de duinendelta van vierstromenland
scherm: schelde eems rijn maas
oftewel
Noordwijkerhouts huishouden in europees perspectief
van het jaar 0 tot 2000.
uit de voorgelaten papers van
Quister Pyxis
betreffend deel 2 van de trilogie:
1. paradise lost: de overing van de planeet, de infrontatie van bewust zijn
2. de innering van europa, van wieg- naar polder-model;
een nieuw parabool domein..?
3. maradise regained, de planeet als matrimonium.
de uiteengevallen ordners
(klimaatsverandering) worden eerst verwerkt;
de scenario's worden cha-organisch aangepast.
q&a
honne tatemae ict
europerspectief vanuit de deltaduinen
de grote onthutsing
sloven voor domeinen
de tweede infrontatie
de wereld is rond
pep
europa euroma
Waar leggen we de grenzen van europa ?
Quister prefereert de "ab ovo" benadering,
begin bij het ei & volg het perimatrisch proces:
Vanaf het moment dat de doorsnee Europeaan in de geschiedenis van zijn
omgeving werd geconfronteerd met de idee dat de vertrouwde omgeving voor een
hoger belang moet worden ingeleverd of aangepast.
Noordwijkerhout dient dus als ijkpunt voor de "bakermat van de eeg", als het gaat
om het voortschrijdend bewustzijn van een Europese
Eenwordings Gedachte in een
coherent, globaal perspectief.
De Grieken, 2500 jaar geleden de grondleggers van het omov-principe voor stadsbestuur, al
hebben ze daar zelf later als staat soms weinig van begrepen, noemden een gebied ten noorden van
de
Balkan naar Europa,
een prinses, die
(door Zeus
ontvoerd/bevrijd) het matrimonium vestigde voor een nieuw
oord;
Napoleon dacht zo'n 2200 jaar en menig Grootvorst later, dat van de Oceaan tot
aan de Oeral en van het Middellandse Zeegebied tot aan Scandinavië, alle wegen
naar herstel van dat ideale toevluchtsoord zouden gaan leiden. Parijs heeft veel
Europese steden verlicht.
Maar, vóór die tijd speelde Engeland al met de gedachte dat heel de wereld,
behalve Europa wel British Empire zou kunnen zijn en verklaarde daarmee Europa
als het ware incontinent, non-consistent.
Grootheidswaan & overmoed
liggen dan ook op de loer, zoals we bij onze Oosterburen zagen.
Dat heeft de afgelopen eeuw met zijn genante oorlogen & volkerenkwellingen wel
geleerd.
Bij alle leiders van Europese staten leefde meer de gedachte aan een patrimonium
met domeinen. Soms evenzeer
door God gegeven als Europa, gegeven door Zeus.
Maar allen gingen voorbij aan het voortschrijdend bewustzijn van mens &
wetenschap, dat
democratie niet vraagt om leiders voor groepen, volkeren of naties, maar om bestuurders
die interdependent een gezamenlijk belang kunnen vertegenwoordigen.
Die staat ziet toe dat hij niet valt.
De grenzen zijn eerder idologisch
dan ideologisch of materieel te stellen.
Als Europa een voorbeeldfunctie wenst na zijn verwoestende verleden van
onderlinge & wereldwijde uitputting, waarin overigens ook
schitterend veel tot
stand gekomen is, dan zal het
eerder gericht moeten zijn op de kwalitatieve consolidering van een "Eurohood" door
democratisering van de domeinen binnen zijn gebied ten
gunste van economische groei via geconditioneerde schuldensanering in de rest van de wereld.
Inclusief de USA, die zich slechts staande weet te houden in een rigide
verband van federatieve tweepartijenstaten die per hoofd van de bevolking de grootste
staatsschuld ter wereld schijnt te dragen, ergo slechts parasitair kan huishouden en dus
iets zou kunnen hebben aan
een
NEE
een
"Nieuwe
Europese
Eenvoud"
Bon, voordat ik boos word,
terug naar ons ijkpunt voor Europa:
het huidige Noordwijkerhout,
een dorpje in de bosrijke duinen
bij de ziltige moerassen & brakwatermeren
van de Rijn-delta aan de
Noordzee
ten tijde van hun eerste onthutsing.
het jaar 0: de eerste
infrontatie
(infrontatie is een onthutsing # mentale confrontatie
die niet tot paniek maar tot nadenken stemt)
De Kaninefaten uit de Zuidduinen verschansen zich in het bos
benoorden de monding van de rivier
(waar ze een wieg, wijk-omheining, als hood inrichten)
Plots waren de Romeinen opgedoken..
[ ] nort wych in't hout,
het jaar van de grote onthutsing
Het gebied werd zo'n 2000 jaar geleden bedreigd
door de
Romeinen
die met de monding van de Rivier
de gehele zuidoever tot in de Alpen hadden ingenomen.
Vanuit de bossen ten noorden van de monding keken de Kaninefaten toe.
Al generaties lang gingen de
verhalen over een groot Rijk in het Zuiden,
dat voortdurend zijn gebied
uitbreidde.
Hals-over-kop waren we vanuit het Zuidduin (Hoek van Holland-Katwijk) de bossen boven de rivier ingevlucht.
We hadden er totaal niet op gerekend, dat vreemde mensen van ver weg in onze simpele
omstandigheden belang zouden kunnen vinden.
Nog maar 'n volle hand winters geleden waren de volkeren van Germania, dagen roeien
hiervandaan tot voorbij het Zwarte Woud,
belastingplichtig gemaakt en ook van het driedelige Gallia waar behalve de
dappere Galliërs ook de Belgen & de Franken woonden, waren er al twee
onder Romeins bestuur.
Maar dat waren gebieden rijk aan wild, fruit, granen, gesteenten met wonderlijke eigenschappen
en eindeloos veel bomen.
Zee & zand, knollen & konijnen. Wij leefden in eenvoud van vis, klein wild en wat
akkerbouw, als de zee het toeliet.
Vooral de herfststormen waren vaak rampzalig.
Plinius Secundus (de Snurker) beschreef het als volgt:
"Een meelijwekkend volk woont daar in hutten op hoge heuvels van zand.
Als de
zee over het land is gestroomd, zien ze er uit als zeevaarders en ze lijken op
schipbreukelingen als het water weer is gezakt."
Tij & Ontij waren hem vreemd. Eb & Vloed. Maar hij kende onze essentie niet.
In de kracht van het voorjaar leefden we op,
genoten simpelweg in de zomer en verzamelden in de herfst de wintervoorraad. En
bij Eb genoten we dagelijks van de zeevruchten die we met onze korven en fuiken
wonnen op de zandbanken.
Onze economie was meer gebaseerd op duinhouden, dan op huishouden de grootste
zorg van onze polderende zuiderburen, de op zee-land
woonden.
Onze bodem was van goud.
In de duinen met loofhout, temidden van de zoute zee & het
brakke veenwater, borrelde zoet water op. Het paradijs van de
eenvoud.
Het geschiedde in die jaren dat we Kaninefaten werden genoemd, omdat ons lot
van de konijnen leek af te hangen. Maar de volken die ons geen doorgang wilden
bieden, toen we terug wilden van de ijsvelden waar de eeuwige nacht begint,
noemden ons Vismensen.
Langs de vloedlijn hebben we onze weg terug moeten
vinden. We kwamen van wat nu "het hoge noorden" heet..
(zie: de overing van de planeet)
In de winter kon het leven hard zijn, maar de rest van het jaar leverden
de duinen & moerassen voldoende voedsel & brandstof om de Kaninefaten in
tientallen wijken van groepsverbanden, hoods, waarvan sommige zich hadden gespecialiseerd, een vreedzaam & coherent bestaan te bieden in
een persoonlijke wij-beleving.
Deze werd moreel versterkt doordat de jonge mensen uit de hoods op jeugdige
leeftijd (10 tot 12 jaar) in de woon/werkgroepen werden geclusterd, koters aan de zee- en doters
aan de moeraskant van de duinen, bij de ouderlingen, tot ze zich echtten in een hoodwieg,
waarvan er tussen het huidige Hoek van Holland & Keukenhof-Aerdenhout zo'n
80 te vinden waren. Het verschijnsel hangjeugd bestond dus niet.
De inspanning
was: "wat goldt dat geldt al te gaer".
Het resultaat: producten voor aangenaam huishouden in alle stadia
& aspecten van het leven.
Een hoodwieg telde 10 tot 30 hutten van families en werd omgeven door een grote ring van
moeilijk struikgewas en doorgevlochten takken, bescherming tegen indringers als
vossen en verwilderde honden.
De oorsprong van elke hoodwieg is de Wendeling, voor wie na uitverkiezing een nieuwe
hoodwieg gemaakt werd.
Daarnaast waren er broodwiegen, waarmee we wat
kleinere dalletjes afschermden voor de konijnen & kippen. Wat lekker is, moet je
beschermen. Alleen op dieren buiten die broodwiegen werd
gejaagd. Je mocht alleen doden, wat voor het eten nodig was.
Ook voor gewasbescherming werden wiegen aangelegd. Wind & zandverstuiving bleven
zo redelijk hanteerbaar voor landwinning en zoutzieden, zoals bij de Zilk.
Stormachtige weersomstandigheden rondom die twee tot vier rijen duinen,
waarbij de zee in het generatiegevoel
van de mensen meermalen zal toeslaan en wegvaagt die te ver in het veen of
op een bank gaat wonen,
hadden
bij ons tot het inzicht geleid, dat kinderen vroegtijdig zelfstandig
moeten kunnen zijn met beschikking over het inzicht van de wijzen.
Zodra een kind met zijn handen boven het hoofd kon vertellen, mocht het naar een van de
wiegen voor jongens of meisjes. Daar leerden ze de kwaliteiten ontwikkelen die
we nodig hebben voor onze ingeving & omgeving.
Duinbehoud, jagen, vissen,
knollenveldjes bij de moerassen. Bont voor kleding, gereedschap maken voor
voedselverwerving & huttenbouw, zoutzieden, manden & korven vlechten. Via
gulde-groepen werd specifieke deskundigheid doorgegeven.
