. Werk .
1961 – 1962
Brood- & banketbakker
In de vroege
ochtend brood bakken, overdag brood uitventen en in de namiddag banket
bakken.
Na één jaar in de "bakkerij & kookerij" van de Firma van
Hensbergen weer naar school.
1962 – 1968
Bijbaantjes.
Om in eigen
levensonderhoud te voorzien naast de opleiding aan de pedagogische
academie:
Liftbediende, later assistent hoofdportier in het Grandhotel Huis ter Duin
te Noordwijk, instructeur bij Rijschool Lenie Meyer te Noordwijkerhout; kelner
en bartender in Hotel van der Geest te Noordwijkerhout.
1967 – 1968
Soldaat.
Rondom de
jaarwisseling drie maanden militaire dienst.
Na de basisopleiding, die met goed gevolg werd afgerond, met groot
verlof.
1968 – 1971
Schoolmeester.
Aanvankelijk op de
Mariaschool voor meisjes in Hillegom op voordracht van de directeur PA,
Broeder Bernardinus.
Hoofd der School: Zuster Johannito.
Daarna in De Zilk op de H.Hartschool voor jongens, op uitnodiging van het
schoolbestuur om de integratie van de jongens- en de meisjesschool mede te
bevorderen.
Hoofd de heer L.M.J. van Meurs.
1971 – 1980
Coördinator/Directeur VJV-Bollenstreek.
Op verzoek van het bestuur der MA-Stichting begonnen om de Stichting
Mater-Amabilisschool Lisse om te bouwen tot een VJV-centrum (Vormingswerk
Jonge Volwassenen), binnen de regelgeving van het ministerie van O&W,
afdeling VO/OV.
Daarna om dit werk te integreren met een jongerenwerkinitiatief, Qbus,
van de kerken in Lisse in een interactief proces met bestuur, doelgroep en
subsidiegevers.
Vervolgens om de directie van die nieuwe organisatie te voeren.
Deze stichting, begonnen in
Lisse, kreeg dependances in Hillegom en Sassenheim. Het instituut trok
cursisten uit 14 gemeenten.
De staf bestond na 6 jaar uit 12 mensen en een groot aantal gastdocenten
en vrijwilligers.
Naast algemene managementstaken ook (zij het steeds minder) een breed pakket aan cursussen blijven geven op het cognitieve, sociaal-educatieve en sensitieve vlak.
In 1974 het "Bollenoverleg"
gestimuleerd, teneinde de belangen van de Jeugd- & Jongerenvoorzieningen
in de Bollenstreek af te stemmen op de positie van jeugdigen en in
samenhang te brengen met politiek beleid.
In 1977 het ROEI (Regionaal
Overleg Educatieve Instellingen) opgericht om in te spelen op de volwassenen-educatie.
Meermalen nieuwbouw
gerealiseerd.
Tijdens deze jaren is veel en vaak intensief overleg gevoerd met
deelnemers in de centrumraden, commissies en welzijnsafdelingen in Lisse,
Hillegom en Sassenheim, de regionale en landelijke VJV-organisatie, de
Provincie Zuid-Holland en het Ministerie van Onderwijs.
Voorzitter van de MA-Stichting
was aanvankelijk
Mr. M.C.J. Delen, notaris te Lisse,
later de heer
Hans J.C. de Buisonjé,
procuratie-houder van Metal Box Benelux, die
als voorzitter de
omschakeling naar het VJV
mee vorm gaf met een actieve werkgroep
“Kees-studie” die de beleidsvisie ontwikkelde
voor de Stichting
VJV-Bollenstreek.
Wouter Jansen, conrector Fioretti College,
was inmiddels voorzitter.
Na negen "tropenjaren"
zou een sabbatjaar ingaan op
15 april 1980 (vrijwillig ontslag).
1980 - 1982 Onderwijsinspecteur VO/OV
Op verzoek van de
Categoriaal Hoofdinspecteur VO/OV. Kantoor te Zeist; werkgebied Noord-Brabant West / Zeeland / Zuid-Holland Zuid.
In eerste instantie vielen 26 instituten voor Vormingswerk Jonge
Volwassenen (VJV) onder het toezicht.
Veel discussies meegevoerd over de ontwikkelingen binnen het VO/OV
(Volwassenen- & Basis-educatie, Schriftelijk Onderwijs en het Buitenschools Mondeling
Onderwijs), waar de fricties tussen Welzijn en Economie, met name in die
sector gefocussed, het onderwijsbeleid onder zware druk begonnen te
zetten.
Ten behoeve van het Inspectiecollege Nota van Advies geschreven voor "de
Heer MO" (Minister van Onderwijs).
Gewerkt onder Categoriaal Hoofdinspecteur Joost Th.M. Reuten.
1981 – 1982
 
Secretaris / Procesbegeleider
1982 - 1991 Directeur Raad voor Jeugdbeleid Noord-Holland.
Op verzoek van een door de Provincie ingesteld interim-bestuur een
beleidsconcept ontwikkeld (1981: “Perspectieven”) voor de destijds geheten
Raad voor Jeugd en Jongeren, een provinciaal platform voor jeugdwerk.
(directie en staf waren ziek of buiten dienst gesteld)
Vervolgens de uitnodiging aanvaard, dat nieuwe beleid gestalte te geven en
een nieuwe organisatie te ontwikkelen voor beleidsadvisering, onderzoek &
innovatie.
Begonnen als éénmanspost (twee
halftimers), die zich ontwikkelde tot Bureau waaraan 7 vaste medewerkenden
en een wisselend aantal stagiaires en projectmedewerkers waren verbonden.
