspectief van iedereen is zorgwekkend.
Dat geldt zowel voor de minder bedeelden, als voor degenen die, omringd door
dienaren en een zelf verworven landgoed, zich veilig en zelfredzaam wanen, prima
voorbereid op barre tijden.
Hoopgevend echter is:
Maar het meest hoopgevend en daarmee een basis voor het 'geloof in de wereld van morgen' zijn:
Door alle ellende van tegenslagen en rampen heen hebben deze kwaliteiten ons in
het verleden geholpen, moed te houden om door te gaan en er gezamenlijk iets van
te maken.
Met als resultaat van deze eigenschappen dat wij vanaf ons bestaan als
'jager-verzamelaar' vermogens hebben om ons in toenemende mate en in een steeds
betere versnelling aan te passen en te handhaven en in staat zijn, te
anteciperen op ongunstige vooruitzichten.
In een harmonische omgeving zal iedereen dus vanuit dat principe vanzelf opgroeien tot een gewaardeerd lid van de samenleving.
De ontwikkeling van die harmonische samenleving staat echter onder druk door:
De harmonische samenleving die in de primaire omgeving van ieder mens uitzicht
gaf op een zinvol bestaan, lijkt er niet meer te zijn nu de menselijke vermogens
in competitie en competentie worden uitgedaagd tot over de grenzen van het
realistisch haalbare.
Daarom even een korte beschrijving van die vermogens, hun grenzen en effecten.
Het voortbewegen.
Vanaf het moment dat we het dier leerde temmen en er een rijdier van maakten,
hebben we ons eeuwen lang niet sneller kunnen voortbewegen dan plusminus 40
kilometer per uur. Ongeveer het dubbele van wat we zelf -hardlopend- korte tijd
halen/volhouden.
Maar of er nou 2 of 6 paarden voor een wagen stonden, het voertuig ging niet
harder dan het snelste paard kon lopen.
De stoomtrein rond 1850 en omstreeks 1900 de auto brachten de volgende
versnelling teweeg: 100 tot 500 km/uur.
Het vliegtuig brengt ons omstreeks 1950 per uur zo'n 750 tot 1100 kilometer ver.
De raket is 20 jaar later in staat, ons 40.000 km per uur te laten space-surfen.
Dat is elf kilometer per seconde.
Het denken als rekenkracht.
Relatief kortgeleden waren we voor het maken van berekeningen nog aangewezen op
onze vingers en ons verstand. Werd het een beetje moeilijker, dan kwamen er al
gauw wat steentjes of streepjes in het zand bij kijken; iets later potlood en
meetlint.
Met abacus of telraam was je al snel ‘rekenmeester’.
Daarbij moeten we ons realiseren, dat het begrip 'nul' als een positiewaarde in
een getallenreeks pas na 1600 ingang vond via de wis- en rekenkunde.
Het getalsbegrip werd groter, maar meer snelheid konden we niet halen, voordat
de eerste rekenformules werden bedacht. Totdat de mechanische rekenmachine, al
snel gevolgd door de computer, het elektronische brein, zijn intrede deed.
In 1954 was er een computer geconstrueerd die tot ieders verbazing 160
berekeningen per seconde kon maken. Dat lijkt nu niet veel, maar zonder zo'n
computer zou er geen maanlanding mogelijk zijn geweest in 1969.
Nu praten we over giga-berekeningen, waardoor ingewikkelde scenario's kunnen
worden geschetst en we realiteit zelfs metaverseel kunnen beleven.
De grafische lijn van het denk- en rekenvermogen: Tot 1950 praktisch
horizontaal; daarna schiet de lijn sterk omhoog.
Het denken als verbeeldingskracht
Doordat we deze berekeningen kunnen "bevatten", is ons denk- &
voorstellingsvermogen in staat, ook een virtuele werkelijkheid te componeren en
te onderhouden.
Zolang de aarde als 'plat' en als centrum van het heelal gezien werd, ging onze
verbeelding niet verder dan 'Monus, het mannetje van de maan'.