En passant werden daardoor de hoodwiegen dagelijks voorzien van vers voedsel en grondstoffen voor
hoodonderhoud.
De leiding van die jeugdwiegen was in handen van
de ouderen.
Praktisch bestuur & begeleiding. Verhalen vertellen & vragen stellen
als leermethode. Technieken droegen ze tussendoor over.
Fluit- & gebarentaal waren bij ons
erg belangrijk, omdat het geweld van wind & zee praten/roepen soms onmogelijk kon maken.
Ook de seizoensfeesten & duinrituelen werden via deze wiegen bijgehouden.
De ouderlingen van de koters- & doterswiegen verzorgden de interduinelijke
communicatie tussen de wiegen en werden in moeilijker situaties aangestuurd door
de Wendeling, die elk jaar bij het korten der dagen werd ingeluid om ons door
de donkere dagen te leiden.
Als het jaar goed was geweest, wierp niemand zich op als Wendeling, zodat de
oude zijn functies nog een jaar behield.
Werd er een nieuwe ingeluid, dan werd er een nieuwe hood gewiegd. Daar waren we met z'n allen wel een twee manen mee bezig, omdat de voorbereidingen op de winter prioriteit hadden.
Wie verweduwd raakte in een hoodwieg, keerde meestal snel terug naar de
werkwieg van zijn/haar jonge jaren. Je maakte er direct weer deel uit, maar nu van de ouderlingen die
de werkzaamheden coördineerden en leiding gaven aan projecten & activiteiten.
Zij die te oud werden voor actieve deelname, trokken weer in in hun hoodwieg
voor een aangename oude dag. Ze vertelden spannende verhalen en leerden
passen tellen zonder aandacht te verliezen in de omgeving.
Dat er ook
voor doters al op jonge leeftijd een seksespecifieke training voor het leven
bestond, had de Kaninefaten in het verleden al meermalen gered van de
ondergang.
Het omgevingsbewustzijn maakte ons sterk.
Wij hadden duinen zien verdwijnen en nieuwe zien ontstaan.
Met alle winden leverde de zee ons of nieuw zand achter de duinen of
banken voor kust.
Onze banken waren zo een voedselbron en een bescherming tegen aanvallen vanuit
zee.
Het zand achter de duinen was de natuurlijke aanwas voor wiegen & gaarden.
Daar hadden zij geen belangstelling voor.
"Zij" waren de volken buiten de delta, waar de gronden hoger liggen en ook nog wel
de volkeren daarachter, waar de bergen beginnen. Soms liepen er harbingers in de duinen, verkenners van die volken
of andere vreemdelingen. Maar na
een vriendelijk, doch eenvoudig onthaal waren ze ook zo weer weg. Er was voor
hun volk niet
veel te winnen in onze omgeving.
En voor de langere duur is bij ons nergens een pijl op te trekken. Tij & Ontij
met hun Rampen. De weg naar de het vaste land was daardoor vaak onvoorspelbaar.
Wie zich desondanks wilde vestigen, wat wel eens gebeurde met een
schipbreukeling die er tegenop zag, via land zijn weg naar huis terug te vinden,
mocht gewoon meedoen in een van de werkwiegen. Zij brachten nieuws mee
van verre oorden en konden hoog opgeven over hun land van oorsprong. Toch
verkozen ze vaak ons leven boven hun verleden, zodra ze met de ouderlingen
konden communiceren.
De weg terug via het Zwarte Woud en de Hoge Bergen was ook
niet aantrekkelijk in die dagen.
Dat er vanachter die verre bergen ook nog volk was dat met vertoon van macht
op je afkwam om je te onderwerpen, ging al ons voorstellingsvermogen te boven.
Zand & zout, knollen &
konijnen, wie had daar meer dan één dagmars voor over?
Daarom waren we ook niet bang voor de
buurvolken op het vaste land. Zij waren hier nooit gaan wonen, vanwege de vele risico's en de
ogenschijnlijk povere omstandigheden.
Lang, heel lang geleden, toen er nog nauwelijks bewoning was in de duinen, zijn we hier ooit
'ns terechtgekomen. Wij, de indigenen van de duinendelta.
Vanwaar het manenlang ijst en donker is, zeggen
de ouden, die handen tekort komen bij het vertellen.
De Batavieren, een vrolijk volkje dat meer dan twee volle handen
zomers
al via de rivier
vluchtte voor Romeinen en op hun boomstammen de zee in
dreigde te varen, hadden we ternauwernood kunnen redden en vreedzaam opgenomen in de omgeving.
De zuidkant van de rivier overstroomde regelmatig in het verleden, net als de
noordoever, maar al enige
tijd was daar een groot stuk land drooggevallen klei & zand.
Daar wisten ze graan & gras te laten groeien. Koeien, kaas, graanbrood &
-bier.
Als dank voor die grond en voor het heldere duinwater, dat onze waterdragers
brachten, hadden ze ons de kunst van het braden & brouwen
overgedragen, zodat het leven in de duinen al enige tijd een hobbitachtige vrede had gekend.
Maar sinds die Romeinen aan de overkant van de rivier was het anders.
Door het militair machtsvertoon waarmee die zich langs de oever hadden gelegerd,
juist daar waar de Batavieren waren gaan wonen, leken de vreedzame dagen voorbij.
Het duurde negen jaar, negen maanden & 11 dagen, voor de
dreiging overging in een beleefde status quo.
De Romeinen maakten onze Wendeling
vrij van verplichtingen.
Vandaar dat wij 11 november (Romeinse Telling) zijn gaan gebruiken om onze
Wendeling te huldigen. De vrouw die door de afgevaardigden van alle hoodwiegen
werd aangewezen, te beslechten in geschillen en vertegenwoordiger van ons allen
te zijn, wanneer het vreemdelingen betrof, was al die jaren geringschattend
benaderd door de Romeinen. Dat lieten we graag zo. We hebben al die tijd dan ook geen andere Wendeling
verkozen.
De Romeinen dachten zelfs een tijdje, dat we altijd door vrouwen werden aangevoerd.
www.limes.nl de grens van het romeinse rijk in ons deltagebied.
Rond ons jaar 0 waren de Romeinen dus tot in het huidige Nederland binnengetrokken omdat de instandhouding & opleuking van hun aanvankelijke stadstaat een steeds grotere toevoer van arbeid & grondstoffen vereiste.
De primaire voorwaarde voor hun instandhouding, vrede in de directe omgeving,
leidde op zich al tot
uitbreiding van de stadsstaat met militaire middelen over een steeds groter deel van het huidige Italië en zo rond
ons jaar 0 werd
Augustus de eerste die
de titel Imperator kreeg (zich aanmat, zeggen sommigen) en pretenties van een Mediterraan-Europees
Rijk in empirisch perspectief plaatste met het gebod dat hij liet uitgaan, heel
zijn wereld te beschrijven:
"Het geschiedde in die dagen......"
Keizer Agustus had/was:
- veto-recht in de senaat van het Romeinse Imperium
- opperbevelhebber van
het leger
- pontifex maximus (hoofd van alle tempels) van Rome
"Ik trof Rome aan in baksteen en liet het na in marmer"
Hun middel voor de instandhouding van het keizerrijk:
"preventieve oorlog" &
"het opdringen van bescherming tegen vijanden"
Hun tactiek: verdeeldheid zaaien ("Gallia divida est tres partes").
Grenzen verleggen in ruil voor slaven
& belasting. Over de Alpen, rond de Middellandse Zee. Tot aan de Rijn. Tot
in Engeland.
Het Romeinse Leger bestond voor een deel uit
enthousiaste overwonnenen!
Rond het jaar 400 is dat niet meer vol te houden. Bij ons in de deltaduinen waren ze toen al
zo'n 3 eeuwen weg.
Het is niet alleen de beveiliging van productie & distributie voor eigen behoeften
die een groeiende inspanning vraagt. Of de steeds meer menskracht vragende
verdediging van die duizenden kilometers grens.
Evenzeer was een merkwaardige behoefte van
veel "welgestelde" Romeinen , daar debet aan. In de onder hun invloed
gebrachte regio's werden tientallen
Domeinen of Lusthoven ingegricht.
Zo wilden ook inheemse leiders wel leven. De Romeinen stonden dat, tactisch of
strategisch, toe.
Maar hun ondergeschikten wilden dat ook wel, een eigen domein. "Divide & Impera", dachten de
Romeinen: "verdeel het continent & heers over alles!"
Maar zo wilde iedereen wel leven; Wie zal mijn dienaars dienaar zijn?
Het Romeinse Rijk stort in. 400 jaar na onze eerste
infrontatie.
Resultaat: De "eerste grote volksverhuizing".
Ostri- & Wisigothen, Franken, Germanen, Langobarden & Vandalen, Saksen & Kelten
buitelen over elkaar heen. Ook het Verre oosten zoekt expansieruimte in
onze richting.
Chaos in Europa, dat zo'n 20.000 jaar daarvoor tot in het hoge noorden bevolkt
was geraakt met mensen, zoals we die nog steeds tegenkomen.
Met name het behoud van goede gronden en angst voor het ondoorgrondelijke hadden
mensen bijeen gehouden in volkeren die somtijds ook overheersten of oplosten
in de geschiedenis, maar ook regelmatig in de verdrukking waren of verder werden
verjaagd, de noordelijk kou in.
(zie: "de overing van de planeet": volkeren wilden nog wel 'ns
splijten door twist of thrist).
Mythen & Sagen van het Oude Europa,
dat voor ons Vismensen eindigde toen we de Nortwych als Hood inrichtten en
als volk de naam Kaninefaten kregen.
Het zuidelijk duin was verloren, net als het zich ontwikkelende
Bataviereneiland.
Ons jaar 0: de zee geeft, de zee neemt, maar vanaf
nu moeten we de jaren tellen.
Duinhouden & huishouden worden niet meer in samenspraak met buur & natuur bepaald.
De Romeinen zijn erbij gekomen.
Ze gebruiken de buurvolken als sloven en gooien ons soms munten toe, omdat ze
weten dat we ons er graag mee versieren.