De Raad had een vernieuwde adviesfunctie in de provincie Noord-Holland
voor het Provinciaal Bestuur en de lokale overheden (exclusief Amsterdam).
De Raad deed daartoe onderzoek, voerde beleidsinnoverende experimenten uit
en gaf op verzoek & op eigen initiatief, commentaar & advies met
betrekking tot
GS-voornemens.
Naast het algehele beleid/management bestuurlijk in portefeuille:
Organisatie-ontwikkeling, Herhuisvesting Raden, Radendiscussie, Functie-waardering,
Sociaal Beleid & Werkgelegenheidsbeleid N-H.
Inhoudelijk in portefeuille:
Projecten voor cultuurparticipatie en jeugdcultuur, Reorganisatie 14
organisaties Steunfunctie Jeugd- & Jongerenwerk, Brugjaar voor
Schoolverlaters, Provinciaal Fonds Jeugdaccommodaties, Adviezen Fondsen,
Regionaal & Provinciaal Jeugdbeleid, Herschikkingbeleid, Provinciaal
Welzijnsbeleid, gemeentelijk jeugdwelzijnsbeleid.
Qualitate qua OB-lid van de
Regionale Omroep Noord-Holland en bestuurslid van de Stichting Recreatie
Noord-Holland.
Adviseur van Statencommissies met betrekking tot jeugdzaken.
Bestuurlijk was de Raad een provinciale "Tak van Dienst" met door GS
gemandateerde bevoegdheden conform het Ambtenarenreglement NH.
Gewerkt onder vier voorzitters, allen burgemeester: J.E. Castenmiller
(Uithoorn), N. Schoof (Heiloo), Drs G.E. van Egerschot (Bennebroek) en Drs
H.J. Verdier (Uitgeest).
Het Dagelijks Bestuur kwam maandelijks bijeen; de Raad, die uit 14 tot 20 leden bestond met
ambtelijke en politieke waarnemers 4 tot 6 maal per jaar.
1991 – 1999 Wachtgeld / ambtelijk secretaris / ambulant procesbegeleider
Bezuinigingen & reorganisaties van het welzijnsbeleid hadden als effect, dat zowel landelijk als provinciaal veel adviesraden werden opgeheven of zich “vermarkten” tot lobby-organisatie.
Op basis van een speciaal daartoe ontwikkeld liquidatieplan is de vereffening van de Raad voor Jeugdbeleid voortgezet tot een duidelijke vóórlaatste fase, waarvoor GS de bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben opgedragen aan het Hoofd van de Provinciale Dienst WEB, Welzijn Educatie en Bestuur.
Gedurende deze tijd als
"boventallig" op verzoek van de Provincie bezig geweest met het
ontwikkelen van een provinciaal platform voor gehandicaptenbeleid en
sport.
In 1992/1993 als secretaris/procesbegeleider de oprichting van PIN/NPI, een nieuw
instituut voor politieke en maatschappelijke participatie mee-ontwikkeld
uit drie voormalige instellingen voor maatschappelijk activeringswerk.
In 1993 knelpunten onderzocht in de voornemens tot fusie van regionale en
provinciale organisaties voor Volwassenen-educatie.
Vanaf 1 juli 1994 formeel met wachtgeld. In overleg met de Provincie
Noord-Holland inzetbaar.
In 1995 de herstructurering van de provinciale instellingen voor
minderhedenbeleid begeleid als algemeen secretaris van een werkgroep
onder voorzitterschap van R. Bandell, burgemeester van Alkmaar. Twee
platforms/werkgroepen, één voor Amsterdam; één (SMC) voor de rest van de
provincie.
In 1997 en 1998 bestuur en medewerkenden van Stichting Multiple Choice ondersteund
bij de reorganisatie van Stichting Peregrinus en de implementatie en
ontwikkeling van een nieuw beleidsperspectief onder een nieuwe directie.
1999 - 2010 werkend aan een
alternatief voor 'wacht'-geld.
Mogelijkheden voor het pre-activeren van wachtgeld waren daarbij in het
kader van Noord-Hollands personeelsbeleid niet uitgesloten.
In december 1998 werd de website gaingate.com gelanceerd, een innovatieve
aanzet voor globaal bewustzijn.
Met als motto “tertium datur, able to gain”
werden twee modellen gepresenteerd met een universele herkenbaarheid voor
wonen en werken: “trybe” en “gaingate”.
Een "frisse kijk op beleid" (younger policy) kan ontstaan door binnen
het primair onderwijs als pedagogisch perspectief ID-recht als leerdoel
te formuleren. Daardoor kan iedere leerling (Niemand is schuldig aan
zichzelf) een basis voor gelijke kansen ervaren.
2010 - heden het
algemeen burgerlijk pensioenfonds heeft zich over mij ontfermd.
Door de bank genomen 40 arbeidsjaren premie betaald. De premie varieerde
door de jaren heen,
voor zover ik daar zicht op had, van 17% tot 24%.
Ik heb dus ongeveer 20% arbeidstijd, oftewel 1 dag per week gewerkt voor het Algemeen Burgerlijk Pensioen, wat neerkomt op 8
pensioenjaren.
Ik leef inmiddels vier jaar in spare time en voel me derhalve verplicht,
zolang dat gaat, door
te werken vanuit de gedachte:
"de wereld is bedoeld voor morgen"
Mijn Gemene Leven
in de duinendelta van vierstromenland
school curriculum vrije tijd