Op de aarde werden de onbegrepen verschijnselen toegeschreven aan god, goden,
geesten, spoken of duivels (om er enkele te noemen). Onder de aarde lag volgens
sommigen de hel en ergens boven 'het uitspansel van de sterrenhemel', zoals
Shakespeare dat nog noemde, het Walhalla van de Germanen, de Hemel van de
Christenen of het nog hogere Nirwana der Boeddhisten. Daar bevonden zich ook 'de
Eeuwige Jachtvelden' van de oorspronkelijke Amerikanen en ‘de Grazige Weiden’
van de Afrikanen.
Religie, filosofie, wiskunde en de meer ambachtelijke wetenschappen kunnen zich
daarbinnen heel goed ontwikkelen, maar het vraagt om 'Renaissance /
Verlichting', zoals in Europa tussen 1400 en 1800, een herbezinning over of
wedergeboorte van de klassieke waarden om tot een nieuw inzicht te komen.
Vanaf het besef dat de aarde een bol is die draait om de zon, ontstaat er na de
uitvinding van de verrekijker (NL 1608) een ruimtelijk begrip van sterren en
sterrennevels.
Aan de uitdijingsnelheid van het heelal kon in de vorige eeuw het ontstaan ervan
worden teruggerekend tot de implosie in het niets.....
Van daaruit ontstond het denken over het heelal als resultaat van een oersprong
uit het Niets.
Over het waarom en waartoe blijft het wetenschappelijk stil, zo oorverdovend was
die oerknal.
Zwarte gaten, donkere materie; wetenschappelijke disciplines dwingen tot
verifieerbaarheid van meningen en conclusies. Tot die tijd blijven het
enigermate gecalculeerde, maar vooral beredeneerde opties.
Dat is een verschil met religies. Die zijn meer gebaseerd op geopenbaarde
opties, gedicteerd aan de schrijvers van Heilige Boeken of graveerders van
Stenen Tafelen en Koperen Platen.
Zij hebben op al die vragen suggestieve antwoorden. Soms zijn ze geschreven door
fantasten.
Op dit moment staan ook Kunstmatige-Intelligentieprofeten te trappelen, daar in
te voorzien.
De vernietigingskracht.
De kei, de bijl; de lans, de boog, de pijl; brandstichting, de stormram en de
katapult bepaalden eeuwen lang de kracht die we konden inzetten om met geweld
onze zin door te drijven.
Met de uitvinding van buskruit, door de uitvinders aanvankelijk bedoeld voor
feestelijk vuurwerk, is deze vernietigingskracht wezenlijk toegenomen.
Daarna is die kracht vrij geleidelijk opgevoerd, door meer buskruit te
gebruiken.
Met de toepassing van de atoomsplitsing is er echter geen sprake meer van een
geleidelijke toename. De explosieve kracht van dit moment is dan ook bijna
onvoorstelbaar:
1944 zwaarste bom 11 kg TNT - lijn in statistiek 11 centimeter
1945 eerste atoombom 18 kiloton TNT - lijn in statistiek 180 meter
1954 waterstofbom 20 megaton TNT - lijn in statistiek 200 kilometer
Plaats naast die explosieve kracht dan nog de chemische en biologische krachten
die we eveneens bedacht hebben. Het mag duidelijk zijn, dat we ook op dit gebied
wel bijzonder uniek en razendsnel kunnen zijn in het verder ontwikkelen van de
vernietigingskracht.
De medemens kan daardoor nietsontziend en meedogenloos lijken.
Gelukkig weten we met universele verdragen die krachten ook in te perken.
Hoogte- en afstandrecords.
Vanaf de begane grond steeg je eind 1700 tot enkele honderden meters hoogte. In
een mandje onder een ballon, vrij in de lucht.