Mooie schelpen zijn zo breekbaar.
Die munten werden platgeslagen tot grote, glimmende oorijzers.
We hielden niet van de afbeeldingen en tekens die erop stonden. Die golden niet.
Verder konden we ook niet veel met de houding van de Romeinen.
Ze
gedroegen zich alsof zij bezorgd om ons waren.
Maar als we eens wat konijnen wilden ruilen voor sandalen, dan begrepen ze je
niet.
Het schijnt zelfs, dat de Batavieren al hun versiering moesten inleveren,
toen ze geen bomen wilden omhakken voor een gestratificeerd pad naar het castellum bij de
Katwijk.
Vanuit diverse optieken kan de ontwikkeling van Europa na die eerste
infrontatie van onze voorouders met een Groot Rijk verder worden beschreven.
Bij ons in de duinen waren we er snel mee klaar dankzij Julius Civilis, Bataafs
aanvoerder en kenner van Rome.
Hij zag in de chaos na de
dood van Nero, die in Rome tot een burgeroorlog leidde, een unieke kans om met
de Friezen & ons de Romeinen uit de Delta te verdrijven. Hij vroeg
Brinno, die ons door de donkere dagen van 69 & 70 leidde, deze actie te leiden.
Binnen een half jaar waren de Romeinen verdreven. Alle domeinen (castella)
werden verwoest.
De Bataven in de delta-bezuidenrijns sloten echter
spoedig weer een bestand met Cerialis. Zij
aanvaarden een Romeins burgerschap onder eigen hegemonie en verkregen de
Zuidduinen.
Daarmee legden ze een nieuwe basis voor die domeinen, die bezuidenrijns dan ook spoedig
waren hersteld.
De Enten, Twenten & Drenten, 3 Batavenstammen benoordenrijns, oriënteerden zich
liever op de Friezen. Wij trokken ons terug in de duinen en leefden weer een
volwaardig bestaan met ons wiegmodel als basis voor duinbehoud.
Het kwaad, hadden we nu begrepen, zit niet alleen in het klimaat maar ook in de parasitaire cultuur van domeinrechten, die een supermacht veroorzaakt. Ook onze duinen maakten soms deel uit van hun gebied, omdat een streekheer familie of vazal was van die verweg-macht.
Riddernijen, koning- & keizerrijken, stadsstaten & regiorijkjes wisselden elkaar
de eerste duizend jaar af. Te zware belastingen & afgunst waren vaak de
aanleiding.
"God wil het", was meermalen de motivatie.
Voor de EEG (Europese Eenwording Gedachte) zijn in deze periode
vooral Theoderik & Karel
van belang. Beiden worden na de Verlichting "de Grote" genoemd, omdat ze naast veldheer ook
bestuurder waren met interesse in kunsten & wetenschappen.
Gemotiveerd door de Grieks-Romeinse gedachten over politiek, kunst & wetenschap en
geïnspireerd
door een Roomse roeping of hopend op een goddelijke instraling.
Tussen die twee Groten door, in 721, had een verzameling Merovingische Vorsten de mening gevraagd van
de paus over de aanstelling van één koning voor alle Franken, Pepijn.
De paus had
goede redenen daar enthousiast over te zijn.
Rome was een bestuurlijk risico
voor de Kerk geworden, door zwakte van de laatste keizers. Daarnaast was de
onrust die de eerste beeldenstorm in het
Christendom had achtergelaten nog niet onder controle. Dat
de Geest niet alleen van de Vader, maar ook van de
Zoon komt,
leek de kerk in Oost-Europa maar niet te begrijpen.
Pepijn schonk later de paus
de stad Rome en een groot gebied daaromheen.
Daarmee was voor Karel later weinig nodig om 'de Grote' te worden:
Een handvol goede adviseurs & enige verbeelding.
Onze omgeving bleef echter van hen gevrijwaard.
Omdat Atilla de
Hun via Midden-Europa de Franken & Romeinen wilde knevelen, vluchtten
Midden-Europese Volkeren alle kanten uit. Bij ons kwam daardoor een groep
Saksen terecht. Ze vestigden zich vreedzaam bij de Leede. Voor ons was de rust snel weergekeerd.
De Saksen waren meer eigenwieger dan de Batavieren. Ze lieten zien, dat akkerbouw & ambacht een mooie combinatie is door de
wisseling van seizoenen. Maar de technieken die ze gebruikten noemden ze "heim".
Alleen voor de eigen wieg, bedoelden ze daarmee. Geheim, zeggen we nu, of
"gepatenteerd".
Dat hadden wij altijd anders
meegemaakt. Spullen kun je
ruilen, maar hoe je die maakt laat je toch graag de anderen zien. Dan kunnen ze
het voortaan zelf en hoef je
minder konijnen te jagen! Sassenheim heet hun wieg tegenwoordig.
Geheimen kenden
we niet in de duinen. Behoodzaam waren we wel als het vreemdelingen betrof. Dat
hadden de Romeinen ons wel geleerd.
Die waren voortdurend uit op het verleiden
van onze meest getalenteerden om mee te dingen in het Grieks-Romeinse
heldenleven.
De invloed van de Friezen was
in die tijd groter. En die relatie had een vreedzame basis.
Ruilhandel via zee. Kaas voor konijn en soms een kruik wijn
(ze kwamen tot in de Loiredelta met hun vaartuig & brachten dan ook veel nieuws
mee over de Franken), dat was een goede ruil. De
duinen waren niet geschikt voor koeien en wij wilden geen veeteelt al te ver van
duin. In de duinen waren we niemand tot last.
De Batavieren waren
minder honkvast, omdat ze in stamverband woonden. Door zware stormen van hun kleiplaten verdreven, werden ze inmiddels overal in de lage landen gesignaleerd.
Zij legden in feite de basis voor de "hollandse handel" door de binnenvaart te
ontwikkelen in de delta, die zo zijn overslagfunctie kreeg.
De streek zelf had in die tijd nog steeds geen politieke of economische aantrekkelijkheidswaarde.
De duinendelta lag
inmiddels wel weer in domeinen, een verschijnsel uit de Romeinse tijd.
Vooral het Zuidduin, dat zo'n 70 jaar in Romeinse handen was.
Ook benoordenrijns
zag je ze weer ontstaan op de hogerliggende gronden. Wie waren wij, om ze dat
vanuit onze duinen te beletten.
Vreemdelingen
bouwden er grote omheinde huizen van hout & steen en in een groot gebied daaromheen moest
je een deel
van de oogst afgedragen, als je er ging wonen.
Vervolgens kwamen ze bij ons nog jagen & vissen ook,
soms met nog hogere heren van kerkelijke of wereldlijke investituur. Dat
was onschuldig tijdverdrijf, waarbij ze van ons wat konden leren.
Maar door problemen met volkeren
in Europa of andere kwesties, kwamen die Heren slechts sporadisch hun lusten in de regio botvieren en met wat wild &
gevogelte namen ze meestal genoegen.
Ongestoord konden dan ook Ierse monniken rond 700 aan land komen
om via het vasteland de weg naar Rome te vinden. Ze wilden zich in leven houden met de
verkondiging van het Christendom. Veel moeite kostte hen dat niet. Ze brachten
naast een verlossingsperspectief nieuwe ideeën voor landwinning mee.
Deze
tweede
infrontatie was korte duur maar effectief.
Er was voor de monniken weinig eer te behalen in de
weerbarstige duinstreek met zijn moerassige achterland. De essentie van hun
boodschap:
"Uw ja is ja, uw nee is nee, en al het overige is in God's handen" & "gun uw buren, wat gij uzelf gunt"
als voorwaarde voor een betere wereld, brachten we al als vanzelfsprekend in praktijk.
En de hemel kwam zo'n beetje
overeen met wat de Germanen het walhalla noemden: voor altijd verder leven, maar dan zonder storm,
winter of misoogst.
Hun inspanning bracht dan ook niet veel meer op dan hulp & vreedzame opname in de
streek. Maar onze compleetheid was hen te weinig.
Wij, Kaninefaten, herkenden "het kwaad" niet
anders, dan in de krachten van het zwerk.
Binnen een paar jaar hielden de
monniken het voor gezien.
Ze keerden terug naar Ierland om 50 jaar later via Friesland
nog 'ns te proberen, de weg naar Rome via het Continent terug te vinden.
Het kost weliswaar Bonifacius zijn leven, maar deze keer slaagt hun missie
uiteindelijk wel.
Restanten van een kleine kapel zijn in het Langeveld teruggevonden.
Waarschijnlijk hebben we die zelf weer afgebroken, toen de Noormannen hun
ontdekkingsreizen naar het Zuiden gepaard lieten gaan met roofzucht. Het
gebouwtje, boven op een duin, had al eerder ongewenste aandacht getrokken.
Zandbanken & onderstroming boden goede bescherming, gelukkig.
Dus onze duinen in de delta bleven eeuwen lang een onopvallend gebied met weinig
historische helden, zoals elke regio in Europa wel zijn eigen helden lijkt te
hebben.
Vaak hebben die helden hun gebieden willen uitbreiden tot eer & glorie van een Groot
Idee, maar hun blik ging aan onze wiegen in de duinen voorbij. Ze gunden het de
oude heren, zolang die in hun een Meerdere erkenden.
Zo bleven de domeinen en werden lusthoven voor ijdel tijdverdrijf.
De besten onder ons mochten er af & toe sloven. De vrouwen op het domein
hielden zich meer met elkaar bezig dan met hun omgeving. Van onze vrouwen werd
een zekere dienstbaarheid aan het domein verwacht.
Bij het jagen & vissen
hielpen we de heren vaak, omdat nou ze ook weer niet de belabberdsten waren en zich
(zonder hun vrouwen) met
ons als "mannen onder elkaar" gedroegen.
Het gebied was inmiddels als "Noord Gouw" uit de Frankentijd,
gekerstend in handen van de Koning
van Lotharingen gekomen. Die beleende het op 4 augustus 889 aan graaf Gerolf.
De Franken hadden zelfs het zwaard niet geschuwd, om 'het heidendom' tot hoog in
Europa te bestrijden. Ook de Friezen werden gedwongen, het Roomse Geloof te
omhelzen.
