samenwerken in de versnellingen
van de menselijke vermogens
globaliseren met regionale/lokale dynamiek
hertaling van excerpten uit hearings van sap
"leven nu & morgen"
Je kan de loop der mensheid vergelijken met een rivier die niet altijd even
gelijkmatig voortkabbelt, maar af en toe stroomversnellingen, een waterval, soms
ook een ondergronds vervolg kent en dan weer traag door oneindige vlaktes
stroomt.
Als wij willen bekijken op wat voor plek van die rivier wij nu zitten,
dan zullen we enkele ontwikkelingen van deze tijd moeten plaatsen in de lijn van de geschiedenis. De mens bestaat, voor zover we onszelf in
"haar/hem" herkennen zo'n 200.000 jaar (zeggen wetenschappers)
en heeft zich, de aarde verkennend, ontwikkeld tot
die "hij/zij" nu is:
*
divers in cultuur wereldwijd;
*
continentaal in grote verscheidenheid;
*
in groeperingen karakteristiek;
* fysiek en qua bewustzijn uniek.
De mens is dus een bijzonder fenomeen.
We hebben ons volgens de huidige,
gangbare wetenschap ontwikkeld vanuit "de primaten", een zoogdierenfamilie.
Zo'n 5 miljoen jaar geleden zijn we ons in Afrika gaan onderscheiden van de overige
primaten. We zijn geëvalueerd tot de 'Homo Sapiens' en zijn ons ongeveer 50.000
jaar geleden gaan verspreiden over de wereld.
Volgens veel gangbare
religieuze opvattingen is de mens geschapen door een hogere macht.
En er is geen
eenduidige opvatting over de tijd waarin dat allemaal heeft plaats gevonden.
Maar hoe dan ook, ons toekomstperspectief is in toenemende mate zorgwekkend aan het worden.
Teleurstellend daarbij is onder andere:
Dat kleine groepen zich meer lijken te interesseren voor "buitenaards leven", dan voor een globaal waardig bestaan voor iedereen.
Dat veel groepen nog steeds denken, belangrijker te zijn dan alle andere groepen en daarom menen, die andere sancties te kunnen opleggen.
Dat vele mensen denken, dat heel veel geld verdienen belangrijk is omdat het je superieur maakt, waardoor je nog meer gezag, waardering en respect zou verdienen.
Dat veel mensen hun tijd laten 'roven' door entertainment met verborgen verleiders.
Dat leiders en bestuurders na enige tijd vaak dictatoriale neigingen gaan vertonen en zichzelf dan competent achten voor autocratische ingrepen.
Dat oorlog of gewapende strijd voor velen nog het ultieme middel lijkt om wereldvrede te bereiken.
En dat, terwijl de mens de laatste eeuwen een gigantische ontwikkeling heeft
doorgemaakt met zeer hoopgevende, maar evenzo dus met angstwekkende aspecten.
Er zijn binnen de huidige, gangbare wetenschap zeer serieuze mensen die
uitermate sombere perspectieven schetsen voor de toekomst van de mens. En is dat
niet door uitputting van de aardse mogelijkheden (biodiversiteit,
luchtvervuiling, opwarming), dan is het volgens anderen omdat er ergens een
komeet op ramkoers ligt met de aarde. We weten alleen nog niet waar, of hoe lang
het nog duurt.
En dan zijn er nog de optimistische, religieuze overtuigingen die leren dat het
de symptomen zijn van 'het einde der tijden', waarbij alle goede geloofsgenoten
een eeuwig paradijs wacht.
Hoe dan ook, het toekomstperspectief van de doorsnee mens is net zo zorgwekkend
als dat van de minder bedeelden en dat van degenen die zich, omringd door
dienaren en een zelfverdiend landgoed, veilig en zelfredzaam wanen,
prima voorbereid op barre tijden.
Hoopgevend daarbij is:
Dat kleine, kritisch-creatieve groepen in toenemende mate ruimte en aandacht krijgen voor alternatieve systemen voor energie- en voedselwinning.
Dat grote, steeds invloedrijkere groepen zich op velerlei gebied ongerust maken over de duurzaamheid van het menselijk bestaan.
Dat meer en meer mensen zich lokaal en globaal inzetten voor een beter perspectief vanuit omgevingsverantwoordelijkheid.