Na 1900 is ook op dit gebied een relatief sterke versnelling waar te nemen,
dankzij het vliegtuig. Tegenwoordig kunnen die een hoogte van 12 kilometer
halen. Dan komt de raket die in 1961 de eerste ‘kosmonaut’ in een baan rond de
aarde brengt in een 'kunstmaan-mandje' 300 km hoog.
De maan op 400.000 km wordt kort daarop (1969) door de eerste ‘astronaut’
bereikt. Het is wel moeilijk om hier nog van hoogte te spreken. Afstand zou
beter zijn.
In de loop van enkele tientallen jaren schiet deze ontwikkelingslijn de ruimte
in.
Inmiddels heeft "de Voyager" met een "hallo, dit zijn wij"-image aan boord, ons
zonnestelsel verlaten. Gelukkig zit er geen mens van vlees en bloed in het
voertuig.
Traffic control geschiedt vanuit een Space-centre op aarde, een record in
afstandscommunicatie.
Bevolkingstoename & -organisatie
Tussen het begin van westerse jaartelling en 1700 was er een geleidelijke groei
van de wereldbevolking. Veel kinderen stierven jong en de gemiddelde mens werd
niet oud, 30 jaar.
Het resultaat was, dat er jaarlijks zo'n 8 mensen per 10.000 bewoners bij
kwamen.
Daar is ook op dit gebied een versnelling ingetreden die thans loopt naar een
jaarlijkse groei van 80 mensen per 10.000. En daarbij wordt dan ook nog de
gemiddelde mens aanmerkelijk ouder. Van mijn generatie, geboren in 1945, ligt
een leeftijd van 80 jaar in het verschiet en is er in ons land 'pas’ 1 op de 3
dood!
Het perspectief van 10 miljard mensen aan het eind van deze eeuw schijnt niet
zozeer beïnvloed te worden door het geboortecijfer, alswel door de oplopende,
gemiddelde leeftijd. We worden aanmerkelijk ouder, terwijl de gemiddelde
gezinsgrootte afneemt.
Ongeveer 6.000 jaar geleden ontstonden de eerste steden met wel honderden
inwoners. Nu zijn er steden met meer inwoners dan heel ons land momenteel telt
(18 miljoen).
Meer dan de helft van de mensheid leeft in een stedelijke omgeving. Dat heeft
zeer grote gevolgen voor de voedselproductie en -distributie in termen van
veilig, duurzaam en betaalbaar.
Informatie & Communicatie.
In den beginne had de Oer-Pater / -Mater Familias aan één binnenplaatsje genoeg
om alle informatie te bergen of aan zijn/haar groepje Jagers en Knollenzoekers
over te dragen. Daarna komen: Dorpsomroeper, Tam Tam, Rooksignalen. Zichtbaar en
hoorbaar in 'real time'.
De audiovisuele communicatie was dus direct effectief, maar aan moment & afstand
gebonden.
Spijkerschrift en papyrus overstijgen plaats en tijd; informatie wordt
‘verplaatsbaar’.
Het Schrift, de Boekdrukkunst, Telegrafie, Radio, Televisie & Satelliet hebben
ook dit vermogen gigantisch vergroot.
Voor het eerst sinds zijn verspreiding over de wereld kan één mens de hele
mensheid in realtime bereiken. Op 25 juni 1967 brachten The Beatles via het
Satelietprogramma "Our World" hun formule voor wereldvrede vanuit één studiootje
wereldwijd ten gehore: "All You Need Is Love".
Nu kun je dus wereldwijd gezien en gehoord worden door miljarden mensen op
hetzelfde moment, desgewenst in eindeloze herhaling. Ook als je er zelf al niet
meer bent.
Met de ontwikkeling van steden en cultuurcentra (6000 jaar geleden) kwamen er
ook bibliotheken (kleitabletten, papyrus). Vanaf de boekdrukkunst en de
ontwikkeling van universiteiten namen de bibliotheken en boekwinkels toe en kwam
bijna alle informatie op loop- of fietsafstand bereikbaar.