De domeinen leefden weer op. Daardoor kwamen er ook weer munten in de streek. Een
handig ruilmiddel, begrepen we nu. Ook, als er 'ns wat minder konijnen zijn.
In
de Romeinse tijd maakten we er alleen maar goede sier van.
Maar tegelijkertijd ontstond er concurrentie:
De domeinen moesten meer in eigen
onderhoud voorzien en de heren begonnen zelf konijnen te fokken. De geheimen van
de Saksen noemden ze "ambacht", waardoor er belasting kon worden geheven.
In Leiden kwam hierdoor de gildevorming tot stand en bleef de ambachtsheer
met een relatief ontvolkt gebied achter. Hij had voor het onderhoud van zijn hofstede
echter wel de inspanning van zijn ingezetenen nodig. Dat zou bij ons in de
duinen betekenen, dat de hoodwieg zich zou inspannen voor de werkwiegen en de
ouderlingen.
Buiten sagen, legenden en de versterking van de Roomse positie heeft dit
slechts tot een voortdurend wisselend geografisch gebied geleid van "de heer"
aan wiens instandhouding & ambities diende te worden bijgedragen in de
vorm van "belasting" (goederen arbeid geld) in ruil voor "bescherming".
Wij sloofden voor duinbehoud en landwinning, en zij verstonden het als recht op
gelasten & belasten, wat bij ons alleen de Wendeling mag.
Al het overige is aan de ouderlingen & werkwiegen, waardoor in- & ontspanning
een optimaal resultaat in hoodbeleving geven.
De rituelen maakten ons leven
compleet.
Het Leenheer-Leenman model verbond de regionale domeinen, waarbij steden meer & meer eigen beleid
ontwikkelden, gesteund door de kerk van Rome die bisdomein-rechten
wist te realiseren en een zich versterkende ambachts- & handelsstand, die ook
institutionele machtsposities verwierf.
In die tijd werden slaven "horigen" en wie in de stad ging wonen
werd "poorter".
Slaaf hebben we ons nooit gevoeld en het begrip stad: "veel mensen, grote gebouwen
van hout & steen" kenden we slechts uit de verhalen van die enkele
schipbreukeling, die een storm over de zandbanken wist te overleven.
Lugdunum Batavorum, het huidige Leiden, was meer een ommuurd kasteel met kerk &
markt binnen de muren.
De Nederlanden waren totaal niet herkenbaar bij ons in de duinen. Een Heer van
ver liet wel eens van zich horen, net als de Paus van Rome. Maar meestal ging
dat via een onderheer, waarvan een vazal het domein bewoonde, dat rechten
claimde in onze duinen en veenakkertjes, die we met veel inspanning zelf van de
zee wisten te winnen.
Die eerste duizend jaar na de grote onthutsing hebben we gemerkt, dat de
wereld niet meer door volkeren (en kleine groepjes zoals de onze in
onaantrekkelijke gebieden) wordt bewoond.
Er zijn domeinen gekomen, kleine lust- of
lasthoven waaromheen mensen een functionele identiteit ontwikkelden. De
domeinheer, oorspronkelijk klerk of administrateur voor de opperheer, veredelde
er tot "graaf" ("hij die kan schrijven").
Soms
creëerden de grootdomeinen in samenwerking met Rome ook voorzieningen, die meenden
rechten te kunnen laten gelden in onze omgeving. De Ridder-stand die
hiermee gepaard ging, is mede gebruikt als verlokking om de Noord-Europese
volkeren te kerstenen en Jerusalem te 'bevrijden'.
Gelukkig leerden onze regio-heren al snel, dat landbehoud in de delta goed
overleg met de duinbewoners en de zich ontwikkelende gehuchten vereistte.
Zij gebruikten ons wiegmodel voor landwinning en ons kennismodel om tij & ontij
te begrijpen.
Bij een flinke storm
waren de duinen een veilig toevluchtsoord. Tussen de duinen & de Utrechtse Heuvelrug is
het eeuwenlang nog heel gevaarlijk geweest.
De macht van de opperheer was
door onze tactiek van de doorgestoken dijken dan ook minimaal.
Ook de volgende duizend jaar moest "de verre heer" meer macht afgeven aan
"onderheren" in ruil voor ondersteuning van zijn Grootdomein.
(In 1215 werd dit voor het eerst in Engeland (via de Magna Carta)
door adel & kerk afgedwongen van Jan zonder Land.)
Maar dromen van een Groot Rijk
bleven en wisselden met politiek-economische & religieus-nationale motieven
regelmatig van heer, grens &
gebied.
Een kerkelijke inzegening of een "nihil obstat" van Rome kreeg steeds
meer gewicht in de samenleving. Het concordaat van Worms 1122
gaf daar statuur aan.
Die sterk ontwikkelde macht van de Roomse Kerk bleek onder meer uit de respons
van veel heren die met gevolg ter kruistocht gingen om "de geboortegrond van het
christendom te vrijwaren van Arabische overheersing".
"Eenvoudige zielen", oftewel ongecoördineerde groepen zondaars, boetelingen voor
een betere wereld, avonturiers en jongeren die zich geïnspireerd wisten door de
kindmartelaren uit het oude Rome, waren hen in een, overigens mislukte,
kinderkruistocht
voorafgegaan.
En zolang "de heren" onderling geen ruzie maakten, konden alleen de seizoenen,
natuurrampen
of de "vliegende tering" het leven zuur maken.
Europa is immers in
principe nog steeds een paradijselijk continent met au fond gelukkige mensen. Dat was al voor de kerstening zo.
Bijna onkenbaar dragen veel Oud-Europese talen dit nog in zich mee.
Onmiskenbaar is de invloed van het Grieks-Romeinse gedachtegoed dat
aanvankelijk als palimpsest met de Christelijke religie meereist, maar later als watermerk duidelijker werd in wetgeving,
handelsbetrekkingen, wetenschap & het proces van feodalisering.
De Joodse oorsprong van het Christendom met de Duivel als bron van alle kwaad,
wordt gemakkelijk geabsorbeerd in de ontwikkeling van het Europees bewustzijn,
dat nabuurschap al kende voordat naastenliefde gepreekt werd, maar voor een meer
eigentijdse personificatie van het kwaad nog geen voorstelling had.
Die duivel lijkt dus als katalysator te hebben gediend in deze "change of
culture" van een leven in regiospecifieke standvastigheid, maar aangedreven
door wispelturige goden naar een leven in regio-overstijgende standvastigheid
met een verlossingsperspectief. De wereld is niet plat.
Met het Christendom komt een tevens Romeinse "Organisatie" mee.
Dat leidt in
de steden tot scholen voor kerkelijke dienstuitoefening & administratie, later
ook tot voorzieningen als universiteiten, ziekenhuizen en woongroepen (kloosters) voor
mannen en vrouwen, die zich inzetten voor god & gemeenschap.
De clustergedachte sloot heel goed aan bij de gescheiden ontwikkelingsperiode
die jonge mannen & vrouwen in de Kaninefatentijd kregen, maar de
ondergeschiktheid van het leven aan een hoger doel dan duinbehoud kenden we
niet.
Te denken dat het zwerk zou zijn te beïnvloeden, was onmogelijk;
de
verbeelding van altijd zomer, realistisch.
De Graven van Houtland (Holland) zagen de regio als een wingebied voor de
bouwhandel.
Rondom sommige kastelen ontstonden steden. Er was veel hout nodig. De duinweteringen,
kleine stroompjes/riviertjes die vanaf de duinen het land instroomden, werden gebruikt om de boomstammen te veredelen.
In Noordwijkerhout werd rond 1100 weer een Romaans kerkje gebouwd. Nu
achter de duinen. Dit gaf
een nieuw centrum voor dorpsbeleving.
Meer in de bossen verscheen wat
later een klooster voor vrouwen, Abdij Ter Leede. Het klooster
had ditmaal ook een functie als vrome opvang voor een teveel aan huwbare
dochters in de domeinen. Veel mannen gingen ter Kruisvaart.
Zo kon een dienst aan God tevens het patrimoniaal vermogen dienen.
Maar de Oproep voor de "bevrijding" van het Heilige Land heeft niet tot in
de duinen doorgeklonken. Er zijn in die tijd wel een stuk of drie mannenkloosters
gebouwd tussen Kijkduin & Castricum.
De angst voor
Vikings zal er ook toe hebben bijgedragen, dat de mannen thuisbleven.
De koterswiegen waren niet voor niets aan de zeekant geplaatst. Vanouds dreigde
bij ons meer gevaar vanuit het Westen dan vanuit het Oosten.
De doters
woonden aan de moeraskant van de duinen. Ze kenden de gevaarlijke (vlucht)wegen,
de jachtpaadjes
door het veengebied.
Voor zover mij bekend zijn ook vanuit de omliggende dorpen geen
"kruisvaarders" op avontuur
gegaan.
De Batavieren die in de duinstreek gebleven waren, verzorgen de akkers & tuinen van het klooster, maar zover bekend
zijn de hyacinth & tulp enkele eeuwen later pas in de Bollenstreek terecht
gekomen. Ze zouden door teruggekeerde strijders via Turkije meegenomen kunnen zijn, zoals
wel 'ns werd beweerd.
Het Bisdomein Utrecht en diverse adellijke families hadden lusthoven in de regio. De
bevolking hoorde erbij. Gemakkelijk voor eenvoudige diensten en pacht in de vorm
van oogst, zodat er op het buiten tijd was voor hobby's, die soms konden uitgroeien
tot kunst of wetenschap. Maar vooralsnog hadden wij aan onze folk-lore genoeg.
Over onze hoofden heen, vochten de koningen van Engeland en Frankrijk
meer dan een eeuw een strijd om de macht.
Die strijd leidde tot onenigheid binnen de domeinen van de lage landen vanwege
conflicterende familiebanden.
(De Reiger-eed 1337 en de slag bij Cadzand duiden hierop.