Dat leiders en bestuurders vaker in hun besluitvorming ideeën laten toetsen op ongewenste neveneffecten.
Dat 'het gesprek' en 'het protest als wapen voor verweer' lijken te gaan winnen
van het ouderwetse 'de bom en het geweer'.
Maar het meest hoopgevend en daarmee een basis voor het 'geloof in de wereld van morgen' zijn:
De basiseigenschap dat de mens in principe een sociaal wezen is, geneigd tot het
goede.
In een harmonische omgeving zal ieder mens vanzelf uitgroeien tot een
gewaardeerd lid van de groep.
De menselijke kenmerken als: inventiviteit en aanpassingsvermogen die de mens in zijn relatief korte bestaan door alle ellende van tegenslagen en rampen hebben geholpen, moed te houden om door te gaan en er gezamenlijk iets van te maken.
Met als resultaat van deze twee punten, dat de mens vanaf zijn bestaan als 'jager-verzamelaar' vermogens* heeft om zich in toenemende mate en in een steeds betere versnelling aan te passen en te handhaven en zelfs in staat is, te anteciperen op ongunstige vooruitzichten.
In een harmonische omgeving zal ieder mens dus vanuit dat principe vanzelf
opgroeien tot een gewaardeerd lid van de samenleving.
Die harmonische samenleving staat nu echter onder druk door:
de toenemende regionale kwaliteitsverschillen in leefbaarheid, versterkt door sociaal-economische en klimatologische omstandigheden
de stroomversnellingen in de menselijke vermogens, aangejaagd door de technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld ten aanzien van:
het bereik in hoogte / afstand
de bevolkingsgroei en organisatie
Vanaf het moment dat de mens het dier leerde temmen
en er een rijdier van maakte,
heeft hij zich eeuwen lang niet sneller kunnen voortbewegen
dan plusminus 40 kilometer per uur.
Ongeveer het dubbele van wat hij zelf -hardlopend- korte tijd kan halen/volhouden.
Maar of er nou 2 of 6 paarden voor een wagen stonden,
het voertuig ging niet harder dan het snelste paard liep.
De stoomtrein rond 1850 en omstreeks 1900 de auto brachten de volgende
versnelling teweeg: 100 tot 500 km/uur.
Het vliegtuig brengt de mens omstreeks 1950 per uur zo'n 750 tot 1100 kilometer ver.
De raket is 20 jaar later in staat, de mens 40.000 km per uur
te laten spacesurfen.
Dat is elf kilometer per seconde.
Kortgeleden was de mens voor het maken van berekeningen
nog aangewezen op zijn vingers en verstand. Werd het een beetje moeilijker, dan
kwam er al gauw potlood of meetlint bij kijken. De abacus en het telraam
ondersteunden hem daarbij. Waarbij we ons ook nog moeten realiseren, dat het
begrip 'nul' als een positiewaarde in een getallenreeks na 1600 pas ingang vond in de wis- en rekenkunde.
Het getalsbegrip werd
groter, maar meer snelheid kon de mens echter niet halen, voordat de eerste rekenformules
werden bedacht.
Totdat de mechanische rekenmachine,
al snel gevolgd door het elektronische brein,
zijn intrede deed.
In 1954 was er een computer geconstrueerd die tot ieders verbazing 160 berekeningen per seconde kon maken.
Dat lijkt niet veel, maar zonder zo'n computer zou er geen maanlanding mogelijk zijn
geweest in 1969.
Nu praten we over giga-berekeningen, waardoor ingewikkelde scenario's kunnen
worden geschetst.
Lijn in grafiek van het denk/rekenvermogen:
Tot 1950 praktisch horizontaal; daarna schiet de lijn plotseling omhoog.
Het denken als verbeeldingskracht
Doordat de mens deze berekeningen kan "bevatten",
is zijn denk- & voorstellingsvermogen in staat,
ook een virtuele werkelijkheid te componeren en te onderhouden.
Zolang de aarde als 'plat' en centrum van het
heelal gezien werd, ging de verbeelding niet verder dan 'het mannetje van de
maan'. Op de aarde werden de onbegrepen verschijnselen toegeschreven aan god,
goden, geesten, spoken of duivels (om er enkele te noemen). Onder de aarde lag
volgens sommigen de hel en ergens boven 'het uitspansel van de sterrenhemel',
zoals Shakespeare dat nog noemde, het walhalla, de hemel of nirwana.