Met de universiteiten (vanaf zo'n 500 jaar geleden opgericht) groeide ook de
wetenschap met onderzoek op allerlei gebied, rapporten, proefschriften over de
micro- en de macro-wereld (vervang 'wereld' eventueel door 'kosmos'). Nu komt
via internet al die informatie beschikbaar in iedere huiskamer, op tablets, of
in 3d-metaverse.
En in een "notendop", je smartphone, neem je vanuit 'The Cloud' die data overal
mee naar toe. Je hebt weer aan één plekje genoeg, want je hebt tegelijkertijd
Terabytes aan informatie beschikbaar.
Zo zijn er meer voorbeelden van de overschakeling naar een hogere versnelling,
of van de omschakeling naar een "andere" realiteit.
Voor kinderen is veel "globaal normaal", wat voor grootouders nog "regionaal
onvoorstelbaar" is. Dat gold ook voor mijn opa, geboren in 1882. Hij maakte de
eerste auto mee, het eerste vliegtuig, de radio, de film en de televisie. Met
mijn oma, die de wasteil met plank en borstel kon vervangen door een wasmachine,
de takkenbezem door een stofzuiger; de vingerhoed met naald en draad omruilde
voor een naaimachine en ook nog 'ns met het Openbaar Vervoer even naar de stad
kon.
In haar jonge jaren ging dat met de trekschuit, langs de Leidse Vaart
voortgetrokken door een paard. 's Morgens om 5 uur vertrek en 's avonds om 6 uur
weer aanmeren bij de Havenstraat.
We zitten dus in een volkomen nieuwe situatie, waar ons denken (ongeacht ons
geloven of weten) zich aan zal aanpassen. Dat vermogen heeft de mens in het
verleden ondubbelzinnig aangetoond.
"Inclusief Denken" hoort daar ook bij, zoals we al zagen bij onze voorouders die
in de prehistorie al grote bijeenkomsten konden organiseren.
Inclusief Denken doet recht aan de drie belangrijkste facetten van bewustzijn:
<Terzijde: Zouden we geen veranderingsbereidheid als eigenschap hebben,
dan speelden we met onze wandelvoeten nog verstoppertje in de bomen>
Zo kan een ultieme basis ontstaan voor een globale samenleving met een
regionale/lokale karakteristiek.
We hebben gezien, dat de soms heftige versnellingen ons "dwingen" tot inclusief
denken, zoals een cascadische stroomversnelling de roeier "dwingt", als een
sportieve, creatieve uitdaging.
Het is een soort duw in de rug die wij krijgen van een ‘historische noodzaak’.
Daarnaast is er volgens velen ook nog een aantrekkingskracht van
buitenmenselijke oorsprong, die "goed" of "natuur" danwel "god" of "statuur"
genoemd wordt. Anderen houden het bij nieuwsgierigheid of ontdekkingsdrang,
zoals die ook bij vogels en zoogdieren gezien wordt.
Maar al met al krijgt ook de universele menselijke waarde hiermee gestalte.
Dit is een extra stimulans voor een inclusieve samenleving.
Een denken dat er vanuit gaat, dat het welzijn van ieder persoonlijk niet
bevorderd kan worden zonder de ander of ten koste van de ander, maar alleen als
de ene mens ook het welbevinden van de ander nastreeft.
Een andere tijd vraagt een ander denken
Een ander denken, of een beter begrip ?
Maakt een andere tijd een ander denken noodzakelijk, of beleven we de
kenmerkende effecten van een stroomversnellingfase in de voortschrijdende
ontwikkelingen?
Zijn er overeenkomsten tussen deze tijd en andere woelige tijden?
Wat Europa betreft lijkt de periode van 1400 tot 1600, de Renaissance, de opstart van een tijd met ingrijpende veranderingen:
Door die renaissance werd ook een basis gelegd voor de ontvankelijkheid van de
Verlichting.
Nu (2023) zijn er overeenkomsten met de woelige tijden van de Verlichting, maar
in werkelijkheid zijn de hedendaagse veranderingen nog ingrijpender, omdat veel
effecten van het handelen in deze tijd contraproductief zijn voor de
instandhouding van de menselijke familie.