Waarschijnlijk is er een relatie met "de zwarte dood" die van 1346 tot 1351 grof
huishield en op drie manieren effect had op de bestuurlijke verhoudingen:
De Hoeksche & Kabeljauwse twisten, waarvan
Jacoba van Beyeren regelmatig
kwam uitrusten op een van haar kastelen in de buurt. Zij
had contacten tot in Engeland & Frankrijk. Dat bracht een dure hofhouding mee.
Jagen & Vissen in de binnengebieden werd moeilijker, omdat er rechten betaald
moesten gaan worden. Alsof zij de eigenaar waren van grond & gedierte.
Bij ons in de buitenduinen bleef het leven vrij. Maar de landwinning in de
veenmoerassen komt beter onder controle. Daarmee vergroten de ambachtsheren hun
macht.
We ontdekten een verband tussen de konijnen- & de vossenstand en
introduceren een jachtcyclus, waardoor we met vlees & bont meer evenwicht in de
streekeconomie verkregen.
Dat we na de dood van de tumultueuze Jacoba deel uitmaken van
het Habsburgsche Huis en kort daarna van Spanje, ontging ons
volkomen,...totdat.
Rond 1500 vinden ingrijpende veranderingen plaats.
Regionale onlusten in onze omgeving, waar domeinheren van Gelderland & Brabant
elkaar naar het leven staan en Grote Pier
vanuit Noordoost Nederland de Noordduinen rond Medemblik plundert en naar
Alkmaar optrekt.
Spanje wordt met geweld tot Rooms Koninkrijk verenigd en stuurt Columbus op pad naar
Indië.
De
Iberische Joden zoeken hun heil in het vrijere Noord-Europa; de
Moren vluchten naar
Marokko. Spanje claimt rechten in ons gebied.
Het Roomse Christendom,
op dat moment bestuurd door Adriaan Boeyens, de enige Nederlander die het ooit
tot Paus heeft gebracht, krijgt boven de Dolemieten diverse afsplitsingen: de
Protestanten.
Het zijn volgers van Calvijn, Luther, Zwingli, Jan
van Leyden en vele anderen, die mensen wilden voorgaan in een meer
eigentijdse interpretatie van de heilige boeken.
Voornamelijk als protest tegen de politiek-economische
handelingen van Rome, dat in de ogen van veel nuchtere Noord-Europeanen inmiddels tot
een decadente, wereldlijke macht was verworden, die zich onder meer met de handel in
"aflaten" (tickets for heaven) in stand hield.
Ook de verering van
heiligen en de daarmee samenhangende handel in relikwieën had in de ogen van
velen verderfelijke vormen aangenomen.
Er ontstaan "vrije universiteiten" en gedrukte boeken maken informatie snel bereikbaar voor grote groepen
mensen.
Amerika wordt "ontdekt", de aarde is niet eindig uitgestrekt;
de wereld blijkt een bol.......deze derde infrontatie,
waarvan het eni-effect ook in
de zompige duinstreek achter het dorp pas later pas merkbaar werd, had direct
gevolgen voor de Lage Landen, omdat de oude Europese supermachten & staten die
zich daartoe rekenden er als de kippen bij wilden zijn, die nieuwe volkeren voor
zich te winnen, voordat de Noord-Europese kooplieden met spiegeltjes & kralen de
markt verpest zouden hebben.
De handel tussen de Noord-Europese landen had ook in
onze omgeving tot sterke steden geleid, die de peperdure handel over land wilden
omzeilen.
Amsterdam werd aan de Zuiderzee een van de steden die het voor de wind ging.
Het was een vrijplaats aan de rumoerige Zuiderzee in een nog steeds onzekere
delta.
Daarnaast kwam er ook veel cultureel kapitaal samen door de vervolging van joden
& protestanten in Zuid-Europa.
Zij vluchten bij voorkeur naar onze, regio- & stadsgestuurde droge gebieden in
de delta, omdat ze zich hier van tucht door Rome of Rijk vrij meenden.
Na de dood van Jacoba van Beyeren komt ons deltaduin dus via het Habsburgse Huis in
Spaanse handen.
Met Margaretha als Landvoogdes lijken de spanningen nog
oplosbaar, maar als de belastingdruk te hoog wordt, worden de Lage Landen opstandig.
Het volk moet de legers onderhouden.
De tegenstand groeit en wordt gevoed door geknechte adel (de oude domeinheren) & stadsbesturen met een
groeiende sympathie voor een hervormd christendom.
Afstand van Rome & Spanje; van Paus & Koning.
Bij Alkmaar
begint deze Victorie. Een deel van de
Spaanse Cavalerie vindt, onderweg naar Leiden onder nog onopgehelderde
omstandigheden, een laatste rustplaats op het Paardenkerkhof in buurtschap
de Zilk te Noordwijkerhout.
Wisselde Willem de Zwijger als Spaanse Vazal nog "even gemakkelijk van
geloof als van ondergoed", toen hij de Spanjolen had verslagen en het naburige
Leiden een Universiteit had geschonken, was hij hervormd en daarmee was de kerk
in Noordwijkerhout "Hervormd" en komt in handen van de zich ontwikkelende staat, want:
Quius
regio illius et religio.
(Wie het in de regio voor het zeggen heeft, die
bepaalt het geloof)
De streek werd deel van De Republiek
der Zeven Provinciën onder Willem van Oranje als Wendeling voor de domeinheren,
zou je kunnen zeggen, waarbij de rol van Johan
niet kan worden onderschat. Die legde de basis voor onafhankelijkheid van
Spanje door verdragen met omliggende landen te sluiten en in de unie van Utrecht
ruimte te creëren voor voor "gewetensvrijheid" in de
Lage Landen. Zelfs was hij geen domeinheer, maar ervaren polderspecialist.
Willem had toevallig de meeste domeinen en mocht daarom de leiding dragen. Zijn opvolgers werden
dan ook gewoon "Stedehouder" genoemd. De steden waren vaak lastige
entiteiten in de domeinen van een heer. Beide wilden autonome posities,
natuurlijk verworven in de langzamerhand beter beheersbare delta, niet
zomaar prijsgeven aan een Prins van Oranje. Die was daar trouwens zelf niet op uit.
Daarom wordt hij de Zwijger genoemd.
Het protest tegen Rome kreeg extra dimensie met de
Beeldenstorm 1566, het tweede
Europese verzet tegen
religieuze idolatrie.
Bij de eerste hadden de Franken Rome bijgestaan in het
verzet tegen het Byzantijns Christendom. Nu kwamen de Geuzen de kerken &
kloosters in de regio van de Roomse Praal zuiveren. In Brielle werden 19
monniken opgehangen. De nonnen van Leeuwenhorst sloegen in
1573 op de vlucht.
Het klooster werd verwoest om niet als pleisterplaats in
handen van de Spanjaarden te vallen.
De dorpelingen hielden zich ook nu buiten deze godsdienstoorlog.
De zeevisserij
kwam in handen van de protestanten, die in Noordwijk, Katwijk & Schevingen
dominante posities innamen.
Noordwijkerhout werd een stille, Roomse enclave, gelijk nog enige
duindorpen in Kennemerland.
Een groepje Batavieren, toentertijd via de Rijn gevlucht voor de Romeinen, waar
ze in het Langeveld de landerijen van het klooster bewerkten, kon dit echter
moeilijker verkroppen. In 1573 werd de kerk die met hun hulp nog maar net
(1508) een fraaie gotische
renovatie had ondergaan, in brand gestoken.
Er kwam baljuw om recht te spreken, de kloosterruïne werd vermopt en in de omgeving werden wat
jachtkastelen gebouwd (strafarbeid voor nog meer domeinen), waaronder "Leeuwenhorst" op de plaats van
het voormalige klooster.
De Staten van Holland stelden een predikant
aan ons te hervormen. Het duurde echter tientallen jaren, voor er loyale
ouderlingen waren gevonden en de dorpskerk gebruikt kon worden als "het Witte
Kerkje". Die ouderlingen waren overigens nieuwkomers, die vanwege de staat
of de groeiende zanderij bij ons waren komen wonen.
In 1592 komt een groep Hugenoten
zich vestigen op de kleiplaten, die de
Batavieren hadden moeten achtergelaten (doorgestoken dijken) tijdens het beleg van
Leiden. Ze waren Frankrijk
ontvlucht vanwege hun godsdienstige overtuiging. Ze ontwikkelden de befaamde
Leidse Kaas, dat vanwege zijn houdbaarheid ook ideaal was voor de VOC.
De Kaninefaten, nog steeds ervaren stropers, werden vaak ingezet om de konijnen en
fazanten op te jagen, zodat de nieuwe heren niet al te veel moeite hoefden te doen. Het
aantal domeinen in de regio neemt toe. Een aantal wijken specialiseert zich in
het fokken van kleinwild voor de jacht.
Ons systeem van recht & regeling hebben
we moeten inlevering. De jaarlijkse inhuldiging van de Wendeling werd verboden
door de Baljuw, die vanuit het Rechthuis annex herberg resideerde.
Maar, het dorp maakt -zonder enige inspraak- vanaf 1588 deel uit van een van de eerste republieken in
Europa. Een staat, omringd door andere staten
waarvan de feodale structuur veranderde in een politieke rechtstaat, een verbond van
de oude machten, domeinen, weliswaar (kerk-vorst-leenmannen), maar met in de
Republiek der Nederlanden vooralsnog als "grote uitzondering" in de Europese
geschiedenis:
het zich in een nieuw domein verzelfstandigende kapitaal.
1600
vierde infrontatie: pep
politiek economisch perspectief
political order legitimizes
democratizing economic
rules
politieke
orde legitimeert democratisering economische regels
In 1604 introduceerden financiers van de Amsterdamse Kooplieden de
verhandelbare aandelen via de "beurs voor een deel
van de winst". De VOC werd opgericht.
Het bracht Holland de "gouden eeuw" en bijna hegemonie over de wereld.
Inmiddels was de West ontdekt. Voor
60 gulden en wat sterke drank werd 11.000 morgen land gekocht: Manna Hatta, een
schiereiland aan de rivier, die nog steeds is genoemd naar Captein Hudson van de
VOC.