Daar bevonden zich ook 'de eeuwige jachtvelden' en ‘de grazige weiden’.
Religie, filosofie, wiskunde en de meer ambachtelijke wetenschappen kunnen zich daarbinnen
heel goed ontwikkelen, maar het
vraagt om 'renaissance / verlichting', zoals in Europa tussen 1400 en 1800, een
herbezinning over / wedergeboorte van de klassieke waarden om tot een nieuw
inzicht te komen.
Vanaf het besef dat de aarde een bol is die draait om de zon,
ontstaat er na de uitvinding van de verrekijker (1608) een ruimtelijk begrip van sterren en sterrennevels.
Aan de uitdijingsnelheid van het heelal kon in de vorige eeuw het ontstaan ervan worden teruggerekend
tot de implosie in het niets.....Van daaruit ontstond het denken over het
heelal als resultaat van een oerknal uit het N-iets.
Over het waarom en waartoe blijft het wetenschappelijk oorverdovend stil.
Zwarte gaten, donkere materie; wetenschappelijke disciplines dwingen tot verifieerbaarheid van meningen en
conclusies. Tot die tijd blijven het ingecalculeerde opties.
Dat is een verschil met religies. Die zijn meer gebaseerd op geopenbaarde
opties, gedicteerd aan schrijvers van Heilige Boeken of gegraveerd in Stenen
Tafelen of Koperen Platen.
De kei, de bijl; de boog, de pijl; brandstichting en
stormram.
Met de uitvinding van het buskruit is deze vernietigingskracht wezenlijk
toegenomen. Daarna is die vrij geleidelijk opgevoerd,
door meer buskruit te gebruiken.
Met de toepassing van de atoomsplitsing is er echter geen sprake meer van een geleidelijke toename. De explosieve kracht van dit moment is dan ook bijna onvoorstelbaar:
1944 zwaarste bom
11 kg TNT: 11 centimeter - lijn in statistiek
1945 eerste atoombom
18 kiloton TNT: 180
meter
- lijn in statistiek
1954 waterstofbom
20 megaton TNT: 200 kilometer
- lijn in statistiek
Plaats naast die explosieve vernietigingskracht dan nog de chemische en biologische vernietigingskrachten die de mens bedacht heeft.
Het mag duidelijk zijn, dat de mens ook op dit gebied wel bijzonder uniek en
razendsnel kan zijn in het verder ontwikkelen èn inperken van zijn
vernietigingskracht.
De mens steeg eind 1700 tot enkele honderden meters hoogte.
Met een ballon weliswaar, maar los van de grond.
Na 1900 is ook op dit gebied een relatief sterke versnelling
waar te nemen,
dankzij het vliegtuig. Tegenwoordig kunnen die een hoogte van 12
kilometer halen.
Dan komt de raket die in 1961 de eerste mens in een baan rond de aarde brengt in
een 'kunstmaan' 300 km
hoog.
De maan op 400.000 km wordt kort daarop (1969)
door de mens bereikt.
Het is wel moeilijk om hier nog van hoogte te spreken.
Afstand zou beter zijn.
In de loop van enkele tientallen jaren schiet deze ontwikkelingslijn de ruimte in.
Inmiddels heeft "de Voyager" met een
"hallo, dit zijn wij"-image
aan boord,
ons zonnestelsel verlaten.
Gelukkig zit er geen mens van vlees en bloed
in het voertuig
hij/zij zou niet meer terug kunnen keren.
Tussen het begin van westerse jaartelling en 1700 was
er een geleidelijke groei van de wereldbevolking veel kinderen stierven jong en
de gemiddelde mens werd niet oud.
Het resultaat was, dat er jaarlijks zo'n
8 mensen per 10.000
bewoners bij kwamen.
Daar is ook op dit gebied een versnelling ingetreden die thans loopt naar een
jaarlijkse groei van
80 mensen per 10.000.
“terwijl ik 'welkom' zeg, zijn er op de aarde
11 kinderen bijgekomen”,
leerde ik vroeger.