<Zo dreven mensen in de Gouden Eeuw handel met zeilboten
en werden windmolens gebruikt voor malen en zagen;
tegenwoordig draait bijna alles op fossiele brandstof>
"Omgekeerd evenredig" aan die succesvolle ontwikkeling van mens en mensheid zien
we ook nog een dramatische achteruitgang van de biodiversiteit.
Inmiddels lijkt Europa echter met succes de macht van Koning, Kerk, Kapitaal
beteugeld en gedemocratiseerd te hebben en hebben burgers meer vrijheden met
rechtsbescherming dan ooit.
De lering die we uit de veranderingen rond 1500 hebben kunnen trekken, is:
Het zal echter allemaal vergeefse moeite zijn, als het denken zich daar niet bij
aanpast.
De mentaliteit zal mee moeten veranderen. Het denkpatroon waarmee de mens in het
algemeen nog leeft, is sterk antagonistisch, gebaseerd op tegenstellingen.
Oost tegen West
Arm tegenover Rijk,
Zwart tegenover Wit
Noord tegen Zuid.
exclusief denken <<>> de ander uitsluiten
En dat dit nog hecht in ons verankerd zit, blijkt wel uit opmerkingen die duiden op vooroordelen ten aanzien van bepaalde regionale en nationale volksgroepen en/of cultureel-etnische groeperingen, zoals:
"Dat soort dingen doen wij niet"
“Dit is niets voor ons soort mensen”
"Anderen kun je niet vertrouwen"
“Vader weet het altijd beter”
"Wij zijn een uitverkoren groep"
Doordat dit denken een blokdenken is ("wij" en "zij") leidt het al gauw tot
vooroordelen, waardoor wantrouwen normaal lijkt.
Je groeit er in op, normaal gesproken, en je weet niet beter.
Gezien vanuit die versnellingen in menselijke vermogens blijkt nu wel, dat we
wereldwijd in een hachelijke situatie verblijven, doordat onze aarde
Daardoor is een oude waarheid nu een dringende noodzaak geworden:
We kunnen alleen overleven door samen te leven. Wij hebben elkaar nodig; we
mogen geen grenzen om ons heen trekken en de ander maar voor zichzelf laten
zorgen.
Heel de mensheid is:
“gast aan tafel”
"gewoon op je phone"
of
"thuis op de buis"
De bron van Inclusief Denken is 'globaal bewustzijn', het besef dat de mensheid
één geheel vormt en dat ik mijn medemens niet vrijblijvend kan inzetten, laat
staan uitbuiten.
En die bron wordt gevoed door de creatief-kritische zelfkennis van individu en
groep.
Op de basisschool kun je dat al leren <schooltv.nl>. In het vervolgonderwijs kun
je ermee aan de slag.
Integreren begint met ruimte bieden aan de ander in het sociaal-economisch
verkeer.
En begrip hebben voor de essentie van de democratie:
Met z’n allen de verantwoordelijkheid dragen
en kunnen omgaan met je verlies.
En zo wordt het elke dag een beetje meer onmogelijk, anders te handelen en te
denken dan in een vorm van solidariteit. Zo wordt het steeds leuker, mens te
zijn in een veranderende wereld.
We lopen nog veel risico’s.
Maar met elkaar kunnen we het tij nog keren, als we goed met elkaar weten om te
gaan. Vergelijk het omgaan in het maatschappelijk verkeer met de alledaagse
verkeersregels. Die worden aanvankelijk zeer rigide geformuleerd. Je moet ze
voor jouw rijexamen kennen èn kunnen hanteren.
Het meest veilig is echter, ze soepel te gebruiken en bewust te zijn van het
medeverkeer. Zo kunnen wij nu, zowel ter wille van de ander als ter wille van
ons zelf, gaan denken.
Soepel denken.
De mens is tot het goede geneigd.
Niemand is schuldig aan zichzelf.