Het huidige Manhattan, een begraafplaats van de oorspronkelijke bevolking, als begin van Nieuw Nederland.
Nederlands wereldtaal..? Het heeft niet veel gescheeld. "We" zaten al in de Oost.
De overige Europese landen ontdekten echter vrij snel de truc van het aandeel en in alle hoofd-
& grote handelssteden ontstonden "beursen" voor geld, naast de al bestaande
beurzen & markten voor koopwaar & handel.
Een eeuw later was ons land dan ook deze "voorsprong" alweer kwijt.
(De Tulpenhandel kan worden
gezien als het eerste "hype"-fenomeen, oftewel
de zwarte zijde van de aandelenhandel, die een permanente noodzaak van applicaties
in wet- & regelgeving oproept.)
Naast wereldwijde begrippen als "dutch discount" & "dutch sandwich"
om er een paar te noemen leverde de Hollandse Handelswijze ook
nieuwe, internationale woorden op als "onrust"& "apartheid".
Daar hadden vele volkeren/talen klaarblijkelijk nog geen woorden voor.
Rond 1700 kwamen de Engelsen met "de verzekering" als antwoord in de strijd
om economische suprematie via "beursen voor risico's bij andere beursen".
Ondertussen wierpen de staten van Europa zich als roofdieren op elkaar om de
hegemonie over de wereldschatten te verwerven. Door Napoleon kwam er weer
eenheid. Hij joeg allen tegen zich in het harnas.
In 1815 werd de "diplomatie" gevestigd door "het
congres van wenen". Nederland kreeg de Vlamingen erbij.
Oncontroleerbare handjeklap in een hoffelijke vertoning, een product van Verlichting & Revolutie:
"Vous
tirez le premier, messieurs les anglais", riepen de Fransen wellevend bij
het begin van hun oorlog met Engeland.
Oorlog kreeg daarbij een internationaal-juridische
status en werd zelfs object van wetenschappelijke allure.
Veel winsten van de VOC werden direct in de omgeving van Mokum
geïnvesteerd.
Zo werden veel polders en waterverbindingen naar de markten van steden door kooplieden gefinancierd.
Daarbij kochten die op diverse plaatsen in de streek de "Heerlijkheden", domeinen
met rechten, die al vanaf de Romeinen her & der in de regio voorkwamen en via
erfrecht of gunst de oude "veredelde" families toebehoorden. Ze stichtten
ook nieuwe
Lustoorden.
Binnen één generatie gedroegen deze
nieuwe rijken zich hetzelfde.
In 1604 wordt door de Staten van Holland het Keukenduin bij Lisse in eeuwigdurende erfpacht gegeven aan drie heren uit Mokum, die
prompt "de grote afzanding" inzetten, omdat ze
"eeuwig" zelf niet zo nodig vonden.
"Ze zonden een predikant & verkwanselden ons zand",
zeiden ze vroeger volgens Opa Duivenvoorden, die in zijn jeugd met 'diepdelven' zijn brood verdiende. Drie eeuwen lang hebben we met "de zanderij" onze duinen zien verkleinen, terwijl het aantal domeinen toenam.
1650 haarlemmertrekvaart
/ leidse vaart ontsluiting de duinstreek.
De Haarlemmer Trekvaart, ook wel Leidse Vaart verbond niet alleen die twee
steden met elkaar, maar ook de oude wijken (inmiddels dorpen geworden) onderling. Duinwateringen (maandagse
wetering, dinsdagse wetering, duinriviertjes) hielpen daarbij en door de verhoogde jaagpaden werd in feite al
een dijk gelegd voor de latere inpoldering....
Die eerste ontzanding van de duinen was bedoeld voor het ontwikkelen van
landbouwgrond. De streek wordt van toenemend belang voor voedselvoorziening van
de Hollandse steden & voor diensten aan Heren die hun domein meer aanzien
wilden geven.
Het mysterie van de hoogeveense polder
1654 - 1657 verplaatsing molen;
1658 Mallegat-akkoord.
1661 Bataafse Republiek met handelsdomeinen in de West & in de Oost.
Nederland raakt zijn politiek-economische voorsprong kwijt in de wereldhandel.
Het heeft te lang op winst van de wind geleefd.
1672
rampjaar internationale positie van de Nederlanden
Een koopmansstaat met interne domeinen heeft zonder slavernij geen toekomst.
Eind 18e eeuw:
Napoleon
heeft een makkie, maar gelukkig ook grootheidswaan.
Administratief gaan we er als staat op vooruit dankzij Frankrijk, dat de geest
van de koopmansstaat enigszins wist te beteugelen.
Door windhandel verlamt de
Vliegende Hollander.
Engeland zet de "gouden" standaard. Goldrush in Verenigde Staten.
In 1851 leent Mokum Engels geld om een Duinwatermaatschappij te
ontwikkelen.
Het goud van Kaninefatenland (zoet duinwater) wordt verkocht aan Amsterdam, dat
door ongezond en vaak brak water onleefbaar
dreigt te worden.
1834 Het Huis vestigt
zich vanuit Warmond in een boerderij in Noordwijkerhout en vervolgt zijn bakkerij & kookerij.
Extra afzanding in de duinen vanwege de spoorlijn Haarlem Leiden, die
definitief ten westen van Hillegom/Lisse is geprojecteerd.
Noordwijkerhout zal een station krijgen. Groeikansen voor een dorp van 400
inwoners.
1854 godsdienstvrijheid in nederland.
Het duurde tot 1880 voordat de burgerlijke stand in Noordwijkerhout administratief een feit was.
Ons dorp telt dan zo'n 1.500 inwoners. En er
zijn nog steeds domeinrechten die de dames & heren in de omgeving mogen benutten.
Bij ons zijn het vooral vrouwen geweest, die de geschiedenis tekenden.
De Vrouwe Van Noordwijkerhout trouwt in
1895 met de Graaf van Lynden.
De treinverbinding tussen Haarlem & Leiden, levert stationnetjes op voor de
dorpen in de streek.
Een investering die vergeleken met de trekvaartverbinding
maar beperkt heeft bijgedragen aan de economische ontwikkelingen in de
regio.
(De firma Broekhof had zijn trekschuit, die 's morgens om vijf uur vertrok om
tegen de avond weer terug te zijn, snel vervangen door autobus &
vrachtwagen)
Er werd veel zand verhandeld voor inpoldering & grondverbetering. De zompige
gebieden werden vruchtbare groentevelden en
vrijkomende geestgronden waren ideaal voor de bloembollenteelt.
In de gehele
streek waren veilingen voor groenten & bollen te vinden.
Dat leverde veel geld op, zodat na de invoering van godsdienstvrijheid in 1854
de Roomse signatuur van het dorp zich weer kon manifesteren.
Er was binnen twintig jaar een nieuwe kerk gebouwd "de Victor"
(de Overwinnaar) met weeshuis "De Voorzienigheid" en een lagere school.
De uitvoering onder leiding
van de pastoor uit Gent, lag in handen van de Zusters van Liefde, die er later ook nog
een Retraitehuis met klooster bij stichtten.
De politiek-economische machtsstrijd van de nog immer Romeinse
domeinstaten in Europa onderling kreeg een
extra impuls doordat wetenschappelijke inzichten een industriële vertaling
kregen.
Huisindustrie gaat naar fabrieken die door de industriële technologie
soms worden opgestuwd tot marktleider om vervolgens te worden ingehaald door de
wet van de remmende voorsprong, de wet van Jamin of die van Unilever.
Die ontwikkelingen gaan snel en worden worden nog extra versterkt door de opeenvolging van
energiebeheersing: wind, vuur, water, stoom, olie, gas, stroom en atoom.
Er gaat behoefte ontstaan aan (scholing van) werknemers.
Toename van complexiteit &
concurrentie, hadden we vanuit ons duinbehoud ervaren, veroorzaken onevenredige toename van nieuwe "diensten".
Groeibehoefte in een omgeving, die moet worden gevoed door een vraag van buiten
die omgeving is profijtelijk voor iemand die geld op termijn kan zetten.
Dat vraagt om
volume- & behoeftebeheersing.
Er ontstaat behoefte aan een nieuwe rationaliteit.
De Europese Verlichting heeft meer ten gevolge van Locke dan van onze
Spinoza als side-effect de arrogantie van de
Romantiek opgeleverd.
De staat houdt de burger voor de mal. De nationale
verbeelding komt aan de macht.
Twee wereldoorlogen & diverse revoluties waren nodig voor duidelijk werd, dat
nationale belangen alleen in een universele interdependentie kunnen worden
gediend en dat een goed leider eerder een gekozen, vertegenwoordigende voorzitter is in
een groter verband van collega-voorzitters, dan
een "visionair leider voor een groot volk".
Laat staan, dat een volk zich superieur mag wanen, of een parasitaire staat mag
nastreven.
De twintigste eeuw is tot heden de eeuw, waar Europa zich later het meest voor zal schamen.
Diverse
broederstaten hebben net als Nederland getracht, de wereld te koloniseren of zijn
owo-oorlogen
begonnen. Democratisch...Idealistisch?
Al hun grote
geesten, mentale & materiele adviseurs, stonden rond de Leider en keken ernaar.
Veel ging, tegen de continentale/globale malaise in, aan ons dorp voorbij.
Noordwijkerhout
groeide door de sympathie voor Rome, ook wij hadden een
Zouaaf geleverd.
Daarnaast was er een
landelijk groeiende behoefte aan instituten voor psychische gezondsheidszorg in
een rustieke omgeving.
Ook daar had het dorp aan de randen van zijn afzandingen wel ruimte voor over.
Noordwijkerhout vanaf 1900.
Met nog twee kerken en een retraitehuis (voor bezinningsactiviteiten) bij de Victor, werd het rooms-renergetisch vermogen van het dorp ondubbelzinig
aangetoond. Er werden drie katholieke scholen gebouwd, waardoor de openbare
school hervormd kon worden, 'school met den bijbel'.
Maar net als bij de Kaninefaten, jongens & meisjes in aparte gebouwen.
Ook in de kerken zaten mannen & vrouwen gescheiden, alsmede in vele
verenigingen.