Het perspectief van 10 miljard mensen aan het eind van deze eeuw schijnt niet
zozeer beïnvloed te worden door het geboortecijfer, alswel door de verhoging van
de gemiddelde leeftijd. Mensen worden aanmerkelijk ouder, terwijl de
gezinsgrootte stabiliseert.
Ongeveer 6.000 jaar geleden
ontstonden de eerste steden met wel honderden inwoners. Nu zijn er wereldwijd
megapolissen. Er zijn nu steden met meer inwoners dan heel Nederland momenteel telt
(17 miljoen).
Meer
dan de helft van de mensheid leeft in een stedelijke omgeving.
Dat heeft zeer grote gevolgen voor de voedselproductie en -distributie in termen
van veilig, duurzaam en betaalbaar.
Informatie &
Communicatie.
Dorpsomroeper, Tam Tam, Rooksignalen.
Zichtbaar en hoorbaar in realtime.
De audiovisuele communicatie was direct effectief,
maar aan moment & afstand gebonden.
Spijkerschrift en papyrus overstijgen plaats en tijd.
Het Schrift, de Boekdrukkunst
Telegrafie, Radio
Televisie & Satelliet
hebben ook dit vermogen gigantisch vergroot.
Voor het eerst sinds zijn verspreiding
over de wereld kan één mens de hele mensheid in realtime bereiken. Op 25 juni 1967 brachten The Beatles via het Satelietprogramma "Our World" hun muzikale formule voor wereldvrede
vanuit één studiootje wereldwijd ten gehore: "All You
Need Is Love".
Nu kan een spreker wereldwijd gezien en gehoord worden door miljarden mensen op
hetzelfde moment,
desgewenst tevens in eindeloze herhaling.
In den beginne had de Oer-Pater / -Mater Familias aan
één binnenplaatsje genoeg om
alle informatie te bergen of aan de groep over te dragen.
Met de ontwikkeling van steden en cultuurcentra (6000 jaar geleden) kwamen er
ook bibliotheken (kleitabletten, papyrus).
Vanaf de boekdrukkunst en de ontwikkeling van universiteiten namen de
bibliotheken en boekwinkels toe en kwam bijna alle informatie op loop- of
fietsafstand bereikbaar.
Met de universiteiten (vanaf zo'n 500 jaar geleden opgericht) groeide ook de wetenschap met
onderzoek op allerlei gebied, rapporten, proefschriften over de micro- en de
macro-wereld (vervang 'wereld' eventueel door 'kosmos').
Nu komt via internet al die informatie beschikbaar in iedere huiskamer, op
tablets, via oculars of in 3d-metaverse. En in een "notendop" neem je die
data overal mee naar toe.
Je hebt weer aan
één binnenplaatsje
genoeg voor bed en bureau. En je hebt tegelijkertijd Terra
aan informatie beschikbaar.
Er zijn wel meer voorbeelden van overschakeling naar
een hogere versnelling aan te geven,
of
van de omschakeling naar
een "andere" realiteit.
Voor kinderen is al veel
"globaal normaal",
wat voor grootouders nog "regionaal onvoorstelbaar" is.
Datzelfde gold ook voor mijn opa, geboren in 1882. Hij maakte de eerste auto mee,
het eerste vliegtuig, de radio, de film en de televisie.
We zitten dus in een een volkomen nieuwe situatie, waar ons denken (ongeacht ons geloven of weten) zich aan zal aanpassen. Dat vermogen heeft de mens in het verleden ondubbelzinnig aangetoond. "Inclusief denken" hoort daar ook bij. Het doet dan ook recht aan de drie belangrijkste facetten van bewustzijn:
Geloven Menen Weten
Inclusief denken betekent:
Jezelf niet superieur achten.
Je kunt misschien harder lopen of zuiverder zingen, maar er zijn geen
principiële verschillen tussen jou en de ander, slechts graduele.
De ander net zo serieus nemen in zijn bedoelingen als de leden van jouw familie of vriendengroep.
Bereid zijn om naar de ander te luisteren en de eigen overtuiging kritisch te bekijken
Veranderingsbereidheid tonen in een maatschappelijk dynamische omgeving
Zo kan een ultieme basis ontstaan voor een globale samenleving met regionale/lokale dynamiek.
We hebben gezien, dat de soms heftige versnellingen ons
"dwingen" tot inclusief denken,
zoals een cascade de roeier "dwingt". Als een sportieve, creatieve uitdaging.