De urgentie van veranderen neemt toe, naarmate de biodiversiteit van de aarde
afneemt.
Die urgentie wordt dringend, als de hang naar het verleden prevaleert boven het
verlangen van het kind naar zijn wereld van morgen.
Als we merken, dat iemand door verkeerde wegen te bewandelen zichzelf of anderen
in gevaar brengt of ten gronde richt, dan mogen en moeten we die medemens daarop
aanspreken.
Maar ook hier gelden regels die eerder vanzelfsprekend dan opgelegd zouden
moeten zijn.
Niets is inspirerender dan waardering vanuit de eigen omgeving.
Dit waren teksten uit hearings van Sociëteit Ante Portas* naar aanleiding van het
boek "Inclusief Denken" van Feitse Boerwinkel*, 1968.
Het project “Leven nu... & morgen ?”
was ruim 50 jaar geleden.
Bijgewerkt in het heden vanwege een bijna ondragelijke urgentie, want de wereld
is voor morgen bedoeld. Het perspectief lijkt somber, maar met de gedachten van
een al meer dan 200 jaar oude methode voor opvoeding en onderwijs “Vom Kinde Aus”,
oftewel: denken en handelen vanuit het kind, creëren we licht aan de horizon.
Een hoopgevende constatering:
de "sociaal-educatieve mobiliteit" is ook sterk toegenomen:
1900: 1 op de 1.800 Nederlanders volgt hoger onderwijs, academisch of hbo.
1950: 1 op de 330 Nederlanders volgt hoger onderwijs, academisch of hbo.
2000: 1 op de 22 Nederlanders volgt hoger onderwijs, academisch of hbo.
We raken steeds "beter" en "hoger" ontwikkeld.
Dat maakt globaal, inclusief denken normaal.
Rotterdam, 8 december 2023.
Met dank aan:
Kusters, Wouter
Schokeffecten: filosoferen over
klimaatveranderingen
2023, ISVW Uitgevers Leusden, ISBN 9789083262338, NUR 730.
Wolf, Martin
De Crisis Van Het Democratisch Kapitalisme
crisis of nieuw beleid?
2023, Uitgeverij Unieboek/Spectrum, Amsterdam, ISBN 9789000355495, NUR 740.
Graeber & Wengrow
Het Begin Van Alles; Een nieuwe geschiedenis van de mensheid
2022, Maven Publishing, Amsterdam, ISBN 9789493213265, NUR 130.
Gabriel, Markus
Morele Vooruitgang In Duistere Tijden; Universele waarden voor de 21e eeuw
2021, Boom Uitgevers Amsterdam, ISBN 9789024436637, NUR 730.
Sandel, Michael J.
De Tirannie van Verdienste; Over de toekomst van de democratie
2020, Uitgeverij Ten Have, Utrecht, ISBN 9789025907518, NUR 730
Djaïz, David
Slow Democracy; Hoe we globalisering kunnen beheersen en ons lot in eigen handen
nemen
2020, Uitgeverij Pluim, Amsterdam/Antwerpen, ISBN 9789083045993 NUR 320/754
Schooltv.nl
Van Mensaap naar Homo Sapiens
2019 / voor leerlingen van 9 tot 12 jaar
Geschiedenis van Vandaag
https://www.geschiedenisvandaag.nu/2021/08/30/de-eerste-mensen-homo-habilis-homo-erectus-en-homo-sapiens/
Teilhard de Chardin, Pierre
Het Verschijnsel Mens
1969, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen 13e druk.
CBS Open Data
Doorstroom en uitstroom onderwijs en bevolkingsgroei
Boerwinkel, Dr F.
Inclusief Denken; Een andere tijd vraagt een ander denken
1968, Werkgroep 2000, Uitgeverij Paul Brand, Hilversum/Antwerpen
De kompanen van Sociëteit Ante Portas
en de Werkgroep Leven nu,....en
morgen?
1967/1968 Heemstede, Noordwijkerhout.