Ondertussen was er dus leerplicht voor alle kinderen en kwam er stemrecht voor
vrouwen.
Het politiek systeem lijkt daarmee democratisch, maar het waren de rangen- &
standen van de club- & subdomeinen, die het stemrecht bevochten (als stemplicht
om enige zekerheid te hebben) en het partijen- & onderwijssysteem beheerden.
Die regentenmentaliteit, kenmerk van het oude
politieke verbond van domeinmachten, kleeft dus ook aan die belangenorganisaties.
In het centrum van Noordwijkerhout wordt een nieuwe Katholieke kerk gebouwd met
een klooster voor de "Zusters van Liefde", die een basisschool opzetten.
De
"Broeders van Liefde" stichtten een groot ziekenhuis voor psychiatrisch zieke
mannen aan de rand van het dorp. Door bloemenvelden gescheiden, meer tegen de duinen, komt een tehuis voor zieke vrouwen, "Sancta
Maria". Het zijn de "Zusters van Liefde" die zich ook over hen
ontfermen.
Een voor ons nieuwe vorm van gezondheidszorg. Maar dankzij de Sint Bavo hebben we
een sportveld gekregen en kan het dorp met VVSB meedoen in de Voetbalcompetitie.
De behoefte aan extra personeel in deze ziekensector trok veel mensen uit Brabant
& Limburg aan, de vroegere "wingewesten" van de Republiek.
Katholiek & Carnavalsminded als de Batavieren, waren die snel in onze
omgeving geïntegreerd.
Een harmonie is snel opgericht en de Harpe Davids
blaast al spoedig bij dorpsfeesten een nederlands-hervormd deuntje mee.
Voor elke katholieke club
in ons dorp ontstond een hervormde tegenhanger, of andersom.
Dit heeft op het
verenigingsleven een stimulerend effect gehad.
Ook de stichting van
enkele algemene instituten droeg bij aan de economie van het dorp.
Het
Land zinkt langzaam in de malaise van
de jaren 30, maar de Duinstreek groeit
tegen die verdrukking in. Er komt een hotel met toneelzaal in het dorp.
De
kerken ontwikkelen "Patronaatsgebouwen" voor sociaal-culturele vorming van de
gelovigen.
Notaris Punt verliet trouwens in 1934 het dorp, nu ieder kon lezen & schrijven.
Ons buurland, ondanks veel gezichtsverlies Unter den Linden, inspirerend
voorbeeld voor de Europese vermaakindustrie (!), ontwikkelt een rigide politiek.
Koning, kerk & kapitaal zien het aan. 1933 1936 1939. Wat doet de
regering..
Nederland lijkt Indies blind. Neutraal uit lafheid of is er een economisch
motief?
Mei 1940 worden de Lage Landen ingenomen door de Duitsers. De regering vlucht
met de koningin naar Engeland.
Noordwijkerhouts oorlogsverleden.
Kasteel Leeuwenhorst werd verwoest. Het mocht niet dienen als oriëntatiepunt
voor hun vijand, vond onze vijand.
Er
waren controleposten tussen alle dorpen in de streek en per dorp hield een klein
Duits commando de bevolking rustig.
De Atlantik Wall: bunkers aan de Kustlijn en V2-lanceerinstallaties in
het Keukenhofbos. Vanuit het dorp zijn veel mannen tewerk gesteld in de
duinen
en in Duitsland.
Er viel moeilijk aan te ontkomen. Verzet kon een heel dorp ontwrichten (de
afbraak van Petten was een afschuwelijk voorbeeld) en je kon
moeilijk met z'n allen onderduiken. De duinen waren verboden gebied
geworden.
Het Vorstenhuis zat in
Canada. Het had klaarblijkelijk weinig vertrouwen in de Westdomeinen.
In de Oost
waren de Japanners "ons Indië" binnengevallen.
1948 Nederland wordt in de Verenigde Naties tot de orde geroepen.
Indonesië is geen Nederlands domein meer.
We gehoorzamen de Verenigde Naties en geven onze kolonialistische pretenties op.
We zullen het zelf moeten doen. Ieder land zijn eigen broek.
Twee jaar later hebben we de Sociaal Economische Raad
opgericht.
De basis van het poldermodel is echter domeinmatig gelegd: werkgevers, werknemers, regering.
Nu de inspanning nog:
Is dat het actief,
Nederland stuitert op z'n economische fundamenten.
500.000 Nederlanders emigreren rond 1950, de toekomst ziet er somber
uit.
Gelukkig is de Opperdomeinheer een Vrouw die in Leiden gestudeerd heeft en wordt er
aardgas gevonden.
Station Noordwijkerhout verliest zijn laatste functie, de aanvoer &
distributie van steenkool.
1957 De duinen drogen in door de niet te stellen dorst van Amsterdam.
De laatste vennetjes met duinkikkers en salamanders verdampen. Het loofhout
verdwijnt en de den neemt het over.
"De Gouden Spar" is de naam van een van de
vele campings, die aan de duinrand verschijnen.
Booming bizniz nu Europese landen zich
hebben hersteld van de oorlogsjaren en Duitsers, Engelsen, Fransen tussen de
Nederlandse stedelingen komen uitrusten in de Gemütlichkeit van de ons resterende
duinen.
De zanderij staat nu ten dienste van kalkzandsteen. Er wordt uiteindelijk een meer van 44
hectare gegraven, dat vanwege kans op verzilting "helaas" niet dieper
mag worden dan 12 meter.
En ons, dorpelingen..?
Rituelen maakten nog steeds het leven compleet.
De 3 roomse kerken begonnen elke dag nog met drie diensten.
Ook 's avonds was er een gebedsdienst. Kerkbezoek werd
op het schoolrapport genoteerd, evenals de biecht, waarbij een door school verstrekt,
genummerd kaartje door een gleufje werd geschoven. Een bewijs, dat je had
gebiecht.
Na de oorlog ontwikkelt het dorp ook een woonfunctie voor de zich
ontwikkelende Randstad Holland.
Huizen voor
mensen die van buiten komen, maar niet in het dorp werken. Er wordt jarenlang
vreemd aangekeken tegen die mensen uit de "jambuurt".
(Ze wonen op stand, maar hebben geen geld voor kaas op hun brood)
Ze deden ook niet
mee aan de
kermis of carnaval.
De middenstand voer er toch wel bij. Menig ondernemer kon zich later een
huis "in de brink" permitteren, wat de kouwe kak enigszins ontdooide.
Het dorp bouwde in 1960 nog enthousiast mee een internaat
als gymnasium (vwo) voor jongens die droomden van een loopbaan als katholiek,
geestelijk leidsman in Zuid-Holland, Seminarie Leeuwenhorst voor Wereldheren in Spe.
Het werd een extra fraaie accommodatie, die pas
in het dorp werd geaccepteerd, toen er zeven jaar later de eerste synode werd voorbereid van de
Nederlandse
bisschoppen.
De Nieuwe Katechismus, een reactie van katholiek Nederland, dat
door het Tweede Vaticaans Concilie weer enthousiast
leek geworden.
Er was nog steeds veel animo voor de gespreksgroepen die bij gelovigen thuis
werden georganiseerd. Symptomen van een nieuwe geesteshouding.
Wereldwerkgroepen. Maar Rome
bleef
gereserveerd.
En naar de mensen werd alleen geluisterd.
Het concilie van Noordwijkerhout in 1968, waarmee
het dorp op de wereldkaart werd gezet, leidde uiteindelijk tot verlies van
rooms-renergetisch vermogen in nederland.
Het dorp telt inmiddels 12.000 inwoners. Er komt een bibliotheek.
Er verrijst een vacantiedorp Solasi. Het Oosterduinse Meer, de laatste grote
afzanding, wordt daardoor ons "Como-meer".
In 1966 toonde het
dorp nog verschijnselen van politieke & culturele lethargie, maar nog geen 3 jaar later werden de bewoners
door overheid & kerken aangespoord mee te doen met de manifestatie
Leven nu.. & Morgen
van WAT NoordwijkerhouT
(Werkgroep Andere Tijden), een initiatief van
SAP (Sociëteit
Ante Portas).
De Kaninefaten hebben zich verzameld
in een Carnavalsvereniging en kiezen nog steeds op 11 november hun Wendeling,
tot Prins Carnaval getransformeerd.
De Batavieren zijn opgegaan in het
leisure
leven van een aantrekkelijk dorp in termen van de Westerse Cultuur.
We bezingen nog steeds "het goud van Noordwijkerhout" waarmee in Mokum
bier wordt gebrouwen.
We voegen elk jaar een meedenker toe aan het Carnaval der Kaninefaten, over
hemel & hel, het voor- & het naspel, of over de grillen van de politiek.
De
toekomst ziet er aantrekkelijk uit.
Het verlies van de coöperatieve groenteveiling wordt ruimschoots gecompenseerd
door de ontwikkeling van machine- & verpakkingsindustrie. Noordwijkerhout groeit voortvarend mee met de
andere gemeenten in de Bollen-/Duinstreek.
En "de
heren" komen nog steeds jagen.
De drijvers, Kaninefaat als ze nog steeds
zijn, glunderen als altijd wanneer de Prins
hen herkent. Hij schiet overigens ook op konijnen. Alleen niet op die van Soestdijk.
Domeinheer als hij was, had hij meer dan één waarheid in pacht.
J. Ketelaar, wendeling die 26 mei 1968 opriep tot de blauwe revolutie. De kerken in de Bollenstreek organiseren in 1969 vanuit Noordwijkerhout een voettocht voor jongeren met de vraag:
"God waar zit je?"
De R.K.
Mater Amabilisschool
wordt met instemming van de bisschop van Haarlem omgebouwd tot Vormingscentrum voor Jong
Volwassenen (VJV). En met nog meer succes wordt het jaar daarop met het VJV het antwoord gevoettocht:
"Gewoon buiten; Buitengewoon!"
In de Bollen-/Duinstreek zindert wat in Amsterdam het Maagdenhuis provoceert.