Het is een soort duw in de rug die wij krijgen
van een ‘historische noodzaak’.
Daarnaast is er ook nog een aantrekkingskracht, van buitenmenselijke oorsprong, die wij
of "goed" of "natuur" danwel "god" of "statuur"
noemen en
waarmee de universele menselijke waarde gestalte krijgt.
Dit is een extra stimulans om inclusief te gaan denken.
Een denken dat er vanuit gaat, dat het welzijn van ieder persoonlijk niet bevorderd kan worden zonder de ander of ten koste van de ander, maar alleen als de ene mens ook het welbevinden van de ander nastreeft.
Maakt een andere tijd een ander denken noodzakelijk, of beleven we de kenmerkende effecten van een cascade, een stroomversnellingsfase in de voortschrijdende ontwikkelingen?
Zijn er overeenkomsten tussen deze tijd en andere woelige tijden?
Wat Europa betreft lijkt de periode 1400-1600, de renaissance, de opstart van een tijd met ingrijpende veranderingen:
Veranderingen in het Europa van de "domeinen-cratie". Landen als Frankrijk, Italië, Nederland en België waren nog geen nationale staten. De geschiedenisboekjes over die tijd staan vol verhalen over Domeinenstrijd & Roofridders.
De platte wereld werd ineens als "bol" ervaren; Amerika werd "ontdekt"
Het christendom rond 900 al in voorhang verscheurd in Romeins en Byzantijns, versplintert vanaf 1500 vanuit Noord-Europa in vele varianten (denominaties)
Er zijn in heel Europa reeksen Staten- en Godsdienst-oorlogen.
De Hanzehandel "globaliseerde" West- en Noord-Oost Europa.
Met "globaal grazen" wordt "kapitaal" verzelfstandigd en financieren ondernemers oorlogen voor economische machtsposities in de overige werelddelen (VOC, de "Gouden" Eeuw, WIC zelfs met handel in tot slaaf gemaakte mensen)
Door die renaissance werd een basis gelegd voor de ontvankelijkheid van de verlichting.
Nu (2022) zijn er weliswaar overeenkomsten, maar in werkelijkheid zijn de
hedendaagse veranderingen nog ingrijpender, omdat veel effecten van het handelen
in deze tijd contraproductief zijn voor de instandhouding van de menselijke
familie.
(Zo dreven mensen in de Gouden Eeuw handel met zeilboten en werden windmolens
gebruikt voor malen en zagen; tegenwoordig draait bijna alles nog op fossiele
brandstof)
"Omgekeerd evenredig" aan die succesvolle ontwikkeling
van mens en mensheid zien we een dramatische
achteruitgang van de biodiversiteit.
Inmiddels lijkt Europa met succes de macht van
Koning, Kerk, Kapitaal
beteugeld/gedemocratiseerd te hebben en hebben burgers
meer vrijheden met rechtsbescherming dan ooit.
De lering die we uit de veranderingen rond 1500
hebben kunnen trekken, is:
De mens moet zich aanpassen, zodat hij veranderende omstandigheden aan kan.
Het bekritiseren van structuren & normen (politiek, onderwijs, godsdienst, onderneming, samenleving) kan een waardevolle impuls geven in conflictbeheersing.
Veel waarden waarmee de mens al jarenlang geleefd heeft, worden niet meer vanzelf overgenomen, maar kunnen door herwaardering de maatschappij verlevendigen.
Het zal echter allemaal vergeefse moeite zijn, als het denken zich daar niet bij aanpast. De mentaliteit zal mee moeten veranderen. Het denkpatroon waarmee de mens nu in het algemeen nog leeft, is sterk antagonistisch, gebaseerd op tegenstellingen.
Het is Oost tegen West,
Arm tegenover Rijk,
Zwart tegenover Wit,
Noord tegen Zuid.
Exclusief denken >> <<de ander uit sluiten
En dat dit nog hecht in ons verankerd zit, blijkt wel uit opmerkingen die duiden op vooroordelen ten aanzien van bepaalde regionale en nationale volksgroepen en/of cultureel-etnische groeperingen:
"Dat soort dingen doen we niet"
“Dat is niets voor ons soort mensen”
"Anderen kun je niet vertrouwen"
"Wij zijn een uitverkoren groep"
Doordat dit denken een blokdenken is
("wij" en "zij")
leidt het al gauw tot vooroordelen,
waardoor wantrouwen normaal lijkt.