De Werkgroep Andere Tijden Noordwijkerhout krijgt met 2 zetels in één nieuwe (D66) &
en 3 zetels in een vernieuwde (kvp)
partij een politiek vervolg in het dorp.
De KWJ blijft KWJ, maar
het zijn niet meer de Katholieke Werkende Jongens,
maar Kritiese
Werkende Jongeren.
De emancipatie van de "werkende jongere" leidt op zich
nog niet tot een volwaardige acceptatie van de arbeidende klasse, maar heeft wel
een
versterkende werking op de vrouwenemancipatie.
Provo in de Polder & Dolle Mina
op de Brink maken een einde aan de gescheiden ontwikkelingsfase via Patronaatsvoorzieningen
& de danszalen die discrimineerden
op religie & sexe.
Dat sluit ook aan op het onderwijs, dat inmiddels "gemengd"
is en in toenemende mate "openbaar" wordt.
1975 Het ingevoerde rivierwater is zodanig vervuild, dat een voorzuivering nodig is voor het de duinen in mag.
Ook "zure regen" en stormen richten veel schade aan in de duinen.
De dennenscheerder heeft de schapenscheerder vervangen en de laatste
duinorchidee tussen Noordwijk & Zandvoort wordt met takkenbossen
beschermd door een boswachter en een groepje VJV-ers.
Er mogen geen vuilstortplaatsen meer bijkomen in de Bollenstreek.
Ook de laatste
wordt met zand toegedekt tot kunstduin. (watervragend ipv watervliedend ivm
grondwaterverontreiniging)
Een verliespost voor de gemeente, die
wordt gecompenseerd met hergebruik van ons station voor afvoer van afval (VAM).
Seminarie Leeuwenhorst krijgt te weinig aspirant Wereldheren en wordt omgezet in
een open school voor VWO plus een internationaal conferentieoord.
Ideaal in de
Zuidhollandse Duinbossen tegen de Zee.
Vrije wandeling door de
duinen is er trouwens niet meer bij.
Wel offtheroad-sporten als golf
& biking, specificaties met ijzeren hekken.
De hekwerkindustrie in onze omgeving stoelt op het aloude, ambachtelijke
vlechtwerk (wiegen, manden, korven).
Er zijn door afrastering gescheiden paden voor
diverse soorten duintoerisme:
wandelen, hardlopen, fietsen, paardrijden.
Alles netjes met gekleurde paaltjes
gemarkeerd en al naargelang met houtpulp, schelpen of bitumen verhard.
Waar de blanke top der duinen omgeven is door prikkeldraad;
en overal een bordje
met verboden toegang staat......lijkt de tijd der Kaninefaten voorgoed voorbij.
Maar de Noordwijkerhouter herkent in iedere die trots is op zijn
eigen omgeving en daar met weemoed over zingen kan, de Kaninefaat die hij nog
steeds in zich draagt.
Het dorp telde in 1880 ongeveer 1.500 inwoners;
in 1980 zijn we met tien keer zoveel.
De versnelling in dit verhaal neemt evenredig toe.
1974: de nationale knelpuntennota
welzijn:
Domeinen binnen de staat zijn zelfs in een harmonie-model niet meer in stand te
houden.
De (westerse) democratie zal zo aan zichzelf ten onder gaan.
De Wendeling start "Het Hoogeveens Beraad".
De effecten worden ingeschat als:
"Ernstiger voor de globale instandhouding dan de waarschuwingen van de
Club
van Rome".
1982: accoord van wassenaar: domeinen poldermodel:
de vigerende machten trachten de oude politiek te versterken.
2004: accoord van rome/europa: domeinen holdermodel:
de economie betaalt/bepaalt. burger wordt univee.
2010: accoord van leeuwenhorst: domeinen wiegmodel:
virtueel vermogen door generatieve solidariteit blijkt sterker dan
de amerikaanse droom met univee.
domein / domeinen:
terreinen, gebieden of staten van zijn, die worden gekenmerkt door parasitaire
instandhouding en peripatrische dociliteit.
ergo, zolang de staat der nederlanden als domein gezien wordt, kan zijn
instandhouding niet "democratisch" geschieden.
De vader van Europa: Zeus of Amerika?
volgens Richard Philips zou het wel eens
Bush kunnen zijn.
Amerika als brandend braambos:
onchristelijk & ondemocratisch.
De Westerse Cultuur in het Angelsaksisch Model
gedwongen door de Geboden van
het IK,
het
Iconometrisch
Kapitalisme, dat Neo-Liberalen bedenken.
Dat zou wel eens de aanzet voor de derde,
Europese beeldenstorm kunnen worden.
Want opnieuw dreigt de Europese geest gevangen
te worden door idolatrie.
De oorlog- & vermaakindustrie vormen USA's grootste inkomstenbron.
En de wereld moet al zo boeten:
Inzicht & Cultuurbezit van volkeren & naties wordt toegeëigend (genaast) en rigide geëxploiteerd.
Het vermaakdomein beloont zichzelf met royale verdiensten & awards op "academisch" niveau.
Of is de vader van Europa het huidige (Europese) Parlement dat zich met zijn Commissie volop inzet, de krachten van koning, kerk & kapitaal te democratiseren, zodat de Bovendanen die hun recht de godsdienst te bepalen al hadden ingeleverd en met hun nieuwe kleren van de diplomatie al bijna twee eeuwen lelijk te kijk stonden ook nog 'ns hun poen kwijt zijn?
Wij denken bij ons in de duinen nog steeds dat het in feite om een "nieuw",
globaal bewustzijn moet gaan.
De oude redelijkheid werkt globaal slechts via het flinterdunne pad van de
westerse rationaliteit, een resultaat van eeuwenlange dominantie en de daarbij
optredende vertekening van de universele werkelijkheid.
Religie & wetenschap hebben die paden gebaand voor hun eerste globale
evaluatie van het nabije verleden:
2000 jaar, een schitterend ongeluk!
Het is de verantwoordelijkheid van de politiek, daar een aandacht aan te
besteden die de rituele herdenkingen overstijgt. De hang naar het verleden
blijft steken in rede.
Temeer, nu beide (religie & wetenschap) niet in staat zijn een globaal
aantrekkelijk perspectief te bieden, is het van universeel belang, een pad voor
globale redelijkheid te effenen.
De Regionale Intuïtieve Dynamiek neigt anders de vormen aan te nemen van een
middeleeuwse samenleving.
De politiek komt/blijft dan in handen van bovendanen met interstatelijke domeinen.
De democratie
is dan nog slechts een schimmenspel binnen het virtueel vermogen van de
vermaakindustrie.
Ons continent kan pas wat worden, wanneer de wereld der continenten als "duinen-delta" gezien
wordt.
Huishouden (economie) is duinhouden.
Daar passen geen domeinen,
zoals bedoeld in dit verhaal.
Geografisch & mythisch bestaat Europa langer dan we kunnen tellen;
religieus,
politiek & economisch een paar duizend jaar, of minder.
Maar in het lokaal/regionaal bewustzijn is het nog maar net ingedaald.
Voor veel medeburgers als
"eerste infrontatie"
na wereldoorlogen, decennia wanhoop en soms nu alweer met heimwee naar wat betere tijden leken.
Het effect daarvan zal het jaar 0 zijn van Europa
als
democratisch continent met globale omgevingsverantwoordelijkheid.
Europa, een marasitaire staat van volken & landen die door generatieve
solidariteit in een regionale dynamiek ruimte weten te scheppen voor nieuw
beleid met globale geldigheid.
Op de dag dat in het Romeinse Rijk godsdienstvrijheid werd verkregen (Constantijn, 1683 jaar geleden, het jaar dat werken op Dies Solis, de zondag werd verboden), heeft onze Jan Peter Balkenende in een historisch gemanipuleerd decor als voorzitter van de Europese Staten 2004 op de plaats van het Capitool, een voorstel aan de lidstaten ondertekent voor de eerste Europese grondwet.
(een burgerinitiatief wordt met 1 miljoen handtekeningen ontvankelijk
voor behandeling in het europees parlement).
Nu de afzonderlijke staten nog.
Durven ze dat aan, statelijke burgers & landelijke politieke partijen, zich uitleveren aan
de europese democraat die gemangeld door de vermaakindustrie toch zichzelf
weet te beheersen?
Op dezelfde dag (29 oktober ) doet Osama Bin Laden een handreiking aan de
westerse wereld.
Hij wil afzien van verder geweld. Via Nova nemen we er kennis van.
Maar de secretaris generaal van de Navo, onze Jaap de Hoop
Scheffer, en onze Hans van den Broek, oud-minister BuZa & EU-cs, en
onze Wouter Bos, leider van de grootste oppositiepartij zeggen, daar
geen touw aan te kunnen vastknopen.
"Slaan we over". "Ik kan daar geen duiding aan
geven".
En de Nova-journalisten zien er ook geen nieuws in.
Ferrie Mingelen: "Dan laten we het verder liggen".
Een jaar later lijkt London hetzelfde te doen als Al-Zawahri er nog eens aan herinnert...
"europa, europa, kom tot bezinning,
de weg naar de toekomst duurt onnodig lang
met groeiende risico's voor mondiale vrede"
quister
pyxis
(vrijdagmiddag-overpeinzingen 200410)
regionale dynamiek
- nationaal administratieve politiek -
europese globaalpolitiek
2. de regio's winnen in waarde.
nederlandstalig gebied zou tegenwoordig
een europese "regio" kunnen zijn
in het kader van ras-kwaliteit.
3. europa leeft op te grote voet
the homecoming of the flying dutchman
maradise regained
honne tatemae ict:
NRC Handelsblad vroeg
Jan Bank (L-Batavorum) & Piet de Rooy (Mokum)
tweeduizend jaar Nederlandse geschiedenis samen te vatten
zij zijn al klaar, maar:
hun canon
bestaat niet meer
zij stimuleerden ons tot een
hertaling van de kaninefatencanon
de minister van onderwijs zet een
commissie aan het werk:
studiën
vereniging holland
20 eeuwen filosofie
vanuit de nederlanden
bestaan ook niet meer,
veel geblaat in 2004
Oh, Pays Bas
je Vous emmerde.
(Jean Cément)