Je groeit er in op, normaal gesproken,
en je weet niet beter.
Gezien vanuit die stroomversnellingen blijkt nu wel, dat we wereldwijd in een hachelijke situatie verblijven.
Doordat onze aarde
zo klein geworden is door de ‘sprongen’ in mondiale communicatie en versnelde voortbeweging, en
zo vol wordt door de "bevolkingsexplosie" van gezonde kinderen en langer levende ouderen, en
zo kwetsbaar door de sprong in vernietigingsmacht en de meedogenloosheid van gefrustreerde leiders,
daardoor is een oude waarheid nu een dringende noodzaak geworden:
We kunnen alleen overleven door samen te leven.
Wij hebben elkaar nodig;
we mogen geen grenzen om ons heen trekken en
de ander maar voor zichzelf laten zorgen.
Heel de wereld is:
"gewoon op je phone"
of
"thuis op de buis"
De bron van Inclusief Denken is 'globaal bewustzijn', het besef dat de mensheid
één geheel vormt en dat ik mijn medemens niet vrijblijvend kan uitbuiten.
En die bron wordt gevoed door de creatief-kritische zelfkennis van individu en
groep.
Integreren begint met ruimte bieden aan de
ander in het sociaal-economisch verkeer.
En zo het wordt elke dag een beetje meer onmogelijk, anders te handelen en te denken dan in een vorm van solidariteit. Zo wordt het steeds leuker, mens te
zijn in een veranderende wereld.
Vergelijk het omgaan in het maatschappelijk verkeer met de alledaagse verkeersregels.
Die
worden aanvankelijk zeer rigide geformuleerd. Je moet ze voor jouw rijexamen
kennen èn hanteren.
Het meest veilig is echter, ze soepel te gebruiken en bewust te zijn van het
medeverkeer.
Zo kunnen wij nu, zowel ter wille van de ander als ter wille van ons zelf, gaan
denken.
Soepel denken. De mens is tot het goede
geneigd.
Niemand is schuldig aan zichzelf.
De urgentie van veranderen neemt
toe,
naarmate de biodiversiteit van de aarde afneemt.
Die urgentie wordt dringend, als de hang naar het verleden sterker is dan het
verlangen van het kind naar zijn wereld van morgen.
Als we merken, dat iemand door verkeerde wegen te bewandelen zichzelf of anderen
in gevaar brengt of ten gronde richt, dan mogen en moeten we hem/haar daarop
aanspreken. Maar ook hier gelden regels die eerder vanzelfsprekend dan opgelegd
zouden moeten zijn.
niets is inspirerender dan
waardering vanuit de eigen omgeving
dit zijn excerpten uit hearings
van
sociëteit ante portas
naar aanleiding van het boek
"inclusief denken"
van Feitse Boerwinkel, 1968.
leven nu...& morgen?
was 50 jaar terug.
Bijgewerkt in het heden
vanwege een bijna ondragelijke urgentie, want de wereld is voor morgen bedoeld,
met gedachten over een al meer dan 200 jaar oude methode voor opvoeding en onderwijs.
oftewel: denken en handelen vanuit het
kind*)
Een hoopgevende constatering is dat de "sociaal-educatieve mobiliteit" sterk is toegenomen:
1900: 1 op de 1.800 Nederlanders volgt hoger onderwijs,
academisch of hbo.
1950: 1 op de 330 Nederlanders
2000: 1 op de 22 Nederlanders
We raken steeds "beter" en "hoger" ontwikkeld. Maar let op
Jezelf superieur achten werkt niet
en onverschilligheid is geen optie
als de link niet werkt:
bel het
wereld-alarm-nummer
bedenk ook,
dat globaliseren in termen van duurzaamheid en tevredenheid, oftewel: menselijk geluk,
"inclusief denken" vereist
en
"zelfkennis", de twee pijlers voor globaal bewustzijn.
Mijn Gemene Leven
manhattan project 3.01
renergetic copyright 1998 nl 3022
bl 54 last update:
25-04-2022
disclaimer
faq contact